Veiligheid, politie en justitie
Van angst naar vertrouwen – voor een menselijke rechtsstaat

Samenvatting
Nederland is in twee decennia veranderd van een pragmatisch, tolerant land in een gecontroleerde angststaat waarin veiligheid het toverwoord is geworden. Onder het mom van bescherming zijn noodwetten, censuur en militarisering van de politie genormaliseerd, terwijl de media hun kritische rol grotendeels hebben opgegeven. De zaak van advocaat Arno van Kessel, opgepakt als “anti-institutioneel extremist”, toont hoe ver de rechtsstaat al is opgerekt. De groeiende verwevenheid van politiek, rechtspraak, media en grootkapitaal bedreigt de democratische balans die Rudolf Steiner ooit beschreef in zijn sociale driegeleding. Echte veiligheid ontstaat niet door camera’s, wapens of boetes, maar door vertrouwen, lokale verbondenheid en een rechtspraak die weer dienstbaar is aan burgers. Nederland moet terug naar zijn menselijke maat: een samenleving die vrijheid en verantwoordelijkheid boven angst en dwang stelt.
Van veiligheidsstaat naar vertrouwenssamenleving: Het veiligheidsbeleid moet bevrijd worden van angstpolitiek en symboolwetgeving. De staat dient zich terug te trekken uit het privéleven van burgers, de noodwet-cultuur beëindigen en het principe van proportionaliteit herstellen. Politie en justitie richten zich op echte bedreigingen van veiligheid, niet op massale controle. Europese plannen zoals Chatcontrol, die privécommunicatie laten scannen, worden verworpen omdat zij de kern van de rechtsstaat, privacy en briefgeheim, ondermijnen. Burgers krijgen weer vertrouwen en ruimte om verantwoordelijkheid te dragen, met minder regels, minder boetes en meer menselijk oordeel.
Herstel van de rechtsstaat en scheiding der machten: De trias politica moet worden versterkt door scheiding van rechtspraak, politiek, media en economie. Voorarrest wordt uitzondering, processen worden sneller en transparanter, en trial-by-media wordt actief tegengegaan. De politie wordt hervormd en deels gedemilitariseerd; infiltratie en provocatie bij demonstraties worden verboden. Rechtspraak wordt hersteld in haar menselijke, burgergerichte vorm, met nadruk op herstelrecht en een nationaal fonds voor slachtoffers.
Sociale verankering van veiligheid in de gemeenschap: Echte veiligheid begint in de wijk. Wijkagenten krijgen hun verbindende rol terug, ondersteund door burgervaders en -moeders die jongeren aanspreken en begeleiden. Gemeenschapszin en sociaal kapitaal worden speerpunten van beleid. Kleine criminaliteit wordt bestreden door perspectief te bieden via werk, cultuur en sport, niet via repressie. In het drugsbeleid keert Nederland terug naar zijn pragmatische traditie: regulering en medische begeleiding in plaats van moralisme en straf.
Inleiding
Het beeld is onvergetelijk: in de vroege ochtend breken zwaarbewapende eenheden van de Dienst Speciale Interventies de deur open bij een advocaat en zijn gezin. Arno van Kessel, bekend vanwege zijn werk in zaken rond de coronavaccinaties, wordt geblinddoekt afgevoerd alsof hij een terrorist is. Zijn kinderen staan trillend tegen de muur, de woonkamer gevuld met gewapende mannen. Vijftien agenten doorzoeken urenlang de woning, terwijl de deken van de Orde van Advocaten en een rechter-commissaris toekijken hoe vertrouwelijke dossiers worden meegenomen. De aanklacht? Niet bewezen geweld of wapens, maar verdenkingen van “anti-institutioneel gedachtegoed”16.
Wie dit verhaal leest, vraagt zich af: in wat voor land zijn wij beland? Een land waarin advocaten die de staat aanklagen wegens het coronabeleid worden opgepakt alsof zij leden zijn van een criminele organisatie. Een land waarin het gebruik van antiterreureenheden met militaire inbreng – uniek in Europa – niet meer beperkt blijft tot gewapende aanslagen, maar ook wordt ingezet tegen mensen met lastige vragen aan de overheid2. Het lot van Van Kessel, gearresteerd vlak voor een cruciale zitting tegen bewindspersonen en farmaceutische bedrijven, laat zien hoe ver de veiligheidsstaat inmiddels reikt.
Het veiligheidsvirus
Nederland is de afgelopen twintig jaar in de greep gekomen van een obsessie met veiligheid. Politieke partijen wedijveren om wie het hardst kan roepen om strengere straffen, meer camera’s en meer blauw op straat. Media voeden die fixatie door dag in dag uit angst en dreiging te benadrukken, ook als de cijfers laten zien dat de criminaliteit over de lange termijn daalde en de recente afvlakking geen breuk is met het eerdere decennium van daling1. Veiligheid is van bescherming verworden tot verdienmodel: een industrie die miljarden verslindt, terwijl ze onze vrijheid langzaam wurgt.
De coronacrisis was een kantelpunt. Wat begon als gezondheidsbeleid groeide uit tot een systeem van noodwetten, avondklokken en politieoptredens op straatpleinen. Demonstranten werden uiteen geslagen, kritische stemmen belachelijk gemaakt en advocaten die burgers verdedigden in verband gebracht met extremisme. Het was alsof de rechtsstaat zelf besmet raakte met een virus: het virus van angst, dat zich nestelde in wetten, regels en protocollen en zich vermenigvuldigde in elk nieuw toezichtsorgaan, elke boetecatalogus en elke uitbreiding van bevoegdheden.
Van tolerantie naar repressie
Ons land stond ooit bekend om zijn tolerantie. Het was het land van het poldermodel, van het gedogen van softdrugs, prostitutie en euthanasie, van een pragmatische houding die regels ondergeschikt maakte aan het menselijk leven. In korte tijd is dat omgeslagen in een cultuur van achterdocht en repressie. Nederland is van gidsland veranderd in een staat waar burgers onder voortdurend toezicht staan, waar een woud van BOA’s, camera’s en controles het straatbeeld beheerst, en waar de boete niet meer een uitzondering is, maar een dagelijks risico.
Het optreden tegen Arno van Kessel is geen incident, maar een symptoom. Het laat zien hoe “veiligheid” een glijmiddel is geworden voor machtsuitoefening. Waar vroeger een advocaat respect genoot als hoeder van de rechtsstaat, kan hij nu met één label – “anti-institutioneel extremisme” – worden gedegradeerd tot verdachte. Dat zegt alles over hoe broos onze vrijheden zijn wanneer angst en macht samen een nieuwe norm schrijven.
De illusie van onveiligheid
Cijfers en feiten vertellen een ander verhaal dan de angstretoriek die dagelijks op televisie en in kranten wordt verspreid. Misdaadcijfers zijn de laatste decennia gedaald. Inbraken, overvallen, zelfs zware geweldsmisdrijven komen aantoonbaar minder vaak voor. Toch leeft het idee dat onze samenleving onveiliger is dan ooit. Dat is geen toeval, maar het resultaat van een politiek en mediacomplex dat veiligheid tot speerpunt heeft gemaakt – een voortdurend opgeklopt gevoel van dreiging, dat de burger klein en afhankelijk moet houden1.
Zo ontstaat een paradox: hoe meer veiligheid wordt beloofd, hoe meer onveilig mensen zich voelen. Hoe meer blauw er op straat komt, hoe groter het wantrouwen jegens de samenleving. En hoe meer justitie inzet op straf en boete, hoe sterker het besef dat ieder van ons ieder moment verdachte kan zijn. Het is alsof een samenleving haar eigen schaduw vergroot door er met steeds fellere lampen op te schijnen.
De uitdijende staat van toezicht
Deze cultuur van achterdocht heeft geleid tot een uitdijende bureaucratie. Het leger van BOA’s, toezichthouders en cameratoezicht fungeert niet langer als bescherming, maar als verlengstuk van een staat die zijn burgers niet vertrouwt. Iedere fietser met een los voorlicht, iedere automobilist met een te hoge snelheid, iedere ondernemer die een formulier verkeerd invult: allen worden ze bestraft. Boetes zijn niet langer een correctiemiddel, maar een inkomstenbron.
Waar regels ooit bedoeld waren om de samenleving te ordenen, zijn ze een middel geworden om burgers in het gareel te houden. Het principe van gedogen – ooit een bewijs van menselijke maat en gezond verstand – is verdrongen door een kille logica van controle. Het resultaat: een samenleving waarin wantrouwen de norm is, en de politie niet langer als bondgenoot, maar als bedreiging wordt ervaren.
Politie en geweld
Het politieapparaat, dat zich vroeger vooral richtte op bemiddeling en buurtbinding, is veranderd in een geweldsorganisatie. Het gebruik van vuurwapens, traangas en harde arrestatietechnieken is in korte tijd genormaliseerd. Burgers en agenten raken verstrikt in een spiraal van angst en agressie: de politie grijpt harder in, burgers verzetten zich feller, en zo wordt escalatie de nieuwe standaard.
Dat de politie in Nederland tegenwoordig permanent bewapend rondloopt, is geen natuurwet, maar een politieke keuze. Andere landen laten zien dat ordehandhaving ook zonder permanente bewapening mogelijk is. Maar in ons land heeft de angst gezegevierd boven de rede. De aanwezigheid van vuurwapens is niet langer uitzondering, maar dagelijks gegeven – en daarmee een bron van nieuw geweld.
Daarbij komt een nieuwe, sluipende praktijk: de inzet van zogenoemde ‘Romeo’s’, politieagenten in burger die in demonstraties worden geplaatst. Officieel om de rust te bewaren, in werkelijkheid vaak om spanning te creëren. Tijdens coronademonstraties zagen we mannen met bivakmutsen uit politiebusjes stappen en op burgers inslaan. Recent gebeurde iets soortgelijks bij asielprotesten, waar hooligans onder politiebegeleiding de menigte in werden gebracht, om daarna de hele beweging weg te kunnen zetten als ‘extreemrechts’. Ook de zaak van Willem Engel, die ondanks zijn constante nadruk op liefde en geweldloosheid werd opgepakt voor ‘opruiing’ door wat hij zelf een ‘struikrover in politiepak’ noemde, laat zien hoe willekeurig en politiek gestuurd deze praktijken zijn. Dit ondergraaft niet alleen vertrouwen in de politie, maar ook in de democratische vrijheid om te demonstreren.
Rechtspraak in crisis
Nog verontrustender dan de militarisering van de politie is de uitholling van de rechtsstaat zelf. Voorarrest wordt steeds vaker ingezet, waardoor burgers maanden in de gevangenis belanden zonder dat hun schuld bewezen is. De media verklaren hen ondertussen publiekelijk schuldig. Het principe dat iemand onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is, wordt zo uitgehold door trial by media en door een juridisch apparaat dat kreunt onder de bureaucratie.
Wie eenmaal in de molen van justitie belandt, merkt hoe weinig menselijke maat er overblijft. Wachttijden lopen op, procedures worden steeds ingewikkelder en duurder, en burgers staan machteloos tegenover een systeem dat eerder hun tegenstander lijkt dan hun beschermer. Advocaten die het opnemen tegen de macht lopen zelfs het risico zelf als verdachten te eindigen.
Versmelting van macht: van trias politica naar machtsstaat
Wat hier zichtbaar wordt, is niet slechts een reeks incidenten, maar een structurele verschuiving. De klassieke trias politica – de scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht – is in Nederland grotendeels uitgehold. Wetgeving wordt vaak in spoedtempo doorgedrukt, rechtspraak volgt het narratief van de politiek, en uitvoerende diensten zoals politie en inlichtingendiensten werken hand in hand met economische en internationale machtsstructuren.
Dit samenvallen van politieke, economische en juridische macht is kenmerkend voor een fascistische tendens: de staat presenteert zich als onbetwistbare autoriteit, gesteund door grootkapitaal en internationale instituties, terwijl de burger reduceert tot gehoorzame onderdaan. Kritiek wordt afgedaan als extremisme, afwijkende meningen worden verdacht gemaakt, en wie zich niet conformeert, kan elk moment door de veiligheidsarm worden gegrepen.
Een bijzonder voorbeeld van die vermenging is de Raad van State, die in Nederland tegelijk adviseur van de regering én hoogste bestuursrechter is. Wie wetten helpt maken, zou ze niet ook moeten toetsen. Deze dubbele functie ondermijnt de onafhankelijkheid van de rechtspraak en staat haaks op de trias politica. Daarom moet de Raad van State worden hervormd in een gefaseerd proces. Eerst organisatorisch, met volledig gescheiden afdelingen voor wetgevingsadvies en bestuursrechtspraak, die geen personeel, begroting of leiding delen. Vervolgens wordt een nieuwe, onafhankelijke Wetgevingsraad ingesteld, benoemd door de Tweede Kamer, die voortaan het kabinet en parlement adviseert. Uiteindelijk moet de Grondwet worden aangepast, zodat de Raad van State enkel nog fungeert als Hoogste Bestuursgerechtshof, terwijl de Wetgevingsraad een eigen constitutionele basis krijgt. Zo wordt de trias politica niet alleen hersteld in theorie, maar ook in de dagelijkse praktijk van bestuur en recht.
Rudolf Steiner voorzag al hoe gevaarlijk deze vermenging is. In zijn sociale driegeleding onderscheidde hij drie domeinen die elk autonoom moeten zijn: het geestesleven (cultuur, wetenschap, onderwijs en media), het rechtsleven (staat en rechtspraak) en het economisch leven (arbeid, productie, kapitaal). In een gezonde samenleving staat het geestesleven voor vrijheid, het rechtsleven voor gelijkheid, en het economisch leven voor solidariteit. Wanneer die drie elkaar in balans houden, ontstaat een samenleving die sterk en weerbaar is. Maar wanneer ze versmelten – zoals we nu zien – verandert vrijheid in propaganda, gelijkheid in machtspolitiek en solidariteit in uitbuiting. De huidige verwevenheid van media, staat en grootkapitaal is dus niet zomaar bureaucratische toevalligheid, maar een gevaarlijk pad richting totalitaire structuren18.
Juist nu, in een tijd waarin veiligheid wordt misbruikt als instrument van machtsconcentratie, is het idee van driegeleding actueler dan ooit. Want alleen een samenleving die haar instituties weer scheidt en burgers werkelijk eigen verantwoordelijkheid geeft, kan de neerwaartse spiraal van angst en repressie doorbreken.
Voorbij de veiligheidsparanoia
Het is veelzeggend dat men tegenwoordig bijna vanzelfsprekend aanneemt dat “meer veiligheid” gelijkstaat aan “meer politie, meer boetes, meer toezicht”. Alsof de samenleving een machine is die pas goed draait wanneer ieder radertje onder controle staat. Maar de geschiedenis laat zien dat ware veiligheid altijd voortkomt uit vertrouwen, niet uit dwang.
De jaren zeventig en tachtig herinneren we ons nog als decennia waarin Nederland ondanks maatschappelijke onrust – de oliecrisis, krakersrellen, nucleaire demonstraties – juist bekendstond om zijn vrijheid en tolerantie. De staat was niet minder legitiem omdat ze soms gedoogde, integendeel: juist door ruimte te laten voor afwijking groeide het respect voor de overheid. Het gedoogbeleid rond softdrugs en prostitutie was geen teken van zwakte, maar van pragmatische wijsheid. Het maakte ons land uniek en aantrekkelijk, en het liet zien dat de overheid er was voor de burger, niet andersom.
Die les lijkt verloren gegaan. In plaats van vertrouwen kiest men voor wantrouwen, in plaats van vrijheid voor controle. De politie is niet langer bondgenoot maar potentieel tegenstander, de overheid geen hoeder maar waakhond. Het alternatief begint met een radicale omkering: niet méér blauw op straat, maar minder. Niet méér toezicht, maar het herstel van burgerlijke verantwoordelijkheid.
Terug naar burgerlijke verantwoordelijkheid
Een volwassen samenleving kan niet gebaseerd zijn op de illusie dat alles door regels en toezicht geregeld kan worden. Wie een samenleving wil waarin vrijheid en verantwoordelijkheid samen bestaan, moet durven vertrouwen op het oordeel van burgers. Dat betekent: ruimte geven voor fouten, voor afwijkend gedrag, voor keuzes die niet in een bureaucratisch schema passen.
Het betekent ook dat we de wildgroei aan toezichthouders en BOA’s moeten terugdringen. Iedere burger weet hoe onzinnig en intimiderend het kan voelen om voor de kleinste misstap een boete te krijgen. Een samenleving die elk detail sanctioneert, vernietigt de bereidheid van burgers om samen te leven vanuit vertrouwen en wederzijds respect.
Daarom is het hoog tijd om de boetecultuur af te bouwen. Minder boetes, lagere boetes, en een eenvoudig recht op beroep dat niet maanden maar dagen duurt. Een rechtsstaat die zichzelf serieus neemt, straft niet achteloos, maar zoekt naar proportie en herstel. Want pas waar fouten kunnen worden hersteld, ontstaat de wil tot verbetering.
Herstelrecht in plaats van gevangenissen
Onze gevangenissen zitten vol, maar zelden wordt de vraag gesteld of opsluiting werkelijk leidt tot rechtvaardigheid. Te vaak betekent het slechts dat een individu voor jaren wordt afgesneden van de samenleving, zonder dat het slachtoffer enige genoegdoening krijgt. Slachtoffers blijven achter met trauma en kosten, terwijl de dader achter tralies zit – duur voor de staat, zinloos voor de samenleving.
Een rechtvaardige samenleving zoekt naar herstel in plaats van wraak. Dat betekent dat kleinere misdrijven niet langer moeten leiden tot jarenlange detentie, maar tot een plicht tot schadeloosstelling. Arbeid die ten goede komt aan een fonds voor slachtoffers kan effectiever en menselijker zijn dan een kale opsluiting.
Ook hier is de kern: de staat vertrouwt erop dat burgers in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen. Wie schade veroorzaakt, moet die herstellen. Dat principe sluit veel beter aan bij de menselijke behoefte aan rechtvaardigheid dan de kilte van een strafblad en een gevangeniscel.
Een ander idee van veiligheid
Ware veiligheid komt niet voort uit camera’s, controles en zwaarbewapende agenten, maar uit een samenleving waarin burgers zich gehoord en gerespecteerd voelen. Waar de politie gezag ontleent aan nabijheid en bemiddeling, niet aan geweld en wapens. Waar rechtspraak snel, begrijpelijk en toegankelijk is, en waar fouten niet eindeloos worden uitgesmeerd, maar zo spoedig mogelijk worden opgelost.
Het optreden tegen advocaten, het normaliseren van politiegeweld, het versmelten van rechtspraak en politiek: het zijn signalen van een samenleving die haar kompas is kwijtgeraakt. Het alternatief ligt niet in een utopische droom, maar in de herontdekking van wat Nederland groot maakte: pragmatische tolerantie, vertrouwen in burgers en een rechtsstaat die niet als wapen, maar als schild fungeert.
Samenlevingsgericht aanpakken van kleine criminaliteit
Veel kleine criminaliteit – fietsendiefstallen, vandalisme, straatintimidatie – ontstaat niet uit berekende misdaad, maar uit uitzichtloosheid, verveling of sociale desintegratie. Vooral in achterstandswijken zie je dat jongeren weinig perspectief hebben en snel in contact komen met verkeerde voorbeelden. Repressie alleen lost dat niet op; hoge boetes en politieoptredens versterken vaak juist de afstand tussen overheid en buurt.
Een betere weg is om wijkgericht sociaal gezag te herstellen. Dat betekent: een zichtbare en aanspreekbare wijkagent die de buurt kent, niet alleen om te handhaven, maar vooral om vertrouwen op te bouwen. En daarnaast “burgervaders en -moeders”: gerespecteerde bewoners die jongeren aanspreken en begeleiden, een rolmodel zijn en fungeren als brug tussen buurt en instituties. Zulke figuren blijken in de praktijk meer gezag te hebben dan een anonieme agent of ambtenaar.
De sociologische wetenschap laat dit zien: in de zogenaamde broken windows benadering werd gesteld dat kleine overlast snel moet worden aangepakt om te voorkomen dat buurten afglijden3, 8. Maar de latere inzichten en meta-analyses uit de community policing-benadering tonen aan dat duurzame veiligheid vooral ontstaat waar politie en bewoners langdurig samenwerken en vertrouwen opbouwen4, 5, 6, 14. Pas wanneer bewoners zelf worden betrokken en de politie dicht bij de gemeenschap staat, ontstaat duurzame veiligheid. Het sociaal kapitaal van buurten – wederzijds vertrouwen, netwerken en gemeenschapszin – blijkt een doorslaggevende factor in het terugdringen van criminaliteit.
Praktisch betekent dit: investeren in jongerenwerk, gemeenschapscentra, sport en cultuurprojecten, en vooral in het versterken van de sociale structuur van wijken. Toezichthouders op wijkniveau kunnen daarbij zinvol zijn, maar niet in de vorm van BOA’s die boetes uitdelen. Hun rol zou veel meer gericht moeten zijn op preventie, gesprek en bemiddeling.
Media als verlengstuk van de macht
De media zouden in een democratie de waakhond van de macht moeten zijn. Ze zouden de burger moeten informeren, kritisch doorvragen en machthebbers confronteren met feiten. Maar in de praktijk zien we iets anders: steeds vaker worden media zelf onderdeel van de machtsstructuur die veiligheid en controle verheft tot hoogste norm.
Kijk hoe snel een individu in opspraak tegenwoordig door kranten en talkshows wordt veroordeeld. Voordat een rechter ook maar naar de zaak heeft gekeken, is het publieke oordeel al geveld. Wie eenmaal door de media tot “verdachte” of “extremist” is gebrandmerkt, raakt dat stempel zelden meer kwijt. Het principe dat iemand onschuldig is tot het tegendeel bewezen is, wordt in de praktijk vervangen door het omgekeerde: schuldig tenzij men in staat is zijn onschuld te bewijzen in een rechtbank die maanden of jaren op zich laat wachten.
Vooral tijdens de coronacrisis werd duidelijk hoe snel de media zich konden voegen naar het overheidsnarratief. Kritische wetenschappers werden weggezet als complotdenkers, advocaten die zich tegen het beleid keerden als gevaarlijke dwarsliggers. Zelfs gewone burgers die vragen stelden bij de proportionaliteit van maatregelen werden publiekelijk bespot. De media namen niet de rol in van vrije waarnemer, maar die van versterker van angst en verlengstuk van de macht.
Daar komt bij dat Europese instituties dit proces verder institutionaliseren. Het meest pregnante voorbeeld is het zogenaamde Chatcontrol-plan van de EU: een voorstel om dienstverleners te verplichten communicatie en afbeeldingen te scannen, ook bij end-to-end versleutelde diensten, met verregaande gevolgen voor privacy en het digitale briefgeheim7, 9, 12, 13, 14, 15. Wat wordt verkocht als bescherming tegen misbruik, is in werkelijkheid de aanleg van een surveillancestructuur die de privécommunicatie van honderden miljoenen Europeanen openlegt voor staatscontrole. Het oude briefgeheim, ooit hoeksteen van vrijheid, wordt ingeruild voor digitaal meekijken. Daarmee verandert de EU in de architect van een nieuwe vorm van controlemaatschappij, waarin privacy niet langer een recht is, maar een uitzondering die telkens opnieuw moet worden bevochten.
Deze samensmelting van media en politiek is gevaarlijker dan vaak wordt beseft. Want wanneer de publieke opinie structureel wordt gekneed door angstcampagnes, door selectieve berichtgeving en door het verdacht maken van afwijkende stemmen, dan verliest de democratie haar zuurstof: het vrije debat. Dan wordt de samenleving herschapen naar een mal waarin slechts één narratief legitiem is, en afwijking daarvan gelijkstaat aan extremisme.
Het optreden tegen advocaat Arno van Kessel is in dit licht geen geïsoleerd incident, maar een symptoom van een bredere trend. Door hem te koppelen aan termen als “anti-institutioneel extremisme” wordt niet alleen zijn persoon aangevallen, maar wordt ook het juridische verzet dat hij vertegenwoordigt, bij voorbaat in diskrediet gebracht. De media verspreiden deze kwalificaties zonder kritische vragen, en zo ontstaat een beeldvorming die de rechtspraak beïnvloedt nog voordat er een zitting plaatsvindt.
In een gezonde samenleving zou de media het verhaal van Van Kessel hebben aangegrepen om vragen te stellen: Waarom wordt een advocaat behandeld als een terrorist? Wat betekent dit voor de scheiding der machten? Hoe kan het dat veiligheidsdiensten met militaire middelen worden ingezet in civiele zaken? Maar zulke vragen worden nauwelijks gesteld. Daarmee toont de media dat zij haar eigen rol als vierde macht grotendeels heeft opgegeven.
Drugsbeleid: van pragmatisme naar repressie
Juist het drugsbeleid laat zien hoe Nederland is afgegleden van pragmatische tolerantie naar repressieve hypocrisie. Decennialang stond ons land bekend om zijn vooruitstrevende gedoogbeleid rond softdrugs. Coffeeshops trokken toeristen uit heel Europa, en de nuchtere logica van het beleid werd geprezen: beter reguleren dan criminaliseren, beter controleren dan bestrijden.
Maar stap voor stap is dit pragmatisme uitgehold. Coffeeshops worden steeds strenger gereguleerd, kwekers blijven strafbaar, en politie-invallen zijn weer dagelijkse kost. Het resultaat: een halfslachtig beleid dat niet de voordelen van legalisering biedt, maar wel de nadelen van criminalisering. Een grijze zone waar vooral georganiseerde misdaad van profiteert, terwijl gewone gebruikers en kleine ondernemers onder druk staan.
Ook hier regeert de logica van angst. In plaats van softdrugs te erkennen als onderdeel van de samenleving en ze veilig en transparant te reguleren, kiest men voor een beleid dat vooral wantrouwen zaait. De ironie is dat de repressie de problemen juist vergroot: illegale handel bloeit, kwaliteit is oncontroleerbaar, en politie en justitie verspillen enorme middelen aan een strijd die bij voorbaat niet te winnen is.
Voor harddrugs geldt hetzelfde. Het taboe op regulering zorgt ervoor dat verslaving wordt gezien als een misdrijf, niet als een medisch en sociaal probleem. Het alternatief – gecontroleerde verstrekking in combinatie met begeleiding en afkickprogramma’s – zou de criminaliteit drastisch terugdringen en gebruikers helpen hun leven terug te krijgen. Maar zolang angst en moralisme regeren, blijft repressie de boventoon voeren.
Het verschil tussen repressie en pragmatische vrijheid is hier glashelder. Een samenleving die kiest voor regulering en vertrouwen wint veiligheid én volksgezondheid. Een samenleving die kiest voor repressie verliest beide – en voedt slechts een schaduweconomie die de echte criminaliteit versterkt.
Slotbeschouwing: Van angststaat naar vertrouwenssamenleving
De brute arrestatie van een advocaat, de permanente aanwezigheid van zwaarbewapende politie in onze straten, de stroom van boetes en regels die de burger tot verdachte maken nog voor hij iets verkeerd heeft gedaan – dit alles toont een samenleving die zichzelf gijzelt in de naam van veiligheid. Wat veiligheid heet, blijkt in werkelijkheid een vorm van controle. Wat bescherming belooft, legt de burger in ketenen.
De media versterken dit proces door zich niet langer te gedragen als vrije waarnemers, maar als spreekbuis van de macht. Ze creëren een werkelijkheid waarin afwijkende stemmen gelijkgesteld worden met extremisme, en waarin gerechtelijke procedures door beeldvorming worden beïnvloed nog voordat een rechter zijn oordeel velt. De rechtsstaat, die burgers zou moeten beschermen tegen willekeur en machtsmisbruik, wordt zo steeds vaker een instrument van diezelfde macht.
Maar wie denkt dat dit de enige weg is, vergist zich. Er bestaat een alternatief – en dat alternatief begint met vertrouwen. Vertrouwen in burgers, vertrouwen in de kracht van de samenleving, vertrouwen in het vermogen om conflicten op te lossen zonder dat de staat als permanente scheidsrechter alles domineert.
Daarom moeten we terug naar de traditie van gedogen: niet als slap compromis, maar als bewijs van volwassen bestuur. Gedogen betekent dat de regel de mens dient, en niet andersom. Het betekent dat er ruimte is voor nuance, voor context, voor gezond verstand. Het betekent dat de overheid de burger niet als vijand behandelt, maar als bondgenoot.
Hetzelfde geldt voor de politie. Een samenleving waarin de agent in de eerste plaats bemiddelaar is, en pas in het uiterste geval ingrijpt met geweld, is veiliger dan een samenleving waarin geweld het uitgangspunt is. De politie die haar gezag ontleent aan menselijke nabijheid, in plaats van aan wapens, maakt een samenleving leefbaar.
De rechtspraak moet opnieuw het schild van de burger worden. Dat betekent: korte wachttijden, toegankelijke procedures, en herstelrecht in plaats van eindeloze opsluiting. Het betekent dat slachtoffers werkelijk erkenning en compensatie krijgen, in plaats van toeschouwers te zijn van een proces dat hen niets oplevert. Het betekent dat voorarrest uitzondering is, geen routine.
En het betekent bovenal dat we de trias politica in ere herstellen. Geen versmelting van politiek, economie en recht, maar scheiding van machten. Een samenleving waarin cultuur en wetenschap onafhankelijk zijn, het recht losstaat van politieke opportuniteit, en economie geen dwang uitoefent op het publieke domein. Zoals Steiner al voorzag, is alleen een maatschappij waarin geestesleven, rechtsleven en economisch leven elk hun eigen autonomie hebben, werkelijk in staat om vrijheid, gelijkheid en solidariteit te garanderen.
Veiligheid is niet de afwezigheid van risico, maar de aanwezigheid van vertrouwen. Een samenleving die kiest voor vertrouwen is niet naïef, maar sterk. Zij durft burgers verantwoordelijkheid te geven, ruimte te laten voor verschil en conflict, en oplossingen te zoeken die verder gaan dan straf en dwang.
Dat is de weg die Nederland opnieuw moet inslaan. Niet een land dat zijn burgers in angst houdt met boetes, camera’s en gewapende eenheden, maar een land dat vrijheid en rechtvaardigheid tot kern maakt. Niet een samenleving die advocaten arresteert omdat ze machtige tegenstanders uitdagen, maar een samenleving die trots is op de moed van wie de macht ter verantwoording roept.
De ware maatstaf van veiligheid is niet hoeveel wapens, camera’s en agenten we hebben, maar hoeveel vertrouwen we durven geven aan elkaar. Alleen zo kan Nederland opnieuw het land worden dat het ooit was: een gidsland, niet in repressie, maar in vrijheid.
Kosten en besparingen
De uitdijende veiligheidsstaat kost niet alleen vrijheid, maar ook veel geld. In totaal geeft Nederland jaarlijks circa 15 miljard euro uit aan politie, justitie en veiligheidstoezicht19. Een groot deel hiervan gaat naar bureaucratie, handhaving en repressie die weinig bijdragen aan daadwerkelijke veiligheid.
- BOA’s en toezicht: Gemeenten geven samen ruim 1,2 miljard euro per jaar uit aan buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) en gemeentelijke toezichthouders20. Door deze functies af te bouwen en om te scholen naar maatschappelijk nuttige banen, kan dit bedrag structureel worden bespaard.
- Boetes: Jaarlijks int de overheid rond de 1,2 miljard euro aan verkeersboetes21. Dat levert inkomsten op, maar gaat ook gepaard met hoge uitvoeringskosten: het innen, verwerken en behandelen van bezwaarprocedures kost honderden miljoenen per jaar, en daarnaast veroorzaakt de boetecultuur maatschappelijk wantrouwen en juridisering. Door het aantal en de hoogte van boetes met 50% te verlagen, daalt de inkomstenstroom voor de overheid met circa 600 miljoen euro, maar verdwijnen tegelijk naar schatting 400–500 miljoen euro aan uitvoeringskosten. Daarbovenop ervaren burgers zelf een lastenverlichting van honderden miljoenen. Netto betekent dit dat de overheid iets minder “verdient” aan repressie, maar de samenleving als geheel goedkoper, eerlijker en minder bureaucratisch uitkomt.
- Politieapparaat: Het politiebudget bedraagt ruim 6,5 miljard euro per jaar19. Een halvering van de politiemacht klinkt ingrijpend, maar omdat een groot deel nu wordt ingezet voor toezicht, administratie en repressie in plaats van bemiddeling, is een besparing van 2 à 3 miljard euro realistisch zonder dat de basisveiligheid in gevaar komt. Deze middelen kunnen worden herbelegd in wijkgerichte inzet, jongerenwerk en een versterkt pro deo-stelsel.
- Gevangenissen: Een gedetineerde kost gemiddeld €340 per dag, oftewel ruim 120.000 euro per jaar22. Met circa 10.000 gedetineerden bedragen de totale kosten zo’n 1,2 miljard euro. Door kleine misdrijven voortaan met herstelrecht en schadevergoeding af te handelen, kan minimaal 300–400 miljoen euro per jaar worden bespaard.
In totaal kan Nederland zo 4 tot 5 miljard euro per jaar besparen door de repressiestaat om te vormen tot een samenleving die inzet op vertrouwen, herstel en gemeenschapszin. Dit geld kan beter worden besteed aan onderwijs, cultuur en welzijn, waar de maatschappelijke baten aanzienlijk groter zijn.
Beleidsvoorstellen
- Voorbij de veiligheidsparanoia: Het huidige veiligheidsdenken moet worden teruggebracht tot proportie. Angst mag geen politiek instrument zijn. Veiligheidsbeleid moet burgers daadwerkelijk beschermen, in plaats van hen te onderwerpen aan een voortdurende sfeer van dreiging en controle1, 17.
- Herstel van de gedoogcultuur: Nederland is groot geworden door pragmatisme. Het gedoogbeleid liet zien dat regels soms moeten buigen voor gezond verstand en menselijke maat. Dat principe moet terugkeren: de regel dient de mens, en niet andersom17.
- Politie hervormen en centraliseren: De politiefunctie moet terug naar haar kerntaken: bescherming, nabijheid en bemiddeling. De macht en aanwezigheid van de politie in het straatbeeld moeten worden teruggebracht. Onnodige bewapening verdwijnt, politiemacht wordt gehalveerd, en de organisatie kan beter worden gecentraliseerd om uniform beleid en heldere verantwoordelijkheden te waarborgen2.
- Stop het BOA-legertje: Gemeentelijke toezichthouders en BOA’s, die vaak slechts boetes uitschrijven en burgers intimideren, dragen niet bij aan vertrouwen in de rechtsstaat. Hun functies kunnen beter verdwijnen, terwijl deze mensen worden begeleid naar maatschappelijk nuttige en zinvolle banen17.
- Wijkagent als vaste spil in de buurt: Elke wijk krijgt een herkenbare en toegankelijke wijkagent die niet alleen optreedt bij overtredingen, maar vooral werkt aan vertrouwen en binding. Door langdurig aanwezig te zijn, de bewoners te kennen en aanspreekbaar te zijn, groeit wederzijds respect. Dit sluit aan bij inzichten uit community policing, die laten zien dat structurele nabijheid en samenwerking met bewoners veel effectiever zijn in het voorkomen van criminaliteit dan anonieme repressie4, 5, 6, 14.
- Burgervaders en -moeders versterken de sociale structuur: Naast de formele rol van de wijkagent krijgen gerespecteerde buurtbewoners een actieve rol als burgervaders en -moeders. Zij zijn vertrouwde aanspreekpunten voor jongeren, kunnen bemiddelen bij conflicten en fungeren als rolmodellen. Deze informele sociale controle vergroot het sociaal kapitaal in buurten en biedt jongeren perspectief en steun. Wetenschappelijke literatuur laat zien dat buurten waar bewoners elkaar aanspreken en ondersteunen minder snel afglijden naar criminaliteit en overlast4, 14.
- Bescherm het demonstratierecht: Het gebruik van zogenaamde Romeo’s en andere politie-infiltratie die demonstraties bewust laten escaleren, moet worden verboden. Het recht op vreedzaam protest is een kernwaarde van de democratie. Politie mag niet zelf rellen organiseren om bewegingen verdacht te maken.
- Beperk voorarrest en willekeur: Het standaard gebruik van voorarrest is onverenigbaar met de rechtsstaat. Alleen bij zwaarwegende verdenkingen of direct gevaar kan voorarrest nog een rol spelen. Het uitgangspunt moet zijn dat iemand onschuldig is tot het tegendeel bewezen is.
- Trial by media tegengaan: Media mogen verdachten niet langer publiekelijk schuldig verklaren voordat een rechter uitspraak heeft gedaan. De onschuldpresumptie moet actief worden bewaakt, en ook publieke omroepen en kranten dragen daarvoor verantwoordelijkheid.
- Stop Europese surveillantie: Voorstellen zoals de Europese Chatcontrol, die communicatie van alle burgers doorlichten, betekenen een fundamentele breuk met grondrechten als privacy en briefgeheim. Nederland moet zich daartegen verzetten en voorkomen dat de EU een digitale surveillancestaat inricht7, 9, 12, 13, 14, 15.
- Driegeleding van de samenleving: De scheiding van machten moet opnieuw serieus worden vormgegeven. Niet alleen wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht moeten onafhankelijk zijn, maar ook het geestesleven (cultuur, wetenschap, media) en het economisch leven (arbeid en kapitaal) moeten hun eigen domein behouden. Vrijheid in het geestesleven, gelijkheid in het rechtsleven en solidariteit in het economisch leven vormen samen een samenleving die weerstand biedt aan machtsconcentratie.
- Scheiding Raad van State: De dubbele rol van adviseur en rechter wordt ontkoppeld; een nieuwe Wetgevingsraad gaat wetten beoordelen, terwijl de Raad van State zich beperkt tot rechtspraak.
- Boetecultuur terugdringen: Boetes zijn de afgelopen decennia verworden tot verdienmodel. Hun aantal en hoogte moeten drastisch omlaag, en twijfelgevallen mogen niet bestraft worden. Onterechte boetes moeten niet alleen worden kwijtgescholden, maar ook leiden tot genoegdoening voor de burger17.
- Toegankelijke beroepsprocedures: Burgers moeten laagdrempelig bezwaar kunnen maken tegen boetes, via een brief of digitaal. Zij verdedigen zich rechtstreeks tegenover de verbalisant. De rechter beslist snel en zonder bureaucratische vertraging, binnen dagen of weken in plaats van maanden.
- Herstelrecht in plaats van opsluiting: Kleine misdrijven hoeven niet te leiden tot gevangenisstraf, maar kunnen beter worden omgezet in plichten tot schadevergoeding of bijdragen aan een fonds voor slachtoffers. Dit sluit beter aan bij de behoefte aan rechtvaardigheid en helpt daders verantwoordelijkheid te nemen17.
- Nationaal fonds voor slachtoffers: Een fonds dat slachtoffers schadeloos stelt, gefinancierd uit arbeid en bijdragen van daders, kan rechtvaardiger en effectiever zijn dan het huidige strafsysteem. Slachtoffers krijgen erkenning en daadwerkelijke compensatie17.
- Snellere en burgergerichte rechtspraak: Rechtszaken moeten sneller worden afgehandeld, met communicatie op het niveau van gewone burgers. De rechtspraak moet laagdrempelig, efficiënt en transparant worden ingericht, zodat burgers vertrouwen terugkrijgen.
- Sterker pro deo-stelsel: Iedere burger moet toegang hebben tot professionele juridische bijstand, ook wanneer hij of zij geen financiële middelen heeft. Pro deo-advocaten verdienen een hogere vergoeding, zodat kwaliteit en beschikbaarheid gegarandeerd zijn.
- Ontwapening van de politie: Gewone agenten hoeven niet permanent bewapend te zijn. Vuurwapens mogen uitsluitend worden ingezet door gespecialiseerde arrestatieteams bij levensgevaarlijke situaties. De politie krijgt training in de-escalatie en bemiddeling17.
- Rechtskennis in het onderwijs: Jongeren moeten al op school leren wat hun rechten en plichten zijn. Basiskennis van strafrecht en staatsrecht moet een verplicht vak worden in het middelbaar onderwijs.
- Vrijgeven en reguleren van softdrugs: Productie, handel en consumptie van softdrugs worden volledig gereguleerd. Coffeeshops en telers krijgen een legale status, waardoor de zwarte markt verdwijnt en kwaliteit wordt gegarandeerd17.
- Medische verstrekking van harddrugs: Verslaafden krijgen harddrugs verstrekt onder medisch toezicht, gekoppeld aan begeleiding en afkickprogramma’s. Op die manier wordt criminaliteit teruggedrongen en krijgen gebruikers de kans hun leven weer op te bouwen17.
Bronnen:
- Centraal Bureau voor de Statistiek. (2025). Langdurige daling criminaliteit ten einde? https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2025/langdurige-daling-criminaliteit-ten-einde- Centraal Bureau voor de Statistiek+1
- Wikipedia. (z.d.). Dienst Speciale Interventies (DSI). https://en.wikipedia.org/wiki/Dienst_Speciale_Interventies (geraadpleegd 3 okt 2025) – beschrijft oprichting (1 juli 2006) en gemengde politie-militaire samenstelling. Wikipedia
- Wilson, J. Q., & Kelling, G. L. (1982). Broken Windows. The Atlantic Monthly. PDF: https://faculty.washington.edu/matsueda/courses/587/readings/Wilson%20and%20Kelling%20(1982).pdf faculty.washington.edu
- Gill, C., Weisburd, D., Telep, C., Vitter, Z., & Bennett, T. (2014). Community-oriented policing to reduce crime, disorder and fear and increase satisfaction and legitimacy among citizens: A systematic review. Samengevat in: Criminology & Public Policy (2017) overzichtsartikel. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/CL2.174 Wiley Online Library
- Ekici, N., & co-auteurs. (2022). A meta-analysis of the impact of community policing on crime, disorder, fear, and satisfaction. Journal of Community Safety and Well-Being, 7(1), 26–35. https://www.journalcswb.ca/index.php/cswb/article/view/244/736 journalcswb.ca
- Taylor, B. G., et al. (2022). The effects of community-infused problem-oriented policing: A randomized controlled trial. Journal of Experimental Criminology. Open access samenvatting: https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9638250/ PMC
- European Commission / European Parliament Research Service. (2023). Proposal for a Regulation laying down rules to prevent and combat child sexual abuse (COM(2022) 209) – dossieroverzicht. https://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/STUD/2023/740248/EPRS_STU(2023)740248_EN.pdf Europese Parlement
- U.S. Department of Justice, National Institute of Justice. (1999). “Broken Windows” and Police Discretion (Research Report). https://www.ojp.gov/pdffiles1/nij/178259.pdf Office of Justice Programs
- Electronic Frontier Foundation. (2025). Chat Control Is Back on the Menu in the EU. It Still Must Be Stopped. https://www.eff.org/deeplinks/2025/09/chat-control-back-menu-eu-it-still-must-be-stopped-0 Electronic Frontier Foundation
- Grey Dynamics. (2023). DSI: Dutch Police Special Operators (achtergrondstuk over gemengde samenstelling politie/militair). https://greydynamics.com/dsi-dutch-police-special-operators/ Grey Dynamics
- EDRi – European Digital Rights. (2025). Chat Control: What is actually going on? https://edri.org/our-work/chat-control-what-is-actually-going-on/ European Digital Rights (EDRi)
- Wired. (2023). Europe’s Moral Crusader Lays Down the Law on Encryption. https://www.wired.com/story/europes-moral-crusader-lays-down-the-law-on-encryption WIRED
- Wired. (2022). The EU Wants Big Tech to Scan Your Private Chats for Child Abuse. https://www.wired.com/story/europe-csam-scanning-law-chat-encryption WIRED
- Le Monde. (2023). The EU fight against child pornography stokes fears of widespread online surveillance. https://www.lemonde.fr/en/les-decodeurs/article/2023/09/26/the-eu-fight-against-child-pornography-stokes-fears-of-widespread-online-surveillance_6140055_8.html Le Monde.fr
- TechRadar. (2025). Over 500 cryptography scientists and researchers slam the EU proposal to scan encrypted chats. https://www.techradar.com/computing/cyber-security/its-just-smoke-and-mirrors-over-500-cryptography-scientists-and-researchers-slam-the-eu-proposal-to-scan-all-your-whatsapp-chats
- Timmermans, B. (2025, 1 juli). Antiterrorisme-grijparmen deponeren Arno van Kessel in de gevangenis. Gezond Verstand. https://gezondverstand.eu/2025/07/01/antiterrorisme-grijparmen-deponeren-arno-van-kessel-in-de-gevangenis/
- Gietelink, A. (z.d.). 10. Veiligheid, Politie en Justitie. Alternatief. https://vrijalternatief.wordpress.com/10-veiligheid-politie-en-justitie/
- Steiner, R. (1919). Die Kernpunkte der sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft. Dornach: Philosophisch-Anthroposophischer Verlag. (Nederlandse vertaling: Kernpunten van het sociale vraagstuk). https://elib.antroposofie.nl/steiner/ga/ga023/
- Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2023). Jaarverslag JenV 2022–2023. https://www.rijksbegroting.nl/
- Inspectie Justitie en Veiligheid. (2020). Toezicht in beeld: onderzoek naar BOA’s en gemeentelijk toezicht. https://www.inspectie-jenv.nl/
- Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). (2022). Jaarverslag 2021–2022. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verkeersboetes
- Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). (2021). Kosten van strafrechtelijke sancties in Nederland. https://www.wodc.nl/