Hierbij de visie en standpunten van Hart voor Vrijheid. Onderstaande teksten zijn concept en zullen nog dit jaar worden bekrachtigd middels een ALV. Het beginselprogramma dient als fundament voor onze beweging, maar is niet in beton gegoten.
Inleiding en Denkkader
Hart voor Vrijheid: Een vrije beweging met beide vleugels

Samenvatting
Hart voor Vrijheid is een maatschappelijke beweging die voortkomt uit het verlangen naar menselijkheid, waarheid en samenhang in een tijd van crisis. Zij overstijgt de traditionele scheidslijn tussen links en rechts en verenigt mensen met uiteenlopende achtergronden rond een gemeenschappelijk doel: een samenleving waarin vrijheid, rechtvaardigheid en verbondenheid elkaar versterken. De beweging staat voor een menselijke politiek – sociaal én vrij – waarin diversiteit wordt omarmd en verantwoordelijkheid gedeeld. Economisch kiest Hart voor Vrijheid voor lokale veerkracht, commons, coöperaties en zeggenschap van burgers. Nationaal geworteld maar open naar de wereld, zoekt zij een middenweg tussen nationalisme en globalisering. Hart voor Vrijheid gelooft in directe democratie, zelforganisatie en burgerparticipatie, en wil de stem zijn van mensen die zich niet gehoord voelen. Bovenal staat de mens centraal – niet de markt of de staat – in een samenleving die waarheid, vrijheid en verbinding opnieuw betekenis geeft.
“Hart voor Vrijheid bevindt zich economisch aan de sociale kant, cultureel in het midden, ecologisch bewust en politiek-democratisch vrijer dan welke andere partij in Nederland ook. Zij combineert linkse sociale waarden met rechtse vrijheidsidealen – een eigentijdse vorm van sociaal humanisme of vrijzinnig soevereinisme, waarin de mens centraal staat.”


Politieke positionering
Hart voor Vrijheid is geen klassieke partij, maar een maatschappelijke beweging in opkomst. Geboren in een tijd van crisis, zijn we gevoed door een diep verlangen naar menselijkheid, waarachtigheid en samenhang. Wij spreken voor mensen die zich niet gehoord voelen. Mensen die zoeken naar een politiek waarin vrijheid, verbondenheid en verantwoordelijkheid hand in hand gaan.
In een politiek landschap waarin veel mensen zich niet langer thuis voelen, willen wij een nieuw perspectief bieden. Wij bouwen aan een samenleving waarin de mens centraal staat – niet de markt, de staat of de technologie, maar de mens in relatie tot zichzelf, de ander en de aarde.
Sociaal én vrij: een ander kompas
Wij staan voor een samenleving waarin mensen voor elkaar zorgen zonder elkaar te controleren. Een samenleving waarin vrijheid niet wordt geruild voor schijnveiligheid, en solidariteit niet wordt opgeofferd aan efficiency. Dat vraagt om een politiek die menselijk, sociaal én vrijheidslievend is – voorbij de oude breuklijnen.
Wie bij ons aanklopt, vindt mensen met wortels in uiteenlopende tradities: van links-progressieve politiek tot spirituele en decentralistische benaderingen. Die rijkdom koesteren we.
Brede beweging met ruimte voor verschil
In Hart voor Vrijheid bestaat ruimte voor verschillende benaderingen en accenten. Er zijn mensen die zich socialistisch (of zelfs communistisch) noemen, anderen noemen zich meer spiritueel, liberaal of decentralistisch. Sommigen spreken van driegeleding of soevereiniteit, anderen denken in termen van burgerschap en participatie. Wat ons bindt, is het besef dat de menselijke waardigheid altijd voorop moet staan en dat we daarvoor soms verschillende routes kiezen, maar vaak hetzelfde doel delen.
Wij zijn niet bang voor nuance of verschil. Integendeel. We geloven dat politieke rijpheid begint met het verdragen van diversiteit – en met het voeren van eerlijke, open gesprekken.
Economisch: rechtvaardig en lokaal
Wij zijn kritisch op economische systemen die menselijke waardigheid onder druk zetten. Of het nu gaat om zorg, wonen, landbouw of energie: wij willen terug naar een economie op menselijke maat. Dat betekent ruimte voor commons, coöperaties, lokale initiatieven en sociale ondernemingen.
We beseffen dat veel besluiten en systemen te complex zijn voor top-down oplossingen alleen. Juist daarom pleiten we voor een economie waarin verantwoordelijkheid gedeeld wordt, en burgers zeggenschap hebben over hun werk, hun leefomgeving en hun dagelijks bestaan.
Verankerd in gemeenschap, open naar de wereld
Wij zien waarde in nationale verbondenheid, zonder daar vijandbeelden aan te koppelen. Wij zijn geworteld in de lokale gemeenschap, maar blijven nieuwsgierig naar de wereld. We geloven in internationale samenwerking, mits deze democratisch, transparant en mensgericht is.
In dat spanningsveld zoeken wij een middenweg – geen rigide nationalisme, geen grenzeloze globalisering, maar een politiek die ruimte geeft aan gemeenschapszin én wereldburgerschap.
Politiek én maatschappelijk actief
Hart voor Vrijheid is geen partij die uitsluitend op verkiezingsdagen van zich laat horen. Wij zijn een beweging die gelooft in directe democratie, burgerinspraak en zelforganisatie. We willen vertegenwoordiging combineren met participatie, parlementaire actie met maatschappelijke vernieuwing.
Dat betekent dat we het parlement niet zien als einddoel, maar als middel – naast buurthuizen, fora, coöperaties en andere initiatieven waarin mensen samen verantwoordelijkheid nemen.
De stem van de ongehoorde
Wij willen een stem geven aan hen die zich niet vertegenwoordigd voelen. Mensen die zich uitgesloten weten van het publieke debat, die twijfels of vragen hebben bij het dominante verhaal, die zich verzetten tegen polarisatie en plat etiketteren.
Of je nu arts bent, boer, moeder, student, arbeider of ondernemer – bij Hart voor Vrijheid willen we luisteren naar je verhaal. Niet om je in te delen in hokjes, maar om samen vorm te geven aan een nieuwe, vrije en rechtvaardige samenleving.
Slot: voorbij de oude breuklijnen
Sommigen noemen ons rebels, anderen idealistisch. Sommigen noemen ons links, anderen rechts. Maar voor ons is dat minder relevant. Wij vragen: is het waar? Is het menselijk? Draagt het bij aan vrijheid, verbinding en vrede?
Of, in de geest van een van onze voormalige leden – met een knipoog: het zal ons een wappie (vega)worst zijn of je jezelf links, midden of rechts noemt. Wat telt is of je samen bouwt aan een samenleving waarin ieder mens telt, niemand wordt uitgesloten en de waarheid opnieuw een plaats krijgt in het publieke debat.
“Hart voor Vrijheid: een politiek van de mens, vóór de mens.”
Denkkader voor het creëren van beleid
Van waarheidsvinding naar mensgericht handelen
Dit denkkader biedt Hart voor Vrijheid een praktische en moreel verankerde methode om maatschappelijke vraagstukken te analyseren en tot authentieke politieke standpunten te komen. Het vormt de brug tussen onze kernwaarden (liefde, vertrouwen, verbinding en integriteit) en de complexe realiteit waarin beleid tot stand komt.
In een tijd waarin waarheid onder druk staat en de menselijke maat vaak verloren raakt in systemen van macht, cijfers of ideologie, helpt dit denkkader om koers te houden – niet op basis van partijbelangen, maar op basis van onze overtuiging dat politiek een dienstbare, waarheidszoekende praktijk behoort te zijn.
Het denkkader is geen rigide checklist, maar een uitnodiging tot innerlijke en gezamenlijke reflectie. Het is bedoeld om telkens opnieuw te doorlopen bij het vormen van beleid, het beoordelen van bestaande regelgeving of het reageren op maatschappelijke ontwikkelingen. We bevragen niet alleen de buitenwereld, maar ook onszelf. Dat vraagt moed, helderheid en trouw aan het geweten.
Onderstaande vragen vormen samen een richtinggevend kompas voor het maken van beleid dat in overeenstemming is met wie wij zijn en waar we voor staan.
Vragen ter overweging
De menselijke maat centraal stellen
- Wie wordt geraakt?
- Wat zijn de gevolgen voor menselijke waardigheid, vrijheid, zelfbeschikking, lichamelijke integriteit, zeggenschap en sociale veiligheid?
- Welke menselijke behoeften worden genegeerd, gemanipuleerd of onderdrukt?
Waarheidsvinding – voorbij het dominante narratief
- Wat is het officiële verhaal? Wat zijn de onderliggende aannames?
- Wordt er ruimte gelaten voor twijfel, alternatieve visies of feiten?
- Welke belangen spelen mogelijk mee bij de vorming en verspreiding van deze ‘waarheid’?
Innerlijke toets: handel ik vanuit integriteit?
- Is mijn standpunt congruent met wat ik zelf voel, weet en waarneem?
- Ben ik bereid mijn eigen overtuigingen te herzien?
- Handel ik zoals ik zou handelen als iedereen kijkt – én als niemand kijkt?
Politieke analyse vanuit waarden, niet alleen belangen
- Welk beleidsvoorstel ligt er?
- Sluit dit aan bij onze kernwaarden: liefde, vertrouwen, verbinding en integriteit?
- Welke structuren of systemen liggen ten grondslag aan dit probleem?
- Zijn deze structuren gebaseerd op dwang of op vrijwillige samenwerking?
Congruentie tussen denken, spreken en handelen
- Zeggen we wat we werkelijk denken?
- Doen we wat we zeggen?
- Nemen we verantwoordelijkheid voor eerdere fouten of vergissingen?
Alternatief formuleren – constructief en mensgericht
- Wat zou een werkelijk menselijke, eerlijke en bevrijdende aanpak zijn?
- Welke ruimte is er voor zelforganisatie, directe democratie, burgerinitiatief of coöperatief bestuur?
- Kan dit probleem lokaal of decentraal worden aangepakt?
Vrede en geweldloosheid als leidend principe
- Bevordert deze beleidsrichting sociale rust, dialoog en onderlinge verbinding – of vergroot zij maatschappelijke spanningen?
- Gaat dit beleid gepaard met dwang, uitsluiting of vijanddenken – of is het geweldloos in toon en uitvoering?
- Draagt dit bij aan vrede in de samenleving, in relaties tussen burgers onderling, en in de internationale context?
Ethische check: past dit bij wie wij zijn als beweging?
- Staat deze oplossing in lijn met de geest van Hart voor Vrijheid?
- Houden we koers, ook als dat ongemakkelijk of impopulair is?
- Zijn we bereid de waarheid boven strategie te plaatsen?
Democratie, Bestuur en Rechtsstaat
Naar een vrijzinnige, sociale en democratische samenleving

Samenvatting
De westerse democratie verkeert in een existentiële crisis. Politieke macht is vervreemd van de burger, economische belangen overheersen het publieke debat en sociale ongelijkheid groeit. Wat ooit begon als een strijd voor volkssoevereiniteit, is verworden tot een technocratisch systeem dat moeilijk te controleren valt. De staat, die vrijheid moest beschermen, is haar eigen grens gaan overschrijden.
Hart voor Vrijheid kiest voor een herinrichting van de democratie en de rechtsstaat van onderop. Wij pleiten voor directe verkiezingen, stemmen per onderwerp, bindende referenda en burgerinitiatieven die daadwerkelijk wetgevende kracht hebben. In plaats van partijpolitiek ontstaat zo het Civiele Huis van Nederland: een levende democratie waarin burgers samen beslissen, bestuurders verantwoording afleggen en macht tijdelijk en transparant wordt6, 7.
De rechtsstaat dient daarnaast onafhankelijk te zijn en boven de macht te staan; waar bestuur immers niet wordt gecontroleerd, verandert deze in willekeur. De scheiding der machten wordt hersteld, rechtspraak bevrijd van politieke invloed en openbaarheid van bestuur verankerd als grondrecht. Ook de macht die zich aan het oog onttrekt wordt beteugeld: de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden samengevoegd tot één dienst met een strikt omschreven taak, onder toezicht van rechter en parlement. Veiligheid mag nooit worden verward met controle.
Zo ontstaat een samenleving waarin burgers werkelijk regeren, waarin het recht de vrijheid beschermt en de overheid weer dient in plaats van heerst. Een republiek van redelijkheid, gebouwd op vertrouwen, transparantie en menselijke waardigheid.

Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Democratie van burgers in plaats van partijen: vervang de huidige partijendemocratie door directe en deliberatieve vormen van besluitvorming. Burgers kunnen via bindende referenda, burgerinitiatieven en gelote burgerkamers rechtstreeks wetten voorstellen en beoordelen. De minister-president wordt rechtstreeks gekozen, fractiedwang verdwijnt, en het Civiele Huis van Nederland vormt het nieuwe fundament van representatie en controle. In een volwassen republiek hoort geen erfelijke macht: het koningshuis wordt afgeschaft, zodat alle gezag voortkomt uit mandaat, niet uit afkomst.
- Herstel van rechtsstaat en open bestuur: scheid wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht volledig. Ontkoppel de Raad van State, versterk rechterlijke onafhankelijkheid en maak openbaarheid een grondrecht. Elk besluit en lobbycontact wordt vastgelegd in een openbaar register, rechtspraak wordt toegankelijker en betaalbaar, en de overheid wordt weer dienstbaar aan het recht in plaats van andersom.
- Eén transparante veiligheidsdienst onder rechterlijk toezicht: voeg AIVD, MIVD en NCTV samen tot één nationale veiligheidsdienst met een beperkte en wettelijk afgebakende taak: bescherming tegen concrete dreiging, niet controle van burgers. Elke ingreep vereist voorafgaande rechterlijke goedkeuring, jaarlijkse publieke rapportage en volledig parlementair toezicht.
- Nexit – soeverein en open: Nederland verlaat de Europese Unie via een ordelijke, democratisch gelegitimeerde route met referendum en artikel 50-procedure. Doel is niet afsluiting, maar herstel van democratische en monetaire soevereiniteit. Nederland behoudt vrije handel via EER/EVA-toegang of sectorale akkoorden naar Zwitsers model, en voert de gulden opnieuw in als wettig betaalmiddel (1 euro = 1 gulden) onder lex monetae, met onafhankelijk mandaat voor De Nederlandsche Bank om prijsstabiliteit te waarborgen. Digitale euro, EU-wallet en supranationale budgetverplichtingen worden afgewezen; nationale wetgeving, privacybescherming en economische koers keren terug in eigen handen. Zo wordt Nexit geen breuk met Europa, maar de voltooiing van democratische vernieuwing: soeverein in beleid, open in handel, betrouwbaar voor burgers en bedrijven.
Democratische herinrichting van Nederland
De Nederlandse democratie ademt nog de geest van de negentiende eeuw. Ze werd ontworpen in een tijd waarin slechts een kleine minderheid van geletterde mannen mocht stemmen, en hoewel de wereld sindsdien is getransformeerd door technologie, globalisering en mondigheid van burgers, bleef de vorm van onze staat bijna onveranderd. De instituties zijn gebouwd voor een samenleving van postkoets en drukpers, niet voor die van digitale netwerken en directe communicatie. De kern van het probleem is niet dat het volk niet wil regeren, maar dat het daar nauwelijks gelegenheid toe krijgt. Wij mogen eens in de vier jaar stemmen op partijen die zelf hun lijsten en programma’s bepalen, waarna de macht vier jaar lang in handen blijft van een kleine kring van beroepspolitici. Fractiediscipline en regeerakkoorden hebben het parlement veranderd in een instemmingsmachine, waarin overtuiging is vervangen door partijloyaliteit. Zoals Jürgen Habermas schreef, wordt democratie ondermijnd waar communicatie vervalt tot technocratie1.
Hart voor Vrijheid wil deze cirkel doorbreken en de macht terugbrengen naar haar bron: de burger. De minister-president moet rechtstreeks door het volk worden gekozen, zonder partijraden of coalitiepoker, en een kabinet samenstellen van vakministers die worden geselecteerd op deskundigheid in plaats van partijkleur. Zo ontstaat een natuurlijke scheiding der machten: het parlement controleert, het kabinet voert uit. Ministers leggen hun voorstellen voor aan de Kamer, waar wisselende meerderheden beslissen op inhoud en argumentatie. Politiek wordt dan weer wat zij behoort te zijn: een debat over waarheid en verantwoordelijkheid, niet over macht en behoud van zetels.
Het regeerakkoord, dat nu als een stil contract de komende vier jaar vastlegt wat er wel en niet mag worden gedacht of gestemd, is het doodvonnis van het parlementaire debat. Ministers zijn gebonden aan hun handtekening, Kamerleden aan hun fractie, en wie afwijkt, verliest positie. Hart voor Vrijheid wil dat elk voorstel opnieuw wordt beoordeeld op zijn eigen merites; de Grondwet zegt immers dat Kamerleden zonder last of ruggenspraak stemmen. Fractiedwang, partijafstemming en loyaliteitsstemmen zijn schendingen van dat principe. Een volksvertegenwoordiger is geen verlengstuk van een partijbestuur, maar de stem van de burger zelf.
De recente kabinetsformatie onder leiding van Dick Schoof laat zien hoe ver het democratisch verval inmiddels is gevorderd. Een oud-hoofd van de geheime dienst (NCTV) werd premier zonder dat de kiezer daarvoor heeft kunnen stemmen, gedragen door partijen die zelf nauwelijks regeerervaring delen maar wel bereid zijn macht te delegeren aan de bureaucratie. Wat zich presenteert als bestuur van deskundigheid, is in wezen een technocratische machtsovername: een verschuiving van soevereiniteit van burger naar apparaat, van gekozen vertegenwoordiging naar ongekozen controle. Dat is geen openlijke staatsgreep, maar een sluipende, een verandering van regime zonder dat het volk erover heeft kunnen beslissen.
Transparantie moet daarom de nieuwe norm worden. In een tijd waarin alle informatie digitaal beschikbaar kan zijn, is het onverteerbaar dat burgers nauwelijks kunnen volgen hoe hun vertegenwoordigers stemmen of welke belangen zij dienen. Hart voor Vrijheid wil een openbaar platform waarop iedereen kan zien welke moties, amendementen en nevenfuncties elk Kamerlid heeft, niet om te wantrouwen, maar om vertrouwen te herstellen. Wie beweert namens het volk te spreken, moet bereid zijn zich eraan te verantwoorden; de technologie is er, wat ontbreekt is de politieke wil26, 30.
Echte democratie vraagt bovendien om een actieve burger. Daarom pleit Hart voor Vrijheid voor een wettelijk recht op burgerinitiatief: met 10.000 handtekeningen moet iedere burger een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer kunnen plaatsen. Niet als vrijblijvende petitie, maar als volwaardig initiatief dat verplicht behandeld wordt, waarbij de indieners hun voorstel toelichten in een openbare zitting en ambtenaren moeten meewerken aan de uitwerking tot concreet beleid. Zo ontstaat een directe dialoog tussen burger en bestuur, waarin initiatief niet langer exclusief is voor partijprogramma’s, maar gedeeld wordt met de samenleving zelf.
Een ander probleem ligt dieper en onzichtbaarder: een groot deel van het Nederlandse bestuur speelt zich af in commissies, adviesraden en topambtelijke netwerken die buiten democratische controle opereren. Daar worden besluiten voorbereid en richting gegeven aan beleid zonder publieke verantwoording. Macht verschuift zo van de volksvertegenwoordiging naar een bureaucratische sfeer die zich onttrekt aan zicht en aanspreekbaarheid. Hart voor Vrijheid wil dat deze sluier wordt opgelicht. Adviescommissies en beleidsambtenaren moeten open verantwoording afleggen, op camera of in openbare zitting. Ambtenaren zijn uitvoerders van publieke taken en behoren dus tot de publieke sfeer, niet tot een anonieme bestuurselite.
De voorstellen die wij doen vormen slechts het fundament van een grotere heroriëntatie. Wij streven naar een politiek waarin de burger niet langer toeschouwer is, maar deelnemer, waarin beleid niet langer wordt bepaald door partijraden en marketingstrategen, maar door redelijkheid, betrokkenheid en gezond verstand. Zoals Rudolf Steiner al in 1919 stelde, kan een gezonde samenleving alleen bestaan als het rechtsleven wordt gedragen door gelijkwaardigheid3: elke mens telt even zwaar, ongeacht positie of bezit. En zoals Sahra Wagenknecht waarschuwt, is democratie niet het hebben van meer partijen, maar het vermogen beleid te baseren op rede, eerlijkheid en het algemeen belang4.
Dat is wat Hart voor Vrijheid nastreeft: een postpartijpolitieke democratie waarin macht niet voortvloeit uit retoriek, maar uit redelijkheid; waarin bestuurders dienstbaar zijn aan het volk, niet andersom; waarin politiek opnieuw een morele onderneming wordt, gedragen door waarheid, moed en gemeenschapszin. Onze representatieve democratie is vermoeid, ondoorzichtig en vatbaar voor misbruik. Het is tijd voor een herstart: een democratie die niet alleen namens het volk spreekt, maar het volk werkelijk laat beslissen.
Directe democratie: lessen uit het Zwitserse model
Democratie betekent in wezen dat mensen zichzelf regeren. Toch is in de meeste moderne staten die oorspronkelijke betekenis vervaagd tot een ritueel van verkiezingen. Het volk kiest vertegenwoordigers en wordt vervolgens geacht vier jaar te zwijgen. Tussen verkiezingen in wordt beleid gemaakt door partijelites, lobby’s en coalities die nauwelijks aanspreekbaar zijn, terwijl de burger als toeschouwer mag hopen dat zijn stem ooit nog weerklank vindt. Maar verkiezingen zijn slechts een instrument, geen garantie voor volkssoevereiniteit.
“Vrijheid betekent niet dat we regeringen kiezen, maar dat we zélf kunnen regeren5.”
Daartegenover staat een andere traditie: die van de directe democratie, waarin burgers niet alleen kiezen wie regeert, maar ook zelf meebeslissen over wetten, begrotingen en grondrechten. Het beste voorbeeld daarvan is Zwitserland, dat in de loop van eeuwen een unieke politieke cultuur heeft opgebouwd waarin het volk niet wordt geraadpleegd uit beleefdheid, maar daadwerkelijk regeert. Deze traditie is niet van bovenaf ingevoerd, maar van onderop gegroeid. In de middeleeuwen vormden de bewoners van de bergdalen kleine bonden om zich te beschermen tegen externe heersers, eerst tegen Habsburg, later tegen Napoleon. Hun isolement dwong hen tot zelfbestuur en wederzijdse verantwoordelijkheid. Besluitvorming gebeurde in open lucht, op het dorpsplein, waar iedere burger het woord kon nemen.
Toen in de negentiende eeuw de Zwitserse federatie ontstond, werd deze oude gewoonte tot wet verheven. Tot op de dag van vandaag stemmen Zwitsers meerdere keren per jaar over nationale en lokale wetten, over grondwetswijzigingen, infrastructuurprojecten en begrotingen. Zij doen dat niet via abstracte partijprogramma’s, maar over concrete voorstellen. Daardoor is de band tussen burger en bestuur levend gebleven. “Vrijheid,” schreef David van Reybrouck, “betekent niet dat we regeringen kiezen, maar dat we zélf kunnen regeren5.”
De Zwitserse democratie rust op drie pijlers die samen een organisch geheel vormen. Ten eerste is er het volksinitiatief: burgers kunnen met honderdduizend handtekeningen een wijziging van de grondwet afdwingen, waarover vervolgens een nationaal referendum wordt gehouden. Ten tweede is er het correctief referendum: als binnen honderd dagen vijftigduizend burgers bezwaar maken tegen een aangenomen wet, wordt die automatisch aan het volk voorgelegd. Ten derde is er de federale structuur van het land: de kantons hebben een grote mate van autonomie en beslissen zelf over hun scholen, infrastructuur, zorg en milieu.
Het opmerkelijke is dat dit systeem niet leidt tot chaos, maar tot stabiliteit. De betrokkenheid van burgers is hoog, het vertrouwen in de overheid uitzonderlijk sterk. Doordat besluitvorming plaatsvindt in open dialoog, wordt polarisatie beperkt en worden mensen gedwongen elkaar te begrijpen. In plaats van verdeel en heers ontstaat overleg en verantwoordelijkheid. Waar politici in veel landen regeren over het volk, regeert in Zwitserland het volk werkelijk over zichzelf.
Critici zeggen vaak dat dit model uniek is voor Zwitserland, omdat het land klein is en een specifieke cultuur kent. Maar onderzoek laat zien dat participatieve besluitvorming overal kan werken, zolang de procedure eerlijk, transparant en goed ingebed is. Politicologen als Maija Setälä benadrukken dat referenda pas echt democratisch zijn wanneer ze worden voorafgegaan door open debat en toegankelijke informatie14. Zo wordt voorkomen dat burgers alleen op slogans stemmen, en blijft het publieke gesprek in handen van het volk in plaats van van mediaconglomeraten.
De sleutel ligt in duidelijke waarborgen en institutionele steun: geen anonieme lobby’s achter de schermen, maar een open discussie over belangen; een gelijk speelveld voor alle stemmen, met gelijke toegang tot informatie en media; en een grondwettelijk recht voor burgers om wetten te initiëren of terug te draaien. Nederland, met zijn lange traditie van overleg en burgerinitiatieven, zou juist vruchtbare bodem hebben voor zo’n systeem6, 7, 14.
Hart voor Vrijheid stelt daarom voor om in Nederland een model van directe democratie in te voeren dat aansluit bij deze principes. Een wet moet kunnen worden teruggedraaid als binnen honderd dagen vijftigduizend burgers daartegen bezwaar maken; dat referendum moet bindend zijn. Burgers moeten bovendien het recht krijgen om met honderdduizend handtekeningen een wetsvoorstel of grondwetswijziging in stemming te brengen, na toetsing op juridische consistentie. Wordt het aangenomen, dan is het bindend. Voor complexe kwesties kunnen gelote burgerjury’s worden ingesteld, zoals in Ierland, die onafhankelijk van partijpolitiek aanbevelingen doen op basis van maatschappelijke dialoog6, 7. Gemeenten en regio’s krijgen de vrijheid om lokale besluiten voor te leggen aan hun inwoners, zodat politiek niet langer een exclusieve bezigheid is van Den Haag, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van burgers overal in het land.
Een onafhankelijke burgerkamer, samengesteld door loting en met een roulerend mandaat, kan daarnaast fungeren als toetskamer voor wetgeving: niet om te regeren, maar om de rechtsstatelijke en morele kwaliteit van beleid te bewaken. Zij kan wetten tijdelijk tegenhouden en laten toetsen aan grondrechten of burgerrechten6, 7.
Rudolf Steiner beschouwde zulke directe betrokkenheid van burgers niet als luxe, maar als voorwaarde voor vrijheid. Hij onderscheidde drie domeinen in de samenleving: het geestesleven, het rechtsleven en het economisch leven. Het rechtsleven, waar wetten worden gemaakt die voor iedereen gelden, moet volgens hem gedragen worden door gelijkheid. Geen klasse, geen partij, geen belangengroep mag daar overheersen. Zodra wetgeving wordt gestuurd door economische of ideologische macht, verliest vrijheid haar fundament. Alleen door wetgeving rechtstreeks te verankeren in de gemeenschap, via de wil van burgers zelf, kan een vrije rechtsorde bestaan.
De essentie van directe democratie is stemmen per onderwerp in plaats van per partij. Mensen zijn niet één ideologisch pakket, maar denken genuanceerd: liberaal over onderwijs, sociaal over zorg, behoudend over cultuur. De huidige partijstructuur dwingt die complexiteit in hokjes. Een systeem waarin burgers per voorstel of principe kunnen stemmen, bevrijdt de democratie van die kunstmatige tegenstellingen. Het maakt politiek weer tot gesprek, niet tot kamp.
Directe democratie is daarom geen droom uit de Alpen, maar een noodzakelijk antwoord op de vermoeidheid van ons representatieve stelsel. Zij herstelt de verbinding tussen burger en besluit, tussen stem en gevolg. Ze maakt van kiezers geen onderdanen die hun macht uit handen geven, maar burgers die haar leren gebruiken. Hart voor Vrijheid ziet in dit model geen bedreiging, maar juist de voltooiing van democratie: het moment waarop de stem van het volk niet langer wordt geleend, maar werkelijk wordt gehoord.
In datzelfde licht hoort ook de erfelijke monarchie tot het verleden. De koning is in onze tijd geen symbool van eenheid meer, maar van een geschiedenis waarin macht nog werd geërfd in plaats van verdiend. Hart voor Vrijheid streeft naar een republiek waarin waardigheid niet langer voortvloeit uit geboorte, maar uit dienstbaarheid aan het algemeen belang. De grondwet en de gemeenschap zelf vormen dan het staatshoofd; het recht, niet het bloed, is de verbindende kracht. Zo voltooit Nederland zijn democratie, vreedzaam, waardig en in overeenstemming met de beginselen waarop zij ooit werd gebouwd.
Een partijloze democratie – het Civiele Huis van Nederland
Wanneer politieke partijen hun ideologische lading verliezen, blijven lege omhulsels over die de werkelijkheid eerder verhullen dan vertegenwoordigen. Ze beloven verschil maar leveren beheersing, en dwingen burgers te kiezen tussen blokken die in de kern dezelfde koers varen. De partijstructuur was ooit een instrument om de volkswil te bundelen, maar is veranderd in een mechanisme dat haar temt. Hart voor Vrijheid wil een stap verder gaan dan herstel van oude vormen. Als het volk werkelijk soeverein is, moet de democratie zichzelf opnieuw uitvinden, voorbij de partij, voorbij de campagne, voorbij de marketing van meningen6, 7.
In plaats van fracties en coalities ontstaat dan een civiele orde, een politiek die niet draait om loyaliteit aan een vlag, maar om het vermogen te oordelen. De kern daarvan is het Civiele Huis van Nederland: een systeem waarin burgers, experts en bestuurders samenwerken binnen een heldere architectuur van gelijkwaardigheid, transparantie en herroepbaarheid. Het is geen utopie, maar een logische volgende stap in de evolutie van de democratie, gebouwd op de lessen van Zwitserland, Athene en de digitale samenleving van nu.
De wetgevende macht ligt in handen van een Burgerkamer van enkele honderden leden die deels door loting worden gekozen en deels door vakdeskundigheid worden benoemd. De loting zorgt voor representativiteit, het land zoals het is, met zijn veelkleurigheid, zijn ervaring en zijn tegenstrijdigheden, terwijl de gekozen vakmensen de technische kennis en bestuurlijke continuïteit waarborgen. Niemand zit er lang; mandaten duren kort, rouleren snel, en elke burger kan zich vrijwillig aanmelden om in aanmerking te komen voor selectie. Zo ontstaat een voortdurend wisselende volksafspiegeling, waar macht niet vastkoekt, maar circuleert.
De uitvoerende macht wordt rechtstreeks gekozen. De premier ontvangt zijn mandaat van de burger en stelt een kabinet samen van vakministers die niet uit de politieke kweekvijver komen, maar uit de praktijk van wetenschap, recht, zorg of techniek. Zij worden niet gekozen om te overtuigen, maar om te dienen. Regering en Kamer staan niet tegenover elkaar in een spel van meerderheid en oppositie, maar functioneren als twee takken van één levend geheel: de Kamer die wetten maakt, de regering die ze uitvoert, beide rechtstreeks aanspreekbaar door het volk.
Daaronder functioneert de Toetskamer, een onafhankelijk orgaan van juristen, ethici en burgers dat wetten controleert op grondrechten en uitvoerbaarheid. Zij kan geen beleid dicteren, maar wel pauzeren, corrigeren en verantwoording eisen. Samen vormen deze drie niveaus, Burgerkamer, Regering en Toetskamer, het hart van de republiek6.
De digitale infrastructuur is het zenuwstelsel van dit geheel. Iedere burger krijgt toegang tot een veilig, transparant platform waar hij of zij voorstellen kan indienen, argumenten kan lezen, moties kan volgen en stemminggedrag kan controleren29, 30. Het is de spiegel van de samenleving, geen substituut voor haar debat. De code is open source, controleerbaar door iedereen, en het geheugen van het systeem is onverwoestbaar: niets verdwijnt, alles blijft herleidbaar7.
Het Civiele Huis van Nederland is geen terugkeer naar het Atheense plein, maar zijn moderne voortzetting. Het combineert loting met deliberatie, kennis met verantwoordelijkheid, vrijheid met orde. Macht is niet langer bezit, maar tijdelijke dienst; beslissingen zijn niet het eindpunt van concurrentie, maar het resultaat van overleg.
De burger besluit, maar niet blind; eerst leren, dan spreken, dan kiezen. Een burgerkamer wordt door loting samengesteld zodat het land zichzelf weerspiegelt, jong en oud, praktisch en theoretisch, stad en dorp; daarnaast schuiven tijdelijke deskundigen aan die geen bevel voeren maar inzicht leveren, juristen voor het recht, rekenmeesters voor de cijfers, vakmensen uit zorg, energie en onderwijs voor de werkelijkheid achter de spreadsheets. Elk onderwerp begint met een open informatiepakket dat niet uit één koker komt maar uit meerdere scholen, met expliciete minderheidsstandpunten en bronvermelding; deelnemers krijgen vooraf korte trainingen in logica, drogredenen, bronnenkritiek en het lezen van cijfers, zodat debat geen wedstrijd wordt in retoriek maar een gezamenlijke zoektocht naar wat klopt. Hoorzittingen zijn openbaar en chronologisch te volgen, iedere brief en iedere lobbyist gaat het register in, gesprekken die niet openbaar waren worden achteraf gelogd met datum en inhoud; zo verdampt schimmige invloed in het licht7, 14.
De cyclus is eenvoudig en streng. Burgers, ministeries of de burgerkamer zelf dienen voorstellen in, de gelote commissie van twintig tot dertig leden hoort voor- en tegenstanders, vraagt om doorrekeningen en scenario’s, laat deskundigen elkaar tegenspreken en vat alles samen in één leesbare nota met alternatief A, alternatief B en de argumenten die er werkelijk toe doen. Eerst wordt consensus gezocht, lukt dat niet dan geldt een gekwalificeerde meerderheid met een verplichte minderheidsparagraaf die precies noteert welke bezwaren blijven staan; niets verdwijnt stilletjes onder tafel, elk zwaarwegend tegenargument reist mee tot aan de eindstemming. Daarna beoordeelt de Toetskamer het voorstel op grondrechten, uitvoerbaarheid en onbedoelde effecten; zij kan niets doordrukken en niets blokkeren op inhoud, maar wel pauzeren en terugsturen met harde vragen en verbeterpunten. Pas dan stemt de voltallige burgerkamer in het openbaar, naam voor naam, met een korte motivering per fractie van argumenten die iedereen kan nalezen. Wie wil, kan het hele pad teruglopen, van eindverslag naar ruwe bron6, 7, 14.
Samenstelling en integriteit zijn beveiligd tegen kuddegedrag. Leden van de burgerkamer draaien kort mee en rouleren, niet jaren maar maanden, genoeg om in te werken en niet genoeg om te verstarren; zij tekenen een belangenverklaring, melden financiële en organisatorische banden, en vallen onder afkoeltermijnen voordat zij een betaalde rol in het bestuur kunnen opnemen. Deskundigen krijgen geen beslissende stem, alleen een plicht tot transparantie over hun affiliaties; hun bijdrage wordt altijd samen met een tegensprekende analyse gepubliceerd, zodat kennis wordt gewogen en niet vereerd. Wanneer een onderwerp sterk gepolariseerd is, worden hoorzittingen bewust adversarieel ingericht, de beste pleitbezorgers van ieder kamp krijgen gelijke spreektijd en gelijke middelen, en de commissie vat de kernpunten samen in gewone taal met verwijzing naar de ruwe data. Het digitale platform is open source en controleerbaar door iedereen, stemmen worden cryptografisch controleerbaar zonder de kiezer te onthullen, documenten zijn doorzoekbaar, datasets downloadbaar, en elke wijziging laat een spoor achter, zodat het geheugen van de democratie niet selectief wordt7, 14.
Omdat geen enkel systeem onfeilbaar is, bouwen we correctie in als principe, niet als uitzondering. Mandaten zijn herroepbaar wanneer leden ernstig afwijken van de transparantieregels of aantoonbaar belangen verzwijgen; besluiten kunnen na evaluatie opnieuw worden geagendeerd als nieuwe feiten op tafel komen; bij signalen van massamanipulatie of eenzijdige berichtgeving kan de toetskamer een extra informatieronde bevelen met een nieuw, gebalanceerd dossier en onafhankelijke moderators. Lokale proefprojecten draaien eerst in gemeenten en provincies, met vooraf afgesproken meetpunten voor kwaliteit van argumentatie, representativiteit en uitvoerbaarheid; de lessen daaruit worden gepubliceerd voordat landelijke uitbreiding plaatsvindt. Waar de materie uitzonderlijk technisch is, bijvoorbeeld luchtvaartveiligheid of kernenergie, kan de burgerkamer bewust kiezen voor een tweeslag, eerst een deskundigenjury die scenario’s en randvoorwaarden vastlegt, daarna de burgerkamer die over waarden en keuzes beslist binnen die transparant gemaakte kennisgrenzen27, 28, 29; zo blijft de stem van de gemeenschap soeverein zonder te doen alsof kennis een mening is6, 7, 14.
Zo ontstaat geen regering door opiniepeilingen, maar een republiek van redelijkheid: burgers die hun oordeel vormen op basis van open bronnen en tegenspraak, deskundigen die dienen in plaats van dirigeren, managers van macht die zichtbaar en aanspreekbaar zijn. Wie vreest dat de massa wordt meegenomen door lawaai, krijgt hier het tegendeel te zien, stilte en structuur vóór de stem; wie vreest dat technocraten het overnemen, ziet hun rol teruggebracht tot wat zij behoren te zijn, leveranciers van inzicht, niet van besluiten. De belofte is eenvoudig, de praktijk precies: vrijheid vraagt vorm, zeggenschap vraagt zorg, en waarheid vraagt licht. In dat licht bestuurt de burger niet alleen mee, hij leert ook weer hoe je samen oordeelt, zonder leuze, zonder schijn, met het land voor ogen.
De overgang van een partijendemocratie naar het Civiele Huis van Nederland vraagt geen revolutie maar een geleidelijke hervorming die van onderop groeit. Zij begint lokaal, met burgerpanels, coöperatieve besturen en bindende referenda in gemeenten die laten zien dat directe democratie werkt. Succesvolle voorbeelden vormen de bouwstenen voor nationale wetgeving over burgerinitiatieven, transparantie en open bestuur. Vanuit deze praktijkervaring kan stap voor stap een nieuwe bestuurscultuur ontstaan waarin macht tijdelijk, controleerbaar en dienstbaar wordt. Wanneer het vertrouwen is hersteld en het bewijs geleverd dat burgers verantwoord kunnen besturen, kan het stelsel grondwettelijk worden verankerd. Zo groeit het Civiele Huis niet uit een machtsgreep, maar uit een leerproces van samenleving en staat, waarin vrijheid wordt geoefend, verantwoordelijkheid wordt geleerd en de democratie haar eigen volwassenheid hervindt27, 28.
Een levende democratie vraagt om meer dan goede bedoelingen; zij vraagt om een rechtsstaat die haar ademt en beschermt. In het Civiele Huis van Nederland is het recht niet het zwaard van de macht, maar het schild van de burger. De wet staat boven ieder bestuur, boven elke meerderheid, boven ieder moment van waan. Onafhankelijke rechtspraak, vrije media en een transparant constitutioneel kader vormen de pilaren waarop dit nieuwe stelsel rust. Burgers beslissen, maar binnen de grenzen van het recht; bestuurders voeren uit, maar onder het oog van de gemeenschap. Zo wordt vrijheid niet langer een belofte in verkiezingstijd, maar een dagelijkse praktijk van verantwoordelijkheid en vertrouwen. De staat wordt weer wat zij ooit moest zijn: een dienst aan het recht, niet aan zichzelf.
De rechtsstaat en scheiding der machten
Democratie kan alleen bestaan wanneer macht zichzelf begrenst. Vrijheid is niet de afwezigheid van regels, maar de zekerheid dat regels rechtvaardig zijn en voor iedereen gelijk gelden. De rechtsstaat is het onzichtbare skelet van de democratie; zij maakt het mogelijk dat gezag niet verwordt tot willekeur. Wanneer wetten worden gemaakt door de machtigen en toegepast op de machtelozen, sterft vrijheid in stilte. Daarom moet het recht niet onder, maar bóven de politiek staan.
In Nederland is die balans langzaam verschoven. De uitvoerende macht is verknoopt geraakt met de wetgevende, en beide zijn te afhankelijk geworden van de bureaucratie die hen ondersteunt. Ministers regeren per persconferentie, Kamerleden volgen via fractiediscipline, en ambtenaren schrijven wetten die zij later zelf controleren. De Raad van State is daarvan het meest sprekende voorbeeld: zij adviseert de regering bij de totstandkoming van wetten, maar fungeert tegelijk als hoogste bestuursrechter voor burgers die zich juist tegen die wetten verzetten. Wie helpt bouwen aan het huis, zou niet ook de rechter mogen zijn over de scheuren in de muur. De dubbele rol van dit orgaan tast het vertrouwen aan en moet worden ontkoppeld – eerst organisatorisch, met gescheiden afdelingen voor wetgeving en rechtspraak, en op termijn via een grondwetswijziging25.
De scheiding der machten is geen abstract leerstuk, maar een moreel kompas. Zij vraagt dat wetgever, uitvoerder en rechter elkaar in evenwicht houden, niet in concurrentie maar in controle. Het parlement moet vrij zijn om te oordelen zonder partijgebondenheid, de regering om te handelen binnen grenzen, en de rechter om te spreken zonder angst voor politieke repercussie. Wanneer die drie sferen elkaar doordringen, ontstaat niet samenwerking maar versmelting, en versmelting is altijd de voorbode van misbruik.
Een hernieuwde rechtsstaat begint bij openbaarheid. Elk besluit, elk overleg, elke nota die invloed heeft op wetgeving behoort tot het publieke domein. De Wet open overheid moet niet langer een drempelwet zijn maar een grondrecht: de burger mag weten wat de overheid weet, tenzij de veiligheid van personen op het spel staat26. Macht verdraagt geen duisternis. Alleen waar informatie vrij circuleert, kan waarheid zich handhaven.
Daarom wil Hart voor Vrijheid een onafhankelijk register waarin alle bestuurlijke besluiten, nevenfuncties, lobbycontacten en rechterlijke uitspraken openbaar zijn en in begrijpelijke taal kunnen worden geraadpleegd. Niet als schandpaal, maar als vorm van wederzijds vertrouwen. Een overheid die niets te verbergen heeft, verbergt niets30.
Toegang tot recht is evenzeer een fundament. In de praktijk is de rechtsstaat voor velen te duur, te ingewikkeld en te traag geworden. Wie ongelijk heeft maar geen geld, krijgt zelden gelijk. Hart voor Vrijheid wil daarom laagdrempelige burgerrechtbanken invoeren voor geschillen tussen burger en overheid, gratis rechtsbijstand bij bestuurszaken en een vereenvoudiging van de Algemene wet bestuursrecht, zodat burgers zonder advocaat kunnen begrijpen wat hun rechten zijn. Het recht behoort niet tot juristen, maar tot mensen.
De rechtsstaat beschermt niet alleen tegen machtsmisbruik van de staat, maar ook tegen de subtielere vorm van macht: morele of mediatieke druk. Waar de publieke opinie wordt gemonopoliseerd door enkele grote mediaconcerns, verdwijnt pluraliteit en verschraalt de waarheid. Vrijheid van meningsuiting betekent niet dat één koor alle stemmen overstemt, maar dat elke stem gehoord kan worden. Daarom moet het publieke medialandschap worden hervormd naar transparante, evenredige toegang, zonder politieke benoemingen of commerciële censuur. Waar meningen verschillen, begint vrijheid.
Ook de rechtspraak zelf vraagt herbezinning. Rechters zijn geen verlengstuk van beleid, maar hoeders van beginselen. Hun onafhankelijkheid moet worden versterkt door een eigen benoemingsprocedure, los van ministeriële invloed, en door openbaarheid van de afwegingen die tot uitspraken leiden. Waar een rechter spreekt namens de wet, moet hij ook laten zien hoe die wet wordt verstaan.
De rechtsstaat leeft niet van regels alleen, maar van moraal. Zij vereist de moed om nee te zeggen tegen willekeur, ook als die wordt verpakt als noodzaak. Zij vraagt bestuurders die bereid zijn macht te verliezen om recht te bewaren. In die zin is de rechtsstaat het geweten van de democratie: een herinnering aan het feit dat macht slechts tijdelijk is, maar recht eeuwig.
In het Nederland dat Hart voor Vrijheid voor ogen heeft, is de wet geen instrument van het beleid maar een bescherming van de mens. De scheiding der machten wordt hersteld, de bureaucratie dienstbaar gemaakt, de rechter bevrijd van politieke schaduw, de burger van angst voor onbegrijpelijke systemen. De overheid keert terug tot haar oorspronkelijke vorm: een gemeenschap die zichzelf bestuurt onder het licht van rechtvaardigheid.
Want alleen waar macht zichzelf begrenst, kan vrijheid blijven bestaan. En alleen waar het recht boven de staat staat, kan de mens werkelijk vrij zijn.
De Onzichtbare Staat – Hervorming van de Veiligheidsdiensten
Een vrije rechtsstaat moet niet alleen macht delen, maar ook macht begrenzen, juist daar waar zij onzichtbaar wordt. Achter de schermen van het bestuur opereert een parallel apparaat van inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de AIVD, de MIVD en de NCTV, waarvan de bevoegdheden zich in de afgelopen decennia gestaag hebben uitgebreid15, 18. In naam van veiligheid en stabiliteit werden wetten verruimd, toezicht verslapt en definities opgerekt. Wat begon als bescherming tegen spionage en terrorisme, veranderde langzaam in een netwerk van monitoring, dat burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties observeert op grond van vage criteria als “ondermijnend gedrag” of “desinformatie”20, 22.
Het bestaan van drie afzonderlijke diensten, civiel, militair en coördinerend, heeft geleid tot een diffuse en grotendeels oncontroleerbare structuur19, 21. De AIVD verzamelt binnenlandse informatie, de MIVD buitenlandse militaire inlichtingen, en de NCTV analyseert en coördineert dreigingen voor nationale veiligheid, maar de grenzen tussen die taken zijn in de praktijk vervaagd. Rapporten worden gedeeld zonder parlementaire controle, data uitgewisseld met buitenlandse partners zonder rechterlijk mandaat, en analyses doorsijpelen in beleid zonder dat iemand weet wie ze heeft geschreven of op welke gronden17, 18. Zo ontstaat niet veiligheid, maar een nieuwe laag van macht die zich onttrekt aan zicht, toetsing en verantwoordelijkheid.
Hart voor Vrijheid pleit voor een fundamentele herziening van dit stelsel. In een democratie mag er maar één inlichtingendienst bestaan, en die heeft één duidelijke opdracht: de bescherming van het land tegen directe, aantoonbare bedreiging van binnenlandse of buitenlandse veiligheid. Deze dienst mag geen ideologische of sociale functies uitoefenen, geen burgers volgen vanwege hun overtuigingen, en geen analyses maken over maatschappelijke tendensen, politieke bewegingen of mediagebruik. De taak is defensief, niet preventief; gericht op bescherming van grenzen, infrastructuur en strategische belangen, niet op controle van burgers.
Het toezicht op deze nationale veiligheidsdienst wordt drastisch versterkt. Elke bijzondere bevoegdheid, van aftappen tot dataverzameling, vereist voorafgaande goedkeuring van een onafhankelijke rechter en achteraf een toetsing door een publieke toezichtraad16, 17, 18. Die toezichtraad bestaat uit rechters, oud-parlementariërs en vertegenwoordigers van burgerorganisaties, en brengt jaarlijks een openbaar rapport uit over uitgevoerde operaties, gebruikte middelen en geconstateerde overtredingen. Slechts in uitzonderlijke gevallen, wanneer onmiddellijke dreiging van geweld aantoonbaar is, mag een handeling tijdelijk worden uitgevoerd vóór toestemming, maar dan met verplichte melding binnen 24 uur16.
Alle samenwerking met buitenlandse diensten, zoals de CIA, MI6 of Mossad, moet expliciet door het parlement worden goedgekeurd en jaarlijks worden geëvalueerd17, 21. De huidige praktijk waarin internationale datastromen en gezamenlijke operaties plaatsvinden buiten enig democratisch mandaat, is onverenigbaar met nationale soevereiniteit. Een rechtsstaat die niet weet wat zijn eigen veiligheidsapparaat doet, is geen rechtsstaat meer, maar een façade van vertrouwen boven een bureaucratie van angst15, 18.
De digitale infrastructuur maakt deze hervorming urgenter dan ooit. Waar vroeger afluisteren nog fysieke middelen vereiste, volstaan nu algoritmen en datacentra. Surveillance is verschoven van uitzonderlijk naar permanent. Daarom moet elke vorm van massale gegevensverzameling, profiling of gedragsanalyse bij wet worden verboden23, 24. Alleen individuele, op bewijs gebaseerde onderzoeken, onder rechterlijk toezicht, mogen nog plaatsvinden. De burger heeft recht op privacy niet als luxe, maar als bestaansvoorwaarde voor vrijheid24.
De herstructurering van de veiligheidsdiensten betekent niet zwakte, maar volwassenheid. Een staat die zijn burgers vertrouwt, hoeft ze niet voortdurend te bespioneren. Echte veiligheid ontstaat waar mensen zich vrij voelen te denken, te spreken en te organiseren zonder angst voor registratie. Wie alles controleert, vernietigt uiteindelijk het vertrouwen dat hij zegt te beschermen.
Een enkele, transparante veiligheidsdienst, beperkt in bevoegdheid, stevig gecontroleerd, en wettelijk verplicht tot open verantwoording, kan Nederland werkelijk veilig houden, zonder zijn ziel te verliezen. Want macht die onzichtbaar blijft, groeit altijd ten koste van vrijheid, en vrijheid die niet wordt beschermd, sterft langzaam in het licht van haar eigen angst.
De dienstbare staat – hervorming van het ambtenarenapparaat
De vrijheid van burgers begint waar de macht van papier eindigt. Nederland wordt bestuurd door een apparaat dat ooit bedoeld was om wetten uit te voeren, maar dat in de loop der jaren is uitgegroeid tot een eigen wereld van protocollen, rapporten en vergaderingen. De bureaucratie is niet langer een middel, maar een ecosysteem dat zichzelf voedt. Elke nieuwe regel schept een nieuwe functie, elk overleg een nieuwe coördinator, elk probleem een nieuwe afdeling. Zo is de overheid van dienaar tot doolhof geworden.
Een dienstbare staat vereist dat dit web wordt ontwart. Niet door te snijden in uitvoerders, maar door lagen van management en advies te schrappen die niets produceren behalve vertraging. In vrijwel elk ministerie en overheidsdienst zijn de ratio’s zoekgeraakt: er zijn meer coördinatoren dan vakmensen, meer beleidsadviseurs dan uitvoerders, meer overleg dan resultaat. Volgens ramingen van het Centraal Planbureau en de Algemene Rekenkamer kan de overheid 10 tot 15 miljard euro per jaar besparen door dubbele structuren, externe inhuur en managementlagen te reduceren, processen te digitaliseren en niet-functionele taken af te bouwen31, 32, 33. Dat bedrag is gelijk aan de totale begroting van Justitie of Onderwijs voor één kwartaal, genoeg om de lasten op arbeid te verlagen of de rechtsbescherming van burgers structureel te versterken.
De hervorming begint met transparantie. Elk ministerie en zelfstandig bestuursorgaan publiceert een overzicht van functies, taken en kosten, inclusief tijdelijke contracten, externe adviestrajecten en inhuur van consultants32. Functies die geen directe bijdrage leveren aan publieke dienstverlening of wetstoepassing worden samengevoegd, geautomatiseerd of uitgefaseerd. Managementlagen worden beperkt tot maximaal drie per organisatie. Wie beleid maakt, moet ook zichtbaar zijn voor wie het uitvoert.
Integriteit is de tweede pijler. Hoge ambtenaren tekenen belangenverklaringen, melden nevenfuncties en doorlopen verplichte afkoelperioden voordat zij overstappen naar commerciële sectoren waarover zij eerder toezicht hielden33. Interne klokkenluiders krijgen wettelijke bescherming en directe toegang tot een onafhankelijke integriteitsraad met bevoegdheid tot onderzoek. Wie zich schuldig maakt aan belangenverstrengeling, manipulatie van informatie of machtsmisbruik, verliest niet alleen zijn functie maar ook zijn recht op herplaatsing binnen de publieke sector34.
Tot slot wordt de cultuur hervormd. Ambtenaren zijn geen beheerders van macht, maar bewaarders van vertrouwen. De eed van trouw aan de Koning maakt plaats voor een eed van dienstbaarheid aan de burger. Iedere overheidsfunctie is tijdelijk, toetsbaar en gericht op resultaat. Waar nu de reflex heerst om risico’s af te dekken met regels, moet de moed terugkeren om verantwoordelijkheid te nemen.
Zo keert de overheid terug naar haar oorspronkelijke vorm: licht, wendbaar en betrouwbaar. De besparing in geld is groot, maar de winst in vertrouwen is groter. Want pas wanneer de staat zichzelf ontdoet van ballast, kan zij weer bewegen in het ritme van de samenleving die haar draagt. Een overheid die minder papieren schaduwen werpt, werpt eindelijk weer licht.
Nexit: soeverein en open; monetaire soevereiniteit met werkbare handel
Wie democratie werkelijk wil herstellen, kan de Europese Unie niet buiten beschouwing laten. Een Nexit is niet slechts een economisch vraagstuk, maar de noodzakelijke stap om politieke verantwoordelijkheid weer bij het Nederlandse volk te leggen. De interne markt heeft handel gebracht, maar Brussel heeft te vaak van democratie een technocratisch automatisme gemaakt, met besluitvorming via triloog-deals en comitologie (triloog-deals = politieke deals in beslotenheid; comitologie = technische besluitvorming via ambtenarencomités) waarin cruciale keuzes buiten het zicht van burgers en nationale parlementen vallen. Dat is precies de kern van wat academici al decennia de ‘democratische leemte’ noemen: te weinig directe verantwoording en te veel wetgeving via technocratische procedures35, 36, 37, 38. Tegelijk dwingt EU-kaderwetgeving op gevoelige dossiers een eenheidskoers af die niet past bij Nederlandse keuzes en omstandigheden: het migratie-pakket legt vaste verdeelmechanieken en harde uitvoeringsplichten op; het natuur- en habitatsrecht in combinatie met jurisprudentie van het EU-Hof beperkt nationale beleidsruimte in stik-stofdossiers; het klimaatpakket breidt emissiehandel uit naar huishoudens en wegverkeer met voelbare koopkrachteffecten (waarvoor de EU zelf een Sociaal Klimaatfonds moest optuigen)39, 40 41, 42, 43, 44.
Daarbovenop schuift de EU richting digitale infrastructuren met structurele gevolgen voor privacy en zeggenschap. Wij willen géén digitale euro en géén Europese digitale identiteit/wallet. De digitale euro ligt als wetsvoorstel op tafel; toezichthouders waarschuwen dat zonder keiharde wettelijke waarborgen risico’s ontstaan op tracking en function creep45, 46, 47. Bovendien is de maatschappelijke behoefte reeds gedekt via contant geld én een robuust (grensoverschrijdend) giraal systeem met SEPA-betalingen en instant-overschrijvingen54. eIDAS 2.0 introduceert een EU-brede digitale identiteit en wallet; ook hier signaleren digitale-rechtenorganisaties serieuze privacy- en centralisatierisico’s als certificaten, authenticatie en gebruiksplicht verkeerd worden vormgegeven48, 49, 50. Onze inzet is eenvoudig: een EU van samenwerking en wederkerigheid, níét van centrale sturing over portemonnee en identiteit.
Hart voor Vrijheid wil op termijn ook uit de EU, niet om grenzen te sluiten of muren te bouwen, maar om politieke zeggenschap terug te brengen waar zij hoort: bij het Nederlandse volk. Een Nexit is geen afscheid van Europa, maar een keuze voor een ander model: open handel, wederkerige afspraken en eerbied voor nationale democratie. Dat kan via beproefde routes. Toegang tot de interne markt blijft mogelijk via EER/EVA (Noorwegen, IJsland, Liechtenstein) of via Zwitsers-achtige sectorale akkoorden met heldere spelregels, budgettaire bijdragen die we zelf wegen en een onafhankelijk ge-schilkader51, 52. In dat model past een eigen munt: de gulden geeft Nederland weer een stuur op rente, wisselkoers en financiële stabiliteit. Handel blijft open via heldere verdragen; de politiek keert terug naar huis.
Nederland kan na uittreding bovendien het voortouw nemen in een compact, democratisch samenwerkingsverband met buurlanden dat zich richt op economische integratie, infrastructuur, energie-koppelingen en onderzoek, zonder de drang naar supranationalisering. De les uit EER/EVA en de Zwitserse praktijk is dat voorspelbare regels, transparantie en wederkerigheid wél werken; bestuurlijke overvraging en technocratische sluiproutes niet51, 52.
Een ordelijke route, geen sprong
Een Nexit begint met een helder mandaat. Eerst komt er een volledig en eerlijk informatieproces, daarna een bindend referendum. Bij een ‘ja’ volgt een nette uittredingsbrief op basis van artikel 50, met als inzet een overgangsperiode waarin rechten en plichten zoveel mogelijk doorlopen terwijl een duurzaam alternatief wordt onderhandeld. Dat alternatief kent twee beproefde modellen: toegang tot de interne markt via een EER/EVA-arrangement (Noorwegen, IJsland, Liechtenstein) of een Zwitserse route met sectorale akkoorden51, 52. In beide gevallen staat voorop wat Europa feitelijk al weet: de Rijncorridor en Rotterdam zijn de slagaders van de Duitse en Europese economie. Wie voorspelbaar en open opereert, haalt de angel uit politieke chantage en houdt de goederenstroom intact.
Mandaat en wet: hoe je monetaire soevereiniteit netjes regelt
Een munt mag niet uit de lucht komen vallen. Parallel aan artikel 50 dient het kabinet de Monetaire Soevereiniteitswet in. Die wet verklaart de gulden tot enig wettig betaalmiddel per een vastgestelde datum (T-dag) en geeft De Nederlandsche Bank (DNB) een onafhankelijk mandaat voor prijs- en financiële stabiliteit. Alle binnenlands-rechtelijke contracten krijgen een automatische omrekenclausule; loon, huur, belastingtabellen en pensioenen lopen juridisch mee zonder wrijving. Zo begint monetaire soevereiniteit niet met een sprong, maar met rechtszekerheid.
De overgang is technisch, niet chaotisch; mits de volgorde klopt. Op T-dag worden alle binnenlands-rechtelijke verplichtingen automatisch omgezet van euro naar gulden te-gen de officiële conversiekoers. Rekeningen, salarissen, hypotheken, verzekeringen en staatsleningen die onder Nederlands recht vallen, boeken door in gulden; buitenlands-rechtelijke contracten (bijv. onder Engels recht) blijven in hun oorspronkelijke valuta, tenzij partijen samen omzetting afspreken. Dit is lex monetae: de staat bepaalt de munt van zijn eigen rechtsdomein, burgers en bedrijven weten precies waar ze aan toe zijn53.
We kiezen voor optie 1:1 euro wordt 1 gulden. Die eenvoud voorkomt prijsmisbruik en rekenfouten aan de kassa en geeft een helder prijsanker. Na T-dag houdt DNB een smalle band aan ten opzichte van de euro; zo veranker je inflatieverwachtingen terwijl je eigen instrumenten terugkrijgt. Als markten onrustig zijn, kan de band tijdelijk nauwer; keert rust terug, dan kan Nederland stap voor stap meer autonomie nemen. Stabiliteit eerst, vrijheid daarna; zo hoort monetaire politiek te werken.
De nieuwe biljetten en munten zijn modern, veilig en herkenbaar. Ruim vóór T-dag verschijnen dubbele prijskaartjes; betaalautomaten, pinaansluitingen, parkeerautomaten en kassasoftware gaan in één gecoördineerde uitrol om. Op T-dag circuleren euro en gulden korte tijd naast elkaar; daarna blijft de euro jarenlang omwisselbaar bij DNB. De omrekenregels zijn wettelijk en transparant, afrondingen gaan in het voordeel van de consument, en toezichthouders scannen prijzen actief om stille verhogingen te voorkomen. Koopkracht is niet alleen inkomen; het is vertrouwen in de prijs aan de toonbank.
Rekeningen behouden hun NL-IBAN; wat verandert, is de rekeningvaluta. Pin, iDEAL, kaartnetwerken en clearing gaan op T-dag live in gulden. Nederland kan SEPA blijven gebruiken buiten de EU, zolang we de technische en juridische eisen in eigen recht borgen54. De koppeling met ECB-infrastructuur stopt, maar DNB draait een nationaal RTGS-systeem met koppelingen naar Europese tegenpartijen via correspondentbanken. Voor burgers en mkb is het simpel: overmaken, pinnen en salaris ontvangen blijft werken; alleen het valutateken verandert.
Banken redenomineren activa en passiva onder Nederlands recht op T-dag. DNB vervangt ECB-faciliteiten met herfinancieringsoperaties, een noodliquiditeitsraamwerk (ELA) en vooraf afgesproken FX-swaplijnen met bevriende centrale banken. Het depositogarantiestelsel blijft onverkort gelden, nu in gulden55. Als extra rem op speculatieve kapitaalstromen kunnen in de eerste weken lichte drempels gelden voor zeer grote grensoverschrijdende transacties. Stabiliteit is geen toeval; het is ontwerp.
De conversie is wettelijk één-op-één; niemand mag een euro stilletjes omtoveren in “één gulden plus”. Cao’s, lonen en uitkeringen lopen automatisch mee. DNB publiceert een helder inflatiepad en communiceert maandelijks over geldhoeveelheid, rente en wisselkoersband. De fiscus zet BTW- en accijnstabellen vooraf in gulden, zodat niemand de overgang misbruikt voor verhogingen. De overheid houdt zichzelf aan dezelfde lijn die zij van anderen vraagt.
Staatsschuld en markten: ordelijk en voorspelbaar
Binnenlands-rechtelijke staatsleningen worden guldenleningen; schuld onder buitenlands recht blijft in euro of dollar en wordt gehedged of geleidelijk geherfinancierd. Het Agentschap presenteert een meerjarenuitgifte in gulden, met voldoende kort-lopers om een diepe geldmarkt te bouwen. Een Stabiliteitsfonds beheert goud- en valutareserves en kan, binnen de afgesproken band, in de markt interveniëren. Markten haten verrassingen; wij bieden schema, volumes en transparantie.
Markttoegang en handelscontinuïteit
Handel kan uitstekend floreren buiten het Brusselse bestuurlijke stelsel, mits we de regels niet elke week veranderen. Op dag één na Nexit spiegelen we de relevante product-, voedsel-, douane- en datastandaarden zodat export niet stokt op grensposten. Daarna bouwen we stap voor stap eigen normstelling waar dat zinvol is. Met Duitsland en België sluiten we langjarige afspraken over doorvoer, douanesamenwerking en digitale grensafhandeling, zodat de logistieke voorspelbaarheid van havens en luchthavens niet wordt onderbroken. Voor diensten, van financiële markten tot digitale platforms, zoeken we wederzijdse erkenning of equivalence, zodat dienstverlening niet uiteenvalt in een woud van vergunningen.
Recht, regels en rechtszekerheid
De EU-regelboeken verdwijnen niet van de ene op de andere dag. Om rechtszekerheid te garanderen, zetten we bestaande EU-regels tijdelijk om in Nederlands recht; vervolgens herzien we in eigen tempo wat niet werkt en behouden we wat wél verstandig is. Dat geldt ook voor gegevensbescherming: we nemen de materiële waarborgen over, zodat een Europese adequacy-beslissing voor dataoverdracht mogelijk blijft en bedrijven niet tussen compliance-regimes vermalen raken. Samenwerking in strafrecht en veiligheid zetten we voort via gerichte verdragen, zonder supranationaliteit die democratische controle uitholt.
Wel komt er vanaf dag één een prioriteitenlijst voor directe nationale herziening op dossiers waar Nederland nu vastloopt. Twee voorbeelden:
- Landbouw & natuur: herijking van stikstofnormering richting Duitse waarden en herbezinning op de omvang/begrenzing van het Natura 2000-netwerk. Details volgen in het hoofdstuk Landbouw & Natuur.
- Migratie: nationalisering van verblijfs- en arbeidsmigratiebeleid op basis van wederkerigheid; uitwerking verplaatsen we naar het hoofdstuk Migratie.
Voor overige urgente dossiers (bijv. woningbouw, netcongestie) gebruiken we een tijdelijke transitieclausule met sunset-data en verplichte evaluatie: stabiel kader, snel bijsturen waar nodig.
Grenzen, logistiek en de havens
Onze buitengrens wordt geen blokkade, maar een filter dat vlot werkt. Moderne douanesystemen, AEO-regelingen en vooraanmelding van goederen houden de doorstroming op peil. Met buurlanden spreken we incidentpreventie, havenveiligheid en 24/7-contactpunten af; niet omdat Brussel dat opdraagt, maar omdat het in ieders belang is. Rotterdam blijft Europa’s toegangspoort, niet door bravoure, maar door degelijkheid en betrouwbaarheid56.
Mensen en rechten: vrijheden beschermen
Burgers zijn geen bagage op de lopende band van verdragen. Voor Nederlanders in de EU en EU-burgers in Nederland regelen we woon-, werk- en gezinsrechten in een apart akkoord, met wederkerigheid als principe. Arbeidsmigratie blijft mogelijk, maar wordt weer een politieke keuze onder democratische controle in plaats van een automatisme. Sociale dumping bestrijden we met handhaving en gelijke beloning voor gelijk werk, zodat open grenzen geen race naar beneden organiseren.
Energie als veiligheidsbeleid
Energie is geen aanhangsel van klimaatnotulen maar de ruggengraat van nationale veiligheid. Een land dat zijn energie niet in eigen hand heeft, is nooit echt soeverein. Hart voor Vrijheid kiest voor een versnelde ontwikkeling van thorium-MSR’s als strategisch project, terwijl gas en steenkool als brug de leveringszekerheid waarborgt zolang dat nodig is. We heronderhandelen energie-relaties op basis van neutraliteit en wederzijds belang, zonder ons vast te ketenen aan één leverancier of één blok. De technische details horen thuis in het hoofdstuk Energie en milieu; hier volstaat dat onze energiepolitiek de defensielogica ondersteunt: bescherming van Noordzee-infrastructuur, voorspelbare contracten, betaalbare stroom voor gezinnen en bedrijven, en een einde aan het politiek gemoraliseer dat zekerheid verwart met symboolpolitiek.
Geld en stabiliteit (macro)
Een Nexit hoeft geen financieel drama te zijn als je het nuchter aanpakt. De kern is voorspelbaarheid: één overgangsarrangement, één set spelregels, één aanspreekpunt voor marktpartijen. DNB en Financiën borgen liquiditeit in het betalingsverkeer, houden toezicht op kapitaalstromen en zorgen dat het mkb niet opdraait voor politieke keuzes. Wie stabiliteit wil, laat zich niet gijzelen door paniekverhalen, maar bouwt vangnetten vóórdat de storm opsteekt.
Tijdlijn: van voorbereiding naar nazorg
- Fase 0 – Voorbereiden (0–3 maanden, vertrouwelijk): wetsteksten, contract-inventarisatie, IT-tests, ontwerp biljetten/munten, afspraken over FX-swaplijnen.
- Fase 1 – Publiek (3–9 maanden): wetsvoorstel, dubbele prijsaanduiding, proef-clearing in testomgeving, publiekscampagne (“Wat verandert er voor u?”).
- Fase 2 – T-dag (lang weekend): korte banksluiting, software-migratie, automatische redenominatie, uitrol cash, heropening in gulden.
- Fase 3 – Nazorg (0–6 maanden): prijsbewaking, liquiditeitsmonitoring, gecontroleerde afbouw tijdelijke drempels; wekelijkse rapportage in kwartaal 1, maandelijks daarna.
Regie, transparantie en democratische besluitvorming
Een Onafhankelijke Transitie-Autoriteit bundelt DNB, Financiën, Justitie, AFM/ACM, de Betaalvereniging, detailhandel en sociale partners. Er komt één nummer en één website voor burgers en mkb met rekenhulpen, rechten, omrekentabellen en een klachtenloket. In week één verschijnt dagelijks een technisch bulletin; in het eerste kwartaal wekelijks. Democratie vraagt uitleg, en vertrouwen vraagt dat je elke vraag serieus neemt, ook de lastige.
De afgelopen decennia is politiek te vaak vervangen door procedure. Nexit keert dat om. Geen sluiproutes via noodverordeningen en geen achterkamertjes met lobby’s, maar open besluitvorming in het volle licht. Geen overdracht van soevereiniteit zonder expliciet mandaat, geen zware internationale verplichtingen of begrotingslasten zonder duidelijke publieke toets, geen technocratische loopband die burgers tot toeschouwer maakt. Nederland kiest voor vrede; militaire inzet staat niet op de agenda.
Nexit is geen afrekening, maar een correctie. We blijven Europees in handel, cultuur en nabuurschap; we worden weer Nederlands in besluitvorming, begroting en wetgeving. Met EER/EVA of goed gesneden bilaterale akkoorden houden we markten open en relaties warm. Met rechtszekerheid, degelijk logistiek en betrouwbare havens houden we de economie draaiend. Met heldere referenda en eerlijke informatie herstellen we vertrouwen. En met de gulden: 1 euro = 1 gulden op T-dag en daarna een smalle band, halen we het stuur terug zonder de ramen te sluiten. Zo wordt uittreden geen breuk, maar de start van een volwassen relatie: soeverein in beleid, open in handel, betrouwbaar voor burgers en bedrijven. Dat is geen avontuur; dat is volwassen bestuur.
Epiloog
Hart voor Vrijheid ziet democratie niet als een ritueel van vierjaarlijkse verkiezingen maar als een levend proces van betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Vrijheid is geen stembusmoment maar een houding, een voortdurende oefening in luisteren, afwegen en kiezen. In het huidige representatieve stelsel wordt de stem van de burger te vaak vervormd door partijbelang, lobbystructuren en economische machten die zich buiten het publieke zicht hebben genesteld. De volkswil verdampt in procedure en waar macht zich onttrekt aan controle verdwijnt vertrouwen.
Daarom bepleiten wij een herinrichting van de staat die de macht terugbrengt naar haar oorsprong. Bestuurders worden rechtstreeks gekozen, besluiten genomen per onderwerp in plaats van per partij, referenda zijn bindend en burgers hebben het recht om zelf wetgeving te initiëren. Democratie wordt zo weer een werkwoord, een samenspel van rede en gemeenschapszin waarin burgers hun lot delen in plaats van elkaar bevechten6, 7, 14.
Maar politieke vrijheid kan niet bestaan in een economie die ongelijkheid bestendigt en macht concentreert. Soevereiniteit vraagt ook economische zeggenschap: coöperaties die arbeid en eigendom verbinden, regionale autonomie waarin gemeenschappen hun eigen koers bepalen, en een economie die maatschappelijke meerwaarde boven winst stelt. In zo’n ordening, waarin geestesleven, rechtsleven en economisch leven elk hun eigen domein behouden, krijgt vrijheid een stevige bodem. Burgers hebben niet alleen een stem in de politiek maar ook in de organisatie van hun werk, hun omgeving en hun toekomst3.
In datzelfde licht moet ook de verhouding tot Europa worden herzien. Een democratie die haar wetten niet meer zelf schrijft, is geen volledige democratie. De Europese Unie heeft zich ontwikkeld tot een bestuurslaag zonder rechtstreeks mandaat van de burger, waarin macht wordt uitgeoefend zonder voldoende verantwoording. Hart voor Vrijheid ziet daarom een Nexit niet als een breuk met Europa, maar als een noodzakelijke stap om democratie te herstellen — een terugkeer van besluitvorming naar het volk, en van beleid naar de nationale gemeenschap die daarvoor verantwoordelijkheid kan dragen. Echte Europese samenwerking kan alleen bestaan tussen vrije en soevereine staten, niet binnen een centralistisch systeem dat vrijheid uniformeert.
De rechtsstaat vormt daarbij de ruggengraat van vrijheid. Wet en macht moeten gescheiden blijven, bestuurders onderworpen aan het recht, en het recht transparant voor iedere burger. Waar de wet ondoorzichtig wordt of de macht oncontroleerbaar, verdwijnt gerechtigheid. Daarom pleit Hart voor Vrijheid voor openbaarheid, onafhankelijke rechtspraak en heldere grenzen aan de veiligheids- en inlichtingendiensten. Wie zegt de burger te beschermen, mag hem niet bespioneren; wie veiligheid belooft, moet haar verankeren in recht.
Hart voor Vrijheid kiest voor een postpartijpolitiek en mensgericht model waarin vrijheid niet verengd wordt tot markttoegang en solidariteit niet wordt gereduceerd tot bureaucratie. Vrijheid, gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid zijn geen tegengestelden maar pijlers die elkaar dragen. In hun samenklank ontstaat menselijke waardigheid. Zoals een van onze leden het zei: het gaat om de balans tussen individuele vrijheid, collectieve verantwoordelijkheid en menselijke waardigheid.
Dit is geen utopie maar een keuze. De instrumenten voor directe democratie bestaan, coöperatieve economieën werken, regionale autonomie is haalbaar. Wat ontbreekt is niet de mogelijkheid maar de wil. Hart voor Vrijheid wil die wil wekken, de moed om te vernieuwen wat verouderd is, te herstellen wat verstard is en te beschermen wat ons tot mensen maakt.
Zo bouwen wij aan een samenleving waarin het volk werkelijk regeert, waarin de economie het algemeen belang dient en waarin menselijke waardigheid de maatstaf blijft voor alle besluitvorming. Een democratie niet van macht maar van zingeving, niet van angst maar van vertrouwen, niet van stemmen alleen maar van mensen die hun stem weer leren gebruiken. Een vrije republiek in het licht van recht.
Beleidsvoorstellen
Democratische vernieuwing
- Rechtstreekse premierverkiezing: geef burgers de macht om de minister-president direct te kiezen, zodat het landsbestuur niet langer het resultaat is van achterkameroverleg maar van een helder mandaat van het volk.
- Vakministers zonder partijbinding: benoem ministers op grond van deskundigheid in plaats van partijlidmaatschap, zodat beleid wordt gestuurd door kennis en ervaring, niet door loyaliteit.
- Afschaffing van regeerakkoorden: laat de Tweede Kamer vrij over elk wetsvoorstel oordelen zonder vooraf gesloten coalitiecontracten, zodat debat en overtuiging weer de kern van politiek vormen.
- Stemmen per onderwerp: vervang partijstemmen door onderwerpstemmen, zodat burgers zich per thema kunnen uitspreken en de nuance in de samenleving zichtbaar wordt.
- Burgerinitiatief als grondrecht: maak het mogelijk dat burgers met 10.000 handtekeningen een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer plaatsen, met verplichte behandeling en openbare toelichting.
- Bindende referenda: geef het volk de mogelijkheid aangenomen wetten te bevestigen of verwerpen via referenda die juridisch afdwingbaar zijn.
- Transparantieregister: maak zichtbaar hoe Kamerleden stemmen, welke moties zij indienen en welke nevenfuncties zij bekleden, zodat vertrouwen kan groeien door zichtbaarheid.
- Openbaarheid van commissies: schaf gesloten adviesraden en anonieme expertpanels af; laat beleidsvoorbereiding plaatsvinden in open zitting en onder publieke verantwoordelijkheid.
- Afschaffing van de monarchie: vervang het erfelijke koningschap door een republiek waarin waardigheid voortkomt uit dienstbaarheid en het recht zelf het symbool van eenheid wordt.
Directe democratie en burgerparticipatie
- Burgerkamers door loting: richt een civiele Kamer in van gelote burgers en tijdelijke deskundigen die wetgeving voorbereiden, toetsen en evalueren, zodat macht circuleert in plaats van concentreert.
- Roulatie en herroepbaarheid van mandaten: laat leden van de Burgerkamer korte termijnen dienen, verplicht hen belangenverklaringen te tekenen en maak terugroeping mogelijk bij misbruik, zodat integriteit niet van vertrouwen afhangt maar van structuur.
- Verplichte openbaarheid van lobbycontacten: leg wettelijk vast dat alle contacten tussen bestuur, Kamerleden, ambtenaren en lobbyisten worden geregistreerd in een openbaar digitaal archief waarin besluitvorming van begin tot eind traceerbaar is.
- Het Civiele Huis van Nederland: bouw een nieuwe staatsstructuur waarin burgers, regering en rechtspraak samenwerken in een transparant evenwicht van bevoegdheden, met open besluitvorming en korte mandaten.
- Toetskamer voor wetgeving: stel een onafhankelijke raad samen van juristen, ethici en burgers die wetten controleert op grondrechten en uitvoerbaarheid, met de mogelijkheid om voorstellen terug te sturen.
- Transitie naar burgerdemocratie: voer lokale experimenten uit met burgerpanels, coöperatieve besturen en bindende referenda, bouw daarop nationale wetgeving en grondwetsherziening om stap voor stap het Civiele Huis te verankeren.
- Herstel van vertrouwen: maak van openheid en verantwoordelijkheid de nieuwe bestuurscultuur, waarin de overheid niet heerst maar dient en burgers hun vrijheid leren gebruiken in het licht van het recht.
Rechtsstaat en scheiding der machten
- Herstel van de scheiding der machten: ontkoppel de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht volledig en geef de Raad van State één taak: óf adviseren, óf rechtspreken, maar nooit beide.
- Openbaarheid als grondrecht: leg vast dat alle bestuurlijke documenten, adviezen en contacten in principe openbaar zijn, tenzij de veiligheid van personen in gevaar is.
- Toegang tot recht voor iedereen: maak rechtspraak begrijpelijk en betaalbaar, met laagdrempelige burgerrechtbanken en gratis rechtsbijstand bij conflicten met de overheid.
- Vrije en pluriforme media: garandeer gelijke toegang tot zendtijd, transparante financiering en bescherming van minderheidsstemmen, zodat publieke opinie niet wordt gemonopoliseerd.
Hervorming van veiligheids- en inlichtingendiensten
- Hervorming van veiligheidsdiensten: voeg AIVD, MIVD en NCTV samen tot één nationale veiligheidsdienst met een strikt omschreven taak: bescherming van het land tegen concrete dreiging, niet controle van burgers.
- Onafhankelijk toezicht op inlichtingen: verplicht rechterlijke toestemming voor iedere ingreep en jaarlijkse openbare rapportage door een burgerlijke toezichtraad over uitgevoerde operaties.
- Verbod op massasurveillance: verbied structurele dataverzameling en gedragsprofilering; onderzoek mag alleen plaatsvinden op basis van concreet bewijs en rechterlijke goedkeuring.
Hervorming van het ambtenarenapparaat
- Hervorming van de bureaucratie: reduceer managementlagen tot maximaal drie, schaf doublures en inefficiënte overlegstructuren af en digitaliseer routinetaken. Maak van de overheid een platte organisatie met korte lijnen en directe verantwoordelijkheid.
- Transparantie en verantwoording: publiceer jaarlijks een volledig overzicht van functies, taken, inhuur en adviescontracten per ministerie. Maak alle personele uitgaven, contracten en adviesrapporten openbaar.
- Integriteitsraad en belangenverklaring: richt een onafhankelijke integriteitsraad op met onderzoeksbevoegdheid, verplichte belangenverklaringen voor hoge ambtenaren en wettelijke bescherming voor klokkenluiders.
- Afkoelperiodes en rotatie: voer verplichte afkoeltermijnen in voor ambtenaren die overstappen naar commerciële sectoren waar zij beleidsverantwoordelijkheid hadden, en rouleer topfuncties periodiek om machtsconcentratie te voorkomen.
- Besparingsdoelstelling: realiseer structureel 10 tot 15 miljard euro aan jaarlijkse besparingen door afbouw van overbodige functies, externe inhuur en inefficiënte beleidslagen. Gebruik deze middelen voor lastenverlaging op arbeid, versterking van rechtsbijstand en herstel van publieke dienstverlening.
Nexit, Europese samenwerking en open handel
- Herstel van democratische zeggenschap: Nederland streeft op termijn naar een ordelijk uittreden uit de Europese Unie (Nexit), niet om grenzen te sluiten, maar om de democratische soevereiniteit te herstellen.
- Informatietraject en referendum: Het proces begint met een volledig en eerlijk informatie¬traject voor burgers, gevolgd door een bindend referendum. Bij een meerderheid voor vertrek wordt artikel 50 geactiveerd, met een overgangsperiode waarin stabiliteit vooropstaat.
- Vrije handel zonder politieke binding: Na uittreding blijft Nederland open handel voeren via de EER, de EVA of een Zwitsers model met sectorale akkoorden. Vrij verkeer van goederen en diensten blijft behouden, zonder politieke onderwerping aan Brussel.
- Continuïteit tijdens de overgang: Om handelsstromen te waarborgen, worden bestaande product-, voedsel-, douane- en datastandaarden tijdelijk gespiegeld. Daarna volgt eigen normstelling waar dat economisch of maatschappelijk wenselijk is.
- Regionale afspraken met buurlanden: Met Duitsland en België worden langlopende afspraken gemaakt over doorvoer, douanesamenwerking en digitale grensafhandeling. Nederland streeft naar wederzijdse erkenning van diensten en soepele logistiek.
Monetaire soevereiniteit en de terugkeer van de gulden (Nexit)
- De Monetaire Soevereiniteitswet: Op de vastgestelde T-dag wordt de gulden opnieuw ingevoerd als enig wettig betaalmiddel. De Nederlandsche Bank (DNB) krijgt een onafhankelijk mandaat gericht op prijsstabiliteit en monetair evenwicht.
- Eerlijke overgang van euro naar gulden: Alle binnenlandsrechtelijke verplichtingen worden automatisch omgerekend volgens lex monetae, tegen een koers van 1 euro = 1 gulden. Dubbele prijsaanduiding wordt ingevoerd, met afronding in het voordeel van de consument.
- Beheersbare wisselkoers: Na invoering hanteert DNB een smalle wisselkoersband ten opzichte van de euro om stabiliteit te waarborgen. Op langere termijn ontstaat ruimte voor meer monetaire autonomie.
- Functionerend betalingsverkeer: Het Nederlandse betalingsverkeer blijft stabiel: NL-IBAN, pin en iDEAL functioneren in guldens, terwijl SEPA bruikbaar blijft door nationale borging van de vereisten.
- Sterke financiële buffers: De DNB vervangt de ECB-faciliteiten door herfinanciering, noodliquiditeit en FX-swaplijnen. De depositogarantie blijft in stand. Binnenlandse staatsschulden worden omgezet in guldenleningen, buitenlandse schuld wordt gehedged of her-gefinancierd.
Recht, regels en rechtszekerheid (Nexit)
- Omzetting van EU-wetgeving: Voor rechtszekerheid wordt het EU-acquis tijdelijk overgenomen in Nederlands recht, waarna het stap voor stap wordt herzien in eigen tempo.
- Beveiliging van dataverkeer: De bestaande waarborgen voor gegevensbescherming blijven gehandhaafd, zodat Nederland zijn EU-adequacy behoudt voor internationale dataoverdracht.
- Gerichte samenwerking: Nederland blijft samenwerken op het terrein van justitie, politie en veiligheid, maar uitsluitend via bilaterale verdragen onder nationaal parlementair toezicht.
- Herzieningsagenda voor vastgelopen dossiers: Op terreinen waar Europese regelgeving vastloopt, landbouw, natuur, migratie en energie, wordt beleid herijkt. Elk domein krijgt een transitieclausule met einddatum en verplichte evaluatie.
Grenzen, logistiek en havens (Nexit)
- Beheersbare buitengrens: De Nederlandse buitengrens functioneert als modern en efficiënt filter, ondersteund door digitale douanesystemen, AEO-regelingen en automatische vooraanmelding van goederen.
- Regionale veiligheid: Met buurlanden worden structurele afspraken gemaakt over incidentpreventie, havenveiligheid en grenslogistiek.
- Rotterdam als toegangspoort: Rotterdam blijft de voorspelbare en veilige toegangspoort tot Europa, met Nederlandse regie over infrastructuur, havens en zeebodemnetwerken.
Mensen, werk en wederkerigheid (Nexit)
- Wederkerige rechten: De woon-, werk- en gezinsrechten van Nederlanders in de EU en EU-burgers in Nederland worden wederkerig vastgelegd in een nieuw akkoord.
- Democratische regie over migratie: Arbeidsmigratie wordt een expliciete politieke keuze onder democratische controle, geen automatisch gevolg van EU-regels.
- Gelijke beloning en handhaving: Sociale dumping wordt bestreden door gelijke beloning, actief toezicht en strikte handhaving van arbeidswetgeving.
Regie, transparantie en besluitvorming (Nexit)
- Onafhankelijke Transitie-Autoriteit: Een onafhankelijke Transitie-Autoriteit coördineert de Nexit-overgang en verenigt DNB, Financiën, Justitie, AFM, ACM, de Betaalvereniging, sociale partners en het bedrijfsleven.
- Helderheid voor burgers en mkb: Er komt één centraal loket voor burgers en ondernemers met rekenhulpen, omrekentabellen, rechten en klachtenafhandeling. Tijdens de overgang worden technische updates en richtlijnen regelmatig gepubliceerd.
- Democratische controle waarborg: Geen sluiproutes via noodverordeningen, geen overdracht van soevereiniteit zonder expliciet mandaat, en geen internationale verplichtingen zonder parlementaire goedkeuring.
Bronnen:
- Habermas, Jürgen. The Structural Transformation of the Public Sphere. MIT Press, 1989.
- De Wit, Bob. Society 4.0: Resolving Eight Key Issues to Reclaim Humanity. Strategy Works, 2021.
- Steiner, Rudolf. De kernpunten van het sociale vraagstuk, GA 23. (Nederlandse uitg. 1993).
- Wagenknecht, Sahra. Die Selbstgerechten: Mein Gegenprogramm – für Gemeinsinn und Zusammenhalt. Campus Verlag, 2021.
- Van Reybrouck, David. Tegen verkiezingen. De Bezige Bij, 2013.
- Landemore, Hélène. Open Democracy: Reinventing Popular Rule for the Twenty-First Century. Princeton University Press, 2020.
- Smith, Graham. Democratic Innovations: Designing Institutions for Citizen Participation. Cambridge University Press, 2009.
- Marx, Karl. Das Kapital. Band I, Hamburg, 1867. (Ned. vert. Uitgeverij Boom)
- Semler, Ricardo. Maverick: The Success Story Behind the World’s Most Unusual Workplace. Warner Books, 1993.
- Schumacher, E.F. Small Is Beautiful: Economics as if People Mattered. Blond & Briggs, 1973.
- Ostrom, Elinor. Governing the Commons: The Evolution of Institutions for Collective Action. Cambridge University Press, 1990.
- Graeber, David. Bullshit Jobs. Penguin Books, 2018.
- Standing, Guy. The Precariat: The New Dangerous Class. Bloomsbury Academic, 2011.
- Setälä, Maija. Referendums and Democratic Deliberation. Cambridge University Press, 2006.
- AIVD (2017). Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017). Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. https://wetten.overheid.nl/BWBR0038263/
- Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). (2024). Over de TIB – toezicht op de inzet van bijzondere bevoegdheden. https://www.tib-ivd.nl/
- European Union Agency for Fundamental Rights (FRA). (2023). Surveillance by intelligence services: fundamental rights safeguards and remedies in the EU – The Netherlands. https://fra.europa.eu/en/publication/2023/surveillance-intelligence-services-netherlands
- Institute for Information Law (IViR), Universiteit van Amsterdam. (2017). Legal analysis of the Dutch Intelligence and Security Services Act (Wiv 2017). https://www.ivir.nl/publicaties/download/Wiv2017_legal_analysis.pdf
- AIVD (2024). Regulatory Commissions: TIB and CTIVD. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. https://english.aivd.nl/topics/supervision-and-oversight/regulatory-commissions
- Raad van State (2021). Advies wetsvoorstel “Wet verwerking persoonsgegevens coördinator terrorismebestrijding en nationale veiligheid” (NCTV). https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@128745/w15-21-0141/
- Eerste Kamer der Staten-Generaal (2022). Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid – wetsdossier 35850. https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35850_coordinatie_terrorismebestrijding
- Ministerie van Justitie en Veiligheid (2025). Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wet PARTA). https://wetten.overheid.nl/BWBR0051899/
- European Court of Human Rights (2021). Big Brother Watch and Others v. the United Kingdom (Grand Chamber), Application nos. 58170/13, 62322/14, and 24960/15. https://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-210077
- Autoriteit Persoonsgegevens (2024). Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) – grondslagen en toezicht in Nederland. https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/onderwerpen/avg-nieuwe-europese-privacywetgeving
- Raad van State (2023). Over de Raad van State – advisering en rechtspraak. https://www.raadvanstate.nl/over/
- Ministerie van Binnenlandse Zaken (2022). Wet open overheid (Woo). https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-open-overheid
- Parliament of the German-speaking Community of Belgium (2019). The Citizens’ Council of Ostbelgien – Permanent Citizens’ Dialogue. https://www.buergerdialog.be/en/
- Government of Ireland (2018). Citizens’ Assembly Reports – Ireland’s Model for Deliberative Democracy. https://www.citizensassembly.ie/en/
- Decidim (2024). Open-source digital participation platform. Barcelona City Council / Consorci Localret. https://decidim.org/
- Dutch Government (2023). Open Data Policy – data.overheid.nl. https://data.overheid.nl/
- Centraal Planbureau (2020). Kansrijk overheidspersoneel: efficiënter organiseren van publieke taken. https://www.cpb.nl/publicatie/kansrijk-overheidspersoneel
- Algemene Rekenkamer (2023). Jaarverslag Rijk 2022: personeel, inhuur en organisatiekosten. https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2023/05/17/jaarverslag-rijk-2022
- OECD (2021). Public Employment and Management 2021: Towards a More Agile Public Service. Organisation for Economic Co-operation and Development. https://www.oecd.org/gov/public-employment-and-management-2021.htm
- Transparency International Nederland (2022). Integriteit binnen de overheid: aanbevelingen voor preventie en toezicht. https://www.transparency.nl/integriteit-overheid-rapport-2022/
- Føllesdal, A., & Hix, S. (2006). Why There is a Democratic Deficit in the EU: A Response to Majone and Moravcsik. Journal of Common Market Studies, 44(3), 533–562.
- Schmidt, V. A. (2013). Democracy and Legitimacy in the European Union Revisited: Input, Output and Throughput. Political Studies, 61(1), 2–22.
- European Parliament. Comitology: general framework and new developments (Fact Sheets). https://www.europarl.europa.eu/factsheets/
- European Commission. Trilogues. https://commission.europa.eu/law/law-making-process/planning-and-proposing-law/decision-making-process/trilogues_en
- European Council. Pact on Migration and Asylum adopted (2024). https://www.consilium.europa.eu/
- European Commission. New Pact on Migration and Asylum – overview (2024). https://home-affairs.ec.europa.eu/
- Court of Justice of the European Union. (2018). Joined Cases C-293/17 and C-294/17 (PAS-uitspraak, NL). https://curia.europa.eu/
- European Commission. Habitats Directive (92/43/EEC). https://environment.ec.europa.eu/
- European Union. (2023). Directive (EU) 2023/959 amending the EU ETS (Fit for 55). https://eur-lex.europa.eu/
- European Union. (2023). Regulation (EU) 2023/955 establishing the Social Climate Fund. https://eur-lex.europa.eu/
- European Parliament – Legislative Train. Digital euro (proposal and state of play) (2024–2025). https://www.europarl.europa.eu/legislative-train/
- European Data Protection Board & European Data Protection Supervisor. (2023). Joint Opinion on the Proposal for a Regulation establishing the digital euro. https://edpb.europa.eu/
- Central Bank of Ireland / ECB (Eurosystem). (2023). Digital euro – privacy and design options (explainer). https://www.centralbank.ie/
- European Commission. (2024). EU Digital Identity – eIDAS 2.0 adopted. https://digital-strategy.ec.europa.eu/
- European Commission. (2024). European Digital Identity Wallet – building blocks. https://digital-strategy.ec.europa.eu/
- European Digital Rights (EDRi). (2024). eIDAS 2.0: A huge blow to privacy and the open internet. https://edri.org/
- European Commission / EFTA Secretariat. The EEA Agreement – market access for EEA EFTA States (factsheet). https://www.efta.int/ https://commission.europa.eu
- Swiss Federal Department of Foreign Affairs. Switzerland and the EU: Bilateral Agreements (overview). https://www.eda.admin.ch
- Gianviti, F. The IMF and the Legal Aspects of the International Monetary System. In: Current Developments in Monetary and Financial Law (IMF/BIS, 1999) – lex monetae. https://www.bis.org
- European Payments Council. Geographical scope of the SEPA Schemes (including non-EU participants). https://www.europeanpaymentscouncil.eu
- De Nederlandsche Bank. Depositogarantiestelsel – tot €100.000 per persoon per bank (official). https://www.dnb.nl
- Port of Rotterdam Authority. Throughput 2024 press release (c. 436–438 mln ton). https://www.portofrotterdam.com
Defensie en Neutraliteit
Soeferein, pacifistisch, open en weerbaar

Samenvatting
Nederland staat op een kruispunt tussen afhankelijkheid en volwassenheid. Waar het Westen zichzelf verstrikt heeft in militaire blokken en permanente crises, kiest Hart voor Vrijheid voor een koers van soevereine neutraliteit. Ons land hoeft geen pion te zijn in het machtsspel van grootmachten. Neutraliteit betekent niet stilstand, maar rust: het vermogen om zelf te beslissen, te bemiddelen en te beschermen zonder mee te doen aan eindeloze wapenwedlopen. Een compact, humaan defensieapparaat, ongeveer één procent van het BBP, garandeert dat Nederland onafhankelijk kan handelen, vitale infrastructuur kan beveiligen en in tijden van crisis niet afhankelijk is van buitenlandse bescherming.
Tegelijkertijd breken we met de logica van het militair-industrieel complex. Defensie wordt geen winstsector maar een publieke taak met civiel nut: gericht op rampenbestrijding, cyberveiligheid, waterbescherming en humanitaire hulp. Kernwapens verdwijnen uit Nederland, buitenlandse bases worden gesloten en militaire uitgaven worden transparant en democratisch gecontroleerd. Zo wordt veiligheid weer een moreel begrip, geen economische sector. Hart voor Vrijheid ziet deze koers niet als eindpunt maar als overgang: een weg naar ontwapening in een wereld waarin volwassen volkeren leren samenleven zonder dreiging, gebaseerd op vertrouwen, diplomatie en respect voor soevereiniteit.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Gewapende neutraliteit: Nederland verlaat de NAVO en kiest voor gewapende neutraliteit met een defensie van maximaal één procent van het BBP, gericht op bescherming van bevolking, infrastructuur en cyberveiligheid; niet op buitenlandse interventies.
- Kernwapenvrije en transparante veiligheid: Alle Amerikaanse kernwapens verdwijnen uit Nederland. Geen buitenlandse bases, geen geheime missies. Defensie-uitgaven worden openbaar en gericht op dual-use technologie, rampenbestrijding en digitale weerbaarheid.
- Ontwapening als einddoel: Hart voor Vrijheid streeft naar een wereld zonder kernwapens en zonder oorlogseconomie. Zodra de internationale orde is bevrijd van machtspolitiek en angst, zal Nederland pleiten voor stapsgewijze ontwapening en herbestemming van middelen naar mens, milieu en mondiale vrede.

Soevereiniteit en Neutraliteit
Nederland verdient een buitenlandbeleid dat niet langer leunt op andermans agenda maar de veiligheid, welvaart en waardigheid van onze eigen bevolking centraal zet. Hart voor Vrijheid kiest daarom voor een koers die de rust terugbrengt in Europa: uittreding uit de NAVO en, op de iets langere termijn, het verlaten van de Europese Unie (zie hoofdstuk Democratie, bestuur en rechtsstaat). Dat is geen afzondering, maar een bewuste keuze voor gewapende neutraliteit, diplomatie en een eerlijke economie1. Wij willen geen pion zijn in het machtsspel van grote blokken; wij willen een betrouwbare buur, een voorspelbare handelspartner en een geloofwaardige pleitbezorger van vrede zijn.
Met blokpolitiek doelen we op beleid waarin ‘met ons of tegen ons’ leidend is, in plaats van een zelfstandige Nederlandse belangenafweging. Blokkencultuur is de reflex die daarbij hoort: denken in kampen, tests van loyaliteit, en beleid dat meer draait om clubidentiteit dan om vrede of gezond verstand. Neutraliteit is het tegendeel daarvan. De keuze om voor Nederland te kiezen is in die zin geen nationalisme, maar een daad van zelfbescherming: een noodzakelijke stap om gewelddadige en antidemocratische systemen hun macht te ontnemen. Het is ook geen stilzitten, maar het volwassen besef dat veiligheid niet voortkomt uit wapenwedlopen en loyaliteitstests, maar uit voorspelbaarheid, wederzijds respect en het vermogen om te bemiddelen in plaats van te escaleren. Hart voor Vrijheid is pacifistisch: Nederland levert geen wapens aan oorlogvoerende partijen, niet aan Oekraïne en niet aan welk front dan ook. Humanitaire hulp, diplomatieke volharding en eerlijke onderhandelingen passen een beschaafd land beter dan telkens weer meedoen aan de volgende proxy-oorlog1.
De keerzijde van de NAVO
Wat als schild begon, is tot ramkoers verworden. De NAVO schoof in golven oostwaarts, interventies heetten “humanitair” en lieten van de Balkan tot Noord-Afrika een spoor van instabiliteit achter. Stap voor stap werd de strategische diepte tussen Rusland en het bondgenootschap kleiner. In 2008 deed de top in Boekarest er een schep bovenop: Oekraïne en Georgië “zullen lid worden”3. In Moskou werd dat gelezen als insluiting. Het gevolg is geen pan-Europese veiligheidsorde, maar een permanent veiligheidsdilemma: wat hier “defensie” heet, oogt daar als “offensief”1, 2.
Wat begon als het Noord-Atlantisch Verdrag tussen twaalf landen, groeide in acht decennia uit tot een bureaucratisch imperium dat zich uitstrekt van Vancouver tot Vilnius. Elke uitbreiding betekende een verschuiving van de grens tussen diplomatie en macht. De NAVO werd een ideologisch project dat zichzelf na het verdwijnen van de Sovjet-Unie moest heruitvinden en dat deed door telkens een nieuw vijandbeeld te scheppen: Servië, Afghanistan, Libië, Syrië, Rusland. Zo werd de oorlog niet meer een uitzondering, maar een bestaansreden5.
Intussen is de NAVO verschoven van territoriale verdediging naar expeditiemissies en bewapening als standaardantwoord. De rekening? Steeds hoger. Waar 2% van het bbp ooit een richtsnoer was, maakte Washington (2024) er het minimum van13en zette de top in Den Haag (2025) de deur open naar een 5%-pad: 3,5% “core defence” plus tot 1,5% voor “brede veiligheidsinvesteringen”4, 10. En dat zonder voorafgaande parlementaire weging. Regeringsleiders besluiten bij consensus; de volksvertegenwoordiging mag achteraf tekenen.
In Europese hoofdsteden leidde dit tot stille weerstand. Ministers van Defensie kwamen onder druk van Washington te staan en rekten de term “defensie” op tot cyberoorlog, energiezekerheid en zelfs klimaatbeleid6. De alliantie werd daarmee niet alleen militair, maar ook economisch en cultureel kader: een instrument waarmee de Verenigde Staten hun industriële en digitale belangen kunnen verankeren binnen Europese structuren. De militaire commandolijn is formeel multinationaal, maar de beslissingsmacht blijft in Amerikaanse handen; Europese generaals volgen orders die elders worden geschreven7.
Zo wordt Europa in stilte richting 3,5–5% geduwd, terwijl zorg, onderwijs en woningbouw het gelag betalen en militarisering de nieuwe norm wordt. De NAVO is zo verworden tot een organisatie die haar oorspronkelijke doel, de verdediging van vrede en soevereiniteit, heeft ingeruild voor het managen van permanente crises. Zij verdedigt niet langer grenzen, maar het geloof dat oorlog noodzakelijk is om vrede te bewaren8.
Daarom is uittreding uit de NAVO geen sprong in het duister, maar een teken van volwassenheid. Weg uit de blokkencultuur. Terug naar Europese diplomatie en nuchtere afschrikking thuis. Dat maakt ons niet zwakker, maar meer voorspelbaar, bemiddelbaar en uiteindelijk veiliger1. Een Europa dat opnieuw leert bemiddelen in plaats van bevelen, kan zijn historische rol hervinden: die van brug tussen werelden. De keuze is niet tussen Amerika of Rusland, maar tussen afhankelijkheid en volwassenheid. Wie vrede wil, moet durven loskomen van het idee dat veiligheid alleen kan bestaan onder andermans vlag9.
Gewapende neutraliteit, pacifisme met ruggengraat
Neutraliteit zonder ruggengraat is vrijblijvend; neutraliteit met ruggengraat is geloofwaardig. Een neutraal Nederland bouwt geen expeditionair leger dat verre missies mogelijk maakt, maar een slanke en doelgerichte verdediging die onze eigen samenleving beschermt. Onze prioriteit is wat ons echt kwetsbaar maakt: bescherming van ons luchtruim en onze steden; verdediging van de Noordzee en de havens; beveiliging van onderzeese kabels, pijpleidingen en dataknooppunten; en weerbaarheid van energie- en logistieke infrastructuur tegen cyberaanvallen en sabotage. Dat vertalen we in concrete verdedigingscapaciteiten: een goed georganiseerde lucht- en maritieme beveiliging, een flexibele landcomponent met een sterke vrijwillige reserve voor de bescherming van vitale infrastructuur, en een krachtig cyber- en inlichtingenstelsel dat digitale en hybride dreigingen kan afweren. Daarnaast investeren we in weerbaarheid via strategische voorraden, herstelcapaciteit en nauwe samenwerking tussen overheid en vitale sectoren. Geen buitenlandse bases en geen deelname aan andermans oorlogen; wél snelle territoriale mobilisatie en een betrouwbare lucht- en zeewaak die elke opportunist ontmoedigt. Zo vervangen we het dure fetisjisme van ‘interoperabiliteit’ door nuchtere paraatheid in eigen huis.
Daarnaast moet Nederland helder kiezen: geen kernwapens op eigen bodem. De aanwezigheid van Amerikaanse B61-bommen op Nederlandse bases is een anachronisme dat ons land tot doelwit maakt en onze soevereiniteit ondergraaft. Het is enerzijds een militaire schijnzekerheid die weinig bijdraagt aan echte veiligheid, en anderzijds een morele last die ons verplicht tot levensgevaarlijke afhankelijkheid. Daarom pleiten wij dat deze wapens onmiddellijk en onvoorwaardelijk worden verwijderd: geen gedraai achter gesloten deuren, geen vage beloften of ‘deling’ van verantwoordelijkheid, maar een duidelijk, democratisch gelegitimeerd besluit om Nederland vrij te maken van nucleaire bewapening. Zo herwinnen we politieke autonomie, verminderen we het risico op escalatie in ons eigen land en tonen we leiderschap in de internationale strijd voor ontwapening en vrede.
Nederland kiest voor echte neutraliteit. Wij stappen af van afhankelijkheid van NAVO- en EU-militarisering, maar weigeren speelbal te worden van grootmachten. Neutraliteit betekent niet zwakte, maar het vermogen om onszelf te verdedigen en onze eigen koers te varen. Daarom investeren we voorlopig 1% van ons BBP in defensie, gericht op de bescherming van onze bevolking en vitale infrastructuur, niet op buitenlandse interventies.
Een minimale, maar doelgerichte defensie-uitgave waarborgt soevereiniteit zonder militarisering. Het is niet de omvang van een leger die een land veilig maakt, maar de mate waarin het land zelf over zijn veiligheid beslist. Volledige ontwapening, zoals soms wordt bepleit, is slechts mogelijk voor microstaten of eilanden die feitelijk onder de paraplu van andere machten leven. Zelfs Costa Rica, dat vaak als voorbeeld wordt genoemd van een land zonder leger, vertrouwt voor zijn veiligheid op de Verenigde Staten en de inter-Amerikaanse verdragen. Neutraliteit zonder minimale zelfverdediging is daarom schijnneutraliteit. Een defensieapparaat van circa 1% BBP is de ondergrens van geloofwaardige onafhankelijkheid: genoeg om onze grenzen, havens en digitale infrastructuur te beschermen, zonder op te gaan in het logica van machtspolitiek.
De werkelijkheid is dat volledige ontwapening Nederland kwetsbaar zou maken voor een reeks concrete risico’s. De Rotterdamse haven en het luchtruim behoren tot de drukste logistieke knooppunten ter wereld. Een blokkade of sabotage van deze infrastructuur zou binnen enkele dagen leiden tot tekorten aan brandstof, voedsel en medische middelen. Ook een grootschalige cyberaanval kan ziekenhuizen, energiebedrijven en transportsystemen verlammen. Zonder eigen middelen om dergelijke aanvallen te detecteren en af te slaan, is Nederland afhankelijk van buitenlandse mogendheden die hun hulp pas bieden nadat politieke voorwaarden zijn gesteld.
Een ander risico schuilt in de fysieke kwetsbaarheid van ons land. Nederland ligt open en laag; onze delta kan bij overstroming of sabotage van waterwerken in korte tijd miljoenen mensen treffen. Een compact leger en goed georganiseerde reservisten kunnen in zo’n situatie levens redden: met materieel, logistiek, evacuatiecapaciteit en noodvoorzieningen. Defensie is dan niet een militair instrument, maar een nationaal hulpapparaat dat onze bevolking beschermt tegen natuurgeweld, cyberaanvallen en ontwrichting van vitale processen.
Sommigen zouden kunnen wijzen naar Zwitserland, dat slechts 0,6% van het BBP uitgeeft aan defensie. Maar Zwitserland kan zich dit veroorloven dankzij zijn geografische ligging: een bergachtig land, omringd door bevriende staten, zonder kwetsbare kustlijn of vitale zeeverbindingen. Nederland daarentegen is een open en vlak land, met een van de drukste havens ter wereld, onmisbare Noordzee-infrastructuur en afhankelijkheid van vrije handelsroutes. Juist daarom hebben wij een robuuste defensie nodig11.
Daar komt bij dat zelfs landen met een lage defensiebegroting beschikken over een hoog georganiseerde civiele bescherming. Zwitserland onderhoudt duizenden schuilkelders en noodvoorraadsystemen; IJsland werkt nauw samen met de NAVO; Oostenrijk en Finland hebben sterke nationale reserves ondanks hun neutraliteit. Nederland daarentegen heeft die structuren grotendeels afgebouwd. Een investering van 1% BBP is daarom geen luxe, maar een herstel van basisweerbaarheid, een verzekering tegen afhankelijkheid en chaos.
Een samenleving zonder eigen defensie verliest niet alleen haar veiligheid, maar ook haar beslissingsruimte. Zonder capaciteit tot zelfverdediging worden we afhankelijk van buitenlandse bescherming, met het risico dat onze neutraliteit slechts op papier bestaat. Echte onafhankelijkheid betekent niet dat we overal troepen sturen, maar dat we niemand hoeven te vragen om ons te beschermen wanneer het er wél toe doet. Dat is geen verspilling van middelen, maar de minimale prijs van vrijheid.
Een weerbare staat zonder wapenlobby
Een neutrale natie die zichzelf wil kunnen verdedigen, mag niet vervallen in de reflex van wapenwedloop of afhankelijkheid van een militair-industrieel complex. Het gevaar van zo’n complex is dat het zich voedt met angst en voortbestaat bij gratie van permanente dreiging. Waar oorlog een verdienmodel wordt, verliest veiligheid haar morele betekenis. Daarom moet een kleinschalig Nederlands defensiemodel niet worden gebouwd op productie van wapens, maar op weerbaarheid; op kennis, organisatie en civiele inzetbaarheid.
Het uitgangspunt is eenvoudig: veiligheid is een publieke taak, niet een industrie. Nederland kan met een defensiebudget van ongeveer één procent van het BBP een effectief en moreel verantwoord apparaat onderhouden door te investeren in mensen, samenwerking en technologie die ook in vredestijd waarde heeft. Dat betekent geen nieuwe megaconcerns, maar kleinschalige, flexibele netwerken van bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheidsdiensten die gericht zijn op bescherming van infrastructuur, digitale weerbaarheid en noodhulp. In plaats van afhankelijk te blijven van Amerikaanse of Britse defensiegiganten die complete wapensystemen leveren, kan Nederland een eigen dual-use-strategie ontwikkelen. Daarbij worden producten en diensten aangeschaft die zowel civiel als militair inzetbaar zijn: rampenvoertuigen, communicatiesatellieten, water- en energievoorzieningen, cyberbeveiliging, logistieke hubs, medische veldinfrastructuur. Zulke technologieën versterken niet alleen het leger, maar ook het maatschappelijk herstelvermogen bij overstromingen of cyberaanvallen.
Relevante cijfers ondersteunen deze benadering. Het Nederlandse defensiebudget werd in 2024 geschat op ongeveer €19,9 miljard, waarmee het land wereldwijd op de zevende plaats stond voor defensie-uitgaven per capita onder NAVO-leden12. Tegelijkertijd varieert de defensieuitgave als percentage van het bbp: volgens de Wereldbank bijvoorbeeld indicator MS.MIL.XPND.GD.ZS (Militaire uitgaven als percentage van het BBP) voor Nederland13. Deze gegevens tonen aan dat Nederland al aanzienlijk investeert, maar dat investeringen gericht kunnen worden op andere prioriteiten dan pure wapensystemen.
Kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) kunnen daarin een sleutelrol spelen. Zij leveren niet de wapens zelf, maar de kennis, software, onderhoud en logistiek die de ruggengraat vormen van moderne veiligheid. Van scheepswerven en radarleveranciers tot bedrijven in databeveiliging en noodvoorraden, talloze Nederlandse ondernemingen beschikken over expertise die het land minder afhankelijk maakt van buitenlandse defensiecontracten. Door aanbestedingen open te stellen en te verdelen over meerdere binnenlandse partijen, blijft innovatie levendig en wordt monopolisering voorkomen. Recente data van De Nederlandsche Bank tonen dat Nederlandse huishoudens steeds meer investeren in aandelen van defensiebedrijven, direct of indirect, wat wijst op de verwevenheid van particuliere kapitaalstromen en defensie-industrie14.
Om het militair-industrieel complex te beperken, is transparantie essentieel. Contracten moeten openbaar zijn, commissies van volksvertegenwoordigers dienen inzage te krijgen in prijs, looptijd en doel van grote projecten. Geen eeuwigdurende onderhoudscontracten, geen “geheime” prijsafspraken of lobbybanen voor oud-bewindspersonen. Wapensystemen en software dienen te voldoen aan open technische standaarden, zodat onderhoud en vervanging niet opnieuw afhankelijk worden van één buitenlandse leverancier. Verder blijkt uit analyses dat Europese landen die hoger gaan in defensie-uitgaven te maken krijgen met “hard fiscal policy choices”, hogere schulden of gekort op andere posten, wat nog eens onderstreept dat defensieuitgaven zorgvuldig en doelgericht moeten worden ingericht in plaats van mechanisch opgevoerd15.
Ook de onderzoeksrichting verdient democratische sturing. Onderzoek naar defensieve technologie, bescherming, cyberweerbaarheid, civiel-militaire logistiek, verdient steun; onderzoek naar autonome offensieve wapens niet. De kennisinfrastructuur van Nederland kan zo een morele voorsprong nemen: geen land dat inzet op vernietiging, maar een land dat inzet op bescherming.
Een modern leger heeft bovendien meer aan vakmanschap dan aan massa. Goed getrainde reservisten, ingenieurs en specialisten in waterbouw, medische zorg en ICT kunnen een even grote bijdrage leveren als tanks en vliegtuigen. Dat betekent dat de meeste defensiemiddelen terechtkomen bij opleidingen, oefenprogramma’s, en crisislogistiek, niet bij de wapenindustrie. Zo stroomt belastinggeld terug naar vaardigheden, niet naar aandeelhouders.
Ten slotte moet de parlementaire controle sluitstuk zijn van deze nieuwe defensiecultuur. Elke grote investering moet worden beoordeeld op haar civiele nut, duurzaamheid en ethische aanvaardbaarheid. Alleen zo voorkomen we dat de logica van winst het begrip veiligheid kaapt.
Een leger van één procent is dus geen teken van naïviteit, maar van wijsheid: een defensie die klein genoeg is om nooit een doel op zich te worden, en groot genoeg om de samenleving te beschermen wanneer het er echt toe doet. Daarmee bewijst Nederland dat weerbaarheid kan bestaan zonder oorlogseconomie en dat veiligheid, wanneer zij eerlijk wordt ingericht, juist een bron van vrede kan zijn.
Slot: vrede als beleid, geen wensdroom
Uiteindelijk streeft Hart voor Vrijheid naar een wereld waarin geen enkel land nog kernwapens bezit en waarin militaire machtsprojecties vervangen worden door diplomatie, wederkerigheid en vreedzame samenwerking. Op weg naar die horizon is defensie tijdelijk noodzakelijk, niet als wapenarsenaal, maar als brug naar volwassen internationale verhoudingen. Wanneer de wereld zich bevrijdt van toxische elementen, machtsabsolutisme, permanent militair-economisch belang en geopolitieke dominantie, komt het moment om stapsgewijs af te bouwen. Dan kunnen we de investering in defensie verlagen, middelen herbestemmen voor mens en planeet, en kiezen voor een collectieve veiligheid die niet langer angst, maar vertrouwen als fundament heeft.
Een dergelijke wereld is geen romantische pose van utopie, maar het resultaat van politieke keuzes. Wij kiezen ervoor om Nederland los te maken van blokdiscipline, om pacifisme voorlopig te koppelen aan ruggengraat, en om diplomatie te herwaarderen als het gereedschap van volwassen staten. Uittreding uit de NAVO is in dat licht geen terugtocht, maar een stap naar verantwoordelijkheid: wij beveiligen onszelf, wij bewaken onze infrastructuur, wij bemiddelen waar anderen verharden, en wij leggen de grootste beslissingen terug bij de burger. Zo brengen we rust in een continent dat te lang is meegesleurd in het ritme van escalatie. Hart voor Vrijheid geeft het woord terug aan wie altijd de rekening betaalt voor oorlogspolitiek: de gewone mens, die niet vraagt om grandeur maar om zekerheid, fatsoen en een toekomst zonder sirenes.
Beleidsvoorstellen
- Uit de NAVO: Nederland verlaat de NAVO en kiest voor gewapende neutraliteit. Wij herstellen onze soevereiniteit in veiligheidsbeleid en richten ons op bemiddeling, diplomatie en een eigen, beperkte verdediging die past bij een volwassen Europese natie.
- Echte neutraliteit: Nederland investeert structureel 1% van het bbp in defensie, uitsluitend gericht op de bescherming van bevolking, infrastructuur en grondgebied, niet voor buitenlandse interventies of machtspolitieke missies.
- Geen wapenexport: Nederland levert geen wapens aan oorlogvoerende partijen, ook niet aan Oekraïne, en kiest voor humanitaire hulp, diplomatie en vredesonderhandelingen als structurele bijdrage aan stabiliteit.
- Geen buitenlandse bases: Geen buitenlandse troepen of permanente NAVO-infrastructuur op Nederlands grondgebied. Nederland onderhoudt een slanke, doelgerichte verdediging van eigen bodem, gericht op bescherming van burgers, kust, en vitale voorzieningen.
- Bescherming van vitale infrastructuur: Prioriteit voor het luchtruim, de Noordzee, havens, onderzeese kabels, datacentra en cyberweerbaarheid. Onze defensie is primair civiel in karakter, gericht op rampenbestrijding, crisisrespons en nationale veiligheid.
- Neutrale bemiddeling: Nederland positioneert zich als onafhankelijke bruggenbouwer tussen machtsblokken. We verlaten de blokkencultuur en nemen weer de rol op van diplomatieke bemiddelaar in internationale conflicten.
- Kernwapenvrije toekomst: Alle Amerikaanse kernwapens verdwijnen onmiddellijk uit Nederland. Ons land neemt het voortouw in een Europees ontwapeningsinitiatief en pleit in de VN voor een nieuw verdrag tegen stationering van nucleaire wapens op vreemd grondgebied.
- Defensie als rampenorganisatie: De krijgsmacht wordt heringericht tot een weerbaarheidskorps dat naast verdediging ook wordt ingezet voor civiele taken: rampenbestrijding, dijkbewaking, cyberbeveiliging en medische noodhulp.
- Parlementaire controle: Elke militaire inzet buiten Nederland vereist expliciete goedkeuring van de Tweede Kamer, met openbaar debat, kostenraming en terugrapportage. Geen geheime missies, geen automatische verplichtingen.
- Beëindig het militair-industrieel complex: Defensie-uitgaven worden transparant en dienen de samenleving, niet de wapenindustrie. Nederland kiest voor dual-use-innovatie, lokale productie en civiele samenwerking. Geen subsidies aan multinationals die verdienen aan oorlog, maar investeringen in kennis, rampenlogistiek en cyberbescherming.
- Toekomst zonder wapens: Hart voor Vrijheid ziet ontwapening als einddoel. In een wereld die bevrijd is van toxische machtssystemen en waarin menselijke bewustwording is gegroeid, streven wij naar volledige afschaffing van wapens en oorlog als middel van politiek.
- Gietelink, Ab. Tunnelvisies, Hoe realiseren we Vrede in Oekraïne? Stichting Nomade, 2023.
- Gezond Verstand nr. 96 (7 september 2024). “Het ontvoerde Nederland en Amerikaans imperialisme.”
- NATO. Bucharest Summit Declaration (2008). https://www.nato.int/cps/en/natolive/official_texts_8443.htm
- Herszenhorn, D.M. NATO agrees to boost defense spending to 5% of GDP. POLITICO, 25 Jun 2025. https://www.politico.eu/article/nato-agrees-boost-defense-spending-5-percent-gdp
- Gezond Verstand nr. 103 (14 december 2024). “De degeneratie van de NAVO.”
- Gezond Verstand nr. 117 (5 juli 2025). “NAVO-bedreiging voor vrede – een laatste stuiptrekking.”
- Gezond Verstand nr. 112 (26 april 2025). “Van geschonden beloftes naar een verkapte Duitse staatsgreep.”
- Gezond Verstand nr. 120 (30 augustus 2025). “Stuiptrekkingen van het Atlanticisme.”
- Gezond Verstand nr. 121 (13 september 2025). “Terugblik op de EU/NAVO-illusies aangaande Rusland.”
- Brattberg, E. NATO allies just agreed to a 5 percent defense spending target in a low-drama summit. Atlantic Council, 25 Jun 2025. https://www.atlanticcouncil.org
- World Bank / SIPRI. Military expenditure (% of GDP) – Switzerland (recent jaren ~0,6–0,8%). https://data.worldbank.org
- “The Netherlands ranks 7th on defence expenditure among NATO members.” Statistics Netherlands, 18 jun 2025. https://www.cbs.nl/en-gb/news/2025/25/the-netherlands-ranks-7th-on-defence-expenditure-among-nato-members
- “Military expenditure (% of GDP) – Netherlands.” World Bank Data. https://data.worldbank.org/indicator/MS.MIL.XPND.GD.ZS?locations=NL
- “Investing in defence companies more popular among households.” De Nederlandsche Bank, 19 aug 2025. https://www.dnb.nl/en/general-news/statistical-news/2025/investing-in-defence-companies-more-popular-among-households/
- “Higher defence spending brings forward hard fiscal policy choices.” OECD EcoScope Blog, 24 jun 2025. https://oecdecoscope.blog/2025/06/24/higher-defence-spending-brings-forward-hard-fiscal-policy-choices-and-has-an-uncertain-economic-impact/
Economie van Vrijheid en Waarde
Broederschap als kompas

Samenvatting
Het kapitalisme van vandaag is verworden tot een schuldeneconomie waarin rente en speculatie de boventoon voeren, ongelijkheid groeit en crises elkaar opvolgen. De euro, met haar schuldenpolitiek en digitale plannen rond de CBDC, vergroot die afhankelijkheid en bedreigt de vrijheid van burgers. Hart voor Vrijheid kiest daarom voor monetaire soevereiniteit: een rentevrije gulden 2.0, gedekt door tastbare waarden als goud, grondstoffen en voedselreserves, die inflatie en deflatie structureel temt. In plaats van een centrale digitale munt komt er een decentrale burgerrekening, insolventie-proof en privacyvriendelijk. Tegelijkertijd moet deze munt rusten op een productieve basis: her-industrialisatie, eerlijke concurrentie en een financiële sector die weer dienstbaar is aan tastbare productie in plaats van casinokapitalisme. Zo wordt Nederland pionier van een nieuwe waarde-economie en een veilige haven in een wereld die wankelt op schulden.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Monetaire soevereiniteit en gulden 2.0: verlaat de euro, voer een nieuwe gulden in die is gedekt door tastbare waarden en vrij is van rente, zodat inflatie en deflatie structureel worden beteugeld en burgers hun spaargeld waardevast behouden.
- Burgerrekening in plaats van CBDC: verwerp een centrale digitale euro en bied iedere burger een decentrale, privacy-vriendelijke rekening die insolventie-proof is en contant recht waarborgt, zodat geld weer een instrument van vrijheid wordt in plaats van een middel tot controle.
- Productieve waarde-economie: combineer de rentevrije gulden 2.0 met een beleid dat industrie, landbouw en infrastructuur versterkt, importheffingen invoert tegen oneerlijke concurrentie, nutsbedrijven collectief beheert en casinokapitalisme temt, zodat de financiële sector weer ten dienste staat van tastbare productie en brede welvaart.

Inleiding – Kapitalisme ontleed
Kapitalisme is een woord dat vaak gedachteloos wordt gebruikt, een vlag die zowel door verdedigers als tegenstanders wordt gehesen zonder dat iemand nog goed kijkt wat er precies onder wappert. Voor de één is het synoniem voor vrijheid en ondernemerschap, voor de ander de belichaming van uitbuiting en vervreemding. Maar wie voorbij de slogans kijkt, ziet dat het kapitalisme geen neutraal systeem is dat toevallig ontspoort. Het heeft een eigen innerlijke logica, een systeemdwang die ons steeds opnieuw richting accumulatie, ongelijkheid en sociale ontwrichting duwt1.
Die systeemdwang bestaat uit een eenvoudige maar meedogenloze wetmatigheid: kapitaal moet renderen. Geld dat geld maakt, rente die rente voortbrengt, beleggingen die nieuwe rendementen eisen. Niet omdat ondernemers nu eenmaal gulzig zouden zijn, maar omdat het systeem hen ertoe dwingt. Wie niet groeit, verliest zijn concurrentiekracht. Wie niet uitbreidt, wordt opgeslokt door een grotere speler. Achter het vriendelijke gezicht van innovatie en welvaart schuilt een voortdurende jacht naar schaal, naar efficiëntie, naar kostenbesparing; en uiteindelijk naar steeds hogere winsten2.
Het kapitalisme heeft in de afgelopen vijf eeuwen onmiskenbaar grote prestaties geleverd: industrialisatie, technologische vooruitgang, hogere levensverwachting. Maar die prestaties werden bijna altijd betaald door anderen: door uitgebuite arbeiders, door koloniale volkeren, door generaties die de schulden en de vervuiling moesten dragen3. De verzorgingsstaat die in West-Europa na de Tweede Wereldoorlog werd opgebouwd, was geen natuurlijk kind van het kapitalisme, maar een dam tegen zijn vernietigende kracht. Bismarck voerde sociale wetgeving niet in uit menslievendheid, maar om socialistische onrust te smoren4. En na 1945 bouwden landen niet uit gulheid maar uit angst voor revolutie en herinnering aan crisis een sociaal vangnet. Het zogenaamde “menselijk gezicht” van het kapitalisme was in werkelijkheid een politiek afgedwongen correctie op een systeem dat anders in barbarij zou zijn vervallen.
Wie kapitalisme alleen maar ziet als marktwerking en vrije ruil, mist de kern. Want eerlijke ruil is zelden de realiteit. In de praktijk worden prijzen gemanipuleerd, externe kosten afgewenteld, monopolies opgebouwd, en wint de machtige altijd meer dan de zwakke5. De kritiek, dat accumulatie altijd ten koste gaat van de ander, raakt hier een zenuw: de winst van de een is te vaak gebaseerd op het gebruik, het beheersen en soms het vernietigen van de ander. Oorlogen werden gevoerd om handelsroutes en grondstoffen6. Regenwouden verdwijnen niet omdat lokale boeren een hekel aan bomen hebben, maar omdat mondiale kapitaalstromen vraag creëren naar soja, palmolie en zeldzame mineralen. En de wooncrisis in Nederland komt niet voort uit een toevallige beleidsfout, maar uit de logica dat huizen investeringsobjecten zijn geworden voor wie geld over heeft, terwijl starters verdrinken in schulden en wachttijden7.
Toch zou het te gemakkelijk zijn om elk winstmotief tot misdaad te verklaren. Vrije ruil kan ook eerlijk zijn, mits de spelregels kloppen. Een bakker en een klant kunnen beiden beter worden van een transactie: de bakker ontvangt inkomen, de klant brood. Het probleem begint waar prijzen niet de werkelijke kosten weerspiegelen. Wanneer vervuiling gratis is, wanneer belastingontwijking normaal wordt, wanneer rente automatisch rijkdom naar de rijken pompt, verandert de markt van een arena van samenwerking in een machine van uitbuiting8.
Het kapitalisme is dus geen homogene grootheid. Het kent varianten, vormen die sterker of zwakker zijn gereguleerd, samenlevingen die sociale correcties hebben ingebouwd of juist niet. Het verschil tussen het roofkapitalisme van hedgefondsen en de lokale coöperatie die eerlijke producten verkoopt, is groot. Maar wat al die vormen bindt, is de onderliggende drang tot kapitaalaccumulatie, de logica van geld dat geld moet maken. Dat is de reden waarom crisissen in het kapitalisme terugkeren als seizoenen: de zeepbel van de jaren ’30, de oliecrisis van de jaren ’70, de financiële crash van 2008, de eurocrisis en de coronaschuldenbergen9.
Arno Wellens laat in zijn boek Democratie op de Helling zien hoe dit mechanisme vandaag de dag werkt: schuldenbergen worden opgestapeld en vervolgens “opgelost” met digitale controlemechanismen, van QR-codes tot Central Bank Digital Currencies. Crisis na crisis wordt gebruikt om meer macht te centraliseren, terwijl de oorzaken – de schuldeneconomie zelf – ongemoeid blijven10. Het kapitalisme van onze tijd is niet meer het negentiende-eeuwse fabriekssysteem, maar een digitaal schuldenstelsel waarin burgers niet langer alleen arbeider of consument zijn, maar ook data-object en potentiële schuldige.
De prijs van dit systeem is hoog. Sociale ongelijkheid groeit, jongeren hebben geen toegang meer tot een woning, het milieu wordt uitgehold door de drang naar oneindige groei, en oorlogen laaien op langs de randen waar grondstoffen en markten op het spel staan11. Wie dit alles alleen ziet als “excessen” van een op zich goed systeem, kijkt weg. Maar wie het kapitalisme enkel demoniseert zonder onderscheid te maken, mist evenzeer de nuance. Het is precies deze spanning die wij willen doorbreken: erkennen dat de logica van ongebreideld kapitalisme destructief is, maar tegelijk zoeken naar een model dat de dynamiek van markten, innovatie en vrijwillige samenwerking behoudt – zónder de dwang van rente, schulden en accumulatie.
Want de vraag is niet of we markten hebben. De vraag is onder welke spelregels ze functioneren. Of geld dient om samenwerking te vergemakkelijken, of om speculatie en macht te vermeerderen. Of winst een beloning is voor productieve arbeid, of een belasting op de samenleving door wie al rijk is. Of werk een bron van trots kan zijn, of een bron van vervreemding. Precies daar, in de keuze voor de instituties en de spelregels, wordt beslist of de economie vrijheid en menselijke waardigheid versterkt, of dat zij ons opsluit in een systeem dat geen maat kent.
Het kapitalisme van vandaag laat ons zien dat we op grenzen zijn gestuit: ecologisch, sociaal en democratisch. Steeds harder klinkt de roep om “meer regulering”, “groene transitie” of “digitale innovatie” – maar vaak blijken deze slechts nieuwe maskers voor dezelfde oude logica: schuld maken, groei afdwingen, macht concentreren12. Het is tijd om het beest bij de naam te noemen. Het kapitalisme in zijn huidige vorm kan geen antwoord meer bieden op de uitdagingen van onze tijd. De keuze is niet terug naar een centraal geleide planeconomie of vasthouden aan een failliet systeem. De keuze is een derde weg: een nieuwe economie die vrijheid, bestaanszekerheid en reële waarde centraal stelt.
Een nieuwe economie
Als we erkennen dat het kapitalisme zoals het nu functioneert ons naar de rand van de afgrond heeft geduwd, rijst de vraag: wat dan wel? Het antwoord kan niet zijn dat we terugvallen in oude schema’s, in centralistische planeconomie of technocratische experimenten die vrijheid slechts in naam respecteren. Maar evenmin kunnen we doorgaan op de huidige weg, waarin markten zonder grenzen uitgroeien tot oligopolies, banken geld uit het niets scheppen en burgers worden gereduceerd tot dataprofielen in een digitale schuldeneconomie. De uitdaging is om een nieuwe economie te ontwerpen die vrijheid en zekerheid verzoent, die markten benut zonder zich eraan uit te leveren, en die geld terugbrengt tot wat het ooit had moeten zijn: een instrument om samenwerking mogelijk te maken, niet een wapen om macht te concentreren.
Het fundament van die nieuwe economie ligt in bestaanszekerheid. Want zonder zekerheid geen vrijheid, zonder een bodem geen waardigheid. Die zekerheid nemen we niet langer afhankelijk van ambtelijke willekeur of toeslagenbureaucratie, maar verankeren we in een eenvoudig mechanisme: de negatieve inkomstenbelasting. Iedereen die onder het minimum uitkomt, wordt automatisch aangevuld, wie erboven verdient draagt bij13. Geen formulieren, geen terugvorderingen, geen angst. In die eenvoud schuilt de kracht: werken loont altijd, maar niemand valt nog door de bodem. Angst verdwijnt, ruimte voor creativiteit verschijnt.
Bovenop die bodem trekken we een grens naar boven. Want vrijheid betekent ook bescherming tegen overheersing. Niemand mag zoveel rijkdom vergaren dat hij de samenleving kan kopen, de politiek kan gijzelen of de media kan manipuleren. Succes wordt beloond, maar boven de honderd tot honderdvijftig miljoen wordt rijkdom afgeroomd14. Niet met de botte bijl, maar met een zachte maar onontkoombare druk. Rijkdom blijft bezit, maar macht keert terug naar de gemeenschap.
Deze fundamenten hebben echter geen zin zolang de munt zelf op drijfzand rust. De euro, gebouwd op schulden en politieke transacties, is geen neutraal betaalmiddel maar een dwangbuis. Hij dwingt tot bezuinigingen waar ruimte nodig is, en gooit miljarden op de markt waar terughoudendheid vereist is15. Hij houdt landen in gijzeling van regels die noch democratisch, noch rationeel zijn. Daarom moeten we de stap zetten die velen vrezen uit te spreken: Nederland moet terugkeren naar monetaire soevereiniteit. Niet naar de oude gulden, maar naar een gulden 2.0: een munt met een anker in de werkelijkheid, onttrokken aan de grillen van politici en speculanten.
Deze nieuwe gulden rust niet op schuld, maar op waarde. Zij wordt gedekt door een mandje van tastbare goederen: goud en zilver die hun zeldzaamheid niet verliezen, strategische energievoorraden zoals gas en olie in opslag, basisgrondstoffen als koper en ijzererts, en graanvoorraden die onze voedselzekerheid garanderen. Zo’n mandje is geen dogmatische goudstandaard, maar een breed fundament dat de munt tegelijk stabiel en veerkrachtig maakt. Geld wordt zo weer wat het moet zijn: een bewijs van waarde, niet een belofte in rook. De spaarder weet dat zijn geld niet oplost in inflatie, de ondernemer weet dat prijzen niet plots kelderen in deflatie. Inflatie en deflatie worden niet langer met paniekmaatregelen bestreden, maar zijn ingebouwd in een systeem dat beide uitersten tempert.
Met de terugkeer van de gulden komt ook de kans om de motor van de schuldeneconomie stil te zetten: rente. Rente is de verborgen ketting die ons dwingt tot voortdurende groei. Wie geld leent, moet meer terugbetalen dan hij ontving. Die logica lijkt vanzelfsprekend, maar ze creëert een permanente honger naar uitbreiding. Want de rente moet ergens vandaan komen: uit de zakken van de schuldenaar, uit extra productie, uit nieuwe leningen16. Zo jaagt rente de machine van accumulatie op, vergroot zij ongelijkheid en blaast zij bubbels op die telkens barsten. Een economie zonder rente is geen sprookje, maar een stap naar bevrijding. Krediet blijft mogelijk, maar op basis van werkelijke kosten en gedeelde risico’s. Financiers delen in winst en verlies, ondernemers dragen verantwoordelijkheid, spaarders investeren in reële projecten in plaats van in schaduwpapieren. Zo wordt kapitaal weer een partner van arbeid, niet haar meester.
Het resultaat van dit alles is een economie die ademt. Niet langer een systeem dat voortdurend jaagt op groei, maar een orde die stabiliteit en innovatie in balans brengt. De negatieve inkomstenbelasting legt de bodem, de vermogenstop breekt de toppen, de gulden 2.0 verankert de munt in reële waarde, en de afschaffing van rente ontneemt de machine haar dwangmatige ritme. Zo ontstaat een economie die vrijheid niet langer predikt maar mogelijk maakt: burgers vrij van angst, markten vrij van speculatie, kapitaal vrij om te dienen in plaats van te heersen.
De burgerrekening en de kritiek op CBDC
Wie de macht over geld beheerst, beheerst de samenleving. Dat inzicht is zo oud als de munt zelf, maar krijgt vandaag een nieuwe, dreigende dimensie. Want waar geld ooit tastbaar was, een munt in de hand of een biljet in de portemonnee, dreigt het nu te verdwijnen in een digitale infrastructuur die niet van ons, maar van de machtigen is. De Central Bank Digital Currency (CBDC) wordt door beleidsmakers verkocht als modern, veilig en efficiënt. Maar achter dit glanzende verkooppraatje schuilt een instrument dat de vrijheid van burgers radicaal kan ondermijnen17.
Arno Wellens heeft dit scherp blootgelegd. Hij laat zien hoe CBDC geen onschuldig experiment is, maar de logische volgende stap in een traject van digitale centralisatie: QR-codes, digitale paspoorten, koppeling van medische dossiers en identiteitsbewijzen, en uiteindelijk programmeerbaar geld. CBDC is geen neutrale digitale euro, maar een munt die in één adem gekoppeld wordt aan identiteit en gedrag18. Wie betaalt, wie spaart, wie doneert: alles wordt zichtbaar, alles wordt traceerbaar, alles kan in theorie worden beperkt. Het is de nachtmerrie van Orwell, maar dan verpakt in beleidsnota’s van de Europese Centrale Bank.
De gevaren zijn niet abstract. Programmeerbaarheid betekent dat een overheid of centrale bank voorwaarden kan stellen: uw geld werkt wel voor voedsel, maar niet voor benzine. Uw uitkering komt wel binnen, tenzij u “ongewenst gedrag” vertoont. Uw saldo kan bevroren worden bij protest, uw spaartegoed kan negatief worden “beloond” met rente die u niet ontvangt maar betaalt. De belofte van gemak verandert in een regime van beheersing19. Waar contant geld vrijheid bood om zonder pottenkijkers te leven, wordt de burger in een CBDC-systeem afhankelijk van algoritmen en regels waar geen ontsnappen meer aan is.
Daarom is het essentieel dat wij precies het tegenovergestelde pad bewandelen. Niet meer centralisatie, maar meer decentralisatie. Niet meer controle, maar meer eigenaarschap. Daarom pleiten wij voor de burgerrekening: een decentrale, privacy-vriendelijke infrastructuur die juist bedoeld is om burgers te beschermen tegen willekeur en afhankelijkheid.
De burgerrekening is geen vordering op een commerciële bank, die kan omvallen of uw gegevens kan doorverkopen. Het is ook geen programmeerbaar instrument van een centrale autoriteit. Het is afgescheiden vermogen binnen een coöperatief burgerfonds. Uw saldo kan niet verdwijnen in een faillissement, niet worden ingezet voor risicovolle speculatie, en niet worden geblokkeerd door een ambtenaar. Alleen met een rechterlijk bevel bij bewezen fraude kan er worden ingegrepen20. Daarmee keert de verhouding om: de burger beheert zijn geld, de instituties dienen het recht.
Privacy staat centraal. De burgerrekening is ontworpen met privacy-by-design: transacties zijn afgeschermd, alleen de betaler en ontvanger zien de details. De software is open source, zodat niemand in het geniep verborgen achterdeuren kan bouwen. Iedere burger kan nagaan of het systeem correct functioneert. En belangrijker nog: het recht op contant geld blijft onaantastbaar. Want vrijheid betekent ook dat je altijd kunt kiezen om je geld fysiek in handen te hebben, buiten elke digitale infrastructuur om.
Wellens laat zien hoe de digitale schuldeneconomie onze democratie ondermijnt. Elke crisis, van de eurocrisis tot corona, werd aangegrepen om meer controle naar boven te trekken. Met de CBDC dreigt die centralisatie voltooid te worden. Het antwoord kan alleen zijn: een ander pad. Waar de CBDC burgers tot onderdanen maakt, maakt de burgerrekening hen tot eigenaars. Waar de CBDC de afhankelijkheid vergroot, vergroot de burgerrekening de autonomie.
De burgerrekening is dus geen technische gimmick, maar een politiek wapen tegen centralisatie. Zij beschermt tegen corruptie omdat uitbetalingen geautomatiseerd en verifieerbaar verlopen. Zij voorkomt willekeur omdat niemand, geen ambtenaar en geen centrale bank, voorwaarden kan toevoegen. Zij maakt bestaanszekerheid immuun voor politieke stemmingmakerij: de negatieve inkomstenbelasting wordt hierop uitbetaald, zonder aanvraag, zonder formulieren, zonder voorwaardelijke gedragscodes.
Zo ontstaat een financieel systeem dat precies het tegenovergestelde is van de richting waarin Brussel en Frankfurt ons willen duwen. Geen digitaal juk, maar een digitale bevrijding. Geen munt die ons reduceert tot dataprofielen, maar een rekening die ons recht geeft op zelfstandigheid. Het is de technologische vertaling van vrijheid: decentraal, transparant, maar onaantastbaar voor de macht van boven.
Naar een rentevrije en waardegedekte gulden
Wie het beest van het kapitalisme werkelijk wil temmen, moet bij de wortel beginnen: het geld zelf. Zolang ons geld niets meer is dan een digitale belofte die bij iedere crisis eindeloos kan worden uitgebreid, zal inflatie ons spaargeld opvreten en zullen bubbels ons telkens opnieuw meesleuren in recessies. Zolang banken geld mogen scheppen uit lucht en rente daarop mogen innen, zal de logica van schuld en accumulatie nooit stoppen. Daarom is een nieuwe munt de hoeksteen van een nieuwe economie: een gulden die niet zweeft op schulden, maar rust op reële waarde.
Die nieuwe gulden is geen nostalgisch symbool, maar een revolutionaire breuk. Zij wordt gedekt door een mandje van tastbare waarden: edelmetalen die hun zeldzaamheid behouden, fysieke energievoorraden die altijd nodig zijn, industriële grondstoffen die de productie dragen, en graanreserves die de bevolking voeden. Zo’n mandje geeft de munt zowel stabiliteit als flexibiliteit. Het voorkomt dat geld oplost in inflatie, maar ook dat het verstart in deflatie. Anders dan de klassieke goudstandaard, die te star bleek en economieën wurmde, is deze gulden 2.0 een anker dat meebeweegt met de werkelijkheid.
Hiermee wordt de eeuwenoude slingerbeweging van inflatie en deflatie doorbroken. Inflatie ontstaat wanneer geld sneller groeit dan waarde; deflatie wanneer waarde verdampt maar schulden blijven staan. In ons huidige systeem vechten centrale banken tegen de ene ramp door de andere te riskeren: rente omhoog, en de economie verstikt; rente omlaag, en bubbels rijzen de pan uit. In de gulden 2.0 verdwijnen die paniekknoppen. Het mandje zorgt dat geld in balans blijft met de werkelijkheid, de negatieve inkomstenbelasting dempt de vraaguitval in recessies, en de afschaffing van rente haalt de motor uit de schuldenmachine.
Want rente is de verborgen tiran van onze tijd. Zij dwingt tot voortdurende groei, omdat er altijd meer moet worden terugbetaald dan er is ontvangen. Zij zuigt rijkdom naar boven, van wie werkt naar wie bezit. Zij maakt schuld tot de brandstof van de economie, en bubbels tot de onvermijdelijke uitkomst. Door rente af te schaffen bevrijden we de economie uit deze dwangbuis. Krediet blijft bestaan, maar op basis van gedeelde risico’s en werkelijke kosten. Investeerders worden partners, geen schuldeisers. Spaarders worden deelnemers in reële projecten, geen passieve incasseerders van rente. Zo wordt kapitaal weer productief, niet parasitair.
Maar Nederland staat niet alleen op de wereld. Wat gebeurt er als wij als bijna enige land kiezen voor een munt die werkelijk gedekt is, rentevrij en stabiel? Sommigen vrezen dat we geïsoleerd raken, dat exporteurs zich uit de markt prijzen en investeerders vluchten. In werkelijkheid is het omgekeerd. Een munt die rust op waarde zal internationaal juist vertrouwen trekken21. Zij zal als een magneet werken voor handelspartners die liever betaald worden in harde gulden dan in zwakke dollars of euro’s. Import wordt goedkoper, export duurder, maar de stabiliteit van de gulden maakt dat bedrijven hun prijzen op lange termijn beter kunnen plannen. Buitenlandse handelaren kunnen altijd wisselen via het mandje: wie guldens wil, kan ze krijgen door goud, graan of koper in te wisselen. Zo blijft de koers stabiel en transparant.
Natuurlijk zullen speculanten proberen te profiteren, maar zij worden beteugeld door eenvoudige spelregels: een kleine heffing op flitskapitaal, een minimale houdperiode voor grote instroom. Wat resteert is kapitaal dat wil blijven, investeren, meedelen in productie. Daarmee wordt Nederland geen speelbal, maar een safe haven: een plek waar geld zijn waarde behoudt en investeringen werkelijk renderen.
Internationaal vraagt dit om een strategie die verder reikt dan onze grenzen. Nederland kan bilaterale overeenkomsten sluiten met landen die onze munt waarderen: grondstoffenleveranciers die liever betaald krijgen in een stabiele gulden dan in wankele dollars, handelspartners die prijsstabiliteit belangrijker vinden dan financiële acrobatiek22. En wij hoeven dit niet alleen te doen: kleinere landen die de schuldeneconomie moe zijn, van IJsland tot mogelijk Scandinavië, kunnen in een coalitie stappen die alternatieve, waardegedekte munten omarmt. Zo ontstaat stap voor stap een netwerk van veilige havens in een wereld die steeds instabieler wordt.
Maar de transitie kan niet in één keer. Eerst moet Nederland zich ontdoen van de politieke en militaire dwangbuis. Een eigen koers vraagt soevereiniteit, en die begint met het verlaten van de NAVO. Daarna volgt de EU: zonder Brussel kunnen we ons monetaire en economische beleid weer zelf bepalen. Pas dan kan de gulden terugkeren, eerst als nieuwe munt naast de euro, vervolgens als volwaardige nationale munt. In die eerste fase draait zij nog als fiat, maar met het oog op de opbouw van reserves. Daarna wordt zij stap voor stap gekoppeld aan het mandje van reële waarden, totdat de dekking stevig en onaantastbaar is. En wanneer dat fundament eenmaal staat, komt de laatste stap: de rente afschaffen. Want rentevrij krediet vergt tijd om te wennen en om alternatieven te ontwikkelen. Eerst bestaanszekerheid, daarna dekking, tenslotte bevrijding23.
Dit pad is niet eenvoudig en zal weerstand oproepen. De EU en de VS zullen druk uitoefenen, omdat onze munt hun schuldeneconomie ontmaskert. Maar juist die vijandigheid toont de kracht van het idee: wie vrijheid opeist, botst altijd met macht die die vrijheid bedreigt. Onze internationale strategie is daarom helder: bouw bondgenootschappen op basis van vertrouwen, bied handelspartners een stabiele munt, en positioneer de gulden 2.0 als de veilige haven van Europa. Zo maken we van Nederland geen buitenstaander, maar een pionier.
Dit alles vormt geen technocratisch detail, maar de kern van een politieke belofte. Een economie die geen slaaf meer is van rente en schuld, maar weer dienstbaar wordt aan de samenleving. Een munt die vrijheid beschermt in plaats van haar uit te hollen. En een orde waarin inflatie en deflatie niet langer de spookbeelden zijn die ons telkens gijzelen, maar getemde krachten binnen een systeem dat eindelijk in balans is met mens en natuur.
Zo krijgt het woord economie zijn oorspronkelijke betekenis terug: het beheer van het huis, van ons gemeenschappelijke huis. Niet langer de roofbouw van kapitaal dat geen grenzen kent, niet langer de kunstmatige crisissen waarmee elites hun macht uitbreiden, maar een economie die recht doet aan vrijheid, waardigheid en zekerheid. In die economie is geld niet langer een meester, maar een dienaar. En precies daarin ligt de bevrijding die ons te wachten staat, wanneer we de moed hebben het oude systeem achter ons te laten.
De macht van financiële conglomeraten
In de moderne wereldeconomie is een nieuwe vorm van macht ontstaan: die van de mondiale vermogensbeheerders. Bedrijven als Vanguard, BlackRock en State Street bezitten via hun fondsen aandelen in bijna elk groot bedrijf ter wereld – van energiebedrijven tot mediaconcerns, van farmaceuten tot banken en defensie-industrieën25. Hun invloed is stil, maar alomtegenwoordig. Ze beslissen niet alleen over kapitaalstromen, maar indirect ook over beleid, prijzen en publieke agenda’s. De CEO’s van deze ondernemingen behoren niet tot de rijkste individuen, maar hun invloed overtreft die van menig staatshoofd. De scheiding tussen hun persoonlijke vermogen en het vermogen dat zij beheren is juridisch, niet feitelijk: zij sturen biljoenen aan andermans geld, maar handelen zonder democratisch mandaat29.
Door hun enorme schaalvoordelen kunnen deze financiële conglomeraten belangen bundelen die in een gezonde economie juist gescheiden zouden zijn. Ze bezitten tegelijkertijd aandelen in concurrerende bedrijven en bepalen via proxy voting en ESG-richtlijnen de koers van ondernemingen in sectoren als energie, landbouw en technologie26. Wat aan de buitenkant oogt als een vrije markt, is in werkelijkheid een geconcentreerde machtsstructuur waarin enkele beheerders bepalen welke bedrijven groeien en welke verdwijnen30. De markt verwordt zo tot een vorm van centraal bestuur zonder politieke verantwoordelijkheid. Zelfs vitale nutsvoorzieningen, zoals elektriciteit en water, vallen onder hun invloed: in 2025 kreeg BlackRock van de Amerikaanse toezichthouder opnieuw toestemming om grote belangen in nutsbedrijven te bezitten31.
Om deze oligarchie te doorbreken is transparantie de eerste stap. Grote vermogensbeheerders moeten hun volledige portefeuilles, stemgedrag en lobbyactiviteiten openbaar maken25. Alleen wanneer zichtbaar is wie feitelijk de macht uitoefent over bedrijven en instituties, kan democratische controle terugkeren. Maar transparantie alleen volstaat niet. Ook de concentratie van eigendom en stemrecht moet worden beperkt. Onderzoek toont aan dat quasi-indexbeheerders, zoals de Big Three, de investeringsbereidheid van ondernemingen verlagen en concurrentie ondermijnen28. Geen enkele partij mag een beslissend belang verwerven in meerdere ondernemingen binnen dezelfde sector. Door stemrechten te plafonneren en beleggingen te diversifiëren over meer handen, keert invloed terug naar aandeelhouders en werknemers die werkelijk betrokken zijn bij de onderneming.
Daarnaast is een structurele ontvlechting van functies noodzakelijk. Dezelfde instellingen die vandaag investeringsadvies geven, beheren fondsen, geven kredietbeoordelingen en handelen op de beurs. Dit leidt onvermijdelijk tot belangenverstrengeling en machtsmisbruik. Een moderne variant van de vroegere Glass-Steagall-wet kan hier uitkomst bieden: een scheiding tussen vermogensbeheer, consultancy, rating en markthandel, zodat financiële instellingen zich weer richten op hun primaire taak – het verantwoord beheren van andermans geld27.
Maar macht breek je niet alleen door regels; ze moet ook worden vervangen door publieke en coöperatieve alternatieven. Nederland kan een Coöperatief Investeringsfonds oprichten waarin burgers, pensioenfondsen en overheidsparticipaties gezamenlijk investeren in tastbare binnenlandse waarde: woningen, duurzame productie, landbouw, energie en infrastructuur. Zo ontstaat een nieuw type instelling: niet gedreven door winstmaximalisatie, maar door maatschappelijk rendement, transparantie en medezeggenschap. Dit fonds kan ook dienstdoen als tegenkracht tegen buitenlandse asset managers, zodat Nederlandse spaargelden niet langer worden rondgepompt in anonieme internationale circuits, maar rechtstreeks bijdragen aan de opbouw van onze samenleving26, 30.
Een belangrijk onderdeel van deze heroriëntatie betreft de pensioensector. De miljarden die Nederlandse pensioenfondsen beheren, behoren toe aan de werkende bevolking en moeten daarom ook ten dienste staan van de samenleving. In plaats van via buitenlandse fondsen te beleggen in speculatieve markten, dienen deze middelen te worden geïnvesteerd in binnenlandse en duurzame projecten. Werknemers en gepensioneerden krijgen directe zeggenschap over de manier waarop hun spaargeld wordt belegd. Zo wordt kapitaal weer verbonden met arbeid en gemeenschap27.
Tegelijk moet het speculatieve karakter van financiële markten worden beteugeld. Een geringe maar effectieve transactietaks op flitshandel, derivaten en korte-termijntransacties ontmoedigt pure speculatie en beloont langdurige investeringen in de reële economie28. Grote fondsen worden verplicht om aandelen gedurende een minimale periode vast te houden, zodat zij niet langer winst maken op volatiliteit, maar op werkelijke waardecreatie. Deze stabiliteit beschermt zowel ondernemingen als werknemers tegen de grillen van speculanten die enkel op korte winst uit zijn.
Om te waarborgen dat deze hervormingen niet verzanden in goede bedoelingen, komt er een onafhankelijke financiële waakhond onder democratisch toezicht. Deze instantie ziet toe op eigendomsconcentraties, lobbypraktijken en marktmanipulatie, en rapporteert jaarlijks aan het parlement25, 27. In een vrije samenleving hoort economische macht net zozeer te worden gecontroleerd als politieke macht.
De hervorming van de financiële sector is geen aanval op ondernemerschap, maar een herstel van evenwicht tussen kapitaal en gemeenschap. Vrij ondernemerschap bloeit alleen waar macht wordt gedeeld en verantwoordelijkheid wordt gedragen. Wanneer enkele mondiale beheerders de feitelijke eigenaars van de wereldeconomie worden, verliezen burgers en staten hun zeggenschap. Door eigendom, kapitaal en besluitvorming opnieuw te decentraliseren, herwinnen we economische soevereiniteit en brengen we de economie terug tot menselijke maat. Zo wordt Nederland geen speelbal van financiële reuzen, maar een pionier van een nieuwe orde waarin geld weer dienaar is van het leven en niet andersom29, 30.
Her-industrialisatie en industriepolitiek
Een nieuwe munt en een gezond financieel stelsel zijn pas het begin. Geld dat weer waarde vertegenwoordigt, moet rusten op een productieve economie. Zonder eigen industrie, landbouw en infrastructuur wordt de gulden 2.0 een huis zonder fundament. De afgelopen decennia is veel productie uitbesteed aan lage-lonenlanden. Dat leverde goedkope spullen op, maar beroofde miljoenen mensen in het Westen van hun productieve identiteit. Het werk dat daarvoor terugkwam, was vaak zinloos of onderbetaald, terwijl we allemaal werden gereduceerd tot consumenten in een mondiale race naar de bodem.
Vrijheid vraagt om herwaardering van productie. Niet door terug te keren naar de fabrieken van de negentiende eeuw, maar door een strategische her-industrialisatie die inzet op hoogwaardige technologie, duurzame productie en zinvol werk. Eerlijke concurrentie begint bij eerlijke prijzen: producten die zijn gemaakt met ecologische roofbouw of slavenlonen horen niet langer onze markt te overspoelen. Importheffingen op dergelijke goederen zijn geen nostalgisch protectionisme, maar een noodzakelijke correctie. Ze creëren ruimte voor binnenlandse productie en verhogen tegelijk de belastingopbrengst, waarmee de lasten op arbeid en btw kunnen worden verlaagd. Zo verschuift de druk van werk naar vervuiling en roofbouw.
De overheid kan in dit proces geen passieve scheidsrechter zijn, maar ook niet de directe speler die zelf het economisch stuur overneemt. Zij moet een partner en beschermer van de publieke waarden zijn, die randvoorwaarden schept voor een economie van samenwerking. Strategische sectoren, zoals energie, spoor, water en huisvesting, worden niet langer uitgeleverd aan marktlogica, maar omgevormd tot coöperatieve burgerbedrijven: ondernemingen met maatschappelijke doelstelling, waarin werknemers, klanten en gemeenschap gezamenlijk zeggenschap hebben. Een publiek fonds kan deze transitie ondersteunen, niet om winst te maximaliseren, maar om maatschappelijk kapitaal te laten stromen naar waar het waarde schept. Nutsbedrijven functioneren zo als zelfstandige collectieve ondernemingen, transparant en dienstbaar aan het algemeen belang. Tegelijk moeten maatschappelijke ondernemingen, coöperaties en start-ups de ruimte krijgen om te bloeien. Ondernemers die waarde scheppen voor samenleving en milieu verdienen ondersteuning in plaats van bureaucratische barrières. Zo ontstaat een economie waarin overheid, burgers en ondernemingen ieder hun eigen rol vervullen: de overheid waarborgt het recht, de economie organiseert samenwerking, en de burger blijft mede-eigenaar van de gemeenschappelijke infrastructuur.
Ook de financiële sector moet dienstbaar worden gemaakt aan de reële economie. Casinokapitalisme dat verdient aan volatiliteit en derivaten hoort niet thuis in een gezonde samenleving. Aandelen moeten weer worden gewaardeerd op hun werkelijke boekwaarde, niet op speculatieve verwachtingen van flitshandelaren. Pensioenfondsen en institutionele beleggers dienen hun vermogen in te zetten voor Nederlandse bedrijven en infrastructuur in plaats van speculatieve buitenlandse fondsen.
Her-industrialisatie is dus geen zijpad maar een noodzakelijke bondgenoot van monetaire hervorming. Een munt die gedekt is door tastbare waarde heeft alleen betekenis als er ook daadwerkelijk tastbare waarde wordt geproduceerd: energie, voedsel, huizen, technologie en cultuur. Alleen zo kan Nederland zich werkelijk onttrekken aan de schuldeneconomie en tegelijk de fundamenten leggen voor brede welvaart en echte vrijheid24.
Economische democratie en Society 4.0 – van macht naar mede-eigendom
Waar her-industrialisatie de productieve basis herstelt, laat economische democratie zien hoe die productie ook weer van onszelf kan worden. Niet bestuurd door aandeelhouders op afstand, maar gedragen door burgers die mede-eigenaar zijn van hun werk en omgeving.
De economie van de 21e eeuw staat op een kruispunt. We kunnen doorgaan met een model van centralisatie, schaalvergroting en speculatie, of kiezen voor een economie van nabijheid, vertrouwen en eigenaarschap. Hart voor Vrijheid kiest voor het laatste: een economie waarin mensen niet langer slechts consument of werknemer zijn, maar mede-eigenaar van productie, distributie en besluitvorming.
Van winst naar waarde
Het kapitalistische winstprincipe heeft innovatie gestimuleerd, maar ook roofbouw mogelijk gemaakt. Wanneer winst de enige maatstaf wordt, verliest de economie haar ziel. Echte vooruitgang begint waar mensen weer betekenis geven aan hun werk en waarde creëren die de gemeenschap dient. Zoals Bob de Wit schrijft in Society 4.0: een gezonde economie ontstaat wanneer burgers de touwtjes in handen nemen en samenwerken in netwerken van vertrouwen, in plaats van te worden bestuurd door hiërarchieën van geld en macht33.
Hart voor Vrijheid streeft naar een verschuiving van winstmaximalisatie naar maatschappelijke meerwaarde: bedrijven die bijdragen aan welzijn, zelfvoorziening en leefbaarheid. Daarin is ruimte voor ondernemerschap en innovatie, maar niet voor uitbuiting of speculatie.
Coöperaties als ruggengraat
De coöperatie is de economische vorm van vrijheid in verbondenheid. In plaats van anonieme aandeelhouders, zijn de werkers, gebruikers of bewoners zelf eigenaar. Coöperaties in energie, landbouw, zorg of huisvesting tonen dat solidariteit en rendement elkaar niet hoeven uit te sluiten: ze versterken elkaar wanneer zeggenschap en verantwoordelijkheid samenkomen.
Ricardo Semler bewees dit in de praktijk met zijn Braziliaanse onderneming SEMCO: geen top-down-leiding, maar zelforganisatie, openheid over alle cijfers en collectieve besluitvorming34. Zijn succes toont dat vertrouwen productiever is dan controle.
Ook Nobelprijswinnaar Elinor Ostrom toonde aan dat gemeenschappen hun gedeelde hulpbronnen, bossen, water, visgronden, duurzaam kunnen beheren zonder tussenkomst van een staat of markt. Haar onderzoek naar commons vormt de empirische basis voor een economie waarin samenwerking en lokale verantwoordelijkheid de plaats innemen van centralisatie en bureaucratie35.
Regionale autonomie en menselijke schaal
De toekomst ligt niet in één wereldmarkt, maar in een netwerk van regio’s die hun eigen economie vormgeven. Energie, voedsel, zorg en onderwijs moeten weer worden ingebed in de gemeenschap. Regio’s kunnen coöperatieve fondsen vormen waarin burgers gezamenlijk investeren in lokale productie en infrastructuur. Deze decentrale structuur maakt de economie weer tastbaar en bestuurbaar, dichtbij en democratisch.
Society 4.0 beschrijft deze ontwikkeling als een stap van hiërarchische systemen naar horizontale netwerken. Burgers nemen verantwoordelijkheid voor hun omgeving, bedrijven worden deel van de gemeenschap in plaats van haar overheerser, en de staat ondersteunt waar nodig, maar stuurt niet langer vanuit controle.
Naar een economie van vrijheid en verantwoordelijkheid
Economische democratie betekent niet dat iedereen overal over beslist, maar dat niemand wordt buitengesloten van invloed. Eigendom wordt gedeeld, besluitvorming transparant, verantwoordelijkheid wederkerig. Zo ontstaat een orde waarin economie weer dienaar wordt van de samenleving en niet haar meester.
In die richting wijst Hart voor Vrijheid: naar een economie die ademt, die ruimte laat voor initiatief maar haar kracht ontleent aan solidariteit; naar coöperaties die productie en consumptie verbinden in wederzijds vertrouwen; naar regio’s die hun eigen koers varen zonder te breken met het geheel; naar een samenleving waarin geld niet langer macht vertegenwoordigt, maar samenwerking mogelijk maakt.
Dat is geen nostalgie, maar vooruitgang, de volgende fase van beschaving: een economie van vrijheid en waarde.
Sociale driegeleding – vrijheid, gelijkheid en broederschap als economisch kompas
Achter deze hervormingen ligt onder andere het diepere idee dat al ruim een eeuw geleden werd geformuleerd door Rudolf Steiner: de sociale driegeleding32. Hij zag dat samenlevingen uit balans raken wanneer geest, recht en economie in één machtssfeer worden samengebald. Waar politiek het denken wil sturen of geld de menselijke waardigheid bepaalt, verdwijnt de vrijheid. Een gezonde orde vergt drie samenwerkende maar zelfstandige sferen: vrijheid in het geestesleven (onderwijs, cultuur, wetenschap), gelijkheid in het rechtsleven (democratie en rechtspraak) en broederschap in het economisch leven (samenwerking in plaats van concurrentie).
De voorstellen in dit hoofdstuk bouwen voort op die gedachte. Door geld te bevrijden van rente en schuld, door productie weer te verbinden met tastbare waarde, en door nutsvoorzieningen om te vormen tot coöperatieve burgerbedrijven, krijgt de economie een menselijk gezicht terug. Overheid, ondernemingen en burgers vervullen ieder hun eigen rol: de overheid waarborgt recht en transparantie, de economie organiseert samenwerking en de cultuur voedt de morele oriëntatie. Zo ontstaat geen technocratisch systeem, maar een levend geheel waarin vrijheid, gelijkheid en broederschap opnieuw met elkaar in evenwicht worden gebracht.
Beleidsvoorstellen
Kapitalisme begrenzen en eerlijk maken
- Kapitalisme en ongelijkheid: erken dat het kapitalisme in zijn huidige vorm structurele accumulatiedwang en ongelijkheid creëert, en bouw instituties die macht concentratie tegengaan.
- Corruptiebestrijding: versterk checks and balances, transparantie en burgerzeggenschap om machtsmisbruik binnen zowel markten als overheid te voorkomen.
- Externe kosten: verplicht bedrijven om milieuschade en sociale kosten volledig in hun prijzen te verwerken, zodat eerlijke ruil weer mogelijk wordt.
Bestaanszekerheid en rechtvaardige verdeling
- Bestaanszekerheid (NIB): voer een grondwettelijk verankerde negatieve inkomstenbelasting in die iedere burger een gegarandeerd minimuminkomen biedt, zonder formulieren, terugvorderingen of armoedevallen.
- Vermogenstop: voer een zachte bovengrens in voor vermogen van €100–150 miljoen, met een progressieve afroomheffing boven de drempel, zodat macht niet geconcentreerd raakt in enkele handen.
- Lastenverschuiving: verlaag structureel de lasten op arbeid en verschuif deze naar vervuiling, monopolierentes en renteniersinkomens.
Vrij geldverkeer: burgerrekening in plaats van CBDC
- CBDC-afwijzing: wijs een centraal beheerde digitale euro (CBDC) af, omdat deze programmeerbaar, traceerbaar en vatbaar is voor politieke chantage en uitsluiting.
- Burgerrekening: richt een decentrale, privacy-vriendelijke burgerrekening in via een coöperatief burgerfonds, waarin geld insolventie-proof is en niet kan worden geblokkeerd of geprogrammeerd.
- Contant recht: veranker wettelijk het recht op contant geld als grondrecht, zodat niemand volledig afhankelijk is van digitale infrastructuren.
Gulden 2.0 en internationale strategie
- Gulden 2.0: introduceer een nieuwe nationale munt, gekoppeld aan een mandje van tastbare waarden (goud, zilver, fysieke energievoorraden, grondstoffen en graanreserves), die inflatie en deflatie structureel temt.
- Rentevrij krediet: schaf rente af en vervang deze door kostendekkend krediet en winst-/verliesdeling, zodat de schuldeneconomie stopt en kapitaal weer productief wordt.
- Publieke depositobank: scheid betalingsverkeer en kredietverlening; geef iedere burger een veilige, 100% gedekte rekening bij een publieke depositobank.
- Internationale handel: sluit bilaterale handelsovereenkomsten waarin de gulden 2.0 wordt erkend, en positioneer Nederland als safe haven voor waardegedekte transacties.
- Transitiepad: volg een gefaseerde route: eerst uit de NAVO voor geopolitieke onafhankelijkheid, daarna uit de EU voor monetaire soevereiniteit, vervolgens invoering van gulden 2.0 en het bestaanszekerheidssysteem, daarna koppeling aan reële waarde, en ten slotte de rente afschaffen.
Maatregelen voor financiële decentralisatie en democratische zeggenschap
- Transparantieplicht voor grote vermogensbeheerders: Alle vermogensbeheerders boven een bepaalde drempel (bijv. €100 miljard beheerd vermogen) worden verplicht hun volledige beleggingsportefeuille, stemgedrag en lobbyactiviteiten openbaar te maken. Het wordt verboden om via schakelmaatschappijen of indexfondsen de herkomst van eigendom te verhullen.
- Beperking van eigendomsconcentratie en stemrecht: Een enkele financiële partij mag niet meer dan 10% stemrecht in een onderneming of sector bezitten. Cross-ownership tussen concurrerende bedrijven wordt verboden. Passieve indexfondsen worden verplicht om hun stemrechten te decentraliseren naar individuele deelnemers.
- Functionele scheiding in de financiële sector: Zoals de Glass-Steagall-wet ooit banken splitste, worden ook moderne asset managers verplicht hun activiteiten te scheiden: vermogensbeheer, consultancy, rating en markthandel mogen niet langer binnen één concern plaatsvinden. Dit voorkomt belangenverstrengeling en informatiemacht.
- Oprichting van een publiek-coöperatieve vermogensbeheerder: Nederland richt een Coöperatief Investeringsfonds op, waarin burgers, pensioenfondsen en overheidsparticipaties samen beleggen in reële, binnenlandse projecten. Dit fonds vervangt de afhankelijkheid van buitenlandse asset managers en investeert in huisvesting, energie, landbouw en infrastructuur, met transparante besluitvorming en maatschappelijk rendement als doel.
- Heroriëntatie van pensioenvermogen: Pensioenfondsen – goed voor bijna 1.700 miljard euro – mogen niet langer beleggen via buitenlandse financiële conglomeraten. Minimaal 70% van het vermogen wordt belegd in binnenlandse, tastbare waarde: woningen, duurzame productie, lokale energie en technologie. Deelnemers krijgen inspraak in de keuze van beleggingen en stembeleid.
- Financiële transactietaks en anti-speculatieregels: Er komt een minieme maar effectieve belasting op flitshandel, derivaten en korte termijntransacties, om speculatie te ontmoedigen en langdurige investeringen te belonen. Grote fondsen worden verplicht een minimale houdperiode in acht te nemen bij strategische aandelen.
- Publiek toezicht en parlementaire controle: Een onafhankelijke financiële waakhond onder democratisch toezicht bewaakt eigendomsconcentraties, stemgedrag en marktmanipulatie. Jaarlijks wordt in de Kamer verslag gedaan van de invloed van internationale fondsen op vitale sectoren. Transparantie wordt een grondrecht in plaats van een gunst.
Her-industrialisatie en industriepolitiek
- Her-industrialisatie: stel importheffingen in op producten die zijn gemaakt met lage lonen en ecologische roofbouw; gebruik de opbrengst om binnenlandse productie te stimuleren en de lasten op arbeid te verlagen.
- Coöperatief investeringsfonds: richt een publiek-coöperatief fonds op dat strategische investeringen ondersteunt in sleutelbedrijven en maatschappelijke infrastructuur, zodat zeggenschap en opbrengsten in publieke handen blijven zonder directe staatssturing.
- Deprivatisering nutsbedrijven: stop verdere privatiseringen en organiseer nutsbedrijven als zelfstandige collectieve ondernemingen die efficiënt werken en winsten terugleveren aan de gemeenschap.
- Collectieve voorzieningen: bouw het sociale verzekeringsstelsel geleidelijk om tot een voorzieningenstelsel, met gegarandeerde basisvoorzieningen zonder premiebureaucratie.
- Belastingverschuiving: verlaag belastingen op arbeid en verschuif de druk naar vervuiling, energiegebruik, vliegen en ongezonde consumptie; schaf btw af op duurzame, culturele en educatieve diensten.
- Startende ondernemers: breid startsubsidies en leengaranties fors uit, verlaag administratieve drempels en diploma-eisen, en vergroot de ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en ondernemerschap.
- Ondernemingsraden: geef ondernemingsraden een structurele rol in de middellange- en langetermijnstrategie van bedrijven, zodat werknemersbelangen worden verbonden met de toekomst van de onderneming.
- Maatschappelijke ondernemingen: introduceer een nieuwe rechtsvorm voor maatschappelijke bedrijven, ondersteund met fiscale voordelen, overheidsleningen en subsidies.
- Casinokapitalisme temmen: belast derivatenhandel en flitshandel met een transactietaks, verbied short selling, en waardeer aandelen naar hun boekwaarde in plaats van speculatieve verwachtingen.
- Pensioenfondsen: richt de miljarden die Nederlandse pensioenfondsen beheren op investeringen in de reële economie – zoals woningbouw, infrastructuur, energie en innovatie – in plaats van speculatieve buitenlandse fondsen en flitshandel. Zo dragen pensioenen weer direct bij aan brede welvaart en tastbare waarde.
- Internationale muntstabiliteit: pleit internationaal voor multilaterale afspraken die extreme valutavolatiliteit tegengaan en de wereldhandel stabiliseren.
- Marx, K. (1867). Das Kapital. Kritik der politischen Ökonomie. Hamburg: Otto Meissner Verlag.
- Harvey, D. (2010). The Enigma of Capital and the Crises of Capitalism. Oxford University Press.
- Wallerstein, I. (2004). World-Systems Analysis: An Introduction. Duke University Press.
- Hobsbawm, E. (1995). The Age of Extremes: The Short Twentieth Century. London: Abacus.
- Piketty, T. (2014). Capital in the Twenty-First Century. Harvard University Press.
- Arrighi, G. (1994). The Long Twentieth Century: Money, Power, and the Origins of Our Times. Verso.
- Aalbers, M. (2016). The Financialization of Housing: A Political Economy Approach. Routledge.
- Polanyi, K. (1944). The Great Transformation. Beacon Press.
- Reinhart, C. & Rogoff, K. (2009). This Time is Different: Eight Centuries of Financial Folly. Princeton University Press. https://press.princeton.edu/books/paperback/9780691152646/this-time-is-different
- Wellens, A. (2024). Democratie op de Helling. Amsterdam: Amsterdam Books.
- Chancel, L., Piketty, T., Saez, E., & Zucman, G. (2022). World Inequality Report 2022. World Inequality Lab. https://wid.world/world-inequality-report-2022/
- Streeck, W. (2014). Buying Time: The Delayed Crisis of Democratic Capitalism. Verso.
- Friedman, M. (1962). Capitalism and Freedom. University of Chicago Press.
- Saez, E. & Zucman, G. (2019). “Progressive Wealth Taxation.” Brookings Papers on Economic Activity. https://www.brookings.edu/bpea-articles/progressive-wealth-taxation/
- Tooze, A. (2018). Crashed: How a Decade of Financial Crises Changed the World. Allen Lane.
- Graeber, D. (2011). Debt: The First 5000 Years. Melville House.
- Bindseil, U. (2020). “Tiered CBDC and the financial system.” ECB Working Paper Series, No. 2351. https://www.ecb.europa.eu/pub/pdf/scpwps/ecb.wp2351~f0bb49f7c6.en.pdf
- Zetzsche, D., Buckley, R., Arner, D., & Barberis, J. (2020). “Decentralized Finance.” University of New South Wales Law Research Series. https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3539681
- Kiff, J., Alwazir, J., Davidovic, S., & others (2020). “A Survey of Research on Retail Central Bank Digital Currency.” IMF Working Paper WP/20/104. https://www.imf.org/en/Publications/WP/Issues/2020/06/26/A-Survey-of-Research-on-Retail-Central-Bank-Digital-Currency-49517
- Allen, S., Gu, X., Jagtiani, J., & Qian, L. (2022). “The Use of Blockchain in Banking.” Journal of Financial Services Research, 61(2), 111–138. https://link.springer.com/article/10.1007/s10693-021-00364-1
- Eichengreen, B. (2019). Globalizing Capital: A History of the International Monetary System (3rd ed.). Princeton University Press.
- Ghosh, J., & Ortiz, I. (2022). “The Future of Money: Financing for Development in the Era of Pandemics.” UNDP Discussion Paper. https://www.undp.org/publications/future-money
- Hudson, M. (2018). …And Forgive Them Their Debts: Lending, Foreclosure and Redemption from Bronze Age Finance to the Jubilee Year. ISLET.
- Gietelink, A. (z.j.). Financiën en Economie. Vrij Alternatief. https://vrijalternatief.wordpress.com/3-financien-en-economie/
- Bebchuk, L. & Hirst, S. (2022). Big Three Power, and Why it Matters. Harvard Law School Forum on Corporate Governance. https://corpgov.law.harvard.edu/2022/12/13/big-three-power-and-why-it-matters/
- Blakeley, G. (2025). How Asset Managers Like BlackRock Took Over the World. London School of Economics Review of Books. https://blogs.lse.ac.uk/lsereviewofbooks/2025/06/16/how-asset-managers-like-blackrock-took-over-the-world-vulture-capitalism-extract-grace-blakeley/
- Vogt, E., & Fichtner, J. (2023). The Effects of Concentration in the Asset Management Industry. VoxEU / CEPR. https://cepr.org/voxeu/columns/effects-concentration-asset-management-industry-stock-prices
- Gutierrez, G. & Philippon, T. (2018). Ownership, Concentration, and Investment. American Economic Association Papers and Proceedings. https://www.aeaweb.org/articles?id=10.1257/pandp.20181010
- Heemskerk, E. (2021). Mandate Ownership: Power Concentration and the Second Decoupling. SSRN Working Paper. https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=4015828
- Glattfelder, J. & Battiston, S. (2009). Backbone of Complex Networks of Corporations: The Flow of Control. arXiv:0902.0878. https://arxiv.org/abs/0902.0878
- Reuters (2025, 17 april). BlackRock Wins Renewed Permission to Own Big US Utility Stakes. https://www.reuters.com/business/finance/blackrock-wins-renewed-permission-own-big-utility-stakes-2025-04-17/
- Steiner, R. (1920). Die Kernpunkte der sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft. Dornach: Rudolf Steiner Verlag. Nederlandse vertaling: De Kernpunten van het Sociale Vraagstuk (vert. H. van Praag, 1991). Zeist: Vrij Geestesleven.
- De Wit, Bob. Society 4.0: Resolving Eight Key Issues to Reclaim Humanity. Strategy Works, 2021.
- Semler, Ricardo. Maverick: The Success Story Behind the World’s Most Unusual Workplace. Warner Books, 1993.
- Ostrom, Elinor. Governing the Commons: The Evolution of Institutions for Collective Action. Cambridge University Press, 1990.
Werk, Inkomen en Bestaanszekerheid
Waar werk weer waardigheid wordt

Samenvatting
Werk is meer dan inkomen; het is de zuurstof van een vrije samenleving. In werk ontwikkelen we vakmanschap en karakter, bouwen we gemeenschappen en geven we zin aan ons bestaan. Toch is die vrijheid verdrongen door bureaucratie, loonafhankelijkheid en financiële macht. Mensen werken hard, maar zien hun koopkracht dalen en hun zekerheden verdampen. Terwijl de winsten van multinationals en vermogensbeheerders groeien, raken werkenden klem tussen hoge lasten, tijdelijke contracten en een pensioen dat tot beleggingsproduct is verworden.
Hart voor Vrijheid wil dat keren. De economie moet weer mensen dienen, niet markten. Dat betekent lagere lasten op arbeid, meer zeggenschap over werk en eigendom en een stevige bodem onder elk bestaan. Het ingewikkelde stelsel van toeslagen maakt plaats voor een grondwettelijk basisinkomen, uitgekeerd via een decentrale burgerrekening die in handen is van burgers zelf.
Ook het pensioenstelsel moet worden bevrijd uit de greep van de financiële sector. Het systeem van individuele potjes heeft de solidariteit opgebroken en de poort geopend voor investeringsmaatschappijen als BlackRock en Vanguard, die miljarden aan Nederlands pensioengeld beheren. Waar pensioen ooit een gedeelde belofte was, is het nu een roulette van rendementen. Hart voor Vrijheid draait dat terug: pensioenen worden weer collectief, transparant en coöperatief eigendom van de deelnemers zelf. De fondsen investeren niet langer in financiële speculatie maar in woningen, zorg, onderwijs en de reële economie.
Zo ontstaat een nieuwe orde waarin werk weer betekenis heeft, inkomen zekerheid biedt en vermogen dienstbaar wordt aan het algemeen belang. Vrijheid, gelijkheid en broederschap vormen daarbij het kompas: vrijheid in werk, zekerheid in inkomen en solidariteit in de oude dag.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Vrijheid en eigenaarschap in arbeid: Verminder de belasting op werk en verschuif heffingen naar vervuiling, verspilling en monopoliewinsten. Maak zelfstandig ondernemerschap en kleinschalige samenwerking aantrekkelijker, ook binnen de publieke sector. Geef werkenden weer zeggenschap over hun beroep en hun tijd, en waardeer vakmanschap, zorg en kunst naar maatschappelijke betekenis. Zo wordt werk weer een vorm van zelfbeschikking, geen administratieve verplichting.
- Zekerheid door een grondwettelijk basisinkomen: Voer een negatieve inkomstenbelasting (NIB) in die ieder mens een gegarandeerd bestaansminimum geeft; eenvoudig, transparant en zonder formulieren. De uitbetaling verloopt via een decentrale burgerrekening, los van banken en politieke willekeur, met automatische indexering aan de reële kosten van levensonderhoud. Deze vaste bodem maakt armoede en toeslagen overbodig, en geeft ruimte voor ondernemerschap, scholing en mantelzorg zonder angst voor verlies van inkomen.
- Solidariteit in een coöperatief pensioenstelsel: Draai het nieuwe pensioenstelsel met individuele potjes terug en herstel de collectieve zekerheid. Pensioenfondsen worden coöperatief eigendom van de deelnemers zelf, met democratische zeggenschap en transparant beheer. Beleggingen in risicovolle financiële producten worden afgebouwd; het vermogen wordt ingezet voor maatschappelijke doelen, woningbouw, zorg en innovatie. Zo keert het pensioen terug naar zijn ware bedoeling: een waardige oude dag, gedragen door solidariteit in plaats van speculatie.

Inleiding
Werk is meer dan brood op de plank; het is een bron van betekenis, eigenwaarde en ontmoeting. In werk scherpen we vakmanschap en karakter, delen we kennis met collega’s en ademen we sociale zuurstof. Een vrije samenleving telt daarom niet alleen banen, maar maakt ruimte voor passend, zinnig werk; werk dat recht doet aan ieders gezondheid, talenten en ambities, en niet vastloopt in formulieren en tussenlagen.
Lang voordat spreadsheets de norm werden, wees Karl Marx op het risico dat mensen vervreemd raken wanneer ze hun tijd “per uur” verkopen zonder zeggenschap over het resultaat. De feodale afhankelijkheid verdween, maar er kwam loonafhankelijkheid voor terug: eigenaarschap verschoof van makers naar markten6, 9. De moderne zelfstandige weet die vervreemding soms te doorbreken, dichter op het product, dichter op de klant, maar botst weer op schommelende opdrachten, tussenpersonen en een publieke sector die vooral loondienst financiert.
Nederland pronkt met lage werkloosheid, maar ziet minder graag de onderstroom: deeltijd die óók een vorm van verborgen onvrijheid kan zijn, zelfstandigen zonder opdrachten, en een bemiddelingsindustrie die te vaak verdient aan de afstand tussen vraag en aanbod. Ondertussen is arbeid zwaar belast; juist aan de onderkant bijt de belastingwig in de werkprikkel8. Zo ontstaat een paradox: werkgevers zoeken mensen, mensen zoeken werk, en toch stokt de matching.
Hart voor Vrijheid zet daarom vier bewegingen in gang. Eén: verklein de kloof tussen loonkosten en nettoloon door lasten op arbeid te verlagen en verschuiven naar vervuiling, verspilling, monopolierentes en renteniersinkomens. Twee: organiseer werk vaker als opdracht of project, ook in de publieke sector, zodat zelfstandigen en kleine teams toegang krijgen tot betekenisvolle taken. Drie: herstel eigenaarschap in arbeid en onderwijs: waardeer vakwerk eerlijker en maak scholing laagdrempelig en doorlopend. Vier: zorg voor een onvoorwaardelijk basisinkomen (zie de volgende paragraaf ‘Bestaanszekerheid’), dat de bodem onder elk inkomen legt, armoedevallen wegneemt en ruimte schept voor zinnig werk, ondernemerschap en scholing.
Deze hervormingen sluiten aan bij het principe van de sociale driegeleding, waarin vrijheid, gelijkheid en broederschap de drie pijlers vormen van een gezonde samenleving. Vrijheid in werk en vorming, gelijkheid in rechten en bestaanszekerheid, en broederschap in de economische samenwerking. In die geest ziet Hart voor Vrijheid arbeid niet als louter productiemiddel, maar als menselijke activiteit die tot ontplooiing en gemeenschapszin leidt. De organisatie van werk, inkomen en eigendom moet deze drie krachten in balans brengen, zodat niemand nog afhankelijk is van willekeur, maar ieder mens kan bijdragen vanuit vrijheid en verantwoordelijkheid16.
Zolang er nog géén basisinkomen is, verhogen we de belastingvrije voet om werken aan de onderkant direct lonender te maken. Met de invoering van het basisinkomen vervalt die vrijstelling (naar ~0): de inkomensbodem loopt dan volledig via het basisinkomen en niet meer via het belastingstelsel; dat is eenvoudiger en voorkomt dubbele bodems. Daarnaast geldt: werknemers betalen in principe zélf hun belasting, maar wél met automatische maandelijkse afdracht als standaard (een eenvoudige tax-wallet, opt-out mogelijk). Werkgevers rapporteren lonen realtime; zo behouden we transparantie en eigenaarschap zonder mensen in betalingsproblemen te duwen.
Vanuit een marxistisch perspectief betekent vrijheid in de economie allereerst het minimaliseren van uitbuiting: het verkleinen van de dwang om je arbeidskracht tegen elk bod te verkopen en het terugdringen van de structurele toe-eigening van meerwaarde door kapitaal. Dit hoofdstuk kiest daarom voor instituties die die dwang verminderen en zeggenschap vergroten. Een onvoorwaardelijk basisinkomen in de vorm van negatieve inkomstenbelasting (NIB) geeft mensen een reële exit-optie en tilt de onderhandelingsmacht van werkenden op. De decentrale, privacy-vriendelijke burgerrekening voorkomt bestuurlijke chantage en waarborgt zelfstandigheid. In de sfeer van werk en inkomen versterken we eigenaarschap en medezeggenschap, bestrijden we monopolie- en datarenten, en verleggen we lasten van arbeid naar vervuiling en renteniersinkomens. Zo temperen we de uitbuitingslogica zonder creativiteit en ondernemerschap te smoren; vrijheid, waardigheid en bestaanszekerheid gaan hier samen.
Bestaanszekerheid – op naar een vorm van basisinkomen
Een samenleving die de bestaanszekerheid van haar burgers niet waarborgt, verliest haar morele en democratische fundament. Zekerheid over een inkomen en toegang tot basisbehoeften is geen gunst, maar een voorwaarde voor vrijheid en waardigheid. Pas wanneer de angst om in armoede te vervallen weggenomen is, ontstaat er werkelijk ruimte voor zelfstandigheid, creativiteit en maatschappelijke betrokkenheid. De huidige Nederlandse verzorgingsstaat, met haar wirwar aan toeslagen, uitzonderingen en afhankelijkheden, heeft deze belofte echter uitgehold. In plaats van zekerheid bracht zij bureaucratie, wantrouwen en willekeur. De Toeslagenaffaire staat symbool voor een systeem waarin burgers niet meer worden beschermd, maar vermalen door de logica van de overheid.
Het debat over een basisinkomen is daarom niet zomaar een technische kwestie, maar raakt aan de kern van de sociale belofte van onze samenleving. Drie modellen worden vaak genoemd: het universeel basisinkomen, de negatieve inkomstenbelasting en het basisvoorzieningenmodel. Elk van deze modellen heeft zijn eigen logica, zijn eigen kracht en ook zijn eigen risico’s.
Het universeel basisinkomen (OBI) is de meest radicale en zuivere vorm: iedereen ontvangt onvoorwaardelijk hetzelfde bedrag, ongeacht inkomen of vermogen. Het idee is elegant in eenvoud en belofte: er zijn geen formulieren, geen loketten, geen controles. Iedere burger weet dat er elke maand een zeker bedrag op zijn rekening staat. Maar deze radicale eenvoud stuit op de harde realiteit van de financiering. Een leefbaar OBI vergt honderden miljarden per jaar, een bedrag dat de samenleving slechts zou kunnen opbrengen door massale belastingverhogingen of door het afschaffen van vrijwel alle andere sociale voorzieningen. Daarmee dreigt het paradoxaal genoeg de bestaanszekerheid juist te verzwakken. Bovendien worden ook miljonairs en multinationals bediend, wat de rechtvaardigheid en efficiëntie van het stelsel ondergraaft1.
De negatieve inkomstenbelasting (NIB) daarentegen is minder absoluut, maar juist daardoor meer rationeel en betaalbaar. In dit model garandeert de staat een minimuminkomen. Wie onder dit minimum verdient, krijgt het verschil bijgestort. Wie erboven verdient, betaalt belasting volgens een eenvoudige vlakke heffing. Het systeem is vloeiend, kent geen harde grenzen en voorkomt armoedevallen. Het is bovendien veel goedkoper dan een OBI, omdat er geen rondpompen van miljarden nodig is naar groepen die het niet nodig hebben. Critici vrezen dat de NIB de burger afhankelijk maakt van de Belastingdienst en dus vatbaar blijft voor bureaucratische willekeur, maar juist dat probleem kan worden opgelost door de uitvoering radicaal anders te organiseren2.
Het derde model, het basisvoorzieningenstelsel, verwerpt de focus op geld en stelt dat de staat in plaats daarvan directe toegang tot levensbehoeften moet garanderen: gratis of zeer goedkope zorg, onderwijs, openbaar vervoer en eventueel huisvesting. Deze benadering is aantrekkelijk omdat zij bestaanszekerheid concreet maakt: niemand valt door de bodem. Maar de keerzijde is dat burgers juist minder vrijheid behouden, omdat de staat bepaalt wat “basis” is en hoe dat eruitziet. Daarmee schuilt in dit model een paternalistische logica die niet past bij een samenleving die vrijheid en zelfbeschikking centraal stelt3.
Vanuit het perspectief van Hart voor Vrijheid is de NIB de meest rationele en rechtvaardige weg. Maar dan wél op een manier die werkelijk onafhankelijk, onvoorwaardelijk en immuun voor politieke willekeur is. Wij pleiten daarom voor een grondwettelijk verankerde negatieve inkomstenbelasting die niet door de Belastingdienst of een ministerie wordt uitgevoerd, maar door een coöperatief burgerfonds. Dit fonds is geen verlengstuk van de staat, maar een onafhankelijk orgaan, gebaseerd op decentrale blockchaintechnologie. Iedere burger ontvangt maandelijks automatisch zijn recht op een gegarandeerd minimum op een persoonlijke burgerrekening.
Zo’n burgerrekening is noch een Central Bank Digital Currency (CBDC) noch een gewone bankrekening. Waar een CBDC centraal wordt beheerd, tot in detail traceerbaar is en programmeerbaar kan worden gemaakt voor politieke of gedragsvoorwaarden, is de burgerrekening in ons model juist een vrijheidsinstrument: decentraal georganiseerd, met open en verifieerbare rekenregels, privacy-by-design en grondwettelijke waarborgen tegen bestedingsrestricties. Tegelijk verschilt zij fundamenteel van een reguliere betaalrekening bij een commerciële bank: een banksaldo is juridisch een vordering op de bank en dus afhankelijk van de soliditeit van dat bedrijf (met slechts een beperkte depositogarantie en de mogelijkheid van bevriezing, opzegging of doorverkoop van transactiegegevens). Het saldo op de burgerrekening daarentegen is afgescheiden vermogen binnen een publiek-coöperatief fonds, georganiseerd naar het principe van associatieve samenwerking: burgers, coöperaties en instellingen beheren gezamenlijk de middelen in plaats van een centrale autoriteit. Het vermogen is insolventie-proof, niet inzetbaar voor fractionele kredietcreatie en niet voor commerciële dataprofilering; alleen met een rechterlijk bevel bij bewezen fraude kan worden ingegrepen, nooit om politieke redenen. Burgers kunnen hun toegang sleutels zelf beheren of laten beheren door een gecertificeerde coöperatie, met volledige overdraagbaarheid. Uitbetalingen vinden automatisch en onvoorwaardelijk plaats; het geld kan vrij worden besteed, digitaal of contant opgenomen. Contant geld blijft een grondrecht, juist om te waarborgen dat niemand door digitale infrastructuur of beleidsmode klemgezet kan worden.
Het voordeel van een decentrale, blockchain-gebaseerde infrastructuur is dat het recht op bestaanszekerheid wordt geautomatiseerd, waardoor willekeur en corruptie nauwelijks ruimte krijgen. Maar decentralisatie is op zichzelf geen garantie: ook coöperaties kunnen corrumperen. Daarom is het cruciaal dat er strikte checks & balances zijn ingebouwd. De software is open source en publiek controleerbaar, zodat iedere burger kan nagaan of de uitbetalingen correct verlopen. Correctiemechanismen bestaan uitsluitend om evidente fouten of bugs te herstellen, nooit om politieke voorwaarden toe te voegen. Ingrijpen kan alleen door een onafhankelijk burgerjury-mechanisme, en uitsluitend wanneer sprake is van een technische fout, niet vanwege gedrag of overtuiging van burgers.
In dit model krijgt het economisch leven een eigen organisatievorm, los van partijpolitiek en centrale sturing. Het coöperatieve burgerfonds functioneert als een sociaal-economisch lichaam waarin burgers, producenten en gemeenschappen samenwerken om bestaanszekerheid te waarborgen, een moderne invulling van economische broederschap. De staat waarborgt het recht, maar voert niet uit; de uitvoering berust bij de samenleving zelf.
Zo ontstaat een systeem waarin bestaanszekerheid niet langer een wankel politiek compromis is, maar een grondrecht dat technisch, juridisch en institutioneel is geborgd. Het basisinkomen wordt daarmee niet een instrument van controle, maar juist een fundament van vrijheid. Alleen wanneer burgers niet langer in angst hoeven te leven voor armoede of willekeur, kan er werkelijk ruimte ontstaan voor de eigen kracht van mensen, voor gemeenschapszin en voor een samenleving die bovenal uitgaat van vertrouwen.
Toch dringt zich vaak de vraag op of een gegarandeerd minimuminkomen mensen niet lui maakt. Tegenstanders van een basisinkomen en van de NIB waarschuwen dat de zogenaamde ‘werkprikkel’ verdwijnt. Het huidige stelsel is doordrenkt van deze gedachte: uitkeringen zijn laag om mensen te dwingen te solliciteren, toeslagen worden ingewikkeld gehouden zodat men geen ruimte heeft om buiten de lijntjes te kleuren, en sancties liggen voortdurend op de loer. Maar de werkelijkheid leert iets anders. Wanneer bestaanszekerheid gegarandeerd is, verdwijnen de verlammende angst en stress die nu zoveel energie kosten. Mensen gaan niet minder, maar vaak juist anders en creatiever werken. Zij nemen de vrijheid om een eigen bedrijfje te starten, om mantelzorg te verlenen, om kunst te maken of zich te scholen. In Finland liet het grote experiment met een basisinkomen zien dat deelnemers niet minder werkten, maar juist gelukkiger en ondernemender werden4. Vrijheid leidt dus niet tot passiviteit, maar tot maatschappelijke vitaliteit.
Een ander belangrijk punt is de betaalbaarheid. Vaak wordt het beeld geschetst dat een gegarandeerd minimum onbetaalbaar is, maar die redenering gaat uit van een vergelijking met niets. De juiste vergelijking is met wat ons huidige stelsel van sociale zekerheid, toeslagen en bureaucratie kost. In Nederland besteden we jaarlijks tientallen miljarden aan sociale uitkeringen, toeslagen, belastingvoordelen, uitvoeringskosten en controleapparaten5. Het toeslagenstelsel alleen al kost miljarden, niet alleen door de uitgaven zelf, maar ook door de uitvoeringslasten, de fraudejacht en de sociale schade die het veroorzaakt. Een grondwettelijk verankerde NIB vervangt dit alles door één simpel recht: iedere burger ontvangt een minimuminkomen, zonder loketten, zonder terugvorderingen en zonder armoedevallen. Dat levert niet alleen menselijkheid, maar ook efficiëntie op.
Cruciaal is de vraag naar de juiste hoogte. Te laag, en het garandeert geen bestaanszekerheid; te hoog, en het wordt financieel onevenwichtig. De hoogte moet daarom gekoppeld worden aan de reële kosten van levensonderhoud, zoals huur, voedsel en energie. Wij stellen voor om het bedrag grondwettelijk te koppelen aan een objectieve index, bijvoorbeeld een mandje van basisgoederen en de mediane huurprijzen. Zo is het inkomen automatisch beschermd tegen inflatie en kan het niet via politieke willekeur worden uitgehold. Dit geeft burgers de zekerheid dat hun bestaansminimum altijd meegroeit met de reële kosten van het leven, ongeacht de politieke kleur van de regering.
Tenslotte moet duidelijk zijn dat niemand die nu afhankelijk is van toeslagen erop achteruit zal gaan: het NIB/basisinkomen wordt zo ingericht dat iedere huidige toeslagontvanger minimaal hetzelfde ontvangt en vaak meer, omdat loketten, voorwaarden en terugvorderingen verdwijnen. In plaats van de voortdurende angst dat een kleine fout in een formulier leidt tot duizenden euro’s schuld, krijgt iedere burger de zekerheid van een vast maandelijks bedrag; geen gunst van de overheid, maar een grondrecht, verankerd in de Grondwet en beschermd tegen willekeur. Dit basisinkomen bestaat uit een universele grondslag per volwassene, aangevuld met een automatische wooncomponent op basis van referentiehuur en huishouden, en een gezins-/zorgcomponent; alles onvoorwaardelijk en zonder aanvraag. Daarbovenop geldt een wettelijke niet-lager-dan-nu-garantie: zolang het nieuwe pakket voor een huishouden lager zou uitvallen dan het oude stelsel (loon + toeslagen), wordt het verschil automatisch uitgekeerd. Zo verdwijnen loketten en terugvorderingen, blijft de netto-zekerheid minimaal gelijk, en groeit het bedrag automatisch mee met de objectieve levensonderhoudsindex.
Illustratief rekenvoorbeeld
Om te laten zien hoe een grondwettelijk verankerde NIB in het HvV-model uitpakt, nemen we een eenvoudig, transparant schema. Dit is nadrukkelijk een illustratie, geen raming: het laat de mechaniek en de orde-grootte zien.
Aannames (neutraal en simpel):
- Gegarandeerd minimum (G): €1.200 p/m per volwassene → €14.400 p/j.
- Één vlak belastingtarief op arbeid (t): 35%.
- Netto-formule per persoon: netto inkomen = G + (1 − t) × arbeidsinkomen.
- Breakeven-punt: waar iemands betaalde belasting het gegarandeerde bedrag precies compenseert: arbeidsinkomen = G / t = €14.400 / 0,35 ≈ €41.143 p/j.
Boven dit punt ben je netto-betaler; eronder netto-ontvanger — zonder armoedeval of toeslagencliffs.
- Kindercomponent (2×): €4.800 (bij twee kinderen)
- Zorgcredit: €1.800
- Wooncomponent: out-of-pocket huur (OOP) is maximaal 25% van het besteedbare inkomen vóór wooncomponent; de wooncomponent = huur − OOP (nooit negatief).
Vijf concrete situaties (per volwassene):
- 1 volwassene, 2 kinderen, sociale huur €700 p/m
Geen werkinkomen (€0)
- Basis €14.400 + Kindercomponent €4.800 + Zorgcredit €1.800 + Netto werk €0 + Wooncomponent €3.150 = Totaal cash €24.150 → Netto na huur €15.750/jaar (€1.312,50/mnd).
- Betaalde belasting over arbeid (35%): €0 p/j.
Deelwerk (€10.000)
- Basis €14.400 + Kindercomponent €4.800 + Zorgcredit €1.800 + Netto werk €6.500 + Wooncomponent €1.525 = Totaal cash €29.025 → Netto na huur €20.625/jaar (€1.718,75/mnd).
- Betaalde belasting over arbeid (35%): €3.500 p/j.
Modaal-laag (€30.000)
- Basis €14.400 + Kindercomponent €4.800 + Zorgcredit €1.800 + Netto werk €19.500 + Wooncomponent €0 = Totaal cash €40.500 → Netto na huur €32.100/jaar (€2.675/mnd).
- Betaalde belasting over arbeid (35%): €10.500 p/j.
Breakeven (≈ €41.143)
- Basis €14.400 + Kindercomponent €4.800 + Zorgcredit €1.800 + Netto werk €26.742,95 + Wooncomponent €0 = Totaal cash €47.742,95 → Netto na huur €39.342,95/jaar (≈ €3.278,58/mnd).
- Betaalde belasting over arbeid (35%): ≈ €14.400 p/j.
Hoger inkomen (€80.000)
- Basis €14.400 + Kindercomponent €4.800 + Zorgcredit €1.800 + Netto werk €52.000 + Wooncomponent €0 = Totaal cash €73.000 → Netto na huur €64.600/jaar (€5.383,33/mnd).
- Betaalde belasting over arbeid (35%): €28.000 p/j.
Let op: dit is illustratief. Iedereen krijgt G uitgekeerd, maar hogere inkomens dragen meer af dan G, waardoor het rondpompen beperkt blijft en de last progressief uitpakt via het vaste tarief op een hoger inkomen.
Niemand gaat erop achteruit t.o.v. toeslagen:
In de overgangsfase wordt het NIB-bedrag gekalibreerd op de huidige netto-positie van mensen met toeslagen. Juridisch wordt vastgelegd: als je nu met toeslagen op bedrag X uitkomt, is je NIB-netto minimaal X. Zo verdwijnt de onzekerheid van formulieren en terugvorderingen, maar niet je koopkracht.
Macro-schets (orde-grootte, geen begroting):
- Stel A = 14 miljoen volwassenen → bruto uitgaven = A × G = 14.000.000 × €14.400 = €201,6 mrd.
- Stel belastbare arbeidsbasis E = €500 mrd → opbrengst = t × E = 0,35 × 500 = €175 mrd.
- Netto vóór besparingen: €201,6 − €175 = €26,6 mrd.
- Besparingen: afschaffing toeslagen (uitgaven én uitvoering), bijstand/aanvullingen die opgaan in NIB, minder controle- en bezwaarapparaat. Stel conservatief S = €15–€25 mrd (illustratief, afhankelijk van wat precies wordt vervangen).
- Netto na besparingen: €26,6 − S ≈ €1,6 tot €11,6 mrd.
Met andere parameters (bijv. E = €450 mrd, S = €15 mrd) kom je op €201,6 − 157,5 − 15 = €29,1 mrd. Het politieke ontwerp (hoogte G, tarief t, wat precies vervalt) bepaalt dus het definitieve saldo — niet of het principe werkt.
Indexering zonder politieke willekeur:
Het gegarandeerde minimum wordt grondwettelijk gekoppeld aan een objectieve levensonderhoudsindex (bijv. CPI-basisgoederen + mediane huurcomponent). Elk jaar past het bedrag automatisch aan. Zo kan geen kabinet het NIB stiekem uithollen; aanpassingen lopen via de constitutie en niet via een ministeriële regeling.
Werkprikkel en creativiteit in de praktijk:
De marginale beloning voor extra werk is (1 − t) = 65% in dit voorbeeld: elke verdiende euro levert 65 cent extra netto op, zonder dat toeslagen abrupt verdwijnen. Dat maakt bijverdienen altijd lonend. Daarnaast haalt zekerheid de druk van de ketel: minder stress, meer ruimte voor ondernemerschap, scholing, mantelzorg en kunst. De Finse proef liet precies dit patroon zien: geen daling in arbeidsparticipatie, wel stijging in welzijn en ondernemingszin4. In het HvV-model combineer je dus sterke werkprikkels met angstreductie, waardoor de creativiteit van mensen zichtbaar de ruimte krijgt.
Samengevat: met een NIB van €1.200 p/m en een vlak tarief van 35% ligt het breakeven rond €41k. Niemand die nu van toeslagen leeft verliest inkomen, armoedevallen verdwijnen, en de kostenplaats verschuift van bureaucratie en controle naar een eenvoudig, voorspelbaar grondrecht. De exacte budgettaire uitkomst hangt af van politiek gekozen parameters (G, t, vervangingsomvang), maar de mechaniek is helder en robuust.
Tot slot
Met een grondwettelijke NIB onder de economie verdwijnt de verlammende angst en wordt arbeid weer keuze en trots. De prikkel is schoon en lineair: elk extra uur loont, zonder armoedeval of toeslagencliffs. Dat opent precies de ruimte die nu ontbreekt: ondernemerschap zonder bestaansangst, mantelzorg en vrijwilligerswerk zonder straf, scholing zonder financieel ravijn. Zo verschuift de economie van baanzekerheid uit vrees naar waardecreatie uit vrijheid; precies het snijpunt van klassieke vervreemdingskritiek6,moderne ongelijkheidsanalyse7en empirisch bewijs uit recente basisinkomenstudies4.
Die vrijheid vraagt tegelijk dat we eigen hekken afbreken. Het loonsysteem hoeft de werkende niet te infantiliseren: laat werknemers zélf hun heffing dragen, maar dan wel via een automatisch maandelijks systeem dat standaard “aan” staat en naheffingschokken voorkomt. Publiceer tarieven transparant, snoei in extractieve bemiddeling, betaal zelfstandigen op tijd en eer vak- en handarbeid naar maatschappelijke cruciaalheid. Maak levenslang leren tot norm en recht, niet tot privilege.
Uiteindelijk blijft keuzevrijheid heilig: wie op leeftijd wil doorgaan, moet kunnen; wie na zwaar werk eerder wil stoppen, verdient waardige rust. Vrijheid blijft echt wanneer ze gedragen wordt door zekerheid, eenvoud en rechtvaardige beloning.
Op deze manier krijgt het arbeidsbestel opnieuw een menselijke maat, waarin vrijheid, gelijkheid en broederschap niet slechts idealen zijn maar werkzame principes. Vrijheid in de keuze van werk, gelijkheid in de waarborg van inkomen, en broederschap in de wederkerigheid tussen arbeid, kapitaal en gemeenschap. Zo sluit het beleid aan bij de sociale driegeleding zoals Rudolf Steiner die een eeuw geleden formuleerde: een economie die niet langer wordt gedreven door angst en afhankelijkheid, maar door samenwerking en bewustzijn16.
Vermogen en macht — een bovengrens aan extreme rijkdom
Zonder welvaart is er geen vrijheid, maar economische vrijheid is niet hetzelfde als de vrijheid om een samenleving te overheersen. Wanneer vermogen zich in steeds minder handen ophoopt, verschuift niet alleen de marktbalans; ook politieke invloed, mediakracht en culturele richting verplaatsen zich naar besloten kamers waar geen democratische tegenspraak meer doordringt. Het resultaat is een uitgeholde middenklasse, een generatie jongeren die op achterstand start en beleid dat te vaak de route volgt van de sterkste lobby in plaats van het algemeen belang. Internationale ongelijkheidsdata laten die concentratie onmiskenbaar zien en tonen hoe het topsegment in de afgelopen decennia een steeds groter deel van het vermogen naar zich toe heeft getrokken10. Wie bestaanszekerheid serieus neemt, moet daarom óók machtszekerheid organiseren: een economische orde waarin niemand zó rijk kan worden dat publieke keuzes feitelijk privébeslissingen worden.
In dat licht is een vermogenstop geen jaloeziepolitiek maar institutionele hygiëne, vergelijkbaar met mededingingsrecht: ondernemend succes belonen we, maar zodanige concentraties dat de vrije samenleving erdoor klemraakt begrenzen we. De uitvoerbaarheid staat of valt met het ontwerp. Geen harde klap met de bijl, maar een zacht plafond: boven een ruime grens, in de orde van honderd miljoen per persoon, geldt een hoge, jaarlijkse afromingsmarge die vermogen geleidelijk terugduwt onder de drempel. Zo voorkomen we brandverkopen en systeemschokken; illiquiditeit vangen we op met gespreide betaling en, waar passend, een pandrecht op toekomstige dividenden of huurstromen. De internationale literatuur over vermogensheffing laat zien dat zo’n aanpak administratief haalbaar is, mits definities, waarderingsregels en handhaving scherp zijn vormgegeven11. Het surplus boven de grens vloeit stapsgewijs terug naar de gemeenschap, bij voorkeur via een publieke burgerkas die het basisinkomen mede financiert.
Het optimale niveau is geen natuurconstante maar een beleidskeuze die we kalibreren op doel en gedrag. Een verstandige bandbreedte volgt uit drie ankers. Een machtsanker dat dominantie onmogelijk maakt zonder normaal ondernemerschap te smoren; ruwweg 50–75 keer de mediane levensloopverdiensten, neerkomend op een orde van €100–150 miljoen per persoon. Een administratief anker dat maakt dat we hooguit enkele honderden personen raken, waardoor toezicht scherp en betaalbaar blijft. En een open-economie-anker: beginnen aan de bovenkant van de band (bijvoorbeeld €150 miljoen), na drie tot vijf jaar evalueren en desgewenst dalen richting €100 miljoen zodra ontwijkelasticiteit en opbrengst in kaart zijn gebracht. Zo koppelen we principiële helderheid aan empirische voorzichtigheid11.
Dat Nederland klein en open is, betekent niet dat een vermogenstop een uitnodiging tot vlucht hoeft te zijn. Het recept is om vermogen aan persoon én assets te koppelen. Bij emigratie rekenen we een exit-heffing op latente winsten en hanteren we een staartheffing voor een afgebakende periode, zoals Europa dat in de ondernemingssfeer al kent via de exit-tax in de anti-ontwijkingsrichtlijn; de woning of het bedrijf kan blijven draaien, de afwikkeling verloopt gespreid en onder zekerheid13. We kijken door juridische hulzen heen naar de uiteindelijke belanghebbende en benutten de bestaande infrastructuur voor automatische internationale gegevensuitwisseling om buitenlands vermogen zichtbaar te maken12. Op in Nederland gelokaliseerde bezittingen heffen we aan de bron, ongeacht woonplaats, en waar mogelijk stemmen we af op EU-/Benelux-niveau zodat arbitrage minder loont. Onderzoek wijst er bovendien op dat de daadwerkelijke migratiebereidheid van de ultra-rijken kleiner is dan het publieke debat soms veronderstelt, zeker wanneer het beleidsontwerp voorspelbaar is en ontwijkroutes daadwerkelijk worden gesloten14.
Belangrijk is dat de grens asset-neutraal is en misbruik via “stenen” of kunst voorkomt. Het plafond ziet op totaal netto-vermogen wereldwijd: liquide middelen en effecten, belangen in (familie)bedrijven, onroerend goed (woningen, beleggingspanden, grond), crypto-activa, kunst en collecties, jachten en vliegtuigen, en intellectueel eigendom; minus schulden. Vastgoed waarderen we periodiek op marktwaarde (met prudente topsegment-correcties) en we trekken hypotheken af, zodat de netto-waarde telt. Waar veel vastgoed en weinig cash samenkomen, voorkomen we dwangverkoop met betalingsspreiding of een voorrecht op huur- en verkoopopbrengsten. Pensioenrechten en kleine gebruiksgoederen laten we buiten scope; voor familiebedrijven borgen we continuïteit met kasstroomvriendelijke afwikkeling zonder de economische waardering zelf vrij te stellen. Zo blijft de maatregel gericht op machtsconcentratie, niet op het verstoren van gezonde bedrijfsvoering15.
In deze geest kiezen we nu voor een zacht plafond van €150 miljoen, indexeren we jaarlijks met inflatie en een prudente vermogensprijsindicator, en leggen we wettelijk vast dat er na drie jaar een evaluatiemoment komt met de optie om neerwaarts bij te stellen naar €100 miljoen. We koppelen de opbrengsten direct aan de publieke burgerkas die het basisinkomen mede financiert, zodat economische vrijheid, bestaanszekerheid en een eerlijke machtsbalans elkaar versterken. In een democratie behoort rijkdom een beloning te zijn, geen machtstitel.
Het nieuwe pensioenstelsel – van zekerheid naar speculatie
Het nieuwe pensioenstelsel dat in 2023 is ingevoerd, wordt verkocht als modernisering, maar in werkelijkheid is het een versluierde liberalisering van ons gezamenlijke oudedagstelsel. Wat decennialang een collectieve belofte van solidariteit was, wordt nu omgezet in miljoenen individuele potjes, ieder afhankelijk van de grillen van de beurs. Daarmee is de zekerheid die generaties Nederlanders is beloofd, ingeruild voor kansberekening, en de solidariteit voor schijnvrijheid.
In het oude systeem legden werkenden samen in één grote pot, waaruit de pensioenen van ouderen werden betaald. Jong en oud droegen elkaar, winsten en verliezen werden gedeeld, en de uitkeringen waren gegarandeerd. Natuurlijk was dat systeem niet perfect; het was log, technocratisch en soms traag; maar het berustte tenminste op een moreel principe: dat een samenleving haar ouderen niet aan de markt uitlevert.
Het nieuwe stelsel keert dit principe om. Iedere deelnemer krijgt nu een “eigen potje”, dat in werkelijkheid geen potje is maar een rekeneenheid in een beleggingsfonds. De waarde schommelt mee met aandelenkoersen en rente, en niemand kan precies uitleggen hoeveel pensioen iemand straks werkelijk krijgt. Er is geen gegarandeerde uitkering meer, alleen een verwachte. De collectieve zekerheid is vervangen door individuele onzekerheid, terwijl de grote pensioenfondsen en vermogensbeheerders wél zeker weten dat hun beheerfee’s jaarlijks binnenstromen.
De stille greep uit de pensioenpot
Nederlandse pensioenfondsen beheren samen ruim 1.600 miljard euro – het grootste pensioenvermogen van Europa. Dat kapitaal is bedoeld als buffer voor onze oude dag, maar vormt in de ogen van de financiële sector een onweerstaanbare goudmijn. Met de overgang naar individuele potjes krijgen internationale investeringsmaatschappijen als BlackRock, Vanguard en State Street steeds meer toegang tot deze miljarden. Zij beheren nu al een aanzienlijk deel van de beleggingsportefeuilles van Nederlandse fondsen en hebben via fiduciair beheer directe invloed op het beleggingsbeleid17.
BlackRock is inmiddels hoofdaannemer van meerdere Nederlandse pensioenfondsen en treedt op als strategisch adviseur voor het nieuwe stelsel18. Ook Vanguard, de op één na grootste vermogensbeheerder ter wereld, biedt pensioenfondsen “maatwerkportefeuilles” die aansluiten op de nieuwe individuele potjes19. Achter deze technocratische taal schuilt een eenvoudige realiteit: de zeggenschap over ons pensioengeld verschuift van de samenleving naar de markt.
Dat betekent niet alleen dat miljarden aan beheerkosten weglekken uit de collectieve pot, maar ook dat ons spaargeld wordt blootgesteld aan mondiale risico’s; van beurscrashes tot geopolitieke spanningen. De zogenoemde “persoonlijke vrijheid” van het nieuwe systeem is in feite een privatisering van risico en verlies, zonder dat deelnemers echte invloed hebben op hoe hun geld wordt belegd. Pensioengerechtigden worden zo speculanten van hun eigen oude dag, terwijl multinationale vermogensbeheerders de winsten incasseren.
Zoals de Franse econoom Thomas Piketty al liet zien, leidt een systeem waarin rendementen structureel hoger zijn dan loonstijgingen tot een toenemende concentratie van rijkdom en macht20. Dat geldt ook hier: de collectieve pensioenpot, ooit een symbool van gedeelde zekerheid, dreigt te verworden tot een nieuwe motor van ongelijkheid.
Een alternatief: het coöperatieve pensioenstelsel
Hart voor Vrijheid pleit daarom voor het terugdraaien van het nieuwe pensioenstelsel en de opbouw van een alternatief dat past binnen de beginselen van sociale driegeleding: vrijheid in persoonlijke keuzes, gelijkheid in rechten en bestaanszekerheid, en broederschap in de economie.
- Collectieve zekerheid, individuele vrijheid: Het uitgangspunt is eenvoudig: niemand mag in armoede sterven na een leven lang werken. Het collectieve karakter van pensioenopbouw wordt hersteld: werkenden dragen gezamenlijk bij aan een gemeenschappelijke kas die uitkeringen garandeert. Tegelijk wordt de starheid van het oude systeem doorbroken: mensen kunnen eerder of later met pensioen gaan, gedeeltelijk doorwerken of hun uitkering tijdelijk aanvullen vanuit persoonlijke reserves. De vrijheid om eigen keuzes te maken blijft, maar binnen een solide, gedeelde basis.
- Coöperatief eigendom: Het nieuwe stelsel van Hart voor Vrijheid stelt dat pensioenfondsen coöperatief eigendom van de deelnemers zelf worden. Geen top-down bestuur, maar directe vertegenwoordiging van de deelnemers via gekozen raden, transparante boekhouding en open toegang tot alle informatie. De fondsen beheren het vermogen zonder winstoogmerk, vergelijkbaar met de oude coöperatieve banken uit de 19e eeuw, maar dan in digitale vorm. Beleggingsbeslissingen worden genomen in lijn met maatschappelijke waarden, niet met de korte termijn van hedgefondsen. Om politieke en commerciële inmenging te voorkomen, worden de pensioenfondsen ondergebracht in een onafhankelijke maatschappelijke pijler, los van de staat en los van de financiële markten. Dat is precies wat Rudolf Steiner bepleitte: een economie die niet door de politiek of het kapitaal wordt gestuurd, maar door associatieve samenwerking tussen producenten, werkenden en consumenten16.
- Zeggenschap en transparantie: Alle deelnemers krijgen digitale inzage in de portefeuille van hun fonds, inclusief stemrecht over de hoofdrichtingen van het beleggingsbeleid. Geen “persoonlijk potje” met schijninvloed, maar echte democratische zeggenschap. Beleggingen in wapens, speculatieve derivaten of fossiele megabedrijven worden uitgefaseerd; geld vloeit naar reële economieën: woningbouw, infrastructuur, duurzame energie, lokale productie. Zo wordt pensioenvermogen opnieuw een publieke krachtbron in plaats van een instrument van de financiële elite.
- Eerlijke verdeling van risico’s: Het collectieve systeem blijft behouden, maar het wordt transparanter: winsten en verliezen worden gedeeld via een open formule, zodat generaties elkaar ondersteunen zonder dat de ene generatie wordt opgeofferd voor de andere. Een eenvoudige solidariteitsbuffer voorkomt dat tijdelijke beursschommelingen direct in pensioenen slaan. Zo ontstaat rust en voorspelbaarheid.
- Koppeling aan bestaanszekerheid: Het pensioenstelsel sluit naadloos aan op het basisinkomen via de negatieve inkomstenbelasting (NIB). Iedereen heeft recht op een bestaansminimum; het pensioen vormt daarop een aanvulling, opgebouwd door arbeid en deelname. Wie minder gewerkt heeft, ontvangt in elk geval het gegarandeerde basisinkomen; wie lang en zwaar heeft gewerkt, krijgt een waardige aanvulling. Zo combineren we zekerheid en verdienste zonder armoede of afhankelijkheid.
Een pensioen dat weer van ons is
Een stelsel volgens deze principes herstelt niet alleen vertrouwen, maar brengt ook de menselijke maat terug in de economie. Pensioenvermogen wordt weer dienstbaar aan de samenleving: het financiert bijvoorbeeld betaalbare woningen en innovatieve bedrijven; zonder dat buitenlandse investeerders of speculanten ertussen zitten. Het rendement is dan niet enkel financieel, maar ook sociaal: stabiliteit, waardigheid en toekomstzekerheid.
Zo’n model vergt moed en verbeeldingskracht. Maar het is haalbaar. Landen als Denemarken en Zwitserland tonen dat een coöperatief pensioenmodel uitstekend kan functioneren met sterke buffers en lage uitvoeringskosten21. In Nederland ligt de infrastructuur er al: onze pensioenfondsen zijn groot, efficiënt en goed georganiseerd. Wat ontbreekt is democratisch eigendom en morele richting.
De kernvraag is dus niet of we het ons kunnen veroorloven om de markt weer buiten de deur te zetten, maar of we het ons kunnen veroorloven om het níét te doen. Wie zijn pensioen aan de beurs uitlevert, verliest niet alleen geld, maar ook zeggenschap, zekerheid en menselijke waardigheid.
Hart voor Vrijheid kiest daarom voor een helder pad:
- Terugdraaien van het nieuwe pensioenstelsel;
- Oprichting van coöperatieve pensioenfondsen onder maatschappelijke zelfbesturing;
- Integratie met het basisinkomen als ondergrens voor bestaanszekerheid;
- Herinvestering van pensioenvermogen in de reële, duurzame economie.
Zo wordt pensioen opnieuw wat het ooit bedoeld was: een levenslange beloning voor menselijke arbeid, niet een winstbron voor financiële instellingen.
Beleidsvoorstellen
Bestaanszekerheid
- Negatieve inkomstenbelasting (NIB) als basisinkomen: voer een grondwettelijk verankerde onvoorwaardelijk NIB in die elke burger een gegarandeerd basisinkomen toekent, zodat de bodem onder elk inkomen zeker is en armoedevallen verdwijnen.
- Coöperatief burgerfonds: laat de uitkering van de NIB uitvoeren door een onafhankelijk coöperatief burgerfonds, los van Belastingdienst en ministeries, om politieke willekeur en uitvoeringsfalen te vermijden.
- Decentrale burgerrekeningen (met contant recht): keer het minimuminkomen uit via decentrale, blockchain-gebaseerde burgerrekeningen met open-source code en privacy-by-design, inclusief het expliciete recht om op elk moment contant geld op te nemen bij automaten of loketten, zodat digitale afhankelijkheid nooit een dwangmiddel wordt.
- Checks & balances: borg integriteit via publieke broncode, onafhankelijke audits, roulatie in bestuur en een burgerjury die uitsluitend technische fouten kan corrigeren, nooit de onvoorwaardelijkheid kan aantasten.
- Vervanging van het toeslagenstelsel: schaf het huidige toeslagenstelsel af en vervang het door de NIB, zodat bureaucratie, terugvorderingen en armoedecliffs structureel verdwijnen.
- Automatische indexering: koppel de hoogte van het minimuminkomen aan een objectieve levensonderhoudsindex (basisgoederen en mediane huur), zodat de waarde tegen inflatie beschermd is en niet kan worden uitgehold.
- Overgangsgarantie: waarborg wettelijk dat niemand die nu afhankelijk is van toeslagen er bij de overgang op achteruit gaat; kalibratie zorgt ervoor dat de netto-positie minimaal gelijk blijft.
- Ruimte voor creativiteit en initiatief: benut het zekere inkomensfundament om ondernemerschap, scholing, mantelzorg, kunst en vrijwilligerswerk te stimuleren, nu zonder straf door verlies van toeslagen.
Werk & Inkomen
- Lasten verschuiven van arbeid: verlaag structureel de belastingwig door heffing te verschuiven van arbeid naar vervuiling, grondstoffenverspilling, monopolierentes en passieve kapitaalinkomens, zodat werkenden meer netto overhouden en werkgevers makkelijker inhuren.
- Belastingvrije voet als transitie-instrument: verhoog de belastingvrije voet zolang er nog geen basisinkomen/NIB is, en laat deze na invoering van het basisinkomen/NIB naar (nagenoeg) nul gaan om dubbele bodems en onnodige kosten te voorkomen.
- Eigen belastingafdracht met vangrails: laat werknemers in principe zelf hun belasting betalen via een eenvoudige tax-wallet met automatische maandelijkse afdracht als standaard (opt-out mogelijk), terwijl werkgevers lonen realtime rapporteren zodat betalingsproblemen en naheffingschokken worden voorkomen.
- Projecteconomie in de publieke sector: reserveer een substantieel deel van onderwijs-, zorg- en cultuuruitgaven voor opdrachten aan ZZP’ers en coöperaties, met fatsoenlijke tarieven en korte betaaltermijnen, zodat talent direct kan worden ingezet.
- Recht op betaalde arbeid bij vraaguitval: organiseer bij conjuncturele dip publieke en semipublieke projecten die tijdelijk werk scheppen, waarbij middelen rechtstreeks van opdrachtgever naar werkende gaan.
- Minder bemiddelingsketens, meer directe match: beperk extractieve uitzend- en payrollconstructies en maak directe werving en het recht om “gewoon te factureren” tot de norm.
- Eerlijke beloning van vak- en handarbeid: herwaardeer technisch, zwaar en cruciaal werk via loonlijnen die zwaarte en schaarste weerspiegelen, en investeer in leerling-meesterschappen en vakopleidingen.
- Levenslang leren als recht: geef werknemers en zelfstandigen een jaarlijks vrij te besteden scholingsbudget, modulair en toegankelijk, zodat overstappen en opschalen normaal wordt.
- Eerlijker verdeling aan de top: combineer het inkomensfundament met meer progressie op zeer hoge inkomens en gerichte heffingen op monopoliewinsten en renteniersinkomens om scheefgroei te temperen.
- AOW met keuzevrijheid: maak doorwerken na de AOW-leeftijd aantrekkelijk en vrijwillig, en bied een waardige mogelijkheid om eerder te stoppen na een lang of zwaar arbeidsleven.
- Vangnetten passend bij de NIB: houd de WW minimaal op 70% en hanteer de eenvoudige regel “één gewerkt jaar is één maand WW”, terwijl overige uitkeringen logisch aansluiten op de NIB-bodem.
Bovengrens aan extreem vermogen
- Zacht vermogensplafond met afroomheffing (start €150 mln, evaluatie → €100 mln): stel wettelijk een zachte bovengrens in; boven €150 miljoen netto per persoon geldt een hoge jaarlijkse marginale afroming die het vermogen geleidelijk onder de drempel terugbrengt, met indexatie (inflatie + prudente vermogensprijsindicator) en een vast evaluatiemoment na 3–5 jaar om – op basis van gedrag en opbrengst – desgewenst te dalen richting €100 miljoen. Ontwerp een overgangspad om brandverkopen te vermijden.
- Asset-neutraal, inclusief onroerend goed (netto): laat het plafond gelden voor wereldwijd totaal netto-vermogen (liquide middelen, effecten, belangen in bedrijven, vastgoed, crypto, kunst/collecties, jachten/vliegtuigen, IP), minus schulden.
- Mark-to-market waar mogelijk plus illiquiditeitsregeling: waardeer beursgenoteerde activa jaarlijks; hanteer voor niet-beursgenoteerde activa (MKB, vastgoed, kunst) prudente taxaties. Sta gespreide betaling toe of dividend/huur-in-kind via pandrecht op toekomstige kasstromen om continuïteit en werkgelegenheid te beschermen.
- Strakke anti-ontwijkingsregels en look-through: reken trusts, stichtingen, SPV’s en buitenlandse houdsters toe aan de uiteindelijke belanghebbende. Voer een exit-heffing op latente winsten in bij emigratie plus een staartheffing voor enkele jaren erna; pas waar nodig bronheffing op NL-assets toe.
- Erf- en schenkgrenzen in lijn met het plafond: harmoniseer erf- en schenkbelasting met de bovengrens: grote nalatenschappen boven het plafond vloeien grotendeels naar een publieke burgerkas, met ruime vrijstellingen/continuïteitsregelingen voor gewone erfenissen en doorlopende familiebedrijven.
- Publiek-nut-route met echte onafhankelijkheid: laat giften boven de grens lopen via publiek-nut-stichtingen met onafhankelijke besturen en transparantie-eisen; geen schijnfilantropie of familiefondsen die facto privé-macht bestendigen.
- Opbrengsten naar de gemeenschap: koppel wettelijk aan bestaanszekerheid (basisinkomen/NIB), schuldreductie en generatielange investeringen (onderwijs, innovatie, natuurherstel), zodat afroming zichtbaar terugvloeit naar brede welvaart.
- Rechtsstatelijke borging en periodieke toetsing: veranker het plafond in Grondwet of organieke wet met verzwaarde drempels; laat een onafhankelijke commissie periodiek toetsen (bijv. elke vijf jaar) en parameters bijstellen binnen de wettelijke bandbreedte, zonder politieke willekeur.
Pensioenstelsel
- Terugdraaien van het nieuwe pensioenstelsel: Draai het huidige stelsel met individuele beleggingspotjes terug en herstel de collectieve zekerheid: pensioenen blijven gezamenlijk gefinancierd, met gegarandeerde uitkeringen en solidariteit tussen generaties.
- Coöperatief eigendom van pensioenfondsen: Maak pensioenfondsen tot coöperaties van deelnemers zelf, met directe zeggenschap via gekozen raden, transparante boekhouding en publieke controle op bestuur en beloningen.
- Scheiding van financiële marktmacht en oudedagsvoorziening: Beëindig het fiduciaire beheer door internationale vermogensbeheerders als BlackRock en Vanguard. Bouw nationale of coöperatieve vermogensbeheerders op die pensioenvermogen in de reële economie investeren.
- Beleggen in maatschappelijke waarde: Verplicht pensioenfondsen om minimaal 50% van hun vermogen te beleggen in maatschappelijke sectoren: woningbouw, duurzame energie, infrastructuur, zorg en mkb-financiering. Verbied investeringen in speculatieve derivaten, wapens en fossiele expansie.
- Democratische zeggenschap en transparantie: Geef iedere deelnemer digitaal inzicht in het fondsbeleid en stemrecht over hoofdrichtingen van de beleggingen. Publiceer alle kosten, vergoedingen en externe contracten jaarlijks in begrijpelijke taal.
- Solidariteitsbuffer en gegarandeerde bodem: Voer een eenvoudig solidariteitsmechanisme in dat beursschommelingen opvangt en de waarde van uitkeringen stabiliseert. Garandeer een wettelijke bodem onder elk pensioen, onafhankelijk van markten.
- Koppeling aan bestaanszekerheid: Laat het pensioen bovenop de negatieve inkomstenbelasting (NIB) functioneren: wie weinig heeft opgebouwd, ontvangt ten minste het gegarandeerde basisinkomen; wie lang gewerkt heeft, krijgt daar rechtvaardig bovenop.
- Ethische en duurzame uitvoering: Veranker dat pensioenfondsen als maatschappelijke instellingen opereren: geen winstdoel, geen bonussen, en uitvoering tegen kostprijs binnen publieke of coöperatieve kaders.
Bronnen:
- Van Parijs, P. & Vanderborght, Y. (2017). Basic Income: A Radical Proposal for a Free Society and a Sane Economy. Harvard University Press.
- Friedman, M. (1962). Capitalism and Freedom. University of Chicago Press.
- Standing, G. (2017). Basic Income: And How We Can Make It Happen. Penguin.
- Kangas, O., Jauhiainen, S., Simanainen, M., & Ylikännö, M. (2019). The Basic Income Experiment 2017–2018 in Finland. Reports of the Ministry of Social Affairs and Health.
- CPB (2023). Maatwerk in het Toeslagenstelsel: Kosten, uitvoerbaarheid en alternatieven. Centraal Planbureau.
- Marx, K. (1844/1932). Ökonomisch-philosophische Manuskripte; en (1867) Das Kapital, Deel I.
- Piketty, T. (2014). Capital in the Twenty-First Century. Harvard University Press.
- OECD (2024). Taxing Wages. Organisation for Economic Co-operation and Development.
- Gietelink, A. (z.j.). “Werk en Inkomen (Alternatief!)”. Beschikbaar via: https://vrijalternatief.wordpress.com/4-werk-en-inkomen/
- Chancel, L., Piketty, T., Saez, E., Zucman, G., et al. (2022). World Inequality Report 2022. World Inequality Lab / Paris School of Economics.
- Saez, E. & Zucman, G. (2019). Progressive Wealth Taxation. Brookings Papers conference draft / UC Berkeley Working Paper.
- OECD (2023). Standard for Automatic Exchange of Financial Account Information in Tax Matters (CRS) – Implementation Handbook (2nd ed.). Organisation for Economic Co-operation and Development.
- Council of the European Union (2016). Council Directive (EU) 2016/1164 (ATAD), Article 5 – Exit Taxation. Official Journal of the European Union, L 193.
- Alstadsæter, A., Johannesen, N., & Zucman, G. (2019). “Tax Evasion and Inequality.” American Economic Review, 109(6), 2073–2103.
- Advani, A., Chamberlain, E., & Summers, A. (2020). A Wealth Tax for the UK. Wealth Tax Commission Final Report / Institute for Fiscal Studies.
- Steiner, R. (1920). Die Kernpunkte der sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft. Dornach: Rudolf Steiner Verlag. Nederlandse vertaling: De Kernpunten van het Sociale Vraagstuk (vert. H. van Praag, 1991). Zeist: Vrij Geestesleven.
- IPE (2024). Achmea IM and BlackRock win Dutch fiduciary mandates. https://www.ipe.com/analysis/2024-achmea-im-and-blackrock-win-dutch-fiduciary-mandates/10128173.article
- Financial Investigator (2024). Stichting Shell Pensioenfonds stelt BlackRock aan als fiduciair manager. https://www.financialinvestigator.nl
- Vanguard Group (2023). Revisiting Pension Asset Allocation. https://institutional.vanguard.com
- Piketty, T. (2014). Capital in the Twenty-First Century. Harvard University Press.
- OECD (2023). Pensions at a Glance. Organisation for Economic Co-operation and Development.
Volkshuisvesting, Wonen en Bouwen
Waar vrijheid vaste grond krijgt en een huis weer een thuis wordt

Samenvatting
De wooncrisis is niet slechts een tekort aan stenen, maar een symptoom van een dieper maatschappelijk onvermogen: het loslaten van het idee dat wonen een recht is. In plaats van volkshuisvesting – bouwen, beheren en verhuren voor mensen – kregen we een woningmarkt die draait op rente en speculatie. Bureaucratische modellen verstikken de bouw, terwijl schulden en subsidies op schuld (zoals de hypotheekrenteaftrek) prijzen opjagen. Volkshuisvesting is voor Hart voor Vrijheid weer de morele ruggengraat van een vrije samenleving: geen staatsdwang, maar een publieke belofte dat iedereen binnen zijn/haar budget goed kan wonen. Dat doen we door de woonfunctie voorop te zetten, niet het beleggingsrendement; door eigenaarschap en zeggenschap terug te leggen bij bewoners; en door de overheid te laten doen wat ze wél moet doen: eerlijke spelregels, eenvoudige procedures en betrouwbare kaders.
Een volkshuisvesting van vrijheid betekent: coöperatief eigendom i.p.v. corporatisme, burgerbouw i.p.v. projectmonopolie, en een stabiele bouwstroom: 100.000 woningen per jaar, in een evenwichtige mix (±35% sociaal, 20% middenhuur, 45% koop/coöperatief). Woningcorporaties veranderen terug in woningcoöperaties (verenigingen van bewoners), gemeenten geven grond primair uit aan bouwende burgers en coöperaties tegen kostprijs, en kleinschalige versnellers (tiny houses, optoppen, splitsen, legalisering van geschikte recreatiewoningen) krijgen vaste plek in het instrumentarium. Volkshuisvesting is zo geen sectorale klus, maar een maatschappelijk ordeningsprincipe: cultuur (schoonheid, identiteit), recht (zekerheid, betaalbaarheid) en economie (samenwerking i.p.v. rente) komen hier samen, zodat Nederland niet alleen meer bouwt, maar weer samenwoont.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Een eerlijke woningmarkt zonder schuld: De hypotheekrenteaftrek wordt binnen tien jaar afgeschaft, rente geleidelijk uitgefaseerd, en banken hervormd tot dienstverleners zonder rentewinst. Betaalbaarheid wordt hersteld door een negatieve inkomstenbelasting (NIB) die inkomenszekerheid garandeert en huurtoeslag overbodig maakt. Zo verdwijnt schuld als basis van het woonstelsel en ontstaat een stabiele woningmarkt die draait op inkomen en gebruik, niet op rente en speculatie.
- Volkshuisvesting van onderop: Woningcorporaties worden weer woningcoöperaties; verenigingen van bewoners met zeggenschap over beleid en beheer. Gemeenten geven kavels en grond primair uit aan bouwende burgers, lokale initiatieven en coöperaties tegen kostprijs. Permanente bewoning van recreatiewoningen, tiny houses, optoppen en splitsen worden wettelijk toegestaan. De overheid stelt heldere kaders, maar de uitvoering ligt bij mensen zelf.
- Realistisch bouwen en duurzaam vertrouwen: Nederland bouwt voortaan 100.000 woningen per jaar, met 35% sociale huur, 20% middenhuur en 45% koop of coöperatief eigendom. Regels worden vereenvoudigd, vakmanschap en regionale bouwscholen versterkt. Milieu- en klimaatbeleid wordt gebaseerd op feitelijke metingen, niet op theoretische modellen. Zo wordt bouwen weer mogelijk, betaalbaar en in harmonie met mens en natuur, niet als technocratisch project, maar als oefening in vrijheid en verantwoordelijkheid.

Het recht om te wonen
Wonen is meer dan een dak boven het hoofd. Het is de plek waar vrijheid vorm krijgt — waar mensen zich kunnen terugtrekken, liefhebben, opvoeden, genezen en denken. Een huis is geen product maar een bestaansvoorwaarde. Wie geen thuis heeft, verliest niet alleen comfort maar ook grond onder de voeten van zijn waardigheid. Daarom is wonen geen privilege van bezit, maar een recht dat rechtstreeks voortvloeit uit de menselijke behoefte aan veiligheid, privacy en verbondenheid1.
Toch is dat recht uitgehold. In een van de rijkste landen ter wereld staan mensen jaren op wachtlijsten, slapen jongeren in caravans of logeren volwassenen noodgedwongen bij hun ouders. Tegelijk stapelen speculanten leegstaande panden op als belegging, stijgen de huren sneller dan de lonen en worden huizen gekocht als derivaten in spreadsheets van internationale fondsen2. Wat ooit volkshuisvesting heette, is verworden tot vermogensbeheer. Een thuis is een prijs geworden.
De woningmarkt weerspiegelt de verschuiving van een samenleving die leefde van arbeid naar een economie die leeft van schuld. De prijs van een huis wordt niet langer bepaald door baksteen of vakmanschap, maar door rente en belastingvoordeel. Sinds de jaren negentig is de hypotheekschuld opgeblazen tot een nationale berg die zwaarder weegt dan het binnenlands product3. Banken, projectontwikkelaars en overheden hebben er goed aan verdiend; de burger betaalt de rente. Zo werd bezit de maat van succes, terwijl werk zijn beloning verloor.
Hart voor Vrijheid beschouwt wonen als een van de morele kernvragen van onze tijd. Wie niet kan wonen, kan ook niet wortelen; wie niet wortelt, kan geen gemeenschap vormen. De wooncrisis is daarom niet alleen een technisch probleem van grondprijzen of vergunningen, maar een cultureel en ethisch symptoom van een samenleving die haar kompas heeft verloren. De markt heeft een taak die de markt niet kan vervullen: het waarborgen van rechtvaardigheid.
Daarom wil Hart voor Vrijheid het recht op wonen herstellen als publieke belofte, niet via staatsdwang maar via rechtvaardige ordening. Dat begint bij erkenning dat huisvesting een basisvoorziening is, geen beleggingscategorie. Iedere burger moet binnen zijn of haar budget een goede woning kunnen bewonen. Betaalbaarheid is geen gunst, maar de bodem van een vrije samenleving.
Vrijheid zonder bestaanszekerheid is leeg; zekerheid zonder vrijheid is beklemmend. Een rechtvaardige woningmarkt verzoent die twee. Zij garandeert de ruimte om te leven zonder iemand tot schuldslaaf te maken. Dat is de maatstaf waaraan we onze beschaving mogen aflezen: niet hoeveel huizen we bouwen, maar hoeveel mensen er werkelijk kunnen wonen.
De erfzonde van het beleid: schuld en schaarste
De Nederlandse wooncrisis begon niet gisteren. Zij werd geboren in een tijd van optimisme, toen men geloofde dat de markt alles kon en dat bezit de hoogste vorm van vrijheid was. In de jaren negentig, de tijd van de paarse kabinetten, werd volkshuisvesting ingeruild voor woningmarkt. Het woord alleen al verraadt de verschuiving: wonen werd een markt, geen recht. Waar ooit woningbouwverenigingen tegen kostprijs bouwden, verschenen projectontwikkelaars met spreadsheets. Grond werd handelswaar, huizen werden waardepapieren, en de overheid keek tevreden toe.
De hypotheekrenteaftrek, ooit bedoeld als steun voor gezinnen, veranderde in een structurele subsidie voor schuld4. Hoe meer men leende, hoe groter het fiscale voordeel. Banken ontdekten dat ze lucht konden verkopen, en de overheid ontdekte dat stijgende huizenprijzen de consumptie opdreven. Iedereen leek te winnen – totdat de rekening kwam.
Tussen 1990 en 2008 verdrievoudigden de huizenprijzen5. Jongeren en starters zagen de grond onder hun toekomst verdwijnen, terwijl de staat zichzelf rijk rekende aan overdrachtsbelasting en fictieve welvaart. Toen de kredietcrisis kwam, bleken tienduizenden gezinnen tot over hun oren in de schulden te zitten, aangemoedigd door banken, makelaars en politici die het “verstandig lenen” noemden6. De overheid redde de banken, maar liet de burgers achter met restschulden en een woonlast die hun vrijheid verteerde.
Daarmee werd een fundamenteel principe omgekeerd. Waar de woning ooit de basis was van het gezinsleven en de gemeenschap, werd het nu het onderpand van een financieel systeem dat op groei was gebaseerd. Wie een huis had, moest het laten renderen; wie geen huis had, moest concurreren. De woningmarkt werd een pyramide van schuld, en schuld werd de nieuwe valuta van zekerheid.
Politici spraken intussen over “woningtekort”, alsof het probleem in de baksteen lag en niet in de balans. Maar schaarste is zelden natuurlijk. Zij is het product van beleid dat grond opdrijft, vergunningen vertraagt, en bouwruimte schaars houdt om prijzen hoog te houden. Gemeenten speculeren mee via grondbedrijven; ministeries stapelen regels over stikstof, CO₂ en energieprestatie. Zo werd woningbouw de gevangene van haar eigen succesformule: winstmaximalisatie onder het mom van duurzaamheid.
De erfzonde van het woonbeleid is dus niet te weinig bouwen, maar verkeerd bouwen – voor winst in plaats van voor mensen. Zolang huizen worden gezien als investeringsobject in plaats van leefruimte, blijft de crisis voortbestaan, ook als er honderdduizend woningen per jaar bijkomen. De prijs van een huis stijgt immers niet omdat er te weinig bakstenen zijn, maar omdat de logica van schuld groter is dan de logica van behoefte.
Het is tijd om dat patroon te doorbreken. Vrijheid begint bij de mogelijkheid om ergens te wonen zonder schuldslaaf te worden. Daarvoor is moed nodig: de moed om een beleid van drie decennia te herzien, en de moed om te erkennen dat wat economisch slim leek, maatschappelijk rampzalig was. Wie werkelijk vrijheid wil herstellen, moet de macht van schuld doorbreken.
De stille crisis van ruimte – wonen als offer van stikstof en CO₂
De Nederlandse bouwcrisis is geen gevolg van natuur, maar van papier. Terwijl de hemel nog blauw is en de vogels zingen, liggen bouwprojecten stil omdat een model berekent dat ergens, op kilometers afstand, een fractie van een gram stikstof zou kunnen neerdalen op een stukje hei. Alsof de natuur zelf een spreadsheet is. De mens, die ooit dijken bouwde tegen de zee en polders drooglegde met blote handen, mag nu niet meer bouwen omdat een formule dat verbiedt.
Wat begon als milieubeleid is verworden tot een religie van rekenregels. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) veranderde boeren en bouwers in overtreders, niet omdat zij iets vervuilden, maar omdat een model dat voorspelde. De Raad van State verklaarde duizenden vergunningen ongeldig op basis van deze fictie, en sindsdien ligt het land op slot7. Boeren worden uitgekocht, bouwers wachten af, en de burger mag hopen dat de natuur de volgende kabinetsperiode standhoudt.
De absurditeit van dit systeem is dat niemand meer vraagt wat stikstof eigenlijk is. Meer dan driekwart van onze atmosfeer bestaat uit stikstofgas: onschadelijk, onmisbaar en overal aanwezig. Pas wanneer het zich bindt tot andere stoffen, kan het tijdelijk effect hebben op specifieke ecosystemen – meestal binnen een straal van enkele kilometers8. Toch rekent Nederland alsof elke koe en elke bouwplaats het hele land vergiftigt. De normen zijn honderden keren strenger dan in Duitsland of Frankrijk; de gevolgen navenant: geen huizen, geen infrastructuur, geen toekomst9.
Hetzelfde dogma regeert het klimaatbeleid. CO₂, het gas dat planten laat groeien en ademhaling mogelijk maakt, is tot zondebok verklaard van alles wat leeft en beweegt. Een natie die ooit trots was op haar ingenieurs en landbouwers, rekent zichzelf nu schuldig aan het weer. Onder het mom van “klimaatneutraliteit” worden huizen onbetaalbaar, boeren uitgekocht, fabrieken gesloten en burgers verplicht tot onrendabele aanpassingen10. De natuur wordt niet beschermd, maar geofferd aan bureaucratische heiligheid.
Wat deze ideologieën gemeen hebben, is dat ze de werkelijkheid reduceren tot meetwaarden. Een weiland is geen levend ecosysteem meer maar een “emissiebron”. Een bouwproject is geen oplossing voor woningnood maar een “stikstofdepositie”. Zo verandert beleid in bijgeloof. De overheid meet haar eigen deugd in cijfers, terwijl de samenleving vastloopt in wachtlijsten en tekorten.
De werkelijkheid is nuchterder dan de modellen. De biodiversiteit in Nederland is niet ingestort, zoals vaak wordt beweerd, maar vertoont juist een gemengd beeld. In veel gebieden is herstel zichtbaar, vooral waar beheer en waterkwaliteit zijn verbeterd. De Living Planet Index laat sinds 1990 zelfs een lichte stijging zien, met name bij zoetwater- en bossoorten. Tegelijk stagneren of dalen populaties in een aantal open landschappen, vooral daar waar eentonige landbouw, verstedelijking en gebrekkig beheer de variatie hebben verdrongen11. De oorzaak ligt dus niet in stikstof, maar in de manier waarop we met ons land omgaan: monocultuur, intensief maaien, het verdwijnen van kleinschalige landschappen. Waar menselijk vakmanschap en onderhoud terugkeren, herstelt de natuur zichzelf opvallend snel.
Kortom: de Nederlandse biodiversiteit is niet ten onder gegaan, maar vergt zorg en maatwerk, geen doemdenken en verbodspolitiek. Het probleem is niet dat de mens te veel leeft, maar dat beleid te weinig leeft met de natuur.
De slachtoffers van dit geloof zijn niet alleen de boeren, maar iedereen die wil wonen, werken of bouwen. De bouwstop door stikstof heeft tienduizenden woningen vertraagd of geschrapt, met als gevolg stijgende huren, dalende doorstroming en groeiende wanhoop onder jongeren12. En wat lost het op? Geen enkele meter natuur is erdoor hersteld; de biodiversiteit wordt niet bedreigd door menselijke aanwezigheid, maar door bestuurlijke verstarring.
De tragiek is dat de oplossing eenvoudig is: meten in plaats van modelleren, samenwerken in plaats van schuldigen zoeken. Maar dat vereist politieke moed om af te wijken van Europese dogma’s. Brussel schrijft normen voor, Den Haag vertaalt ze naar wetten, en niemand voelt zich nog verantwoordelijk voor de gevolgen13. Zo verwordt milieubeleid tot machtsmiddel: wie de cijfers beheerst, beheerst de ruimte.
Hart voor Vrijheid kiest een andere weg. Wij zien natuur en mens niet als tegenpolen, maar als partners in hetzelfde landschap. De mens hoort in de natuur, niet erbuiten. Bescherming van ecosystemen is belangrijk, maar moet realistisch zijn, gebaseerd op metingen en gezond verstand. Waar natuur werkelijk kwetsbaar is, beschermen we haar met maatwerk. Waar ruimte nodig is om te bouwen, geven we die terug aan de samenleving.
De stikstof- en CO₂-crisis zijn geen natuurrampen, maar bestuurlijke constructies. En omdat ze bestuurlijk zijn, kunnen ze ook bestuurlijk worden opgelost: door herziening van Natura2000, door afschaffing van schijnnauwkeurige modellen, door het herstel van menselijke logica in plaats van algoritmische angst. Alleen dan kan Nederland weer bouwen; niet ondanks de natuur, maar mét haar.
De fictie van duurzaamheid – bouwen onder dwang
Er is een nieuw geloof ontstaan in de bouw: het geloof dat men de wereld kan redden met isolatie, warmtepompen en zonnepanelen. Elk bouwplan wordt erdoor gedoopt; elke vergunning moet een klimaatbelijdenis afleggen. Duurzaamheid is van ideaal tot ritueel geworden. Wie wil bouwen, moet eerst boeten: voor stikstof, voor CO₂, voor energie. De woning is niet langer een plek om te leven, maar een instrument om beleidsdoelen te behalen.
De overheid noemt het “verduurzaming”, maar wat ze oplegt, is vaak niets anders dan bureaucratische dwang. Huiseigenaren worden verplicht hun cv-ketel te vervangen door een warmtepomp, ook als die niet past of niet werkt. Nieuwbouw moet energieneutraal zijn, ook als de bouwkosten daardoor met tienduizenden euro’s stijgen. Oude woningen worden belast met normen en labels, en wie niet voldoet, betaalt de prijs in boetes, afwaardering of hogere lasten. De vrijheid om zelf te bepalen hoe je woont, maakt plaats voor spreadsheetfundamentalisme14.
Ironisch genoeg heeft deze ideologische dwang het tegendeel bereikt van wat zij beoogt. In plaats van duurzaamheid heeft zij verdeeldheid gebracht. Wie het kan betalen, koopt zich vrij met subsidies en groene leningen; wie dat niet kan, blijft achter in tochtige huizen met stijgende energierekeningen. Zo ontstaat een nieuwe kloof, niet tussen huur en koop, maar tussen wie meedoet en wie wordt uitgesloten. De groene elite rijdt elektrisch naar klimaatcongressen, terwijl gezinnen in slecht geïsoleerde huurwoningen de gasrekening niet meer kunnen betalen.
De cijfers liegen er niet om. Nederlandse huishoudens besteden inmiddels tussen de twee en vijftien procent van hun besteedbaar inkomen aan energie, afhankelijk van regio en woningtype15. In het oosten en noorden van het land, waar veel vrijstaande huizen staan, kan dat aandeel oplopen tot boven de vijftien procent. De energietransitie, zo gepresenteerd als moreel kompas, is in de praktijk een sociale breuklijn geworden.
Daar komt bij dat veel “groene” technologieën verre van schoon zijn. Zonnepanelen en batterijen worden geproduceerd in landen met kolencentrales en kinderarbeid16. Windturbines vereisen tonnen beton, staal en zeldzame metalen. En de zogenoemde “biomassa” blijkt bij nadere beschouwing gewoon houtverbranding, het kappen en opstoken van bossen, gesubsidieerd als duurzame energie17. Zo brandt Europa zijn eigen geweten schoon met bomen uit Amerika.
De bouw lijdt intussen onder dit schijnbeleid. Projecten lopen vast op energie-eisen, bouwkosten rijzen de pan uit, en de nadruk op certificaten en subsidies verdringt het echte vakmanschap. De zogenoemde BENG-normen (Bijna Energie Neutraal Gebouw) zijn sinds 2021 verplicht voor alle nieuwbouw18: bedoeld om fossiel energiegebruik te beperken, maar in de praktijk een keurslijf voor ontwerp en betaalbaarheid. De architect moet rekenen in deze energieregels en stikstofpunten; de aannemer in CO₂-besparing per vierkante meter. Maar geen van beiden mag nog gewoon bouwen wat mensen nodig hebben: een betaalbaar, degelijk huis.
Hart voor Vrijheid verwerpt deze ideologische tirannie van de thermometer. Wij geloven niet in de fictie dat het klimaat te redden valt door burgers te dwingen hun woning te verbouwen tegen elke prijs. Werkelijke duurzaamheid komt van binnenuit: van zorg voor kwaliteit, van materialen die generaties meegaan, van technische vernieuwing die haar waarde bewijst door kwaliteit en inzicht.
De mens is geen instrument van klimaatdoelen, maar het doel van beleid zelf. Een samenleving die haar burgers tot proefkonijnen maakt van de planeet, verliest haar morele richting. Vrijheid van wonen betekent ook vrijheid van techniek, vrijheid van verwarming, vrijheid om keuzes te maken die passen bij het eigen huis, het eigen inkomen, het eigen leven.
Ware duurzaamheid begint daar waar vrijheid en verantwoordelijkheid elkaar raken. Wie zich verbonden weet met zijn omgeving, zorgt vanzelf beter voor haar. De tijd is gekomen om het woord duurzaamheid terug te geven aan zijn oorspronkelijke betekenis: duurzaam is wat blijft, wat de tijd doorstaat, wat mensen verbindt in plaats van verdeelt. Een huis dat generaties lang bewoonbaar blijft, gebouwd met degelijke materialen, onderhouden met liefde, verwarmd op een manier die werkt, dát is pas duurzaam.
En zoals dit geldt voor het huis, zo geldt het ook voor het land waarin dat huis staat. De oplossing voor de bouw ligt niet in meer regels, maar in een hernieuwd besef van samenhang. Landbouw, natuur en wonen zijn geen vijanden, maar onderdelen van één ecosysteem. De boer die het land verzorgt en de bouwer die het vormgeeft, werken in wezen aan hetzelfde: een leefbaar landschap. Beide beroepen hebben vakmanschap, ruimte en vertrouwen nodig, geen verboden en vergunningen.
Nederland kan leren bouwen zoals het vroeger boerde: in kringlopen, met de natuur mee. Houtbouw, leem, kalkhennep en hergebruikte materialen verbinden duurzaamheid met schoonheid19. Nieuwe woonwijken kunnen ontstaan rond regeneratieve landbouw en lokale voedselproductie, waar huizen, akkers en natuur elkaar versterken in plaats van verdringen. Oude stallen kunnen worden omgevormd tot woningen of ateliers, dorpsranden tot voedselbossen en gemeenschappelijke tuinen.
Zo’n benadering verzoent mens en omgeving zonder bureaucratie. Waar het beleid de bouw verstikt met stikstofmodellen, kan de praktijk juist laten zien dat natuur en bewoning harmonieus samengaan. Een levende bodem, een gezonde lucht en een evenwichtig watersysteem zijn niet het gevolg van verboden, maar van betrokkenheid.
De toekomst van bouwen ligt niet in het volgen van tabellen, maar in het herstellen van vertrouwen. Wanneer boeren en bouwers samenwerken in plaats van tegenover elkaar te staan, wanneer burgers weer mogen bouwen in plaats van alleen te huren, dan herstelt de balans vanzelf. Vrijheid is geen bedreiging voor de natuur, maar haar bondgenoot, want alleen een vrij mens voelt zich werkelijk verantwoordelijk voor de wereld waarin hij leeft.
Wonen als gemeenschap – de bouwende burger
Er is een diep verlangen in de mens om te scheppen, om een plek vorm te geven die echt van hemzelf is. Een huis dat niet uit een catalogus komt, maar uit de handen van mensen die weten wat ze nodig hebben. Eeuwenlang werd Nederland gebouwd door burgers, timmerlieden en metselaars die hun wijk of dorp kenden tot in de vezels van de grond. De schoonheid van oude stadsgezichten is het stille bewijs: vrijheid en vakmanschap kunnen samenleven.
Vandaag is dat vermogen verstikt door regelgeving, marktmonopolies en projectontwikkelaars. De bouw is overgenomen door consortia die niet meer bouwen om te wonen, maar om rendement te behalen. Gemeenten verkopen kavels aan de hoogste bieder, niet aan de bewoner. De steden worden gevuld met identieke appartementenblokken, glimmend van glas en staal, maar leeg van ziel. Architectuur is gestandaardiseerde marketing geworden; de menselijke maat is verdwenen achter het rekenmodel van de belegger20.
Hart voor Vrijheid wil de bouw teruggeven aan de burger25. De kavel hoort weer toebehoren aan wie erop woont, niet aan wie ermee handelt. Gemeenten moeten grond primair uitgeven aan bouwende burgers, coöperaties en lokale initiatieven. Geen speculatieve doorverkoop, geen buitenlandse investeringsfondsen die complete wijken opkopen, maar mensen die samen hun buurt vormgeven21. Dat is niet nostalgie, dat is vooruitgang, want een samenleving wordt sterker als zij haar eigen omgeving schept.
De bouwende burger brengt meer voort dan bakstenen; hij herstelt gemeenschap. In een tijd van vervreemding wordt samen bouwen een oefening in vertrouwen. Wie zelf ontwerpt, helpt en onderhandelt, leert ook luisteren. Zo ontstaan buurten die niet door marktlogica zijn bepaald, maar door menselijke verhoudingen. Esthetica krijgt er weer betekenis: niet als luxe, maar als uitdrukking van zorg. Schoonheid, bescheidenheid en eigenzinnigheid zijn geen bijzaak, maar de adem van een gezonde samenleving.
Daarom wil Hart voor Vrijheid esthetica opnieuw verankeren in de bouwcultuur. Geen betonnen uniformiteit, maar een veelzijdig landschap waarin avontuur, erfgoed en verbeelding samenkomen. Monumenten verdienen bescherming, maar ook nieuwe gebouwen mogen karakter hebben; een gezicht, een ziel, een verhaal. In plaats van technocratische welstandscommissies die kleur en vorm voorschrijven, stellen we kwaliteitstoetsen samen met bewoners, ontwerpers en vaklui. Verscheidenheid van ruimte en sfeer wordt weer het vertrekpunt van ruimtelijke ordening22.
De burger die bouwt, bouwt meer dan een huis. Hij bouwt een stuk van de samenleving terug. En dat is precies wat Nederland nodig heeft: niet meer regels, maar meer vertrouwen. Want wie mensen weer de ruimte geeft om hun eigen woonomgeving te creëren, geeft ze niet alleen een dak, maar ook waardigheid.
Toch vraagt vrijheid ook om praktische oplossingen. De woningnood kan niet worden bestreden met alleen beleidsvisies of megaprojecten. Nederland heeft juist behoefte aan kleinschalige, directe vormen van wonen die snel, betaalbaar en menselijk zijn23.
Daarom wil Hart voor Vrijheid ruimte scheppen voor tiny houses, kangoeroewoningen, optoppen van bestaande gebouwen en het splitsen van ruime woningen. Deze vormen van wonen verlichten de druk op de woningmarkt zonder extra ruimtebeslag, versterken gemeenschappen en bieden jongeren, ouderen en starters perspectief.
Tiny houses en kleinschalige woonclusters kunnen tijdelijk of permanent worden geplaatst op braakliggende grond, dorpsranden en leegstaande bedrijventerreinen. Kangoeroewoningen, twee zelfstandige wooneenheden onder één dak, maken samenleven tussen generaties mogelijk en bieden ouderen zorg nabij hun familie. Het optoppen van wooncomplexen, waarbij een of meer verdiepingen worden toegevoegd, kan tienduizenden extra woningen opleveren zonder het landschap aan te tasten. En het splitsen van bestaande grote woningen maakt beter gebruik van de bestaande voorraad, mits met respect voor veiligheid, geluid en leefbaarheid24.
Ook het permanent bewoonbaar maken van recreatiewoningen biedt een directe en menselijke oplossing. In Nederland staan tienduizenden vakantiehuizen grotendeels leeg buiten het seizoen, vaak goed geïsoleerd en voorzien van nutsvoorzieningen. Door gemeenten toe te staan deze woningen onder redelijke voorwaarden te legaliseren, kan in korte tijd een stille reserve van woonruimte vrijkomen. Dit helpt starters, ouderen en alleenstaanden aan betaalbare woonruimte, en blaast nieuw leven in dorpen en parken die nu halfleeg staan.
Om de nadelen te ondervangen, stelt Hart voor Vrijheid enkele eenvoudige maatregelen voor:
- Gemeentelijke toets op geschiktheid: permanente bewoning wordt toegestaan waar voorzieningen als riolering, wegen en brandveiligheid op orde zijn of eenvoudig kunnen worden verbeterd.
- Heldere beheerstructuren: bewoners verenigen zich in coöperaties of verenigingen van eigenaren die zorgdragen voor onderhoud, veiligheid en leefbaarheid.
- Gelijke lokale rechten: permanente bewoners betalen gemeentelijke belastingen in plaats van toeristenbelasting, en krijgen volledige toegang tot gemeentelijke voorzieningen.
- Gefaseerde invoering: gemeenten kunnen beginnen met pilotprojecten in parken of gebieden waar leegstand hoog is en draagvlak groot.
Deze vormen van wonen vragen niet om subsidies of eindeloze regels, maar om vertrouwen en ruimte. Gemeenten kunnen vergunningsprocedures vereenvoudigen, experimenteerzones aanwijzen en burgercollectieven ondersteunen met grond en infrastructuur. Zo komt de bouw weer in handen van mensen in plaats van marktpartijen, en wordt de woningnood aangepakt met de kracht van creativiteit in plaats van centralistische sturing.
Waar de overheid verstikt in regelgeving, kan de burger vernieuwen. De toekomst van volkshuisvesting ligt niet in de volgende miljoenensubsidie, maar in duizend kleine initiatieven die samen het land weer bewoonbaar maken, van tiny houses tot kangoeroewoningen, van coöperatieve dorpen tot herleefde recreatieparken. Zo wordt Nederland niet voller, maar menselijker.
De huurmarkt en bestaanszekerheid
Wonen is niet los te zien van bestaanszekerheid. Wie geen vaste plek heeft, verliest zijn houvast, en wie zijn inkomen maandelijks door formulieren en loketten moet bevechten, woont nooit werkelijk vrij. In Nederland is het recht op wonen verworden tot een systeem van uitzonderingen: toeslagen, huurgrenzen, inkomensnormen en administratieve vernedering. De overheid zegt burgers te willen helpen, maar wantrouwt ze tegelijk. Wie te veel verdient, moet terugbetalen; wie te weinig verdient, krijgt brieven met terugvorderingen. Zo is huisvesting een spiegel geworden van de verzorgingsstaat die haar morele kompas kwijt is26.
De huurtoeslag, ooit bedoeld als steun voor wie moeite had de eindjes aan elkaar te knopen, is in de praktijk een subsidie op hoge huren geworden. Ze houdt precies dat in stand wat ze moest bestrijden: onbetaalbare woonlasten. Terwijl miljoenen euro’s aan toeslagen door een log apparaat worden rondgepompt, stijgen de huren gestaag en vullen beleggers hun spreadsheets met gegarandeerde rendementen. De burger blijft gevangen tussen afhankelijkheid en bureaucratie, met angst als constante factor. Het toeslagenstelsel heeft niet alleen geld verspild, maar vertrouwen verwoest27.
Hart voor Vrijheid wil dat doorbreken. Echte zekerheid ontstaat niet door formulieren, maar door een bodem die vanzelf werkt. Daarom pleiten wij voor een negatieve inkomstenbelasting (NIB) als grondwettelijke garantie op bestaanszekerheid. Geen loketten, geen toeslagen, geen terugvorderingen, maar één eenvoudig principe: wie onder een bepaald inkomen zakt, krijgt automatisch het verschil bijgeschreven. Wie meer verdient, draagt naar vermogen bij. Het systeem ademt mee met het leven zelf: vloeiend, zonder breuklijnen, zonder de angst om iets te verliezen wanneer je een stap vooruit zet28.
In het model van Hart voor Vrijheid krijgt iedere burger maandelijks een vast bedrag via een decentrale burgerrekening, een onafhankelijk, coöperatief systeem dat losstaat van de politieke willekeur van de dag. Daarin is ook de wooncomponent ingebouwd: de zekerheid dat niemand meer dan een kwart van zijn besteedbare inkomen aan huur hoeft uit te geven. Huurtoeslag verdwijnt, maar de woonzekerheid blijft. Zo wordt wonen weer onderdeel van bestaanszekerheid, niet van bureaucratie.
De gevolgen van zo’n eenvoud zijn diep menselijk. Mensen kunnen weer ademen. Een alleenstaande moeder hoeft niet langer bang te zijn dat een paar extra werkuren haar uitkering kost. Een jongere kan een opleiding volgen of een bedrijf beginnen zonder de angst om zijn huur niet te kunnen betalen. Ouderen kunnen kleiner gaan wonen zonder verlies van rechten. De bestaanszekerheid die voortvloeit uit de NIB maakt wonen weer voorspelbaar, en dat is de voorwaarde voor vrijheid.
De NIB maakt ook een einde aan het kunstmatige onderscheid tussen huur en koop. Wie in een koopwoning woont, heeft dezelfde inkomenszekerheid als een huurder, maar zonder de scheve subsidie van de hypotheekrenteaftrek. De woningmarkt wordt zo één geheel van mensen in plaats van twee werelden van winnaars en verliezers29.
Maar echte vernieuwing begint bij de fundamenten van de volkshuisvesting zelf. De huidige woningcorporaties, vaak stichtingen zonder leden en zonder democratische verantwoording, zijn te ver afgedreven van hun oorspronkelijke doel. Wat ooit woningbouwverenigingen waren – coöperaties van burgers die samen spaarden, bouwden en beheerden – is verworden tot een sector waarin directies bonussen innen en met maatschappelijk vermogen speculeren. Bewoners zijn hun stem kwijtgeraakt, hun huur wordt belegd, hun buurt bestuurd als bedrijf25.
Hart voor Vrijheid wil dat herstellen. De woningcorporatie wordt weer woningcoöperatie: een vereniging van bewoners die collectief eigenaar zijn van hun woningen en directe zeggenschap hebben over beleid, huurprijs, onderhoud en nieuwbouw. Het vermogen dat nu in stenen en derivaten vastzit, keert terug naar de gemeenschap. Huurders worden opnieuw deelnemers in plaats van dossiers, mede-eigenaren in plaats van klanten.
Deze omvorming is geen utopie, maar een terugkeer naar het begin. Tot in de jaren vijftig waren talloze woningbouwverenigingen coöperatief georganiseerd. Ze bouwden kwalitatieve woningen voor redelijke huren, beheerd door ledenraden en gedragen door gemeenschapszin. Dat model werkte – totdat het werd opgeofferd aan schaalvergroting, managementdenken en financiële verzelfstandiging. Door corporaties weer te verankeren in lokale gemeenschappen, kan het sociale kapitaal dat decennialang is opgebouwd eindelijk weer worden ingezet waarvoor het bedoeld was: betaalbaar wonen, menselijke maat en duurzame buurten.
De volkshuisvesting behoort niet aan stichtingen, maar aan mensen. Alleen wanneer bewoners weer de zeggenschap hebben over hun eigen woonomgeving, kan de woningmarkt veranderen van een systeem van macht in een cultuur van zorg.
Bestaanszekerheid is geen luxe en geen liefdadigheid, maar het fundament van vrijheid. Pas wanneer de angst voor de maandlast verdwijnt, kan de mens zijn aandacht richten op werk, zorg, gemeenschap en creativiteit. De negatieve inkomstenbelasting is geen technocratisch trucje, maar een morele hervorming: zij maakt van zekerheid geen voorrecht, maar een recht.
Een huis zonder bestaanszekerheid is een schuilplaats; een huis mét bestaanszekerheid is een thuis. Daarom hoort wonen niet thuis in het domein van spreadsheets en toeslagen, maar in het hart van de samenleving, als uitdrukking van vertrouwen, menselijke waardigheid en vrijheid.
Wonen en arbeid – het nieuwe feodalisme
Er bestaat een oud gezegde dat vrijheid pas begint bij een eigen deur. Wie zijn huis bezit of zijn huur kan betalen zonder angst, staat steviger in het leven, denkt onafhankelijker en laat zich minder snel dwingen. Maar in het Nederland van vandaag is dat een privilege geworden. Voor miljoenen mensen bepaalt de huur, de hypotheek of de schuld hoe zij werken, wat zij durven zeggen en welke keuzes zij maken. De woningmarkt is niet langer een spiegel van de economie, maar haar keten.
Wat vroeger het kasteel was van de heer, is nu het hypotheekdossier van de bank. De moderne mens leeft niet van pacht maar van rente, en betaalt niet aan een landheer maar aan een financiële instelling die zijn woning bezit tot de laatste aflossing. Wie geen schuld kan aangaan, wordt veroordeeld tot de vrije markt van beleggers en tijdelijke contracten. De één leeft in de illusie van bezit, de ander in de onzekerheid van huur; beiden gevangen in hetzelfde systeem van druk, prestatiedwang en maandelijkse verplichting30.
Dit nieuwe feodalisme is geraffineerder dan het oude. Niemand draagt een kroon, maar macht en afhankelijkheid zijn even reëel. De hypotheekrenteaftrek beloont schulden, niet spaarzaamheid. De huurmarkt beloont kapitaal, niet wonen. De arbeid wordt zo steeds meer ondergeschikt aan het bezit: mensen werken niet meer om te leven, maar om te wonen. Een groeiend deel van hun inkomen verdwijnt in woonlasten, belastingen en rentestromen die de reële economie leegzuigen31.
De gevolgen zijn sociaal voelbaar. Werknemers durven hun baas niet tegen te spreken, omdat ze bang zijn hun baan te verliezen en daarmee hun huis. Jongeren durven geen gezin te stichten, omdat ze geen woning vinden. Ouderen durven niet te verhuizen, omdat ze hun gunstige hypotheekrente verliezen. Vrijheid verdwijnt niet door wetten, maar door schulden.
Daarom pleit Hart voor Vrijheid voor een nieuwe economische orde waarin wonen en werken elkaar niet langer gijzelen. De negatieve inkomstenbelasting (NIB) vormt daarin een sleutel. Zij scheidt inkomen van onderwerping, en maakt bestaanszekerheid onafhankelijk van werkgever of overheid. Wie weet dat er altijd een bodem is onder zijn bestaan, kan werk kiezen dat bij hem past, niet werk dat slechts de hypotheek betaalt. Een samenleving met bestaanszekerheid kent minder angst en meer creativiteit, minder gehoorzaamheid en meer initiatief28.
Ook de woningmarkt krijgt zo lucht. De NIB herstelt de balans tussen loon en woonlast: niemand hoeft meer te kiezen tussen eten en energie, tussen huur en gezondheid. Door de financiële druk te verminderen, bevrijdt het systeem mensen van de constante jacht naar inkomen en bezit. Vrijheid krijgt een materiële basis — niet als luxe, maar als voorwaarde voor menselijkheid.
In deze visie vormen arbeid en wonen samen de kern van een nieuwe sociale economie: de economie van vrijheid en verantwoordelijkheid. Werk wordt weer een vorm van zelfbeschikking, niet van dwang; wonen wordt weer een zekerheid, niet een schuld. Beide worden gedragen door een rechtvaardige bodem, niet door een piramide van schulden.
De wortel van dit nieuwe feodalisme ligt in de rente zelf. Zolang geld meer geld kan maken zonder arbeid, groeit vermogen sneller dan loon en bezit sneller dan verdienste. Rente is de onzichtbare belasting die alles duur maakt, van brood tot bouwgrond. Wie een huis koopt, betaalt vaak twee keer de waarde terug: één keer aan de bouwer, en nog eens aan de bank32. Het is een systeem dat de rijken beloont voor wachten en de werkenden straft voor leven.
Daarom pleit Hart voor Vrijheid voor een rentevrije economie, waarin geld zijn waarde behoudt zonder zichzelf te vermeerderen. Krediet blijft bestaan, maar wordt gebaseerd op wederzijds vertrouwen en gedeeld risico in plaats van op rente en schuld. Een huis wordt dan niet langer het onderpand van een bank, maar een overeenkomst tussen mensen. Financiering kan plaatsvinden via burgerbanken, coöperatieve fondsen en maatschappelijke investeerders die meedelen in winst en verlies, niet in rente33.
Door rente af te schaffen, verdwijnt de belangrijkste motor achter prijsinflatie en financiële afhankelijkheid. De waarde van arbeid herstelt zich, spaargeld wordt weer reëel, en woningprijzen volgen de logica van gebruik in plaats van die van rendement. De economie verschuift van speculatie naar participatie: geld dient de mens, niet andersom34.
Toch vraagt zo’n hervorming om een helder tijdpad. De afschaffing van rente is een kwestie van lange adem, een koerswijziging die in decennia wordt voltooid. Maar de eerste stap kan al binnen enkele jaren worden gezet: het versneld afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Die subsidie op schuld is niet alleen onrechtvaardig, maar ook gevaarlijk in tijden van financiële instabiliteit. Ze drijft prijzen op, beloont schulden, en maakt de woningmarkt kwetsbaar voor elke renteverhoging of schok in het mondiale bankwezen4.
De tekenen van zo’n schok zijn al zichtbaar. De wereldwijde schuldenberg is groter dan ooit, de rente stijgt na jaren van kunstmatige lage waarden, en vastgoedmarkten vertonen dezelfde spanning als in 2008. Een nieuwe financiële crisis is geen vraag van óf, maar van wanneer35. Juist daarom is het nu tijd om het fundament van ons woonstelsel te hervormen, niet te wachten tot het instort, maar het gecontroleerd te ontmantelen.
Door de hypotheekrenteaftrek binnen tien jaar af te bouwen en de rente geleidelijk uit het economische systeem te verwijderen, versterken we de weerbaarheid van burgers en de stabiliteit van de woningmarkt. Wat vandaag nog als radicale visie klinkt, zal morgen klinken als gezond verstand. Vrijheid vergt niet alleen idealen, maar ook vooruitziend beleid.
Toch zal deze bevrijding niet van de ene op de andere dag plaatsvinden. Een samenleving die dertig jaar op schuld is gebouwd, kan niet in één jaar rentevrij worden. De overgang moet zorgvuldig en eerlijk verlopen. Lopende hypotheken kunnen worden omgezet in rentevrije contracten met vaste aflossing, terwijl nieuwe leningen worden verstrekt op basis van gedeeld risico in plaats van rentewinst. Banken worden zo weer wat ze ooit waren: dienstverleners, niet renteniers36.
De gevolgen voor de woningmarkt zullen diepgaand maar gezond zijn. Huizenprijzen, nu opgeblazen door decennia van goedkoop krediet, zullen zich stabiliseren rond hun werkelijke waarde: de kosten van grond, arbeid en materiaal. Het kopen van een huis wordt weer een vorm van wonen, niet van speculeren. Zonder rente vervalt de druk van voortdurende waardestijging; grond wordt betaalbaar, doorstroming herstelt, en sparen wordt zinvoller dan lenen37.
De renteloze economie brengt de woningmarkt terug naar haar natuurlijke maat. Wonen wordt een nutsvoorziening in plaats van een beleggingscategorie, en bezit verliest zijn macht over arbeid. Mensen kunnen weer werken om te leven, in plaats van te leven om hun hypotheek af te lossen. Vrijheid krijgt eindelijk vaste grond onder de voeten.
Zo keren we terug naar een eenvoudig principe dat ooit vanzelf sprak: dat wie werkt, moet kunnen wonen; en dat wie woont, niet moet vrezen voor de volgende maand. De moderne beschaving meet zich niet aan haar torens of haar rentepercentages, maar aan de mate waarin haar mensen zonder angst kunnen leven.
Het nieuwe feodalisme kan worden overwonnen; niet met revolutie, maar met hervorming; niet met haat tegen bezit, maar met rechtvaardigheid in verdeling. Vrijheid wordt pas werkelijk, wanneer zij wortel kan schieten in vaste grond.
Een volkshuisvesting van vrijheid
Echte vrijheid kan niet bestaan zonder plaats. Wonen is geen luxe, maar de fysieke grondslag van beschaving. Een volk dat zijn burgers geen huis kan bieden, verliest zijn samenhang, want zonder thuis vervaagt gemeenschap. Volkshuisvesting is daarom geen bijzaak, maar de ruggengraat van de samenleving, een spiegel van de manier waarop economie, recht en cultuur met elkaar in balans zijn38.
Hart voor Vrijheid ziet volkshuisvesting in het licht van de sociale driegeleding: de vrije geest van het culturele leven, de gelijkheid van het rechtsleven en de broederlijkheid van het economische leven39. Deze drie sferen raken elkaar in het wonen. De woning is een economisch goed, maar ook een juridische zekerheid en een culturele ruimte. Wanneer één van deze dimensies overheerst, zoals nu de economie, verliest de mens zijn waardigheid. De taak van beleid is niet om alles te beheersen, maar om deze drie krachten in evenwicht te brengen.
In de praktijk betekent dit dat wonen weer drievoudig wordt georganiseerd:
- Cultureel, als uitdrukking van identiteit, schoonheid en gemeenschap. Mensen ontwerpen en beheren hun eigen leefomgeving, in vrijheid van vorm en stijl.
- Juridisch, als recht: ieder mens heeft toegang tot een betaalbare woning, met zeggenschap over zijn woonlasten en zijn buurt.
- Economisch, als gedeelde verantwoordelijkheid: bouw, grond en financiering worden gedragen door coöperaties, burgerfondsen en publieke waarborgen, niet door speculatie en rente40.
Zo krijgt de volkshuisvesting weer een menselijke maat. Gemeenten geven grond uit op basis van maatschappelijke meerwaarde in plaats van hoogste prijs. Woningcoöperaties, echte verenigingen van bewoners, bouwen en beheren in eigen beheer, met steun van lokale banken en burgerfondsen. Grond kan worden uitgegeven in erfpacht of coöperatief eigendom, zodat stijgende grondwaarde niet langer in private winst verdampt maar terugvloeit naar de gemeenschap41.
De volkshuisvesting van vrijheid is dus niet alleen een bouwprogramma, maar een maatschappelijk ordeningsprincipe. Zij verbindt economische rechtvaardigheid met culturele autonomie en rechtszekerheid. Een samenleving die zo haar ruimte organiseert, maakt van haar steden en dorpen weer plaatsen van ontmoeting in plaats van markten van bezit.
De nieuwe volkshuisvesting vraagt om vertrouwen: in bewoners, in lokale gemeenschappen, in het vakmanschap van bouwers en ontwerpers. De overheid stelt kaders, maar laat de uitvoering over aan de samenleving zelf. Zo ontstaat een netwerk van lokale wooncoöperaties, ambachtelijke bouwcollectieven en burgerbanken die samen de ruggengraat vormen van een rechtvaardig woonstelsel42.
Wanneer wonen, werken en ruimte weer in balans zijn, ontstaat een economie die niet draait op schuld, maar op samenwerking. Vrijheid krijgt dan een fysieke vorm: het huis dat niet alleen onderdak biedt, maar ook getuigt van zelfbeschikking. In die zin is volkshuisvesting geen technocratische opgave, maar een oefening in democratie, een manier om het sociale weefsel te herstellen, van onderop, met mens en maat als uitgangspunt.
Evenwicht en bouwopgave
Een volkshuisvesting van vrijheid kan alleen slagen wanneer idealen gepaard gaan met realisme. Nederland kampt met een structureel woningtekort dat de kern raakt van bestaanszekerheid. In 2024 kwamen er per saldo slechts circa 70.000 woningen bij, terwijl het tekort wordt geraamd op enkele honderdduizenden woningen43. Volgens de officiële woningbouwprognose van het Rijk bedraagt de nationale opgave tot en met 2030 bijna 981.000 nieuwe woningen, oftewel gemiddeld ruim 123.000 woningen per jaar44. Hart voor Vrijheid kiest voor een realistisch maar ambitieus streven van 100.000 nieuwe woningen per jaar, met prioriteit voor betaalbare huur en coöperatieve bouw. Dat tempo is haalbaar wanneer regelgeving wordt vereenvoudigd, bouwcapaciteit wordt uitgebreid en burgers opnieuw de ruimte krijgen om zelf te bouwen.
Hart voor Vrijheid kiest voor een woningbouwbeleid dat is afgestemd op de werkelijke behoefte, niet op marktspeculatie of ideologische sturing. Op basis van de inkomensverdeling en woonvoorkeuren heeft ongeveer 35–40 % van de huishoudens behoefte aan sociale huur, 25–30 % aan middenhuur, en 30–35 % aan koopwoningen of eigen bouw45. Een gezonde woningvoorraad weerspiegelt die werkelijkheid: ongeveer 35 % sociaal, 20 % middenhuur en 45 % koop of coöperatief eigendom. In de komende jaren moet de nieuwbouw geleidelijk naar die verhouding toegroeien, zodat iedere inkomensgroep betaalbaar en passend kan wonen.
Om de bouwopgave daadwerkelijk te realiseren, is een combinatie nodig van nieuwbouw, hergebruik en innovatie. Naast grootschalige projecten moeten kleinschalige en snelle woonvormen de ruimte krijgen. Tiny houses, kangoeroewoningen, het optoppen van bestaande gebouwen en het splitsen van ruime woningen kunnen samen tienduizenden nieuwe woonplekken opleveren zonder extra grondbeslag. Daarnaast moet het permanent bewoonbaar maken van recreatiewoningen wettelijk worden toegestaan: huizen die al bestaan, maar door bureaucratie leeg blijven staan. Gemeenten kunnen dit onder voorwaarden legaliseren, waardoor binnen enkele jaren tienduizenden extra woningen beschikbaar komen46.
Ook hergebruik en renovatie zijn essentieel. Leegstaande kantoren, boerderijen, scholen en bedrijfspanden kunnen worden omgevormd tot betaalbare woonruimte. Het onderhoud van de bestaande voorraad verdient evenveel aandacht als nieuwbouw: goed onderhoud verlengt de levensduur van woningen, beperkt milieubelasting en versterkt de kwaliteit van buurten47.
Daarnaast vraagt de woningbouwopgave om regionale differentiatie. In stedelijke regio’s ligt de nadruk op verdichting, transformatie en optoppen; in dorpen en krimpgebieden juist op nieuwe woningen, lokale bouwinitiatieven en gemeenschapsprojecten. Gemeenten moeten meer vrijheid krijgen om eigen bouwprogramma’s vast te stellen, afgestemd op lokale demografie, betaalbaarheid en grondvoorraad.
De uitvoering vergt ook een herwaardering van vakmanschap en ambachtelijke bouw. Bouwopleidingen, leerwerktrajecten en regionale bouwscholen moeten structureel worden ondersteund, zodat Nederland weer kan bouwen met eigen mensen en kennis48.
Ten slotte moet de overheid zelf het goede voorbeeld geven. Aanbestedingen tegen vaste prijs en tijd voorkomen budgetoverschrijdingen en geven zekerheid aan zowel aannemers als bewoners. Transparantie, eenvoud en samenwerking vervangen de bureaucratie die nu veel projecten verlamt.
De komende jaren moet Nederland dus niet alleen bouwen, maar ook herstellen: van vertrouwen, van redelijkheid en van maat. Niet meer, maar beter bouwen; voor mensen, niet voor markten.
Beleidsvoorstellen
- Afbouw hypotheekrenteaftrek: De hypotheekrenteaftrek wordt in tien jaar volledig afgeschaft. De opbrengst wordt ingezet voor sociale woningbouw, huurverlaging en coöperatieve bouw.
- Overgang naar rentevrije economie: Hypotheken worden op termijn rentevrij. Banken en burgerfondsen verstrekken leningen met gedeeld risico in plaats van rentewinst. Lopende contracten kunnen worden omgezet in rentevrije aflossingshypotheken.
- Negatieve Inkomstenbelasting (NIB): De huurtoeslag wordt geïntegreerd in de NIB. Iedere burger krijgt een inkomensbodem met een wooncomponent, zodat niemand meer dan een kwart van zijn inkomen aan huur besteedt.
- Woningcorporaties worden woningcoöperaties: Corporaties worden weer verenigingen van bewoners met directe zeggenschap over beleid, huurprijs, onderhoud en nieuwbouw. Vermogen wordt ingezet voor betaalbare woningen, niet voor speculatie of managementbonussen.
- Versnellen van burgerbouw: Gemeenten geven kavels primair uit aan bouwende burgers, coöperaties en lokale initiatieven in plaats van aan projectontwikkelaars. Vergunningsprocedures worden versneld via één-loketprincipes en vergunning van rechtswege.
- Vernieuwing zonder ruimtebeslag: Ruimte voor tiny houses, optoppen, splitsen en kangoeroewoningen wordt wettelijk gegarandeerd. Gemeenten stellen experimenteerzones in waar innovatieve woonvormen versneld vergund kunnen worden.
- Permanente bewoning recreatiewoningen: Gemeenten krijgen bevoegdheid om recreatiewoningen onder voorwaarden permanent bewoonbaar te maken. Bewoners organiseren zich in coöperaties en voldoen aan lokale veiligheids- en infrastructuureisen.
- Vrij en eerlijk grondbezit: Grond wordt weer in handen van burgers gebracht. Gemeenten verkopen bouwgrond tegen kostprijs aan inwoners, woningcoöperaties en lokale initiatieven die er zelf gaan wonen of bouwen. De grond blijft volledig eigendom van de bewoners of hun coöperatie, maar mag niet worden gebruikt voor speculatie of doorverkoop met winst buiten de gemeenschap. Zo wordt vrijheid van eigendom hersteld zonder dat grond opnieuw een beleggingsobject wordt.
- Milieubeleid met gezond verstand: Milieu- en natuurbeleid wordt gebaseerd op feitelijke metingen en lokale omstandigheden, niet op theoretische modellen. Kleinschalige bouwprojecten, hergebruik van gebouwen en agrarische transformatie worden toegestaan zolang zij de leefomgeving niet aantoonbaar schaden. Bescherming van bodem, lucht en water richt zich op reële vervuilers zoals industrie en verkeer, niet op boeren en burgers.
- Esthetica en architectuur: Welstandscommissies worden vervangen door compacte kwaliteitstoetsen waarin bewoners, ontwerpers en vaklui samenwerken. Schoonheid, erfgoed en menselijke maat worden leidend in ruimtelijke ordening.
- Evenwichtige woningvoorraad: Nieuwbouwprojecten worden afgestemd op de feitelijke woonbehoefte. Richtlijn: 35% sociale huur, 20% middenhuur of coöperatieve huur, en 45% koopwoningen of eigen bouw. Gemeenten en woningcoöperaties stemmen dit lokaal af op inkomensverdeling en bevolkingsgroei. Eventuele winst wordt herbelegd in onderhoud en nieuwbouw, zodat de balans structureel behouden blijft.
- Corporatieve grondbanken: Er wordt een Nationaal Woonfonds opgericht waarin gemeenten en burgercoöperaties gezamenlijk grond beheren en projectfinanciering verstrekken zonder rente.
- Aanbesteding tegen vaste prijs en tijd: Overheden werken met vaste prijs- en termijncontracten bij bouwprojecten. Aannemers delen in winst en verlies en worden beloond voor kwaliteit en punctualiteit.
- Vrijheid van techniek: Huiseigenaren behouden keuzevrijheid in verwarming en energievoorziening. Verplichte warmtepompen, gasverboden en isolatiedwang worden afgeschaft.
- Eerlijke energie- en bouwkosten: Duurzaamheidsdoelen worden gehaald via innovatie en marktkeuze, niet via dwang. Zonnepanelen, houtbouw en circulaire materialen worden gestimuleerd waar ze technisch en economisch zinvol zijn.
- Doorstroming en verhuisprikkels: Ouderen krijgen een verhuisbonus bij downsizing; starters profiteren van verlaagde overdrachtsbelasting. Beleggers in het goedkope segment betalen hogere tarieven.
- Onderwijs en vakmanschap: Wonen, bouwen en beheer worden vaste onderdelen in het voortgezet onderwijs. Leerwerktrajecten in ambachtelijke bouw en restauratie krijgen structurele steun.
Bronnen:
- United Nations Human Settlements Programme (UN-Habitat). (2023). The Right to Adequate Housing – Fact Sheet No. 21/Rev.1. Office of the High Commissioner for Human Rights. https://www.ohchr.org/en/publications/fact-sheets/fact-sheet-no-21-rev1-right-adequate-housing
- CBS. (2024). Huizenprijzen en huurontwikkeling 1995–2024. Centraal Bureau voor de Statistiek. https://www.cbs.nl
- De Nederlandsche Bank. (2023). Hypotheekschuld en financiële stabiliteit in Nederland. DNB Occasional Studies, Vol. 21(3). https://www.dnb.nl
- Ministerie van Financiën. (2023). Evaluatie hypotheekrenteaftrek 1990–2023. Den Haag: Rijksoverheid. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/11/30/evaluatie-hypotheekrenteaftrek
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2023). Huizenprijsindex Nederland 1990–2023. https://www.cbs.nl
- De Nederlandsche Bank (DNB). (2022). De financiële crisis en huishoudschulden in Nederland – tien jaar later. DNB Occasional Studies, Vol. 20(1). https://www.dnb.nl
- Raad van State. (2019). Uitspraak Programma Aanpak Stikstof (PAS), ECLI:NL:RVS:2019:1603. https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@115651/pas-uitspraak/
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). (2023). Stikstof: vormen, effecten en verspreiding in Nederland. https://www.rivm.nl/stikstof
- Europese Commissie. (2023). EU Environmental Implementation Review – Netherlands. Brussel: DG Environment. https://environment.ec.europa.eu
- Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). (2023). AR6 Synthesis Report – Summary for Policymakers. Geneva: IPCC. https://www.ipcc.ch/report/ar6-syr
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) & Wageningen University. (2024). Living Planet Index Nederland 1990–2022. https://www.cbs.nl
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). (2024). Woningbouw op slot – Effecten van stikstofbeleid op bouwproductie 2019–2024. Den Haag: PBL. https://www.pbl.nl/publicaties
- Europese Rekenkamer. (2023). Special Report: EU nature and biodiversity policy implementation. Luxembourg: Publications Office of the EU. https://www.eca.europa.eu
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). (2024). Warmtewet en verplichte verduurzaming woningen. Den Haag: Rijksoverheid. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/energiebesparing-woningen
- De Nederlandsche Bank (DNB). (2023). Analyse energiequote naar inkomensgroepen 2023. Amsterdam: DNB. https://www.dnb.nl
- International Energy Agency (IEA). (2023). Global Supply Chains of Clean Energy Technologies. Paris: OECD/IEA. https://www.iea.org/reports/global-supply-chains-of-clean-energy-technologies
- European Court of Auditors. (2022). Special Report 05/2022 – The EU’s use of bioenergy. Luxembourg: Publications Office of the EU. https://www.eca.europa.eu
- Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). (2024). BENG-eisen voor nieuwbouw vanaf 2021. https://www.rvo.nl/onderwerpen/wetten-en-regels-gebouwen/beng
- Bouwwereld / TNO. (2024). Houtbouw en biobased materialen in de woningbouw. Delft: TNO. https://www.bouwwereld.nl
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). (2023). Ruimtelijke trends en verstedelijking in Nederland. Den Haag: PBL. https://www.pbl.nl/publicaties
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). (2023). Beleid buitenlandse woningbeleggingen en gronduitgifte. Den Haag: Rijksoverheid. https://www.rijksoverheid.nl
- Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). (2023). Ruimtelijke kwaliteit en welstand in Nederland. Amersfoort: RCE. https://www.cultureelerfgoed.nl
- Woningbouwalliantie Nederland. (2024). Kleinschalige woonvormen als versneller van woningbouw. Amsterdam: WBA. https://www.woningbouwalliantie.nl
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024). Gebruik woningvoorraad en herbestemming gebouwen 2024. Den Haag: CBS. https://www.cbs.nl
- Gietelink, A. (z.j.). Alternatief! – Wonen en Bouwen. Vrij Alternatief. https://vrijalternatief.wordpress.com/7-alternatief-wonen-en-bouwen/
- Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). (2024). Vertrouwen in de overheid en het toeslagenstelsel. Den Haag: SCP. https://www.scp.nl
- Algemene Rekenkamer. (2023). Evaluatie huurtoeslag en uitvoeringslasten. Den Haag: ARK. https://www.rekenkamer.nl
- Friedman, M. (1962). Capitalism and Freedom. University of Chicago Press. (concept basisinkomen via negatieve inkomstenbelasting).
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). (2024). Koopkracht en woonlasten 2024 – Analyse inkomensgroepen. Den Haag: PBL. https://www.pbl.nl/publicaties
- De Nederlandsche Bank (DNB). (2023). Huishoudschulden en financiële stabiliteit. Amsterdam: DNB. https://www.dnb.nl
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024). Woonlastenquote en inkomensverdeling. Den Haag: CBS. https://www.cbs.nl
- Piketty, T. (2014). Capital in the Twenty-First Century. Harvard University Press.
- Lietaer, B. & Dunne, J. (2013). Rethinking Money: How New Currencies Turn Scarcity into Prosperity. San Francisco: Berrett-Koehler.
- Raworth, K. (2017). Doughnut Economics: Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist. London: Random House.
- International Monetary Fund (IMF). (2024). Global Debt Monitor – Record Global Debt Levels. Washington D.C.: IMF. https://www.imf.org
- Positive Money Europe. (2023). Abolishing Interest – The Case for a Fair Financial System. Brussels: PME. https://www.positivemoney.eu
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). (2024). Woningprijzen, grondkosten en betaalbaarheid. Den Haag: PBL. https://www.pbl.nl/publicaties
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024). Woningvoorraad en huishoudensstatistiek 2024. Den Haag: CBS. https://www.cbs.nl
- Steiner, R. (1919). Die Kernpunkte der Sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft [Kernpunten van de sociale driegeleding]. Dornach: Rudolf Steiner Verlag.
- European Federation for Living (EFL). (2023). Cooperative Housing in Europe: Models and Impact. Brussels: EFL. https://www.ef-l.eu
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). (2024). Gemeentelijk grondbeleid en maatschappelijke waarde. Den Haag: Rijksoverheid. https://www.rijksoverheid.nl
- International Co-operative Alliance (ICA). (2023). Co-operative Housing and Community-led Development. Geneva: ICA. https://www.ica.coop
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2025). 82 duizend woningen erbij in 2024 – minder dan voorgaande vijf jaar. Den Haag: CBS. https://www.cbs.nl
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). (2024). Voortgang programma woningbouw – Doorbouwen aan voldoende woningen. Den Haag: Rijksoverheid. https://www.rijksoverheid.nl
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). (2024). Inkomensverdeling en woonbehoefte in Nederland 2024. Den Haag: PBL. https://www.pbl.nl/publicaties
- Woningbouwalliantie Nederland. (2024). Kleinschalige woonvormen en recreatiewoningen als versneller van de bouwopgave. Amsterdam: WBA. https://www.woningbouwalliantie.nl
- Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). (2024). Transformatie van leegstaand vastgoed naar wonen – Handreiking gemeenten. Den Haag: RVO. https://www.rvo.nl
- Bouwend Nederland. (2024). Tekort aan vakmensen in de bouwsector 2024 – Oplossingen en onderwijs. Zoetermeer: Bouwend Nederland. https://www.bouwendnederland.nl
Verkeer en Ruimtelijke Ordening
Waar wegen aders zijn en vrijheid stroomt

Samenvatting
Ons mobiliteitsbeleid draait om vrijheid met verantwoordelijkheid. Ten eerste willen we een helder en eerlijk verkeerssysteem: fatbikes en snelle e-bikes krijgen de status van bromfiets, snorfietsen worden uitgefaseerd, parkeren wordt landelijk gereguleerd en de huidige accijnzen en boetes maken plaats voor een eenvoudige kilometerheffing die betaalbaar rijden combineert met gratis lokaal openbaar vervoer. Ten tweede zetten we in op soepele en veilige doorstroming: een landelijke adviessnelheid van 120 km/u, 30 km/u alleen waar het hoort, en digitale verkeerssturing die zowel veiligheid als luchtkwaliteit verbetert. Ten derde kiezen we voor een duurzaam en publiek vervoernetwerk: NS en ProRail fuseren tot een nutsbedrijf, lokaal OV wordt gratis en internationale hogesnelheidslijnen vervangen korte vluchten, terwijl de luchtvaart met een gedifferentieerde vliegtaks eindelijk eerlijk gaat concurreren met de trein.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Een eerlijk en eenvoudig mobiliteitssysteem: Accijnzen en boetes maken plaats voor een lage kilometerheffing die de brandstofprijs fors verlaagt en tegelijk gratis lokaal openbaar vervoer mogelijk maakt. Fatbikes en snorfietsen krijgen een duidelijke status, parkeren wordt landelijk en transparant geregeld, en de automobilist behoudt vrijheid zonder opgejaagd te worden door melkkoe-belastingen.
- Publiek en duurzaam vervoer als ruggengraat: NS en ProRail fuseren tot een echt nutsbedrijf, lokaal OV wordt gratis en internationale hogesnelheidslijnen vervangen korte vluchten. Vliegen blijft mogelijk, maar korte afstanden worden zwaar belast zodat de trein eindelijk een eerlijk alternatief wordt.

Een klein land met een groot netwerk
Nederland is een uitzonderlijk land. Op satellietfoto’s zie je hoe polders, rivieren, duinen, bossen en steden zich op een kleine oppervlakte afwisselen. Eeuwenlang heeft de mens dit landschap gevormd en in cultuur gebracht. Geen land ter wereld is zo zichtbaar door mensenhanden gemaakt als Nederland. Ons land is klein, maar wie reist ontdekt telkens weer nieuwe landschappen, dorpen en steden. Om dit allemaal bereikbaar te maken is een van de meest verfijnde infrastructuren ter wereld gebouwd: wegen, spoor, vaarwegen en luchthavens.
Sinds de jaren zestig is onze verplaatsingsbehoefte ongeveer zes keer zo groot geworden1. We reizen meer, sneller en verder. Tegelijkertijd vragen burgers terecht om leefbare steden, schoon milieu en bescherming van landschap en natuur. Deze schijnbare tegenstelling dwingt tot nieuwe, creatieve oplossingen die vrijheid van reizen combineren met kwaliteit van leven.
De fiets als symbool van vrijheid
De fiets is hét vervoerssymbool van Nederland. Fietsen is gezond, schoon en efficiënt. Het geeft vrijheid aan jong en oud en is diep verbonden met onze nationale identiteit. Toch wordt het fietsgebruik nog vaak onnodig belemmerd door bureaucratische regels of door het rigide weghalen van fietsen. Een vrij en veilig fietsklimaat hoort bij Nederland en verdient actieve stimulering met brede fietspaden, gratis stallingen en een ruimhartig beleid.
De afgelopen jaren is er echter een nieuwe ontwikkeling: de opkomst van elektrische fietsen, speedpedelecs en fatbikes. De gewone e-bike is voor velen een zegen: ouderen blijven mobiel, scholieren leggen grotere afstanden af en forenzen kunnen de auto vaker laten staan. Maar voertuigen die feitelijk de snelheid en massa van een bromfiets benaderen, zoals speedpedelecs en fatbikes, brengen grote risico’s met zich mee.
Uit cijfers van VeiligheidNL blijkt dat het aantal spoedeisendehulpbezoeken door fatbike-ongevallen in korte tijd explosief is gestegen: van 7 in 2022 naar 59 in 2023, en in de eerste vier maanden van 2024 al 33 gevallen2. Jongeren tussen de 12 en 17 jaar zijn daarbij oververtegenwoordigd. Het letsel is vaak ernstig: in 2023 betrof ongeveer 40% van de fatbike-gevallen hoofdletsel, waaronder zwaar schedel- en hersenletsel. Helmgebruik ligt intussen extreem laag: slechts 3% bij fatbikes en 6% bij e-bikes3. Daar komt bij dat veel fatbikes worden opgevoerd, waardoor ze feitelijk met brommers concurreren zonder de bijbehorende regels, verzekering of beschermingsmaatregelen4.
Speedpedelecs vallen in Nederland al terecht in de bromfiets-categorie, met kenteken, helmplicht en rijbewijsplicht. Het is logisch dat fatbikes dezelfde status krijgen. Zo wordt toezicht en verzekering mogelijk en blijft het fietspad veilig voor gewone fietsers, scholieren en ouderen, terwijl snelle elektrische fietsen een heldere plek in het verkeer krijgen.
Een vergelijkbaar probleem doet zich voor bij snorfietsen. Deze mogen officieel 25 km/u rijden en horen op het fietspad, maar in de praktijk zijn veel exemplaren opgevoerd en halen ze 35–50 km/u5. Daarmee veroorzaken ze gevaarlijke situaties, vooral in drukke steden. Wij stellen daarom voor dat snorfietsen landelijk één duidelijke status krijgen. Blauw kenteken betekent dat ze op het fietspad mogen blijven rijden, maar dan strikt begrensd op 25 km/u. Wie harder wil, moet zijn voertuig laten omkeuren tot bromfiets met geel kenteken, helm, rijbewijs AM en een maximum van 45 km/u op de rijbaan. Tegelijkertijd worden er geen nieuwe snorfietsen en blauwe kentekens meer uitgegeven, zodat deze categorie op termijn vanzelf uitgefaseerd wordt. Zo ontstaat landelijke duidelijkheid en verdwijnen lokale uitzonderingen, zoals het Amsterdamse beleid dat snorfietsen naar de rijbaan verplaatste.
De auto: vrijheid en verantwoordelijkheid
Voor veel mensen is de auto een onmisbaar symbool van vrijheid en mobiliteit. Maar te veel auto’s op een klein grondgebied leiden tot files, ruimtegebrek en hoge kosten. De oplossing is niet om automobilisten weg te pesten, maar om de beschikbare ruimte slimmer te organiseren.
Daarom pleiten wij voor landelijke regie op parkeren. Gemeenten mogen niet langer willekeurig tarieven verhogen en burgers met torenhoge boetes opzadelen om gaten in de begroting te vullen. In Nederland zijn de parkeertarieven in de centrumgebieden inmiddels de hoogste van Europa: in Amsterdam kost een uur parkeren in sommige zones meer dan €7,506. Tegelijkertijd blijken de parkeeropbrengsten voor gemeenten vooral een melkkoe: in 2023 leverden parkeerheffingen en naheffingen ruim €1,4 miljard op, waarvan een groot deel niet naar parkeerbeheer, maar naar de algemene begroting ging7.
Wij vinden dat parkeren eerlijk en transparant geregeld moet worden. Dat betekent meer parkeergarages aan de randen van de grote steden, waar automobilisten hun auto veilig en betaalbaar kunnen neerzetten en overstappen op bus, tram of metro. Wanneer binnensteden autoluw worden gemaakt en het aantal parkeerplaatsen sterk afneemt, moet daar altijd uitstekend, gratis openbaar vervoer tegenover staan. De praktijk in steden als Amsterdam laat zien dat autoluwe maatregelen zonder goed OV vooral middeninkomens en kleine ondernemers treffen8. Onderzoek van het ministerie van Infrastructuur bevestigt bovendien dat Park & Ride-voorzieningen de verkeersdruk in binnensteden substantieel kunnen verlagen, mits de overstap goedkoop of gratis is9. Zo blijft de auto bereikbaar voor iedereen, terwijl de binnensteden leefbaar worden en de combinatie van auto en openbaar vervoer de standaard wordt.
Daarbij hoort ook een herziening van de manier waarop wegenbelasting wordt geheven. In plaats van een vast bedrag per maand of kwartaal, stellen wij voor om over te stappen op een eenvoudige en eerlijke kilometerheffing. Deze wordt niet ingevoerd via dure kastjes of privacygevoelige volgsystemen, maar via de bestaande RDW-registratie van kilometerstanden. Omdat nieuwe auto’s de eerste jaren niet jaarlijks naar de APK hoeven, mag registratie niet afhankelijk zijn van de keuring. Daarom komt er een verplichte jaarlijkse kilometerstand-opgave bij de RDW. Die kan eenvoudig digitaal worden doorgegeven door de eigenaar zelf of automatisch worden vastgelegd bij garages, erkende servicepunten en leasemaatschappijen. Zo ontstaat een doorlopende reeks gegevens waarin tellerstanden logisch moeten oplopen. Pogingen tot fraude vallen onmiddellijk op, omdat iedere afwijking zichtbaar wordt zodra een garage of keuring de volgende stand doorgeeft. Op deze manier betaalt iedere automobilist alleen voor de kilometers die hij daadwerkelijk rijdt, zonder bureaucratie, zonder dure technische systemen en zonder dat de overheid in de auto meekijkt.
Daarbij geldt dat deze kilometerheffing in de plaats komt van de huidige accijnzen op brandstof. De accijns op benzine en diesel – die nu bijna €1 per liter bedraagt en de schatkist jaarlijks circa €11 miljard oplevert – kan volledig worden afgeschaft25. Dat maakt brandstofprijzen meteen fors lager (ongeveer €1,20 per liter benzine en €1,30 per liter diesel aan de pomp26). De benodigde inkomsten kunnen eenvoudig worden gedekt door de miljarden die nu naar klimaatsubsidies en het Klimaatfonds gaan. Jaarlijks wordt daar ruim €15–20 miljard aan uitgegeven27. Door dit soort inefficiënte uitgaven stop te zetten, blijft de kilometerheffing laag en eerlijk, zonder dat automobilisten dubbele lasten dragen.
Op basis van de huidige opbrengsten uit accijnzen zou een kilometerheffing neerkomen op circa 9 cent per gereden kilometer, oftewel ongeveer €1.350 per jaar voor een automobilist die 15.000 km rijdt. Omdat er echter jaarlijks meer dan €15 miljard aan klimaatsubsidies beschikbaar is, kan dit tarief met tweederde worden verlaagd. Een heffing van 3 à 4 cent per kilometer volstaat dan om het systeem budgetneutraal en eerlijk te maken, terwijl de pompprijs met bijna €1 per liter daalt.
Wanneer hieraan 1 cent per kilometer wordt toegevoegd (circa €150 per jaar bij 15.000 km), kan bovendien het volledige gratis lokaal openbaar vervoer worden gefinancierd. Daarnaast willen we de hoeveelheid en hoogte van de verkeersboetes drastisch verminderen (ongeveer in totaal een halvering van de huidige boete-inkomsten). Dit betalen we door de kilometerheffing nog eens 1 cent per kilometer te verhogen.
Gemeenten innen nu jaarlijks circa €1,4 miljard aan parkeerheffingen en naheffingen7,terwijl de rijksoverheid via het CJIB ongeveer €0,8 miljard aan snelheidsboetes binnenhaalt28. In totaal dragen burgers dus ruim €2 miljard per jaar af aan boetes. Door deze met 50% te verlagen, besparen burgers samen circa €1 miljard. Voor de individuele automobilist betekent dit weliswaar €150 per jaar extra via de kilometerheffing, maar daar staat een forse lastenverlichting tegenover doordat torenhoge boetes verdwijnen en proportioneel worden.
Zo ontstaat een systeem dat eerlijker, eenvoudiger en transparanter is: de gebruiker betaalt via een lage kilometerheffing, accijnzen verdwijnen, openbaar vervoer wordt gratis toegankelijk en boetes worden eindelijk teruggebracht tot hun oorspronkelijke doel – verkeersveiligheid in plaats van overheidsinkomsten.
Een veelgehoorde vraag is hoe de voorgestelde kilometerheffing zich verhoudt tot de huidige wegenbelasting (MRB). De wegenbelasting varieert nu sterk per voertuigtype en gewicht: een kleine benzineauto betaalt circa €360–600 per jaar, een middelgrote benzineauto €720–960 en een dieselauto vaak meer dan €1.800 per jaar. Het gemiddelde voor personenauto’s in Nederland ligt rond de €800–900 per jaar29.
Met een kilometerheffing van 3 à 4 cent per km, aangevuld met 1 cent per km voor gratis openbaar vervoer en 1 cent per km ter compensatie van lagere boete-inkomsten, betaalt een automobilist die 15.000 km per jaar rijdt €750–900 per jaar. Daarmee ligt de heffing voor de meeste benzinerijders ongeveer gelijk aan de huidige wegenbelasting, voor dieselrijders aanzienlijk lager en voor weinigrijders goedkoper. Veelrijders betalen meer, maar profiteren van fors lagere brandstofprijzen doordat de accijnzen verdwijnen.
Onderzoek van het SWOV en TNO laat zien dat een dergelijke vorm van gebruiksafhankelijke belasting niet alleen eerlijker is, maar ook beter aansluit bij het principe “de gebruiker betaalt” en tegelijkertijd administratief uitvoerbaar blijft22, 23, 24.
Adviessnelheden en minder borden
De grootste bron van onveiligheid op snelwegen is niet de absolute snelheid, maar de grote verschillen tussen voertuigen. Vrachtwagens rijden vaak 80–90 km/u, terwijl personenauto’s regelmatig 120 km/u of harder willen rijden. Juist die verschillen veroorzaken onrust, extra rem- en acceleratiebewegingen en daardoor ook files en gevaarlijke situaties. Uit onderzoek van TNO blijkt dat de verkeersveiligheid en de luchtkwaliteit beide gebaat zijn bij kleinere snelheidsverschillen: een vloeiende verkeersstroom betekent minder NOx- en fijnstofuitstoot, omdat motoren gelijkmatiger draaien en piekbelastingen uitblijven30.
Daarom pleiten wij voor de invoering van een landelijke adviessnelheid van 120 km/u, naar Duits voorbeeld (waar een adviessnelheid van 130 km/u geldt). Wie zich daaraan houdt, rijdt efficiënt en veilig. Wie sneller wil rijden, doet dat op eigen risico en is boven de 120 km/u niet verzekerd31. Zo ontstaat er vrijheid zonder bureaucratie, maar wel met duidelijke verantwoordelijkheden. In stedelijke regio’s en op drukke wegen blijft de maximumsnelheid 100 km/u, die met matrixborden bij grote drukte tijdelijk kan worden verlaagd tot 80 km/u32.
Verkeerswetenschappelijk onderzoek laat zien dat de optimale doorstromingssnelheid meestal rond 70–90 km/u ligt10, 33. Matrixborden die de snelheid bij drukte verlagen houden de capaciteit maximaal, terwijl adviessnelheden bij rustig verkeer juist vrijheid en flexibiliteit geven. Door fysieke borden grotendeels te vervangen door digitale aansturing wordt de weg bovendien overzichtelijker34.
De 15-minutenstad en de 30 km/u-regel: nabijheid zonder dwang
In de internationale stedenbouw is de laatste jaren veel aandacht voor het idee van de 15-minutenstad: een stad waarin alle basisvoorzieningen – werk, winkels, onderwijs, zorg, cultuur en ontspanning – binnen een kwartier lopen of fietsen bereikbaar zijn. Dit ideaal heeft aantrekkelijke kanten. Wie dicht bij huis boodschappen kan doen, een huisarts kan bezoeken of zijn kinderen naar school kan brengen, ervaart minder reistijd, meer gemak en een hechtere gemeenschap. Het kan bovendien bijdragen aan gezondere en meer milieubewuste leefstijlen12.
Maar het concept roept ook zorgen op. Burgers vrezen dat het een voorportaal is van een controlestaat, waarin mobiliteit wordt beperkt en overheden de bewegingsvrijheid van mensen gaan sturen. Die zorg is niet uit de lucht gegrepen wanneer we zien dat in steden als Amsterdam al hele voertuigcategorieën, zoals oudere dieselauto’s, worden geweerd13. Daarbovenop voert de gemeente een beleid dat bewoners met een te oude auto financieel probeert te verleiden om hun voertuig naar de sloop te brengen. Zo’n regeling is niet alleen betuttelend, maar ook ineffectief: de ene auto is de andere niet, en waarom zou je een voertuig afdanken dat technisch in orde is en nog schoon genoeg rijdt? Vandaag treft dit vooral vervuilende voertuigen, maar morgen kan het betekenen dat alleen nog elektrische auto’s de binnenstad in mogen. Voor ondernemers, kleine zelfstandigen of een loodgieter die zijn bestelwagen nodig heeft, wordt de stad dan praktisch onbereikbaar.
Wij zijn niet tegen autoluwe binnensteden, integendeel: minder verkeer in smalle historische straten vergroot de leefbaarheid en veiligheid. Maar zulke maatregelen mogen nooit leiden tot onhoudbare situaties voor bewoners en ondernemers. Bewoners moeten altijd het recht behouden om een auto te bezitten en deze gratis in hun eigen wijk te parkeren. Daarnaast moet autoluw beleid altijd gepaard gaan met uitstekend en betaalbaar openbaar vervoer, voldoende parkeergarages aan de stadsranden en een eerlijk overgangsbeleid. Gemeenten die abrupt voertuigen weren, zoals nu in Amsterdam met het dieselverbod, moeten hun beleid herzien en voorzien van duidelijke uitzonderingen en een geleidelijke overgang8, 14.
Een vergelijkbare dwangmaatregel is de 30 km/u-regel die Amsterdam in vrijwel de hele stad heeft ingevoerd. Officiële onderzoeken claimen dat dit veiliger is, omdat bestuurders meer reactietijd hebben en de remweg korter is15. Maar in de praktijk blijkt dat automobilisten zich er niet altijd aan houden: metingen tonen aan dat de gemiddelde snelheid op 30-wegen vaak rond de 36 km/u ligt16. Auto’s zijn bovendien meestal ontworpen om efficiënt te draaien rond 50 km/u; bij 30 km/u neemt de uitstoot van fijnstof en NOx vaak juist toe, omdat motoren minder efficiënt verbranden en er meer geremd en opgetrokken wordt35.
Bovendien leidt de regel tot frustratie en gevaarlijk rijgedrag: auto’s die stapvoets moeten rijden op brede, overzichtelijke straten worden ingehaald, er ontstaat bumperkleven en irritatie, terwijl e-bikes en fatbikes hen vaak inhalen met hogere snelheid. Juist dat schept nieuwe risico’s.
Wij zeggen daarom: 30 km/u is logisch in smalle woonstraten en winkelgebieden, maar niet op brede stadsassen. Het idee dat overal dezelfde snelheid moet gelden is symptoombestrijding en creëert nieuw gevaar. Vertrouwen in de automobilist, gecombineerd met een duidelijke wegindeling, levert meer veiligheid op dan generiek “geriatrisch rijgedrag” afdwingen. Amsterdam moet daarom landelijk worden gedwongen dit beleid terug te draaien en terug te keren naar een realistisch snelheidsregime van 50 km/u op hoofdwegen.
Wij willen dat het gemeentelijk beleid op dit terrein strakker wordt begrensd. Mobiliteit is een basisvoorziening en hoort niet afhankelijk te zijn van wisselende lokale regels die het leven van bewoners en ondernemers bemoeilijken. De inrichting van de stad moet draaien om vrijheid, leefbaarheid en keuzevrijheid. Dat betekent: nabijheid zonder dwang. En principieel geldt: de nabijheidsstad mag nooit ontaarden in een digitale controlezone. Plannen om 5G-wifipunten met camera’s in de openbare ruimte te koppelen aan mobiliteitsregulering zijn in strijd met vrijheid en privacy.
Trein, bus en metro: publieke infrastructuur
Nederland heeft een goed openbaar vervoersnet, maar het kan beter. Het moet toegankelijk, betaalbaar en aantrekkelijk zijn, ook ’s nachts. Dat betekent meer verbindingen, fusie van NS en ProRail, en stations die echte knooppunten van mobiliteit en ontmoeting worden. Daar hoort ook bij dat de NS weer een echt overheidsbedrijf wordt: niet gericht op winst, maar op publieke dienstverlening36. Alleen dan kunnen tarieven omlaag, kan verspilling in de bureaucratie worden teruggedrongen en wordt het spoor weer een nutsvoorziening die in dienst staat van de reiziger.
Daarbij hoort ook een fundamentele keuze: openbaar vervoer is publieke infrastructuur, geen winstmodel. De marktwerking van de afgelopen decennia heeft geleid tot versnippering, bureaucratie en stijgende tarieven, zonder dat de reiziger daar beter van werd. Wij willen terug naar eenvoud, overzicht en betaalbaarheid. Het is toch ongerijmd dat een dagje Rotterdam vanuit Amsterdam, inclusief ruim drie euro per uur parkeerkosten in de goedkopere wijken, nog altijd zo’n acht euro goedkoper uitvalt dan reizen met het openbaar vervoer?
We willen daarom dat bewoners lokaal gratis kunnen reizen met bus, tram en metro, terwijl de trein voor hen met korting toegankelijk blijft. Zo wordt de sociale functie van het OV versterkt: iedereen kan zich vrij verplaatsen, ongeacht inkomen of leeftijd.
De jaarlijkse opbrengsten uit kaartverkoop voor lokaal OV bedragen in Nederland circa €1,1 miljard (bus, tram, metro samen)17. Het gratis maken voor inwoners betekent dat dit bedrag moet worden gedekt door overheid en samenleving. Extra reizigersstromen (Luxemburg zag +10–20% groei18) brengen bovendien hogere exploitatiekosten mee, die worden geraamd op nog eens €100–200 miljoen. Daar staat tegenover dat besparingen mogelijk zijn: door het afschaffen van toegangspoortjes, controlepersoneel en transacties kan 5–15% van de huidige opbrengsten worden bespaard, oftewel €50–150 miljoen per jaar19.
Het netto kostenplaatje voor gratis lokaal OV komt daarmee uit op ongeveer €1,0–1,2 miljard per jaar landelijk, of €600–700 miljoen per jaar voor een stad als Amsterdam. Voor treinkorting geldt dat 50% reductie voor binnenlandse reizigers van NS circa €0,2–0,3 miljard per jaar zou kosten20.
Toeristen maken intensief gebruik van stedelijk OV, maar dragen nu slechts indirect bij via kaartjes. Een oplossing is om de toeristenbelasting (nu gemiddeld €10 per nacht in steden als Amsterdam21) uit te breiden en deels te earmarken voor OV-financiering. Een verhoging van €2–3 per overnachting levert in Amsterdam alleen al tientallen miljoenen euro’s extra op. Voor heel Nederland zou dit enkele honderden miljoenen per jaar kunnen opleveren, zonder dat bewoners opdraaien voor de volledige rekening. Zo blijven poortjes en controles overbodig: toeristen betalen aan de voorkant mee via hun verblijf en bewoners reizen vrij.
Daarnaast moet het OV aantrekkelijker en betrouwbaarder worden door:
- Nachtnetwerken uit te breiden, zodat ook werkenden in ploegendiensten, studenten en uitgaanders niet afhankelijk zijn van dure taxi’s of de auto.
- Knooppunten van stations te versterken, met goede overstapmogelijkheden, ruime stallingen voor fietsen, parkeervoorzieningen en faciliteiten zoals winkels en horeca. Een station moet een ontmoetingsplek zijn, geen kale doorstroomhal.
- Eenvoudige toegangssystemen: geen ingewikkelde chipkaarten of poortjescultuur, maar een duidelijk en gebruikersvriendelijk systeem. Wanneer lokaal OV gratis wordt, verdwijnen controlekosten en transacties grotendeels, en kan handhaving beperkt blijven tot steekproeven.
Zo ontstaat een openbaar vervoersnet dat zowel rechtvaardig als praktisch is: bereikbaar voor iedereen, efficiënt in gebruik en eerlijk gefinancierd.
Internationaal spoor: Europa op wielen
Een modern en verbonden Europa vraagt om snelle treinverbindingen tussen de hoofdsteden. Terwijl binnenlandse hogesnelheidslijnen achterblijven, kiezen steeds meer reizigers uit gemak en snelheid voor het vliegtuig. Dat is een gemiste kans. Nederland verdient directe hogesnelheidsverbindingen met Parijs, Brussel, Berlijn en verder, waarbij reizen binnen 4 à 5 uur de norm wordt.
Waarom duurt een rit Amsterdam–Berlijn nog altijd 6,5 uur, terwijl vergelijkbare afstanden in Frankrijk en Spanje al in 4 uur per hogesnelheidstrein worden afgelegd11?
Een ambitieus investeringsprogramma in internationaal spoor kan vliegen op korte afstanden grotendeels vervangen en tegelijkertijd het Europese netwerk versterken.
Water en lucht: onze open verbindingen
Nederland is een waterland. Vervoer over water kan zowel goederen- als personenvervoer versterken: schoon, efficiënt en vaak minder belastend voor het wegennet. Ook in de luchtvaart liggen kansen en problemen. Vliegen heeft mobiliteit democratischer gemaakt, maar de uitstoot is groot. Dat vliegtickets vaak goedkoper zijn dan een treinkaartje komt doordat er geen btw en accijns op kerosine worden geheven en luchthavens met publieke middelen worden gesteund. Nederland kan dit niet eenzijdig veranderen, want het Chicago-verdrag uit 1944 verbiedt kerosinebelastingen op internationale vluchten. Belastingen op vliegen moeten daarom internationaal worden afgestemd, zodat Nederland niet in zijn eentje concurrentienadeel oploopt, maar wel bijdraagt aan verduurzaming. Tot die tijd kan de bestaande vliegtaks echter flink omhoog, en wel op een manier die recht doet aan de alternatieven: korte vluchten binnen Europa krijgen de hoogste taks, met een verhoging van circa 30–50% op de ticketprijs; middellange vluchten worden gematigd belast, rond 15–25%; langeafstandsvluchten en verbindingen met geïsoleerde eilanden slechts licht, rond 5–10%, omdat daar geen reëel alternatief voorhanden is37. Zo wordt vliegen niet langer kunstmatig bevoordeeld ten opzichte van trein of bus, terwijl keuzevrijheid behouden blijft. Alleen met zo’n eerlijk en gedifferentieerd systeem wordt de luchtvaart schoner, duurzamer en rechtvaardiger.
Beleidsvoorstellen
- Fietsveiligheid met behoud van vrijheid: De fiets is hét vervoerssymbool van Nederland en verdient bescherming. Brede fietspaden, gratis stallingen en een ruimhartig parkeerbeleid moeten vanzelfsprekend zijn. Snelle e-voertuigen zoals speedpedelecs en fatbikes krijgen dezelfde status als bromfietsen: kenteken, WA-verzekering, helmplicht en rijbewijsplicht. Zo blijft het fietspad veilig voor kinderen, scholieren en ouderen, terwijl snelle fietsen een duidelijke plek in het verkeer krijgen.
- Snorfiets uitfaseren: Snorfietsen mogen op het fietspad blijven rijden, maar strikt begrensd op 25 km/u. Wie sneller wil, laat zijn voertuig omkeuren tot bromfiets met geel kenteken, helm en rijbewijs AM, en rijdt 45 km/u op de rijbaan. Er worden geen nieuwe blauwe kentekens meer uitgegeven, zodat de categorie op termijn vanzelf verdwijnt en er landelijke duidelijkheid ontstaat.
- Landelijke regie op parkeren: Parkeren mag geen melkkoe van gemeenten zijn. Wij willen een eerlijk en transparant systeem, met meer parkeergarages aan de stadsranden waar automobilisten goedkoop kunnen overstappen op bus, tram of metro. In autoluwe binnensteden hoort altijd goed en gratis openbaar vervoer tegenover het verlies van parkeerplaatsen te staan. Bewoners moeten bovendien het recht behouden om in hun eigen wijk kosteloos te parkeren.
- Eerlijke kilometerheffing in plaats van accijnzen: Iedere automobilist betaalt voortaan naar gebruik. Jaarlijkse tellerstand-opgaven bij de RDW worden gekoppeld aan APK- en onderhoudsregistraties, zodat fraude wordt uitgesloten. De accijnzen op brandstof verdwijnen, waardoor de pompprijs bijna een euro per liter daalt. In plaats daarvan komt een lage kilometerheffing van 3 à 4 cent per kilometer, aangevuld met een paar cent om gratis lokaal OV en lagere verkeersboetes te financieren.
- Boetes terug naar verkeersveiligheid: Nu innen overheid en gemeenten samen ruim twee miljard per jaar aan boetes en naheffingen. Wij willen dit halveren. Boetes dienen bedoeld te zijn om gevaarlijk gedrag te bestrijden, niet om begrotingen te spekken. Waar inkomsten wegvallen, wordt dit netjes gecompenseerd via de kilometerheffing.
- Adviessnelheid 120 km/u: Nederland krijgt een landelijke adviessnelheid van 120 km/u, naar Duits voorbeeld. Wie sneller rijdt doet dat op eigen risico en is boven de 120 km/u niet verzekerd. Op stedelijke ringwegen blijft de maximumsnelheid 100 km/u, die bij drukte dynamisch kan worden verlaagd tot 80 km/u. Zo ontstaat vrijheid, overzicht en veiligheid, terwijl het verkeer gelijkmatiger en schoner doorstroomt.
- 30 km/u waar het hoort: In woonstraten en winkelgebieden is 30 km/u logisch, maar niet op brede stadsassen. Daar leidt het tot frustratie en meer gevaar. Het generiek afdwingen van 30 km/u creëert meer problemen dan het oplost. Betere wegindeling en vertrouwen in de automobilist vergroten de veiligheid zonder kunstmatige vertraging.
- Nabijheid zonder dwang: Het idee van de 15-minutenstad heeft aantrekkelijke kanten, maar mag nooit ontaarden in een controlestaat. Autoluwe maatregelen moeten altijd gepaard gaan met goed en betaalbaar openbaar vervoer, parkeervoorzieningen aan de stadsranden en een eerlijk overgangsbeleid. Burgers behouden altijd het recht om een auto te bezitten en te gebruiken.
- Openbaar vervoer als nutsvoorziening: Het spoor en het stedelijk OV zijn publieke infrastructuur en horen niet als winstmodel te worden behandeld. NS en ProRail worden samengevoegd en NS wordt weer een echt overheidsbedrijf met publieke opdracht. Zo dalen de tarieven, verdwijnt bureaucratie en krijgen stations hun functie terug als knooppunt van mobiliteit en ontmoeting.
- Gratis lokaal OV en korting op de trein: Bus, tram en metro worden gratis voor inwoners, terwijl de trein tegen gereduceerd tarief toegankelijk blijft. Extra kosten kunnen worden gedekt via een iets hogere kilometerheffing en een uitbreiding van de toeristenbelasting, zodat bezoekers meebetalen aan het systeem.
- Water als schone ruggengraat: Goederen- en personenvervoer over water verdient een veel grotere rol. Het is schoon, efficiënt en ontlast de wegen. We maken ruimte voor watertaxi’s, veerverbindingen en stadslogistiek over water.
- Eerlijke luchtvaart: Vliegen moet weer in verhouding staan tot de werkelijke kosten. Korte vluchten binnen Europa, waar de trein een goed alternatief is, krijgen een hoge taks van 30–50%. Middellange vluchten worden gematigd belast met 15–25%, en lange vluchten of verbindingen met eilanden slechts met 5–10%. Zo blijft keuzevrijheid behouden, maar wordt vliegen niet langer kunstmatig bevoordeeld.
- Internationaal spoor als alternatief voor vliegen: Nederland investeert in hogesnelheidsverbindingen die Parijs, Brussel en Berlijn binnen 4 à 5 uur bereikbaar maken. Met een uniform boekingssysteem en meer capaciteit kan de trein het logische alternatief worden voor korte en middellange vluchten.
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). (2023). Mobiliteit en vervoer in Nederland sinds 1960. https://www.rivm.nl
- VeiligheidNL. (2024). Zorgen om toename ongevallen met fatbikes. https://www.veiligheid.nl
- DutchNews. (2024). Fatbike users in accidents are young, with more serious injuries. https://www.dutchnews.nl
- New Mobility News. (2025). Hasselt is considering banning fatbikes. https://newmobility.news
- Vias Institute. (2023). Ongevallen met elektrische fietsen en speedpedelecs in kaart gebracht. https://www.vias.be
- Parkopedia. (2023). Global Parking Index 2023. https://www.parkopedia.com
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2024). Gemeentefinanciën: opbrengsten parkeerheffingen en naheffingen. https://www.cbs.nl
- Gemeente Amsterdam. (2022). Evaluatie autoluwe maatregelen binnenstad. https://www.amsterdam.nl
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. (2021). Evaluatie P+R en effecten op binnenstedelijk verkeer. https://www.rijksoverheid.nl
- SWOV – Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. (2019). Traffic flow and optimal speeds. https://www.swov.nl
- Europese Commissie. (2023). High-speed rail developments in Europe. https://ec.europa.eu
- Moreno, C. et al. (2021). Introducing the “15-Minute City”: Sustainability, Resilience and Place Identity in Future Post-Pandemic Cities. Smart Cities, 4(1), 93–111. https://doi.org/10.3390/smartcities4010006
- Gemeente Amsterdam. (2022). Uitstootvrije zone Amsterdam 2030: roadmap naar een schone stad. https://www.amsterdam.nl
- TNO. (2023). Effecten van milieuzones en dieselverboden in Nederlandse steden. https://www.tno.nl
- Gemeente Amsterdam. (2023). Onderzoeksrapport 30 km/u in de stad. https://openresearch.amsterdam
- Mobiliteit.nl. (2024). Nog steeds houden Amsterdammers zich niet overal aan 30 km/u. https://www.mobiliteit.nl
- KiM – Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. (2022). Mobiliteitsbeeld 2022. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
- BBC News. (2020). Luxembourg makes all public transport free. https://www.bbc.com
- TNO. (2021). Kosten en baten van openbaar vervoer: een verkenning. https://www.tno.nl
- NS. (2022). Jaarverslag 2022: financiële resultaten. https://www.ns.nl
- Gemeente Amsterdam. (2024). Toeristenbelasting 2024. https://www.amsterdam.nl
- RDW. (2023). Kilometerregistratie en Nationale AutoPas: fraude voorkomen. https://www.rdw.nl
- Centraal Planbureau (CPB). (2016). Kilometerheffing: effecten op gedrag en economie. https://www.cpb.nl
- Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). (2020). Betalen naar gebruik: opties voor invoering in Nederland. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
- Ministerie van Financiën. (2023). Miljoenennota 2024: belastingopbrengsten. https://www.rijksoverheid.nl
- Ministerie van Financiën. (2024). Belastingplan 2024: accijnstarieven brandstoffen. https://www.rijksoverheid.nl
- Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). (2023). SDE++ jaarverslag en Klimaatfonds. https://www.rvo.nl
- CJIB. (2023). Jaaroverzicht verkeersboetes 2023. https://www.cjib.nl
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2023). Wegenbelasting personenauto’s naar brandstofsoort en gewichtsklasse. https://www.cbs.nl
- TNO. (2019). Snelheidsverschillen en verkeersveiligheid: effecten van maximumsnelheden op doorstroming en emissies. Delft: TNO. https://repository.tno.nl
- Bundesanstalt für Straßenwesen (BASt). (2021). Richtgeschwindigkeit auf Autobahnen: Unfallrisiko und Haftungsfragen. Bergisch Gladbach: BASt. https://www.bast.de
- SWOV. (2020). Snelheidsverlaging met matrixborden: effecten op veiligheid en doorstroming. Leidschendam: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. https://www.swov.nl
- TNO. (2017). Optimale doorstromingssnelheden in het Nederlandse snelwegennet. Delft: TNO. https://repository.tno.nl
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. (2022). Digitale verkeerssturing en slimme mobiliteitssystemen. Den Haag: IenW. https://www.rijksoverheid.nl
- TNO. (2012). Effecten van snelheidsverlaging in de stad op emissies en luchtkwaliteit. Delft: TNO. https://repository.tno.nl
- Algemene Rekenkamer. (2021). Toekomst van het spoor: organisatie, prestaties en publieke belangen. Den Haag: Algeme-ne Rekenkamer. https://www.rekenkamer.nl
- CE Delft. (2022). Effecten van een verhoging van de vliegbelasting. Delft: CE Delft. https://ce.nl/publicaties/effecten-van-een-verhoging-van-de-vliegbelasting/
Onderwijs, Cultuur, Kunst en Wetenschap
Vrijheid door vorming, verbeelding en kennis

Samenvatting
Hart voor Vrijheid kiest voor vrije vorming vanaf de start: ouders krijgen zes maanden verlof en kinderopvang wordt vanaf zes maanden toegankelijk, met vanaf twee jaar minimaal twee dagen per week opvang voor ieder kind, gratis voor lage inkomens en met strenge kwaliteitsbewaking. Scholen worden weer klein en toegankelijk, zonder ouderbijdrage en met gratis leermiddelen, kleuterklassen krijgen een leraar én een assistent, er komt meer ruimte voor kunst, sport en schoolzwemmen, en thuisonderwijs wordt erkend mits basisvaardigheden geborgd zijn. Hoger onderwijs wordt drempelloos met collegegeld naar draagkracht, een structurele basisbeurs, meer begeleiding in plaats van selectiedruk, sterke medezeggenschap en levenslang leren als vanzelfsprekendheid. Wetenschap, cultuur en media worden weer werkelijk vrij door miljarden extra in onafhankelijk onderzoek te investeren, het cultuurbudget te verhogen naar 1% van de Rijksbegroting, musea gratis toegankelijk te maken voor inwoners en een anticensuurwet in te voeren die pluriformiteit en kritische journalistiek beschermt.
Vrije vorming vanaf de start: Ouders krijgen zes maanden verlof en kinderopvang wordt vanaf zes maanden toegankelijk. Vanaf twee jaar heeft ieder kind recht op minimaal twee dagen opvang, gratis voor lage inkomens, met kleine groepen en strenge kwaliteitsbewaking.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Scholen klein en toegankelijk: Ouderbijdragen verdwijnen en leermiddelen worden gratis verstrekt. Kleuterklassen krijgen een leraar én een assistent, er komt meer ruimte voor kunst, sport en schoolzwemmen, en thuisonderwijs wordt erkend met onafhankelijke toetsing en gratis leermiddelen.
- Hoger onderwijs zonder drempels: Collegegeld wordt naar draagkracht berekend en de basisbeurs blijft. Studenten krijgen meer begeleiding in plaats van bindende selectiedruk, sterke medezeggenschap versterkt de universiteit als gemeenschap en levenslang leren wordt een recht.
- Vrije wetenschap, cultuur en media: Er komen miljarden extra voor onafhankelijk onderzoek, het cultuurbudget stijgt naar 1% van de Rijksbegroting en musea worden gratis voor inwoners. Zelfstandige kunstenaars krijgen directe steun, er komt een anticensuurwet en de publieke omroep richt zich op educatie en pluriformiteit.

Vorming en vrijheid
Onderwijs, kunst, wetenschap en religie vormen samen de ziel van een samenleving. Zij bepalen hoe een mens opgroeit, hoe een gemeenschap zichzelf begrijpt en hoe een cultuur haar horizon opent. Hart voor Vrijheid gelooft dat werkelijk onderwijs niet begint bij cijfers of schema’s, maar bij resonantie: het moment dat een kind geraakt wordt door kennis die niet van buitenaf wordt opgedrongen, maar van binnenuit betekenis krijgt.
De Duitse denker Wilhelm von Humboldt noemde dit Bildung: de brede vorming van mens en geest1, 8. Paulo Freire sprak van bewustwording5 ,Vygotsky van de kracht van sociaal leren4 ,Piaget van ontwikkeling door spel en ervaring3. Allemaal wezen zij op hetzelfde fundament: leren is geen opsomming van feiten, maar een proces waarin vrijheid en verantwoordelijkheid samenvallen.
Een samenleving die haar kinderen reduceert tot cijfers en haar docenten tot managers, verliest haar ziel. Daarom kiest Hart voor Vrijheid voor een andere koers: een samenleving waarin onderwijs, cultuur, wetenschap en religie niet dienen om te beheersen, maar om vrij te maken.
Kinderopvang: fundament van kansengelijkheid
De eerste levensjaren leggen de basis voor de rest van een leven. Daarom moet kinderopvang niet worden gezien als bijzaak of marktproduct, maar als publieke voorziening. Elk kind krijgt recht op kwalitatief hoogwaardige opvang, die niet afhankelijk is van inkomen of postcode.
Bevallingsverlof wordt verlengd naar zes maanden, waarbij ouders vrij zijn dit onderling te verdelen. Kinderopvang start vanaf zes maanden, en vanaf twee jaar krijgt ieder kind recht op minimaal twee dagen per week opvang, gratis voor lage inkomens. Peuterspeelzalen blijven laagdrempelige voorzieningen waar ieder kind welkom is.
Om de kwaliteit te verbeteren wordt de beroepskracht-kindratio hersteld, zodat groepen niet te groot worden en pedagogisch medewerkers tijd en aandacht hebben voor elk kind. Het personeelstekort wordt aangepakt door betere beloning, meer waardering en landelijke wervingscampagnes. Daarnaast wordt het toezicht verscherpt om veiligheid en kwaliteit te waarborgen.
Onderwijs van basisschool tot middelbaar
Scholen dienen veilige gemeenschappen te zijn waar kinderen niet worden uitgesloten door ouderbijdragen of financiële barrières. Daarom schaffen wij de vrijwillige ouderbijdrage af en worden alle noodzakelijke boeken, devices en leermiddelen gratis verstrekt. Onderwijs wordt naar draagkracht gefinancierd, zodat het recht op onderwijs werkelijk voor ieder kind geldt. De overheid schept hiervoor de randvoorwaarden, maar de aard van het onderwijs en de pedagogische invulling blijven in handen van scholen en ouders.
We kiezen voor kleinere scholen en intensiever contact tussen leerlingen en docenten. De fusiegolf van de afgelopen decennia, die leidde tot anonieme leerfabrieken, wordt teruggedraaid. In kleuterklassen staan altijd een docent en een onderwijsassistent samen voor de groep. Instroom vindt plaats rond vijf jaar, beter aansluitend op de ontwikkeling van het brein, en met veel ruimte voor spel, beweging en ontdekking. Daarmee geeft de overheid richting aan de structuur en toegankelijkheid van het onderwijs, maar zonder de inhoudelijke visie van scholen te beperken.
Het curriculum wordt breder: naast taal en rekenen waarborgt de overheid ook basiskennis van kunst, muziek, techniek en maatschappelijke vakken zoals staatsinrichting, arbeid en inkomen, gezondheidsleer, mediawijsheid en levensbeschouwing. Sport en bewegen zijn essentieel: kinderen dienen minimaal drie uur sport per week te krijgen en schoolzwemmen wordt opnieuw ingevoerd. Binnen dit kader behouden scholen de vrijheid om eigen keuzes te maken en hun eigen pedagogische accenten te leggen, zodat brede vorming wordt gestimuleerd zonder dat onderwijs in een keurslijf wordt geduwd.
Basisscholen worden bovendien gestimuleerd om zich te ontwikkelen tot brede scholen, waar kunst, cultuur en sportactiviteiten een vanzelfsprekend onderdeel van het programma zijn. Zo wordt buitenschoolse opvang minder noodzakelijk en krijgen kinderen een rijkere vorming. Het gaat hier om stimulering en facilitering door de overheid, niet om dwingende voorschriften voor de aard van het onderwijs.
Bijzonder onderwijs blijft een grondrecht. Alle scholen, of ze nu een religieuze of pedagogische grondslag hebben, blijven toegankelijk voor iedere leerling. Identificatieverklaringen of andere vormen van uitsluiting zijn daarbij niet toegestaan. Zo bewaakt de overheid het principe van toegankelijkheid en gelijke kansen, maar bemoeit zij zich niet met de ideologische richting of identiteit van scholen.
Thuisonderwijs dient in Nederland volwaardig erkend en verruimd te worden als legitieme keuze voor ouders. Waar de huidige wetgeving dit vrijwel onmogelijk maakt, pleiten wij voor een systeem waarin ouders vrij zijn om hun kinderen zelf onderwijs te geven, mits de basisvaardigheden geborgd blijven. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat thuisonderwijs gemiddeld gelijkwaardige of soms zelfs betere resultaten oplevert in taal en rekenen dan regulier onderwijs, vooral wanneer ouders gemotiveerd en goed toegerust zijn17, 18. Tegelijkertijd wijzen studies op risico’s: ongelijkheid, hiaten in de basisvakken en het ontbreken van didactische expertise19. Deze nadelen kunnen worden ondervangen door jaarlijkse of tweejaarlijkse onafhankelijke toetsmomenten, toegang tot gratis leermiddelen en waar nodig begeleiding door onderwijsprofessionals. De overheid dient de basis te bewaken, maar laat ouders vrij in pedagogische aanpak en levensbeschouwelijke invulling. Zo blijft het recht op onderwijs voor ieder kind gewaarborgd, terwijl vrijheid en diversiteit in onderwijs worden gerespecteerd.
Onderwijs, identiteit, seksuele ontwikkeling en maatschappelijke neutraliteit
Een samenleving die religie en levensbeschouwing negeert, verarmt spiritueel en cultureel. Daarom pleiten wij voor brede aandacht in het onderwijs: kinderen kunnen spelenderwijs kennismaken met verschillende religies en levensvisies, zonder dat een overtuiging wordt opgelegd. Neutraliteit staat daarbij centraal. Het doel is niet bekering, maar het bevorderen van begrip en respect.
Mindfulness en eenvoudige bewustzijnsoefeningen kunnen in het curriculum een plaats krijgen, omdat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat mindfulness stress vermindert en concentratie verhoogt9. Doordat deze oefeningen neutraal en universeel zijn, versterken zij de vrijheid en weerbaarheid van kinderen in een pluriforme samenleving. Religie en levensbeschouwing worden zo geen bron van conflict, maar een uitnodiging tot verbinding.
Aan de andere kant dient het onderwijs kinderen ook te beschermen tegen ideologische indoctrinatie, bijvoorbeeld op het gebied van gender en identiteit. Lesmateriaal behoort uit te gaan van biologische feiten en ruimte te bieden voor debat en meningsvorming, maar niet voor propaganda of sturing. Commerciële belangen, zoals lobbygroepen rond gendertransities, horen geen plaats te hebben in het klaslokaal. Seksuele voorlichting kan op een gepast moment worden aangeboden, bijvoorbeeld vanaf circa 12 à 13 jaar, in een leeftijdsadaptieve opbouw waarin het onderwerp stapsgewijs en respectvol wordt behandeld, zodat leerlingen de juiste informatie krijgen op een moment dat ze er cognitief en emotioneel aan toe zijn20.
Tijdens de coronacrisis bleek hoe kwetsbaar onderwijs kan zijn voor politieke beïnvloeding. Ook daarna is duidelijk geworden hoe ideologische agenda’s steeds nadrukkelijker in scholen aanwezig zijn. Waar onderwijs kinderen zou moeten leren zelfstandig te denken, krijgen zij in toenemende mate signalen en lesmateriaal aangereikt die eenzijdige visies als vanzelfsprekend presenteren.
Soms is dat zichtbaar in de schoolomgeving: vlaggen, symbolen en campagnes die niet slechts informeren, maar een bepaalde politieke en morele agenda uitdragen. In andere gevallen gebeurt het subtieler, via toetsen en examens. Leerlingen krijgen in hun luister- of leesteksten verbanden voorgeschoteld, bijvoorbeeld tussen klimaatverandering en natuurrampen, die niet ter discussie staan maar als onweerlegbaar feit worden gebracht. In essays en debatten worden begrippen als nationalisme of patriottisme vaak uitsluitend negatief gekleurd, terwijl de mogelijkheid tot een ander perspectief ontbreekt.
Ook in actuele thema’s klinkt deze sturing door. In opdrachten over vaccindistributie werd uitgegaan van het uitgangspunt dat vaccins vanzelfsprekend positief en noodzakelijk waren. Bij onderwerpen over lockdowns lag de nadruk op persoonlijke verhalen van gemis en verdriet, zonder dat de fundamentele vraag werd gesteld of de maatregelen zelf proportioneel of verantwoord waren. Zo wordt het kader van wat bespreekbaar is impliciet begrensd.
Zelfs bij ogenschijnlijk open opdrachten is die sturing merkbaar. Een schrijfopdracht over de verwijdering van Donald Trump van Twitter stelde de vraag of dit gerechtvaardigd was, maar vrijwel alle leerlingen concludeerden dat censuur terecht was, omdat Trump een gevaarlijk figuur zou zijn. Kritische reflectie op vrijheid van meningsuiting of het risico van digitale censuur kwam nauwelijks aan bod.
Onderwijs moet feiten en uiteenlopende perspectieven aanreiken, maar mag nooit bepalen welke politieke of maatschappelijke opvattingen legitiem zijn en welke niet. Wanneer scholen aannames en ideologie presenteren als objectieve waarheid, verliezen leerlingen de kans om werkelijk kritisch te leren denken. Alleen door neutraliteit en openheid te waarborgen, leren kinderen en jongeren zelfstandig afwegingen maken in een pluriforme samenleving31.
Hoger onderwijs en levenslang leren
Hoger onderwijs mag nooit een privilege zijn dat slechts voor enkelen bereikbaar is. Toegang tot universiteit en hogeschool moet afhangen van talent en inzet, niet van de dikte van de portemonnee van ouders. Daarom wordt het collegegeld naar draagkracht berekend. Studenten uit gezinnen met een lager inkomen hoeven daardoor geen financiële drempels te ervaren, terwijl meer draagkrachtige huishoudens naar verhouding een hogere bijdrage leveren. Zo wordt het recht op onderwijs werkelijk eerlijk verdeeld.
De basisbeurs, die inmiddels opnieuw is ingevoerd, wordt structureel gegarandeerd en waar nodig uitgebreid. Het uitgangspunt is dat studenten hun studie kunnen volgen zonder torenhoge schulden op te bouwen. Studeren is een investering in de toekomst van zowel het individu als de samenleving, en die investering moet collectief gedragen worden.
Maar financiële toegankelijkheid alleen is niet genoeg. Studenten hebben recht op persoonlijke begeleiding. Te vaak zijn studiekeuze, scriptiebegeleiding en stages nu afhankelijk van toevallige omstandigheden of beperkt beschikbare docenten. Universiteiten en hogescholen krijgen daarom de plicht om deze begeleiding structureel en kwalitatief te verbeteren. Het bindend studieadvies, dat studenten onder druk zet en hen afrekent op vroege prestaties, wordt afgeschaft. Onderwijsinstellingen moeten zich richten op het ondersteunen van studenten om hun talenten te ontwikkelen en hun diploma te behalen, niet op het selecteren of afschrijven van wie niet direct in het keurslijf past.
Daarnaast krijgen studenten en docenten meer invloed op het beleid van hun instellingen. Een gezonde universiteit is geen bedrijf, maar een gemeenschap van leren. Bestuurders zijn er om onderwijs en onderzoek te faciliteren, niet om managementdoelen na te jagen. Sterke medezeggenschap en medebestuur zijn cruciaal om academische vrijheid en inhoudelijke kwaliteit te bewaken.
Tot slot stopt leren niet bij het behalen van een diploma. In een samenleving die snel verandert, moet levenslang leren de norm zijn. Volwasseneneducatie en vaardigheidscursussen worden daarom breed toegankelijk gemaakt. Daarmee krijgt iedereen de kans om zich ook later in het leven te blijven ontwikkelen, of het nu gaat om bijscholing, omscholing of persoonlijke groei7. Zo bouwen we aan een samenleving waarin kennis en ontwikkeling niet ophouden bij de jeugd, maar een levenslange reis vormen.
Wetenschap en kennissamenleving
Nederland wil een kennisland zijn, maar de onafhankelijkheid van wetenschap staat steeds vaker onder druk. Waar onderzoek zich in vrijheid moet kunnen ontwikkelen, zien we hoe economische en ideologische krachten de agenda bepalen. Grote technologiebedrijven en farmaceutische concerns sturen met hun financiële macht onderzoeksprogramma’s in een richting die vooral hun eigen belangen dient. Daarom is het noodzakelijk miljarden extra te investeren in publieke fondsen en onderzoeksinstituten, zodat wetenschap niet langer afhankelijk is van commerciële financiering. Onafhankelijke panels van wetenschappers, die regelmatig rouleren, beoordelen onderzoeksvoorstellen en houden toezicht op de integriteit van het proces. Zo wordt voorkomen dat economische belangen de toon zetten6.
Maar bedreigingen komen niet alleen van buiten, ook van binnenuit staat de academische vrijheid onder druk. Steeds vaker worden onderzoekers en docenten beoordeeld op hun politieke conformiteit in plaats van hun wetenschappelijke kwaliteit. Het voorbeeld van Laurens Buijs, docent aan de Universiteit van Amsterdam, spreekt boekdelen: omdat hij weigerde het zogenoemde woke-gedachtegoed volledig te omarmen en vasthield aan het biologisch feit dat er slechts twee seksen bestaan, werd hij geconfronteerd met intimidatie en sociale uitsluiting. In hetzelfde Folia-artikel waarin hij deze kritiek uitte, stelde hij zich bovendien kritisch op tegenover de nieuwe vaccinatietechnologie en de invoering van de QR-pas tijdens de coronacrisis10. Dat zulke legitieme vragen niet leiden tot debat, maar tot klachtenprocedures en schorsingen11, 12,is ronduit stuitend. Het is waanzin dat een wetenschapper niet kritisch mag zijn tegenover een medische technologie die nog maar kort bestond en waarvan de langetermijnrisico’s onduidelijk waren. Inmiddels is het vermoeden bovendien zeer aannemelijk dat er een causaal verband bestaat tussen de aanhoudende oversterfte en ondergeboorte en het grootschalige gebruik van deze vaccins, zoals uitvoerig beschreven in het hoofdstuk Corona.
Deze problematiek staat niet op zichzelf. Al jaren waarschuwt John Ioannidis, een van de meest geciteerde medische wetenschappers ter wereld, dat het grootste deel van de biomedische literatuur onbetrouwbaar is. In zijn baanbrekende analyse liet hij zien dat naar schatting 80% van de medisch-biologische onderzoeken niet repliceerbaar is, omdat methodologie, belangenverstrengeling en publicatiedruk de uitkomsten structureel beïnvloeden13. Juist dit gegeven maakt duidelijk dat kritisch debat en herhaald onderzoek geen luxe zijn, maar een absolute voorwaarde voor wetenschappelijke betrouwbaarheid.
Daarom moeten universiteiten opnieuw bolwerken van vrije meningsvorming en kritisch debat worden. Waar fundamenteel onderzoek zich richt op het vergroten van onze kennis over mens en natuur, verdient ook toegepast onderzoek structurele steun. Beroepspraktijkonderzoek, technologische innovatie en onderzoeksjournalistiek leveren directe bijdragen aan de samenleving, zowel in economische ontwikkeling als in democratische controle.
Onafhankelijke kennis is geen luxe, maar een fundament voor een gezonde democratie. Zij beschermt tegen manipulatie, doorbreekt groepsdenken en opent de ruimte voor waarachtig inzicht. Alleen door wetenschap te bevrijden uit de greep van economische belangen en ideologische dwang kan Nederland werkelijk een kennisland zijn.
Kunst, cultuur en erfgoed
Kunst is geen luxe, maar een levensvoorwaarde. Zij voedt de ziel, opent de verbeelding en houdt een vrije samenleving een spiegel voor. In tijden van technocratische druk en economische reductie biedt kunst ruimte voor reflectie, verbondenheid en kritische verbeelding. Zij stelt ons in staat niet alleen te consumeren, maar ook te denken, voelen en betekenis te scheppen.
Toch worden kunstenaars vaak over het hoofd gezien, terwijl grote instituten met de broodnodige middelen worden gevoed. Dat moet anders. Daarom pleiten we voor het verhogen van het cultuurbudget naar het Europese niveau van 1 % van alle overheidsuitgaven – een stevige, politieke keuze die creativiteit als publieke taak erkent, niet als luxe. Het merendeel van deze middelen komt direct bij kunstenaars en hun projecten terecht, zodat experiment, vernieuwing en makerskracht weer centraal komen te staan.
Internationale voorbeelden illustreren de potentie van een toegankelijke cultuur:
- In het Verenigd Koninkrijk werd in 2001 het beleid ingevoerd om nationale musea gratis toegankelijk te maken voor iedereen. Dit beleid, dat het publiek belang boven commerciële motieven plaatst, heeft de publieksbereikbaarheid sterk vergroot en culturele inclusie bevorderd14.
- In Duitsland steeg de overheidsuitgave aan cultuur naar circa 0,43 % van het bruto binnenlands product (in 2020), een duidelijke toename ten opzichte van 0,35 % in 2017. Dit illustreert een gedragsverandering waarbij de staat cultuur structureel als prioriteit erkent15.
- Frankrijk investeerde in 2023 een recordbedrag van €4,2 miljard in culturele activiteiten, waarmee het land zijn toewijding aan kunst en erfgoed onderstreept16.
In die geest, en los van instituten, worden musea gratis toegankelijk voor inwoners. Toeristen betalen het reguliere tarief; dit zorgt voor een eerlijke balans tussen toegankelijkheid en financiering. Podiumkunsten worden aantrekkelijker gemaakt door gereduceerde tarieven, zodat iedereen toegang heeft tot theater, muziek, dans en andere collectieve ervaringen.
Ook ons cultureel erfgoed moet publiek zijn. Historische archieven, die herinneringen en verhalen uitdragen, worden opengesteld en gedigitaliseerd. Zij zijn gemeenschappelijk bezit, en iedereen verdient toegang tot de bronnen van onze geschiedenis, zodat we vrij én bewust onze toekomst vormen8.
Media en vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van meningsuiting is een fundament van democratie. De coronacrisis en het Oekraïne-conflict hebben laten zien hoe eenzijdig en gesloten het medialandschap kan functioneren. Kritische stemmen kregen nauwelijks ruimte, terwijl internetplatforms censuur oplegden onder het mom van ‘desinformatie’.
Hart voor Vrijheid stelt een Anticensuurwet voor die vrijheid van meningsuiting, ook online, garandeert. Overheden en platforms mogen geen politieke meningen blokkeren. De bestrijding van zogenaamde ‘desinformatie’ door de overheid wordt afgeschaft, omdat dit te snel leidt tot censuur en machtsmisbruik.
De publieke omroep krijgt een nieuwe oriëntatie: zij moet zich richten op educatie, pluriformiteit en maatschappelijke verdieping. Amusement hoort thuis in de commerciële sector. Onderzoeksjournalistiek en kritische pers krijgen steun, zodat het maatschappelijk debat levendig en veelzijdig blijft.
Kostenraming onderwijs, wetenschap, kunst en cultuur
Investeren in onderwijs en cultuur is investeren in de toekomst. In Nederland gaat al een aanzienlijk deel van de Rijksbegroting naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW): in 2025 bedraagt de totale OCW-begroting circa € 57,6 miljard21. Hiervan gaat ongeveer € 16,3 miljard naar het primair onderwijs en € 11,8 miljard naar het voortgezet onderwijs22. Het hoger onderwijs en onderzoek ontvangen samen ruim € 7 miljard, terwijl voor cultuur en media slechts € 1,4 miljard beschikbaar is23.
De beleidsplannen van Hart voor Vrijheid vragen om een duidelijke heroriëntatie en extra investeringen. Op basis van internationale referenties en Nederlandse cijfers is de volgende raming te maken:
- Gratis leermiddelen en devices: Momenteel betalen ouders vaak honderden euro’s per jaar. Bij circa 1,5 miljoen leerlingen in basis- en voortgezet onderwijs en een gemiddelde kostprijs van € 300–500 per leerling betekent dit een extra last van € 450–750 miljoen per jaar24.
- Afschaffing vrijwillige ouderbijdrage: Dit betreft een jaarlijkse opbrengst van ongeveer € 180 miljoen, die volledig door de overheid zou moeten worden overgenomen25.
- Docent + assistent in kleuterklassen: Uitgaande van 100.000 kleutergroepen en een extra halve fte per groep à € 50.000 per fte, komt dit neer op circa € 2,5 miljard per jaar26.
- Sport en schoolzwemmen: Extra lestijd, accommodaties en vervoer vergen waarschijnlijk enkele honderden miljoenen. Een redelijke schatting is € 200–400 miljoen per jaar27.
- Brede scholen met kunst en cultuur: Integratie van cultuur en sport in het dagelijks onderwijs kan oplopen tot € 300–500 miljoen per jaar, afhankelijk van de mate van ondersteuning28.
- Thuisonderwijs met toetsing en leermiddelen: Het opzetten van onafhankelijke toetsmomenten en begeleiding zal beperkt zijn, geschat op € 50–100 miljoen per jaar29.
- Cultuurbudget naar 1% van de Rijksbegroting: Dit is een beleidskeuze die structureel circa € 1 miljard extra per jaar kost30.
Totaalbeeld
Bij elkaar opgeteld komt de extra investering uit op € 4,7 à 5,7 miljard per jaar. Dat is een verhoging van ongeveer 8 à 10% van de huidige OCW-begroting. In verhouding tot de totale Rijksbegroting van circa € 500 miljard is dit ongeveer 1%.
Conclusie
Deze verhoging is aanzienlijk, maar ook gerechtvaardigd. Onderwijs en cultuur zijn niet slechts uitgaven, maar structurele investeringen in de kwaliteit van de samenleving. Goed opgeleide, creatieve en kritische burgers zijn de beste garantie voor een vrije en welvarende toekomst. Hart voor Vrijheid kiest er daarom bewust voor dit budget uit te breiden, in lijn met het idee dat de ziel van een samenleving wordt gevormd door onderwijs, wetenschap, kunst en cultuur.
Beleidsvoorstellen
Kinderopvang en vroege ontwikkeling
- Kinderopvang vanaf zes maanden: Ouders krijgen zes maanden verlof, daarna start kinderopvang. Vanaf twee jaar krijgt ieder kind minimaal twee dagen per week opvang, gratis voor lage inkomens. Zo wordt kansengelijkheid bevorderd en wordt het personeelstekort beter beheersbaar.
- Bevallingsverlof van zes maanden: Ouders krijgen samen zes maanden verlof, flexibel te verdelen. Zo krijgen kinderen de best mogelijke start en worden ook vaders actief betrokken bij de eerste levensfase.
- Peuterspeelzalen laagdrempelig en toegankelijk: Peuterspeelzalen blijven plekken waar kinderen spelenderwijs leren en waar ouders elkaar ontmoeten. Toegankelijkheid en betaalbaarheid zijn hierbij leidend.
- Strenger toezicht op kwaliteit en veiligheid: Kinderopvang is een plaats van vertrouwen; daarom investeren we in regelmatige inspecties en duidelijke kwaliteitsnormen.
- Oplossen personeelstekort: Het tekort aan pedagogisch medewerkers wordt aangepakt door betere salarissen, lagere werkdruk en landelijke wervingscampagnes. Kinderopvang wordt zo weer een aantrekkelijk beroep.
Basisonderwijs en middelbare school
- Afschaffing vrijwillige ouderbijdrage: Geen enkel kind mag worden uitgesloten van schoolactiviteiten omdat ouders de bijdrage niet kunnen betalen. Onderwijs is een recht, geen privilege.
- Gratis boeken en devices: Alle noodzakelijke leermiddelen, zoals boeken en laptops, worden kosteloos verstrekt. Dit voorkomt ongelijkheid en garandeert dat elk kind toegang heeft tot dezelfde middelen.
- Schoolgeld afgeschaft of naar draagkracht: Basis- en middelbaar onderwijs wordt voor iedereen kosteloos toegankelijk. Eventueel schoolgeld wordt naar draagkracht berekend, zodat niemand wordt buitengesloten.
- Instroom rond vijf jaar: Het onderwijs sluit beter aan bij de ontwikkeling van het kind door instroom rond vijf jaar mogelijk te maken, met meer ruimte voor spel en beweging in de vroege leerjaren.
- Een leraar en een assistent per klas: In de kleuterklassen staan altijd een docent én een onderwijsassistent, zodat persoonlijke aandacht gegarandeerd blijft en de werkdruk beheersbaar is.
- Brede scholen stimuleren: Basisscholen krijgen de ruimte om kunst, cultuur en sport te integreren in het curriculum, zodat buitenschoolse opvang minder nodig is en kinderen veelzijdig kunnen groeien.
- Sport en beweging als norm: Elke schooldag bevat voldoende beweging: kinderen krijgen minimaal drie uur sport en bewegen per week, en schoolzwemmen wordt heringevoerd om ieder kind zwemvaardig te maken.
- Nieuwe waardering voor techniek en ambacht: Technische scholen en ambachtelijke opleidingen krijgen een hogere status. Het huidige hiërarchische VMBO wordt ontmanteld en vervangen door een systeem waarin praktische en cognitieve vaardigheden gelijkwaardig zijn.
- Geen identificatieverklaring: Bijzonder onderwijs blijft toegankelijk voor alle leerlingen, zonder dat er identificatieverklaringen worden gevraagd. Vrijheid van onderwijs blijft zo een reëel recht.
- Thuisonderwijs: Thuisonderwijs dient in Nederland als volwaardige keuze erkend te worden. Ouders krijgen de vrijheid hun kinderen zelf les te geven, terwijl de overheid via toetsmomenten en toegang tot leermiddelen de basisvaardigheden waarborgt. Zo wordt vrijheid verruimd en tegelijk achterstand en ongelijkheid voorkomen.
Onderwijs, identiteit, seksuele ontwikkeling en maatschappelijke neutraliteit
- Brede kennismaking met religies: Kinderen kunnen in het onderwijs spelenderwijs kennismaken met verschillende religies en levensbeschouwingen. Niet om ze aan te nemen, maar om ze te begrijpen.
- Neutraliteit voorop: Geen enkele overtuiging wordt opgelegd; onderwijs blijft neutraal en respectvol naar alle levensvisies. Dit bevordert wederzijds begrip en maatschappelijke samenhang.
- Mindfulness en bewustzijnsoefeningen: Scholen kunnen mindfulness en eenvoudige bewustzijnsoefeningen aanbieden. Onderzoek toont aan dat zij stress verminderen en concentratie vergroten9. Omdat zij losstaan van religieuze dogma’s, versterken ze juist de vrijheid en weerbaarheid van kinderen.
- Inclusiviteit en gender: Onderwijs dient uit te gaan van biologische feiten en kinderen te beschermen tegen ideologische indoctrinatie. Scholen bieden ruimte voor debat en meningsvorming, maar niet voor propaganda. Lesmateriaal van lobbygroepen met commerciële belangen in gendertransities hoort daar niet thuis. Deze uitgangspunten sluiten aan bij het hoofdstuk Inclusiviteit, gender en vrijheid, waar dit thema uitgebreider wordt behandeld.
- Seksuele voorlichting: Seksuele voorlichting dient leeftijds¬adaptief en respectvol te worden gegeven. Pas rond de vroege adolescentie (circa 12 à 13 jaar) komt er ruimte voor uitgebreide informatie over seksualiteit en relaties. Op jongere leeftijd ligt de nadruk uitsluitend op lichaam, respect en persoonlijke grenzen. Zo krijgen kinderen de juiste informatie op een moment dat zij er cognitief en emotioneel aan toe zijn20.
Hoger onderwijs en levenslang leren
- Studiegeld naar draagkracht: Studeren mag nooit afhangen van de portemonnee van de ouders. Het collegegeld wordt berekend naar draagkracht, zodat iedereen kan studeren.
- Basisbeurs structureel behouden: De heringevoerde basisbeurs blijft structureel bestaan en wordt waar nodig uitgebreid, zodat studenten niet met een schuldenlast beginnen aan hun volwassen leven.
- Meer begeleiding voor studenten: Studiekeuze, scripties en stages vragen meer persoonlijke aandacht. Universiteiten en hogescholen worden verplicht studenten hierin beter te begeleiden.
- Sterkere medezeggenschap: Studenten en docenten krijgen een zwaardere stem in het bestuur van onderwijsinstellingen. Zo wordt voorkomen dat managementbelangen de inhoudelijke koers bepalen.
- Afschaffing bindend studieadvies: Het bindend studieadvies legt een oneigenlijke druk op studenten. Onderwijsinstellingen krijgen de opdracht om studenten te ondersteunen, niet om ze af te rekenen.
- Levenslang leren: Volwasseneneducatie en vaardigheidscursussen worden een vanzelfsprekend onderdeel van het onderwijslandschap. Mensen kunnen zich op elke leeftijd blijven ontwikkelen.
Wetenschap en kennis
- Structurele investeringen in kennis: Nederland wordt weer een kennisland door miljarden extra te investeren in onderzoek en onderwijs. Dit versterkt innovatie en onafhankelijkheid.
- Fondsen uitbreiden voor onafhankelijk onderzoek: Wetenschappers krijgen ruimere toegang tot onderzoeksfondsen, zodat vernieuwende ideeën een kans krijgen.
- Controle op Big Tech en Big Pharma: Onafhankelijke panels van wetenschappers bewaken dat onderzoek niet wordt gestuurd door de belangen van grote bedrijven. Zo blijft wetenschap vrij en betrouwbaar.
- Meer ruimte voor toegepast onderzoek: Toegepaste wetenschap, beroepspraktijk en onderzoeksjournalistiek krijgen structurele steun, omdat zij een directe bijdrage leveren aan samenleving en democratie.
Kunst en cultuur
- Budget naar Europees niveau: Het cultuurbudget stijgt naar 1% van de rijksbegroting, een verhoging van circa 1 miljard euro. Kunst en cultuur worden zo stevig verankerd in de samenleving.
- Meer steun voor kunstenaars: Zelfstandige kunstenaars vormen de kern van onze culturele rijkdom, maar krijgen vaak de minste steun. Zij krijgen toegang tot ruimere fondsen, zodat hun werk tot bloei kan komen.
- Gratis toegang tot musea: Voor de Nederlandse bevolking worden musea gratis toegankelijk. Toeristen betalen het volle tarief, zodat de lasten eerlijk verdeeld worden.
- Digitalisering en openstelling van archieven: Historische archieven worden opengesteld en gedigitaliseerd. Kennis en erfgoed zijn gemeenschappelijk bezit en horen breed toegankelijk te zijn.
Media en internetvrijheid
- Anticensuurwet: Platforms en overheden mogen geen legitieme meningen blokkeren. Vrijheid van meningsuiting geldt ook online.
- Geen bestrijding van ‘desinformatie’ door de overheid: Wat vandaag als desinformatie wordt weggezet, kan morgen de waarheid blijken. Overheidscampagnes op dit vlak worden daarom afgeschaft.
- Nieuwe rol voor de publieke omroep: Publieke middelen worden ingezet voor educatie, pluriformiteit en maatschappelijke waarde. Amusement hoort thuis bij commerciële zenders.
- Steun voor kwaliteitsjournalistiek: Kranten, onderzoeksmedia en diepgravende journalistiek krijgen structurele steun, zodat het maatschappelijk debat breed en kritisch blijft.
Bronnen:
- Humboldt, Wilhelm von. Theorie der Bildung des Menschen. 1793.
- Steiner, Rudolf. Algemene menskunde als basis voor de pedagogie. 1924.
- Piaget, Jean. The Child’s Conception of the World. Routledge & Kegan Paul, 1929.
- Vygotsky, Lev. Mind in Society: The Development of Higher Psychological Processes. Harvard University Press, 1978.
- Freire, Paulo. Pedagogie van de onderdrukten. Lemniscaat, 1968.
- Nussbaum, Martha C. Not for Profit: Why Democracy Needs the Humanities. Princeton University Press, 2010.
- De Wit, Bob. Society 4.0. Vakmedianet, 2021.
- Gietelink, Ab. Alternatief! Onderwijs, wetenschap, media en cultuur. Vrij Alternatief, 2023.
- Zenner, C., Herrnleben-Kurz, S., & Walach, H. (2014). Mindfulness-based interventions in schools — a systematic review and meta-analysis. Frontiers in Psychology, 5, 603. https://www.frontiersin.org/journals/psychology/articles/10.3389/fpsyg.2014.00603
- Buijs, Laurens (2023, 18 januari). “Woke-cultuur bedreigt de academische vrijheid bij Sociale Wetenschappen.” Woke cultuur bedreigt de academische vrijheid bij sociale wetenschappen – Folia
- Folia (2023, 23 februari). “Studenten starten petitie tegen docent Interdisciplinaire Sociale Wetenschap.” https://www.folia.nl/actueel/155309/studenten-starten-petitie-tegen-docent-interdisciplinaire-sociale-wetenschap
- Folia (2023, 23 februari). “Complaint filed at UvA against ISW lecturer for remarks about corona vaccines.” https://www.folia.nl/international/155801/complaint-filed-at-uva-against-isw-lecturer-for-remarks-about-corona-vaccines
- Ioannidis, John P. A. (2005). Why Most Published Research Findings Are False. PLoS Medicine, 2(8), e124. https://journals.plos.org/plosmedicine/article?id=10.1371%2Fjournal.pmed.0020124
- UK national museums free admission reinstated under Labour government, 2001. Centre for Public Impact, 2016. https://centreforpublicimpact.org/public-impact-fundamentals/universal-free-admission-to-the-uks-national-museums
- Germany public cultural spending reaches 0.43% of GDP in 2020. Cultural Policies profile – Germany, 2023. https://www.culturalpolicies.net/wp-content/uploads/pdf_short/germany/Germany_short_062023.pdf
- French culture minister pledges €4.2 bn in cultural support for 2023. ScreenDaily, 2022. https://www.screendaily.com/news/french-culture-minister-pledges-42bn-in-cultural-support-for-2023/5174800.article
- Ray, B. D. (2017). A systematic review of the empirical research on selected aspects of homeschooling as a school choice. Journal of School Choice, 11(4), 604–621. https://doi.org/10.1080/15582159.2017.1395638
- Kunzman, R., & Gaither, M. (2020). Homeschooling: An Updated Comprehensive Survey of the Research. Other Education, 9(1), 253–336.
- Brewer, T. J., & Lubienski, C. (2017). Homeschooling in the United States: Examining the rationales, practices, and outcomes. Pro-Posições, 28(2), 85–103.
- Keogh, L. A., Newton, D., Bayly, C., & Temple-Smith, M. (2020). Intended and unintended consequences: General practitioners’ perspectives on early medical abortion in Australia. Reproductive Health, 17(1), 127. https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC7699226/
- Rijksoverheid (2024). Rijksbegroting 2025, hoofdstuk VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag. https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/begrotingen/2024/09/17/viii-onderwijs-cultuur-en-wetenschap-rijksbegroting-2025/VIII%2BOnderwijs%2C%2BCultuur%2Ben%2BWetenschap%2BRijksbegroting%2B2025.pdf
- Rijksoverheid (2024). Begrotingsstaat Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs 2025. Den Haag. https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/begrotingen/2024/09/17/viii-onderwijs-cultuur-en-wetenschap-rijksbegroting-2025/VIII%2BOnderwijs%2C%2BCultuur%2Ben%2BWetenschap%2BRijksbegroting%2B2025.pdf
- Rijksoverheid (2024). Begrotingsstaat Cultuur en Media 2025. Den Haag. https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/begrotingen/2024/09/17/viii-onderwijs-cultuur-en-wetenschap-rijksbegroting-2025/VIII%2BOnderwijs%2C%2BCultuur%2Ben%2BWetenschap%2BRijksbegroting%2B2025.pdf
- OCW-cijfers (2023). Totale uitgaven aan onderwijsinstellingen. Den Haag. https://www.ocwincijfers.nl/sectoren/onderwijs-algemeen/uitgaven/totale-uitgaven-aan-onderwijs
- Inspectie van het Onderwijs (2022). Ouderbijdragen en schoolkosten. Utrecht. https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2022/09/15/rapport-ouderbijdragen-en-schoolkosten
- Centraal Planbureau (2019). Onderwijs en personeelstekorten: kostenramingen. Den Haag. https://www.cpb.nl/publicatie/onderwijs-en-personeelstekorten
- Sociaal en Cultureel Planbureau (2018). Sport en bewegen in het onderwijs: kosten en effecten. Den Haag. https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2018/06/15/sport-en-bewegen-in-het-onderwijs
- Raad voor Cultuur (2020). Cultuur en onderwijs: investeringen en opbrengsten. Den Haag. https://www.raadvoorcultuur.nl/documenten/adviezen/2020/01/23/cultuur-en-onderwijs
- Kunzman, R., & Gaither, M. (2020). Homeschooling: An Updated Comprehensive Survey of the Research. Other Education, 9(1), 253–336. https://www.othereducation.org/index.php/OE/article/view/256
- Raad voor Cultuur (2021). Cultuurbegroting en internationale vergelijking. Den Haag. https://www.raadvoorcultuur.nl/documenten/publicaties/2021/09/30/cultuurbegroting-en-internationale-vergelijking
- Spangenberg, Monique (2024, 15 oktober). Hersenspoeling met Agenda 2030 in het middelbaar onderwijs. Gezond Verstand. Beschikbaar via: https://gezondverstand.eu/2024/10/15/hersenspoeling-met-agenda-2030-in-het-middelbaar-onderwijs
Inclusiviteit, Gender en Vrijheid
Diversiteit in balans

Samenvatting
Hart voor Vrijheid kiest voor een samenleving waarin vrijheid, menselijke waardigheid en realisme hand in hand gaan. Discriminatie en uitsluiting worden principieel afgewezen, maar ook ideologische dwang en indoctrinatie onder het mom van inclusiviteit krijgen geen plaats. Werkelijke vrijheid betekent dat de biologische realiteit van man en vrouw wordt erkend, dat mannen en vrouwen gelijkwaardig behandeld en beloond worden, en dat mensen vrij zijn in hun seksuele voorkeuren, kleding en levensstijl – zolang dit geen verwarring of belemmering van communicatie veroorzaakt. Minderheden moeten beschermd worden, maar zonder dat de meerderheid wordt overruled; alleen zo kan stabiliteit en samenhang groeien. Daarbij hoort ook zorgvuldigheid in de benadering van genderdysforie: respectvolle begeleiding waar nodig, maar een stop op onomkeerbare ingrepen bij jongeren en strenge controle op commerciële belangen. Hart voor Vrijheid verzet zich tegen de eenzijdige normering van ‘woke’-ideologie in onderwijs, media en bedrijfsleven, waar marketing en regelgeving vaak belangrijker zijn geworden dan feiten en authenticiteit. Tolerantie en vrijheid gelden voor iedereen: voor vrouwen met een hoofddoek én mannen met een stropdas, voor homostellen én gewetensbezwaarde ambtenaren, voor prostituees én voor hen die traditionele waarden aanhangen. Alleen in zo’n evenwichtige samenleving kan diversiteit samengaan met rechtvaardigheid en menselijkheid.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Vrijheid en tolerantie als basis: Iedereen moet vrij zijn in kleding, levensstijl en seksualiteit, zolang dit geen verwarring schept of communicatie belemmert. Diversiteit wordt gerespecteerd, maar nooit ideologisch afgedwongen of opgelegd via quota, marketing of activistische campagnes. Gewetensvrijheid wordt erkend, mits de rechten van anderen niet worden geschaad. Zo ontstaat een samenleving waarin tolerantie van onderop groeit, in plaats van door opgelegde ideologie.
- Bescherming tegen indoctrinatie en commerciële druk: Onderwijs blijft gebaseerd op feiten en wordt beschermd tegen lobby en propaganda, bedrijven mogen geen ideologische hypes als woke-marketing gebruiken om burgers te sturen, en zorg en medische keuzes worden gevrijwaard van commerciële belangen. Beleid richt zich op het bestrijden van ongelijkheid, dwang en uitbuiting – niet op morele veroordeling of ideologische censuur van vrijwillige keuzes.

Inleiding
Hart voor Vrijheid kiest voor een koers die vrijheid en realisme met elkaar verbindt. Wij verzetten ons tegen elke vorm van discriminatie, maar wijzen ook de ideologische dwang af die onder het vaandel van inclusiviteit steeds vaker wordt opgelegd. Wij erkennen de biologische realiteit van man en vrouw, verdedigen de vrijheid van seksuele voorkeur en willen bescherming bieden aan minderheden zonder de samenleving te belasten met dogma’s. Onze benadering is genuanceerd: gebaseerd op wetenschap, sociale rechtvaardigheid en respect voor menselijke waardigheid.
“Een gezonde samenleving beschermt minderheden, maar niet door de meerderheid te overrulen. Minderheden die ruimte krijgen zonder zichzelf op te leggen, versterken juist de sociale stabiliteit.”
Menselijke waardigheid als fundament
Hart voor Vrijheid staat onvoorwaardelijk voor de menselijke waardigheid van ieder individu, ongeacht geslacht, seksuele voorkeur, etniciteit of levensbeschouwing. Discriminatie, rassenhaat en uitsluiting zijn onverenigbaar met een vrije en rechtvaardige samenleving. Dit uitgangspunt is stevig verankerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en wordt bevestigd door psychologisch en sociologisch onderzoek dat laat zien dat samenlevingen die gelijke kansen en sociale gelijkwaardigheid serieus nemen, stabieler, innovatiever en veerkrachtiger functioneren1, 2.
Werkelijke inclusiviteit betekent niet dat verschillen ontkend of gladgestreken moeten worden. Het gaat erom dat mensen in hun diversiteit gerespecteerd worden, zonder dat ideologische dogma’s de realiteit vervangen. Juist daar komt de vraag naar voren hoe we met minderheden omgaan. Want een samenleving die vrijheid wil waarborgen, moet ruimte bieden aan verschillen zonder de balans te verliezen. Een gezonde samenleving beschermt minderheden; maar niet door de meerderheid te overrulen. Minderheden die ruimte krijgen zonder zichzelf op te leggen, versterken juist de sociale stabiliteit10. Dit principe van integratie in plaats van ideologische dwang vormt de kern van een vrije samenleving.
Biologische basis en maatschappelijke ongelijkheid
De menselijke soort kent in de kern twee seksen: man en vrouw. Deze tweedeling is geworteld in genetica, hormoonhuishouding en voortplantingscapaciteit3, 4. Uitzonderingen zoals interseksualiteit komen wel voor, maar betreffen een zeer kleine minderheid van de bevolking, naar schatting tussen de 0,018 en 0,2 procent5. Deze uitzonderingen verdienen erkenning en bescherming, maar doen niets af aan de basisstructuur van de menselijke soort.
De geschiedenis leert echter dat dit biologische verschil vaak leidde tot maatschappelijke machtsongelijkheid. Vrouwen werden eeuwenlang in een ondergeschikte rol gedrukt, zowel fysiek als sociaal. Vandaag de dag bestaat die ongelijkheid nog steeds: vrouwen verdienen gemiddeld minder in vergelijkbare functies, typische vrouwenberoepen zoals zorg en onderwijs worden lager beloond dan technische of financiële sectoren, en in besluitvormingsprocessen ervaren veel vrouwen dat er over hen heen gewalst wordt6. Naast fysieke kwetsbaarheid speelt ook psychische kwetsbaarheid een rol: vrouwen voelen zich vaker buitengesloten of minder serieus genomen. Een gezonde samenleving vraagt niet om strijdretoriek, maar om structurele waardering van vrouwelijke kwaliteiten en een reële herwaardering van sectoren waarin zij traditioneel sterk vertegenwoordigd zijn.
Tegelijkertijd verdient ook de positie van mannen aandacht. De druk om voortdurend te presteren, sterk te zijn en emoties te onderdrukken, leidt bij mannen vaker tot psychische problemen. Zij zoeken minder snel hulp en de suïcidecijfers liggen significant hoger dan bij vrouwen7. Een samenleving die werkelijk in balans is, erkent dus zowel de kwetsbaarheid van vrouwen als die van mannen, en stimuleert een cultuur van wederzijds respect en ondersteuning in plaats van rivaliteit.
Genderdysforie en psychologische zorg
In dit debat speelt ook de kwestie van genderidentiteit. Genderdysforie is de psychiatrische diagnose voor het aanhoudende en ernstige lijden dat ontstaat wanneer iemands ervaren gender niet overeenkomt met het biologische geslacht8. Neurowetenschappelijk onderzoek toont bij een deel van deze groep afwijkingen in hersengebieden die betrokken zijn bij lichaamsbewustzijn en genderbeleving, zoals de bed nucleus van de stria terminalis (BSTc)9. Toch is genderdysforie geen eenvoudig biologisch verschijnsel: genetische en hormonale invloeden, persoonlijkheidsontwikkeling en maatschappelijke rolpatronen spelen allemaal een rol.
Het is dus een complex fenomeen dat zorgvuldige medische en psychische begeleiding rechtvaardigt, maar dat niet op één lijn kan worden gezet met modeverschijnselen of culturele expressies. Het onderscheid tussen biologische variatie, medische aandoening en sociale lifestyle is essentieel om recht te doen aan mensen die echt hulp nodig hebben, zonder dat het publieke debat wordt vertroebeld.
Woke en de rol van bedrijven
Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de term woke de laatste jaren zoveel discussie oproept. Oorspronkelijk verwees het naar alertheid op racisme en sociale ongelijkheid, maar sinds de protesten van Black Lives Matter in 2020 heeft het zich ontwikkeld tot een ideologische beweging die ook door overheden, universiteiten, bedrijven en media werd omarmd.
Bedrijven werden vaak niet spontaan ‘woke’, maar volgden druk van regelgeving en kapitaalstromen. Grote vermogensbeheerders als BlackRock en Vanguard koppelden hun investeringen aan naleving van zogenoemde ESG-criteria (Environmental, Social and Governance), een raamwerk dat bedrijven verplicht te rapporteren over milieu, sociale gelijkheid en bestuur. Deze ESG-standaarden zijn verbonden met de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (Agenda 2030) en werden in Europa verplicht gesteld via richtlijnen als de Corporate Sustainability Reporting Directive12, 13.
Voor veel bedrijven betekende dit dat zij hun merkverhalen en campagnes doorspekten met diversiteit en inclusie, soms losgezongen van de maatschappelijke realiteit. Dit fenomeen wordt ook wel woke-washing genoemd: emancipatieretoriek wordt ingezet als marketinginstrument, zonder dat de onderliggende structuren wezenlijk veranderen14, 15.
De praktijk leert dat dit vaak averechts werkt. Reclamecampagnes die zwaar inzetten op diversiteit en genderneutraliteit, maar geen authentieke basis hebben, leiden regelmatig tot een afkeer bij consumenten en zelfs tot boycots. Het adagium “go woke, go broke” is inmiddels bekend, met voorbeelden van bedrijven die marktaandeel verloren door campagnes die niet aansloten bij hun doelgroep. Tegelijkertijd groeit de weerstand bij aandeelhouders tegen het verplicht omarmen van ESG-doelen, met name in de Verenigde Staten, waar inmiddels tientallen voorstellen zijn aangenomen om zulke initiatieven te beperken16. In Europa wordt de lijn nog stevig doorgezet, maar ook hier groeit de kritiek.
Het verdienmodel achter geslachtsverandering en de rol van onderwijs
Naast ideologische druk is er ook een economisch verdienmodel ontstaan rond geslachtsverandering. Het aantal klinieken dat hormoonbehandelingen en chirurgische transities aanbiedt, is de afgelopen decennia sterk gegroeid. Dit is niet alleen het gevolg van medische noodzaak, maar ook van een markt die inspeelt op vraag en identiteitsbeleving. Internationale rapporten signaleren dat het om miljarden gaat, waarbij farmaceutische bedrijven en private klinieken structureel belang hebben bij levenslange medische trajecten17.
Vooral bij kinderen en jongeren leidt dit tot grote zorgen. Genderidentiteit ontwikkelt zich in de vroege kindertijd (tussen 3 en 7 jaar), maar krijgt pas in de adolescentie stabielere vorm1, 2, 3. Daarom is het onverantwoord om op jonge leeftijd medische ingrepen toe te passen. Steeds vaker worden jongeren via sociale media en schoolprogramma’s geconfronteerd met propaganda waarin geslacht als volledig vloeibaar wordt voorgesteld. Dit schept verwarring en kan leiden tot overhaaste identificaties die later spijt of medische complicaties opleveren. Onderwijsmateriaal dat kinderen zonder kritische context tientallen genderidentiteiten presenteert, draagt niet bij aan begrip, maar versterkt juist onzekerheid18. Een verantwoordelijke samenleving beschermt kinderen tegen ideologische indoctrinatie en commerciële druk.
Kleding, levensstijl en seksualiteit
Een vrije samenleving wordt gekenmerkt door tolerantie voor uiteenlopende levensstijlen. Hart voor Vrijheid wil ruimte bieden aan diversiteit in uiterlijke expressie en levenskeuzes: van nudisten en carnavalsvierders tot boerkadragers, stropdasdragers, kloosterlingen en prostituees. Vrijheid betekent dat niemand wordt buitengesloten of beperkt omwille van kleding, uiterlijk of leefstijl, zolang de rechten van anderen worden gerespecteerd.
Ook symbolische kledingstukken verdienen bescherming. Waar sommigen in de stropdas een symbool van burgerlijke onderdrukking zien en in de hoofddoek een symbool van vrouwelijke onderdrukking, kiest Hart voor Vrijheid voor een andere benadering: respect voor de vrijheid om deze te dragen. Tegelijkertijd gelden in publieke functies grenzen: kleding mag geen verwarring oproepen (zoals het dragen van een uniform dat gezag suggereert) en communicatie met burgers moet altijd vrij en onbelemmerd blijven. Volledige gezichtsbedekking zoals een boerka kan daarom problematisch zijn in situaties waar open communicatie noodzakelijk is. Vrijheid gaat immers niet over uniformiteit, maar over diversiteit binnen redelijke en heldere kaders.
Hetzelfde geldt voor seksualiteit. Nederland heeft een traditie van tolerantie, zichtbaar in het homohuwelijk en in de emancipatie van de LHBTI-gemeenschap. Tegelijkertijd hebben ook conservatieve gewetensbezwaren bestaansrecht. Een samenleving die vrijheid serieus neemt, respecteert ook ambtenaren die vanuit geweten moeite hebben met het sluiten van huwelijken van gelijkgeslachtelijke stellen, mits dit zonder problemen kan worden overgenomen door collega’s. Vrijheid is niet selectief.
Tot slot waarschuwt Hart voor Vrijheid voor nieuwe vormen van zedelijkheidsdwang. Seksuele beleving verandert met de tijd en wordt mede vormgegeven door internet en nieuwe media. Waar dwang en uitbuiting altijd bestreden moeten worden, mag vrijwillige seksualiteit nooit door een morele elite worden verboden of gestigmatiseerd. Prostitutie en online seksualiteit horen, mits vrijwillig, tot de vrije keuzes van volwassenen. Hypocrisie en nieuwe ‘zedemeesters’ mogen niet de toon zetten van beleid.
Beleidsvoorstellen
Onderwijs
- Onderwijs gebaseerd op feiten: Lesmateriaal moet altijd uitgaan van biologische realiteit en kinderen beschermen tegen ideologische indoctrinatie rond gender.
- Scholen als vrije leerplekken: Scholen moeten ruimte bieden voor debat en meningsvorming, maar niet voor propaganda of eenzijdige voorlichting.
- Geen lobby in de klas: Gesponsord lesmateriaal van lobbygroepen of organisaties met commerciële belangen in gendertransities wordt verboden.
Arbeidsmarkt
- Transparantie in salarissen: De loonkloof wordt gesloten door openheid over salarissen en eerlijke beloningsstructuren voor mannen en vrouwen.
- Herwaardering van essentiële sectoren: Zorg, onderwijs en welzijn worden opnieuw gewaardeerd en beloond als pijlers van de samenleving.
- Evenwicht tussen werk en gezin: Vaderschapsverlof en flexibele werkregelingen worden gestimuleerd, zodat mannen en vrouwen werk en gezinsleven beter kunnen combineren.
Zorg
- Specialistische zorg bij genderdysforie: Mensen met genderdysforie krijgen toegang tot gespecialiseerde begeleiding op basis van medisch en psychologisch advies.
- Geen medische ingrepen voor minderjarigen: Medische geslachtsveranderingen onder de 18 jaar worden verboden, om jongeren te beschermen tegen onomkeerbare beslissingen.
- Streng toezicht op commerciële belangen: Klinieken en farmaceutische bedrijven die betrokken zijn bij geslachtsverandering worden streng gecontroleerd, zodat winst nooit boven welzijn staat.
- Zorgvuldige geslachtswijziging in documenten: Een geslachtswijziging in officiële documenten zoals paspoorten kan alleen plaatsvinden na onafhankelijk medisch advies.
Sport
- Eerlijke sportcompetities: Sportwedstrijden worden ingedeeld op basis van de biologische realiteit, zodat eerlijkheid en veiligheid voorop staan.
- Extra bescherming in contactsporten: Vrouwen krijgen aanvullende bescherming in fysieke contactsporten, om ongelijke risico’s te voorkomen.
Vrijheid van meningsuiting en wetenschap
- Vrijheid van meningsuiting beschermen: Cancelcultuur en taalpolitie mogen de vrije meningsuiting nooit beperken of onderdrukken.
- Universiteiten als vrijplaatsen: Universiteiten moeten vrijplaatsen blijven voor open debat en academische vrijheid, los van politieke druk.
- Onafhankelijke wetenschappelijke toetsing: Beleidsvoorstellen worden altijd onafhankelijk getoetst door wetenschappers, zonder invloed van politieke of commerciële belangen.
Bedrijfsleven en economie
- Transparantie in ESG-rapportages: Bedrijven moeten eerlijk rapporteren over hun ESG-doelen, zonder ideologische dwang of opgelegde standaarden.
- Geen opgelegde quota: Diversiteit mag voortkomen uit talent en gelijke kansen, niet uit opgelegde quota die kwaliteit ondermijnen.
Cultuur en media
- Diversiteit vanuit inhoud en kwaliteit: Reclame, cultuur en media-uitingen moeten geloofwaardig zijn en gebaseerd op inhoud, niet op cosmetische campagnes of marketingtrucs.
- Stop woke-washing: Woke-washing en het misbruiken van emancipatie als marketingmiddel worden afgewezen, omdat dit het vertrouwen in echte emancipatie schaadt.
Discriminatiebestrijding
- Toegankelijke hulp bij discriminatie: Slachtoffers van discriminatie krijgen laagdrempelige toegang tot juridische en maatschappelijke hulp.
- Bestrijding van haat en uitsluiting: Antisemitisme, islamofobie en racisme worden actief bestreden, zonder dat dit een excuus wordt voor ideologische censuur.
Kleding, levensstijl en seksualiteit
- Vrijheid in kledingkeuze: Iedereen heeft het recht om zijn of haar kleding te dragen, zolang dit geen verwarring oproept of communicatie belemmert. Symbolische kledingstukken zoals hoofddoeken en stropdassen blijven toegestaan, maar gezichtsbedekkende kleding wordt beperkt waar open communicatie met burgers noodzakelijk is.
- Geen verwarring door kleding: In publieke functies mag kleding nooit verwarring scheppen over autoriteit of rol. Het dragen van uniformen die gezag suggereren, zoals een politiepak, wordt in burgerfuncties uitgesloten.
- Gewetensvrijheid ambtenaren: Ambtenaren mogen weigeren om huwelijken van gelijkgeslachtelijke stellen te sluiten op grond van gewetensbezwaren, mits dit zonder problemen door een collega kan worden overgenomen. Zo wordt vrijheid van overtuiging beschermd zonder de rechten van homostellen te beperken.
- Vrijheid in seksualiteit: Seksuele expressie, online of offline, valt onder de vrije keuze van volwassenen. Internetseks en prostitutie blijven toegestaan, mits vrijwillig en zonder dwang.
- Bescherming tegen zedenmeesters: Beleid richt zich uitsluitend op bestrijding van dwang en uitbuiting, niet op morele veroordeling van vrijwillige seksuele keuzes.
Bronnen:
- Wilkinson, R. & Pickett, K. (2009). The Spirit Level. Allen Lane.
- Putnam, R. (2007). E Pluribus Unum. Scandinavian Political Studies, 30(2), 137–174.
- Fausto-Sterling, A. (2012). Sex/Gender: Biology in a Social World. Routledge.
- Dawkins, R. (2009). The Greatest Show on Earth. Bantam Press.
- Sax, L. (2002). How common is intersex? Journal of Sex Research, 39(3), 174–178.
- European Commission (2022). The gender pay gap situation in the EU.
- Schrijvers, C. T. M., et al. (2012). Suicide mortality trends in the Netherlands. Eur J Public Health, 22(5), 683–688.
- American Psychiatric Association (2013). DSM-5. Arlington, VA.
- Zhou, J.-N., et al. (1995). A sex difference in the human brain and its relation to transsexuality. Nature, 378, 68–70.
- Durkheim, E. (1897/1951). Suicide: A Study in Sociology. Free Press.
- Herek, G. M. (2009). Sexual Prejudice. Current Directions in Psychological Science, 18(1), 19–22.
- Kotsantonis, S., Pinney, C., & Serafeim, G. (2016). ESG integration in investment management. Journal of Applied Corporate Finance, 28(2), 10–16.
- Schramade, W. (2016). ESG integration: value, growth and momentum. Journal of Sustainable Finance & Investment, 6(3), 191–208.
- Vredenburg, J., et al. (2020). Woke-washing: what happens when marketing communications don’t match corporate practice. International Journal of Advertising, 39(5), 710–731.
- Moorman, C. (2020). Commentary: Brand activism in a political world. Journal of Public Policy & Marketing, 39(4), 388–392.
- Bebchuk, L. A., & Tallarita, R. (2020). The illusory promise of stakeholder governance. Cornell Law Review, 106, 91.
- Shrier, A. (2020). Irreversible Damage: The Transgender Craze Seducing Our Daughters. Regnery Publishing.
- Biggs, M. (2022). The Tavistock Gender Identity Development Service: clinical outcomes and controversies. Archives of Sexual Behavior, 51(2), 691–699.
- Zevenhuizen, B. (2023). Tanende gehoorzaamheid van bedrijven aan woke voorschriften en gecorrumpeerde wetenschap. Gezond Verstand.
- Verschoor, J. (2023). De oneerlijke voorlichting over ‘inclusiviteit’ en woke zaken. Gezond Verstand.
Gezondheidszorg, Jeugdzorg en Ouderenzorg
Van markt naar mens: zorg die weer geneest

Samenvatting
De Nederlandse gezondheidszorg is vastgelopen in bureaucratie, marktwerking en farmaceutische afhankelijkheid. Waar zorg ooit een publieke taak was, is ze nu een speelveld van winst en controle geworden. Hart voor Vrijheid wil de zorg terugbrengen naar haar menselijke kern: dienstbaar aan gezondheid, niet aan geld. Dat begint met een nationale zorgvoorziening die uit belastingen wordt gefinancierd, waarin artsen en verpleegkundigen weer het hart vormen van de praktijk. Marktwerking, verzekeringsconcurrentie en perverse prikkels verdwijnen, zodat miljarden kunnen worden bespaard en herverdeeld naar zorgpersoneel, patiënten en regionale voorzieningen.
Tegelijk verschuift de aandacht van ziekte naar gezondheid. Preventie, voeding, rust en bewustzijn worden het fundament van beleid: van veilige hechting in de eerste levensjaren tot stressreductie, leefstijl en zingeving op latere leeftijd. De patiënt krijgt volledige zeggenschap over eigen medische gegevens, ondersteund door decentrale technologie die privacy en autonomie waarborgt. Mantelzorg, kleinschalige voorzieningen en integratieve geneeskunde vormen samen een zorgcultuur waarin verbondenheid, vertrouwen en menselijke waardigheid centraal staan. Gezondheidszorg is geen marktproduct, maar een mensenrecht; in Nederland én wereldwijd.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Publieke en rechtvaardige zorg: vervang het zorgverzekeringsstelsel door een nationale, belastinggefinancierde zorgvoorziening zonder winstprikkels, met publieke productie van medicijnen, afschaffing van patenten en directe financiering van zorgverleners.
- Preventie en bewustwording als basis: investeer structureel in leefstijl, voeding, mentale veerkracht en vroege ontwikkeling; maak gezondheidseducatie onderdeel van het onderwijs en bespaar miljarden door ziekte te voorkomen in plaats van te behandelen.
- Menselijke autonomie en nabijheid: geef burgers volledige controle over hun medische gegevens via decentrale opslag, versterk huisartsen en wijkzorg, waardeer mantelzorg en integreer reguliere en complementaire zorg tot één mensgericht systeem.

Een zorgstelsel in crisis
De Nederlandse gezondheidszorg wordt vaak geprezen om haar kwaliteit, maar achter die façade gaat een systeem schuil dat steeds verder vastloopt. Sinds de invoering van het zorgverzekeringsstelsel in 2006 is de belofte van betaalbare en toegankelijke zorg niet waargemaakt. Marktwerking moest zorgen voor efficiëntie en keuzevrijheid, maar het resultaat is een explosie van bureaucratie, stijgende kosten en een verschraling van de menselijke maat. Waar de zorg in 2000 nog onder de 10% van het Bruto Binnenlands Product (bbp) kostte, ligt dit percentage inmiddels boven de 13%; meer dan 110 miljard euro per jaar1.
De kern van het probleem ligt in de verschuiving van zorg als publieke voorziening naar zorg als markt. Zorgverzekeraars zijn niet de behoeders van betaalbare zorg geworden, maar machtige poortwachters die tussen patiënt en zorgverlener zijn komen te staan. In plaats van concurrentie op kwaliteit ontstond een pseudo-markt waarin verzekeraars vooral sturen op kosten, contracten en controlemechanismen. Het gevolg: artsen en verpleegkundigen besteden steeds meer tijd aan formulieren, codes en vinkjes, en steeds minder tijd aan patiënten. Uit onderzoek van de OESO blijkt dat Nederland tot de landen behoort met de hoogste administratieve lasten voor zorgpersoneel2.
Ook internationale vergelijkingen maken duidelijk dat ons stelsel niet efficiënt is. Landen met een nationale zorgvoorziening, zoals Spanje of Denemarken, besteden minder aan zorg maar bereiken vergelijkbare of betere gezondheidsuitkomsten3. Nederland daarentegen kopieerde grotendeels het Amerikaanse model van verzekeringsconcurrentie, een land dat 17% van zijn bbp uitgeeft aan zorg met grote ongelijkheid en onbeheersbare kosten1.
Het meest wrang is dat de zorg steeds minder toegankelijk is geworden. Het eigen risico, inmiddels € 385 per jaar, weerhoudt naar schatting één op de tien Nederlanders ervan om noodzakelijke zorg te zoeken4. Tegelijkertijd verdwijnen regionale ziekenhuizen, stijgen de premies en lopen de wachtlijsten voor geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg verder op. Het verdwijnen van regionale ziekenhuizen heeft hele gemeenschappen beroofd van basiszorg en spoedvoorzieningen. Hart voor Vrijheid wil daarom investeren in het behoud en de heropening van volwaardige regionale ziekenhuizen. Iedere regio moet kunnen rekenen op een ziekenhuis met spoedzorg, zodat burgers nooit verstoken blijven van tijdige en toegankelijke medische hulp.
De marktwerking heeft niet geleid tot solidariteit en betaalbaarheid, maar tot fragmentatie, ongelijkheid en wantrouwen. Hart voor Vrijheid kiest daarom voor een radicale koerswijziging: weg van het verzekeringsstelsel, terug naar een nationale zorgvoorziening. De zorg moet weer een publieke verantwoordelijkheid worden, gefinancierd uit belastingen, met vaste tarieven en zonder winstprikkels. Zorgverzekeraars worden overbodig en afgeschaft. Daarmee wordt de bureaucratie verminderd, krijgen zorgverleners hun autonomie terug en staat de patiënt weer centraal.
De erosie van de zorg is niet alleen zichtbaar in bureaucratie en kosten, maar ook in de positie van de mensen die er werken. Artsen, verpleegkundigen en verzorgenden dragen de zorg, maar worden steeds vaker geconfronteerd met hoge werkdruk, lage lonen en flexcontracten. Hart voor Vrijheid kiest voor structurele verbeteringen in arbeidsvoorwaarden en meer zeggenschap voor professionals. Goede zorg begint met goed zorgen voor het personeel.
Ook in de acute zorg is de marktlogica schadelijk gebleken. Ambulancezorg en andere vitale diensten zijn te belangrijk om afhankelijk te zijn van aanbestedingen en commerciële contracten. Hart voor Vrijheid wil dat deze diensten volledig terugkeren in publieke handen, zodat de focus weer komt te liggen op kwaliteit en snelheid in plaats van op kosten en contracten.
Farmacie, medicijnen en vaccinaties: een sceptische reflectie
In een wereld waarin het vertrouwen in de gezondheidszorg wankelt, klinkt een sceptische stem steeds luider: het zorgstelsel fungeert niet als hoeder van gezondheid, maar als vehikel voor farmaceutisch gewin. Naar schatting belanden jaarlijks zo’n 27.000 Nederlanders in het ziekenhuis door verkeerd medicijngebruik en een aanzienlijk aantal overlijdt eraan. Medicatiefouten behoren tot de top drie doodsoorzaken in ons land, na kanker en hart- en vaatziekten22, 23. Dit wijst op een sluipende tragedie: niet ziekte, maar medische interventie blijkt dodelijker dan vaak wordt erkend.
Daarbij groeit het probleem van opioïd-vergiftigingen snel. Tussen 2008 en 2017 werd het aantal ziekenhuisopnames door opioïd-intoxicatie bijna verdrievoudigd (van 2,5 naar 7,8 per 100.000 inwoners), terwijl het aantal doden steeg van 0,21 naar 0,65 per 100.000 inwoners24. In 2022 ligt Nederland relatief hoog wat betreft druggerelateerde sterfte in de EU25, 26. Deze cijfers laten zien dat medicijnen, bedoeld om te genezen, soms leiden tot vergiftiging en zelfs de dood.
De farmaceutische industrie lijkt meesterlijk te opereren binnen een model dat gericht is op verkoop, niet op welzijn: vaccins worden systemisch geadverteerd en voorgeschreven, zonder dat onafhankelijke langetermijn-studies de bijwerkingen afdoende verkennen. Tegelijkertijd neemt het aantal dodelijke uitkomsten door medicijnvergiftiging toe, ondanks alle wettelijke waarborgen. In deze optiek is het zorgstelsel geen baken van gezondheid maar een machine waarin de noodzaak van kostenbeheersing, efficiëntie en winst leidt tot een verontrustend neveneffect: het lijden van patiënten door zelf veroorzaakte doden. Medicijnen, bedoeld om te herstellen, maken steeds vaker slachtoffers; statistieken die zichtbaar maar zelden in het publieke verhaal erkend worden.
Vaccinaties nemen hierin een bijzondere plaats in. Landen waar het aantal vaccins in het nationale programma is uitgebreid, laten een vrijwel parallelle stijging zien in diagnosestelling van regressief autisme en andere neurologische aandoeningen28. Het toeval dat autisme altijd optreedt ná vaccinatie en nooit ervoor, wordt daar beschreven als “geen toeval meer” te kunnen heten. De casus van Hannah Poling, die na het ontvangen van vijf vaccins zwaar autistisch werd en via de Vaccine Court een levenslange schadevergoeding kreeg, toont aan dat er juridische erkenning bestaat voor ernstige schade, ook al zou deze het gevolg zijn van een ‘zeldzame’ mitochondriale overgevoeligheid.
Daarnaast bevat het verhaal van Andrew Wakefield, de gastro-enteroloog wiens onderzoek in 1998 in The Lancet een verband suggereerde tussen het BMR-vaccin en autisme29; elementen van bewuste verdoezeling. Hoewel zijn studie uiteindelijk werd ingetrokken30en hij zijn medische registratie verloor, luidt het argument dat zijn bevindingen wetenschappelijk nooit zijn weerlegd, maar door een gecoördineerde campagne van farmaceutische belangen zijn weggevaagd31, 32. Zulk gedrag is verklaarbaar in het licht van immense verdienmodellen: vaccins worden preventief en massaal toegediend aan gezonde mensen, zijn vaak sociaal dwingend en genereren daardoor gegarandeerde inkomsten, zonder noodzaak voor langdurige effectmonitoring. Epidemioloog John Ioannidis toonde bovendien aan dat een groot deel van medisch onderzoek niet repliceerbaar is27,met belangenverstrengeling diep ingebed in de medische literatuur. In die context is het niet ondenkbaar dat studies die schade aantonen, systematisch worden geweerd. Zo raken vaccins niet het slot van preventie, maar staan ze symbool voor een levenslange afhankelijkheid van medische interventie en farma-invloed.
Geld dat voor zorg bestemd is, moet ook daadwerkelijk aan zorg besteed worden. Het uitkeren van winsten aan aandeelhouders of investeerders hoort niet thuis in een sector die draait om menselijke gezondheid en welzijn. Hart voor Vrijheid wil daarom een verbod op winstuitkeringen in de zorg: iedere euro moet terugvloeien naar patiënten en personeel.
Gezondheid vraagt om een wetenschap die werkelijk vrij is, vrij van commerciële belangen, politieke agenda’s en ideologische druk. Onderzoek naar medicijnen, voeding en preventie moet worden uitgevoerd door onafhankelijke instituten die niet afhankelijk zijn van farmaceutische financiering of overheidsopdrachten. Alleen zo kan kennis betrouwbaar, toetsbaar en transparant blijven. Vrije wetenschap is een voorwaarde voor vertrouwen: zij stelt artsen en burgers in staat om keuzes te maken op basis van waarheid in plaats van marketing.
De patiënt als regisseur van zijn eigen gezondheid
Een modern zorgstelsel kan alleen functioneren als het de volwassenheid en zelfstandigheid van de burger erkent. De patiënt is geen passief object, maar een mondige burger die in staat is om geïnformeerde keuzes te maken. Dankzij toegang tot informatie, digitale middelen en persoonlijke ervaring weten mensen vaak beter dan wie ook wat hun lichaam nodig heeft. Het is daarom tijd voor een nieuwe verhouding tussen arts en patiënt: niet langer die van een autoritaire dokter tegenover een afhankelijke patiënt, maar die van partnerschap en dialoog.
Een cruciale stap daarin is het eigenaarschap van medische gegevens. Het elektronisch patiëntendossier moet volledig onder controle staan van de patiënt zelf. Alleen hij of zij bepaalt wie toegang krijgt, of dat nu een specialist, een mantelzorger of een familielid is. Daarmee wordt privacy niet langer een abstract recht, maar een praktisch instrument van zelfbeschikking5. In een tijd van kunstmatige intelligentie en datagestuurde zorg betekent dit ook dat medische gegevens nooit zonder expliciete toestemming mogen worden gedeeld of geanalyseerd. Algoritmen mogen artsen ondersteunen, maar nooit beslissingen overnemen of burgers profileren op basis van gezondheid, gedrag of genetische kenmerken. Digitale technologie moet de mens dienen, niet beheersen, transparant, vrijwillig en altijd onder persoonlijke regie. De opslag van patiëntgegevens moet bovendien decentraal worden georganiseerd, bijvoorbeeld via blockchain-achtige technologie, zodat iedere burger eigenaar blijft van zijn eigen data en geen centrale database kan ontstaan die vatbaar is voor misbruik, lekken of commerciële koppelingen.
Ook vrije artsenkeuze is essentieel. Het idee dat financiële structuren of instellingen mogen bepalen bij welke arts of welk ziekenhuis iemand terecht kan, is een directe aantasting van de persoonlijke autonomie. De patiënt moet zelf bepalen wie hem behandelt en in welk ziekenhuis dat gebeurt. De rol van de overheid is om de kwaliteit te bewaken en basisvoorzieningen in elke regio te garanderen, niet om mensen te dwingen in contractnetwerken en bureaucratische keurslijven.
De rol van de overheid is niet om medische keuzes of behandelrichtlijnen voor te schrijven, maar om de voorwaarden te scheppen waarin zorg eerlijk, toegankelijk en veilig kan plaatsvinden. Zij bewaakt de randvoorwaarden van recht en gelijkheid, niet de inhoud van medische overtuigingen of levensbeschouwing. Door ruimte te laten aan artsen en burgers, ontstaat een zorgstelsel waarin vertrouwen de plaats inneemt van controle.
De eerstelijnszorg verdient daarbij bijzondere aandacht. Huisartsen moeten voldoende tijd krijgen om patiënten werkelijk te leren kennen en begeleiden, vaste behandelrelaties moeten de norm worden en preventieve spreekuren moeten laagdrempelig beschikbaar zijn. Zo wordt de huisarts weer de spil van de zorg, dichtbij en persoonlijk, in plaats van een doorstuurpunt in een bureaucratisch systeem.
Zelfbeschikking reikt verder dan medische keuzes alleen. Het omvat ook de vrijheid om het levenseinde waardig vorm te geven. Iedereen die uitzichtloos en ondraaglijk lijdt moet de mogelijkheid hebben om op humane wijze te sterven. Tegelijkertijd moet altijd gewaakt worden voor subtiele maatschappelijke druk die kan ontstaan in een samenleving waarin ouderen of zieken steeds vaker als last worden gezien. Zelfbeschikking betekent vrijheid om te kiezen, maar ook het recht om te leven zolang iemand dat wil.
De patiënt als regisseur van zijn eigen gezondheid betekent ook dat hij of zij bewust wordt betrokken bij de kosten en keuzes van behandeling. Transparantie in tarieven en behandelopties maakt dat burgers niet langer machteloos toekijken hoe zorggeld wordt besteed, maar verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen pad. Dit vergroot niet alleen de autonomie van de patiënt, maar kan ook leiden tot kostenbeheersing zonder bureaucratische dwang.
Een werkelijk vrije gezondheidszorg vraagt ook om herziening van het donorschap. De huidige opt-out-regeling van het donorregister keert het principe van toestemming om: wie niets invult, stemt stilzwijgend toe. Daarmee is niet langer de mens eigenaar van zijn lichaam, maar de staat. Hart voor Vrijheid wil terugkeren naar het oorspronkelijke opt-in-systeem, waarin donatie een bewuste, vrijwillige en positief gemotiveerde keuze is. Lichaamsautonomie is een onschendbaar mensenrecht; juist in een tijd van toenemende biotechnologische macht moet de overheid dat respecteren in plaats van het te ondermijnen onder het mom van efficiëntie of solidariteit.
Preventie, voeding en levensstijl
Voorkomen is beter dan genezen. De grootste gezondheidswinst van de afgelopen eeuw kwam niet van dure technologie, maar van betere leefomstandigheden: schoon drinkwater, gezonde voeding en meer aandacht voor hygiëne. Toch is het huidige zorgstelsel nog altijd gericht op het bestrijden van ziekte in plaats van het bevorderen van gezondheid. Preventie blijft een sluitpost op de begroting, terwijl de cijfers schreeuwen om een andere koers. Obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten nemen in alarmerend tempo toe. Alleen al de totale kostenpost van overgewicht in Nederland wordt geschat op ruim 79 miljard euro per jaar6.
Echte preventie begint echter niet bij de sportschool of de supermarkt, maar in de eerste levensjaren, of zelfs daarvóór. Onderzoek wijst erop dat veel latere gezondheidsproblemen hun oorsprong vinden in vroegkinderlijke stress en hechtingservaringen. Wanneer een kind opgroeit in veiligheid, rust en liefde, ontwikkelt het een veerkrachtig zenuwstelsel en een gezond vermogen om met spanning om te gaan. Waar onveiligheid, prestatiedruk of gebrek aan aandacht de toon zetten, ontstaan patronen van chronische stress die op latere leeftijd kunnen leiden tot lichamelijke en psychische klachten35. Daarom is het essentieel dat gezinnen in de eerste levensfase ondersteund worden met tijd, rust en nabijheid, bijvoorbeeld via goede kraamzorg, verlengd ouderschapsverlof en persoonlijke begeleiding aan huis. Gezonde ontwikkeling begint bij vertrouwen.
Ook later in het leven blijft stressregulatie een sleutel tot gezondheid. Chronische stress activeert het lichaam voortdurend in een toestand van paraatheid, wat het immuunsysteem ondermijnt en herstel belemmert. Inzicht in de samenhang tussen lichaam, geest en emotie, zoals in het werk van auteurs als Jan Bommerez over trauma en transformatie, leert dat veel ziekten niet zozeer ontstaan uit toeval, maar uit langdurige innerlijke spanning en verlies van verbinding met het eigen gevoel36. Gezondheidszorg die ruimte biedt aan ontspanning, bewustwording en innerlijk herstel, werkt niet alleen curatief maar ook preventief. Dit vraagt om zorgprofessionals die tijd krijgen om te luisteren en om gemeenschappen waarin mensen zich gezien voelen.
Voeding en gezondheidsleer blijven daarbij een hoeksteen van preventie. Jongeren leren op school hoe voeding, beweging en mentale gezondheid samenhangen37. Sport en beweging krijgen een prominente plek in scholen en buurten, omdat ze niet alleen het risico op chronische ziekten verminderen, maar ook bijdragen aan sociale verbondenheid, zelfvertrouwen en mentale weerbaarheid7.
Preventie betekent ook dat we kritisch kijken naar de manier waarop ziekten worden gedefinieerd en behandeld. Het dominante medisch-industrieel complex zet vaak in op symptoombestrijding met dure medicijnen, terwijl de oorzaken in leefstijl en omgeving liggen. Een sprekend voorbeeld is de cholesterolhype. Jarenlang is cholesterol afgeschilderd als de grote boosdoener, waardoor miljoenen mensen statines slikken. Recente studies laten echter zien dat een hoog cholesterol op zichzelf geen directe voorspeller is van hart- en vaatziekten, en dat de bijwerkingen van statines, variërend van spierpijn en geheugenproblemen tot verhoogd risico op diabetes, ernstig kunnen zijn8, 9.
Ook de obsessie met zonnebrandmiddelen verdient kritische reflectie. Zonnebrandcrèmes blokkeren weliswaar UV-straling, maar verhinderen ook de natuurlijke aanmaak van vitamine D, een vitamine die essentieel is voor botgezondheid, immuunsysteem en zelfs het verlagen van het risico op bepaalde kankers10, 11. In Nederland is de periode waarin voldoende vitamine D kan worden aangemaakt beperkt tot enkele maanden per jaar. Overmatig en ondoordacht gebruik van zonnebrand kan daarom juist bijdragen aan tekorten met verstrekkende gevolgen. Gezond verstand is hier de sleutel: geniet van de zon, zorg dat je niet verbrandt, maar laat de zon ook zijn helende werk doen.
Preventie betekent verder dat we leefstijlbeleid niet overlaten aan betutteling of commerciële lobby’s. Mensen hebben recht op eerlijke informatie en toegang tot gezonde keuzes, maar behouden hun vrijheid om zelf te beslissen hoe zij willen leven. De overheid moet zich richten op het mogelijk maken van een gezonde samenleving: betaalbare sportvoorzieningen, goede voeding in scholen en ziekenhuizen, en een stedelijke omgeving die beweging en ontmoeting stimuleert.
Jeugdzorg en geestelijke gezondheid
De jeugdzorg is de afgelopen jaren een van de grootste slachtoffers geworden van bureaucratische hervormingen en bezuinigingen. Sinds de decentralisatie naar gemeenten in 2015 is de situatie voor veel kinderen en gezinnen verslechterd. Gemeenten kregen verantwoordelijkheden zonder voldoende middelen en expertise, met als gevolg lange wachtlijsten, enorme verschillen tussen regio’s en schrijnende gevallen van kinderen die zonder passende hulp blijven zitten12.
Het gevolg is een jeugdzorg die niet langer om kinderen draait, maar om budgetten, aanbestedingen en verantwoordingssystemen. Kinderen worden te vaak gezien als “kostenpost” in plaats van als mensen met unieke noden en talenten. Er zijn duizenden jongeren die na maanden wachten alsnog in crisisopvang belanden, of die onnodig uit huis worden geplaatst omdat preventieve begeleiding ontbreekt. Uithuisplaatsing moet een uiterste redmiddel zijn, niet een financieel gedreven routine.
De casus van Esther, een 12-jarig meisje uit Friesland, laat zien hoe diep de problemen gaan. Zij liep in 2023 weg uit een gezinshuis waar zij tegen haar wil was geplaatst, nadat een spoed-uithuisplaatsing zonder behoorlijke procedure tot stand was gekomen. In een persoonlijke brief beschreef zij hoe zij liever bij haar moeder wilde blijven en dat zij in het gezinshuis werd geslagen en zich onveilig voelde. Haar vertrouwenspersoon, sociaal-pedagoog Harry Berndsen, stelt dat dit geen incident is maar een symptoom van een falend systeem, waarin anonieme meldingen en financiële prikkels te vaak leidend zijn boven het belang van het kind. Uithuisplaatsingen leveren instellingen tienduizenden euro’s per kind op, waardoor er structureel verkeerde prikkels bestaan13.
Hart voor Vrijheid wil dat de jeugdzorg weer een landelijke verantwoordelijkheid wordt. Kinderen en gezinnen mogen niet afhankelijk zijn van de willekeur van gemeentelijke begrotingen. Er moet een recht op jeugdzorg komen, met een landelijk basispakket en geoormerkt budget. Zo wordt voorkomen dat per gemeente verschilt of een kind toegang krijgt tot specialistische hulp, bijvoorbeeld bij eetstoornissen, trauma of ernstige psychiatrische problemen.
Daarnaast is de inzet van gedwongen jeugdzorg in Nederland uitzonderlijk hoog. Er zijn naar verhouding tien keer zoveel kinderen onder toezicht gesteld en tien keer zoveel uithuisplaatsingen als in Noorwegen, terwijl de rest van Europa daar tussenin zit33, 34. Zijn Nederlandse ouders werkelijk minder competent dan elders, of is het Nederlandse systeem simpelweg dwangmatiger ingericht? Hart voor Vrijheid kiest voor het laatste perspectief. Het huidige systeem zet te gemakkelijk in op ingrijpen en dwang, vaak met desastreuze gevolgen voor gezinnen en kinderen.
Wij vinden dat het grootste deel van de gedwongen jeugdzorg moet worden afgebouwd. Ouders moeten in de eerste plaats zelf de vrijheid hebben om te beslissen of zij wel of niet gebruikmaken van jeugdzorg, en het recht behouden hun kinderen in hun eigen gezin groot te brengen. Gedwongen maatregelen mogen alleen nog in uiterste noodsituaties worden toegepast, wanneer er acute en aantoonbare bedreiging van veiligheid of leven is. Door deze omslag verwachten wij dat een groot deel van de jeugdzorg zal worden afgeschaald en dat er niet langer sprake zal zijn van financiële tekorten, maar juist ruimte ontstaat voor een verantwoorde bezuiniging. Minder dwang en bureaucratie betekent niet alleen minder kosten, maar vooral meer vertrouwen in ouders en gezinnen.
De geestelijke gezondheidszorg in het algemeen kampt met dezelfde problemen: wachtlijsten van maanden, personeelstekorten en een verstikkende administratieve last. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg heeft de bureaucratie verder verergerd, waardoor hulpverleners meer tijd kwijt zijn aan het invullen van minutenregistraties dan aan het begeleiden van patiënten13. Het resultaat is dat mensen met ernstige psychische problemen te lang zonder hulp blijven, met alle gevolgen van dien voor henzelf én de samenleving.
Hart voor Vrijheid kiest voor vertrouwen en nabijheid. De eerste opvang van mensen in psychische crisis hoort niet bij de politie, maar bij gespecialiseerde GGZ-teams. Er moeten voldoende ambulante voorzieningen zijn in elke regio, zodat mensen vroegtijdig geholpen worden en niet afglijden tot uitzichtloze situaties. Bovendien moet geestelijke gezondheidszorg een integraal onderdeel van de wijkzorg worden, zodat ook lichte problematiek sneller en laagdrempeliger kan worden aangepakt.
Een werkelijk mensgerichte jeugdzorg begint bij nabijheid. Kleinschalige voorzieningen in de wijk, waar gezinnen snel en zonder bureaucratische drempels terechtkunnen, bieden veel meer stabiliteit dan anonieme instellingen. Hart voor Vrijheid wil daarom investeren in wijkzorg en lokale voorzieningen die dichtbij kinderen en gezinnen staan.
Ouderenzorg en voltooid leven
De manier waarop een samenleving met haar ouderen omgaat, is een spiegel van haar beschaving. In Nederland is die spiegel de afgelopen jaren vaak confronterend geweest. De sluiting van honderden verzorgingshuizen en het terugschroeven van thuiszorg hebben duizenden ouderen in een niemandsland geplaatst tussen zelfstandig wonen en verpleeghuiszorg. Een groot deel van hen belandt onnodig in ziekenhuizen, met hoge kosten en menselijk leed tot gevolg14.
Eenzaamheid is een groeiend probleem. Volgens het Ouderenfonds voelt meer dan de helft van de 75-plussers zich regelmatig eenzaam15. Waar gemeenschapszin en kleinschaligheid verdwenen zijn, resteert vaak een leven in afzondering, met depressie en lichamelijke klachten als gevolg. Ouderen verdienen meer dan een beleid dat hen reduceert tot kostenposten. Zij hebben bijgedragen aan de samenleving en verdienen een waardige oude dag.
Hart voor Vrijheid wil daarom investeren in diverse woon- en zorgvormen. Kleinschalige zorgbuurthuizen, waar ouderen samenleven in een vertrouwde omgeving en deel blijven uitmaken van de gemeenschap, moeten breed worden ingevoerd. Mantelzorgers verdienen structurele ondersteuning, zowel financieel als praktisch, bijvoorbeeld via generatiewoningen waarin meerdere generaties samenleven en elkaar versterken16. Thuiszorg moet worden uitgebreid, met vaste gezichten en ruimte voor persoonlijk contact in plaats van strikte roosters en tijdsdruk.
Het thema van het levenseinde raakt aan de kern van menselijke waardigheid en zelfbeschikking. Iedereen die uitzichtloos en ondraaglijk lijdt moet de mogelijkheid hebben om op humane wijze te sterven. Nederland heeft een zorgvuldige euthanasiepraktijk ontwikkeld die wereldwijd als voorbeeld geldt17. Tegelijkertijd mag de samenleving nooit ouderen of zieken onder druk zetten om voor hun dood te kiezen, bijvoorbeeld uit gevoel van last of eenzaamheid. Zelfbeschikking betekent vrijheid om te kiezen, maar ook het recht om te leven zolang iemand dat wil.
De rol van zorgverleners is hierin cruciaal. Artsen en verpleegkundigen die met respect en zorgvuldigheid euthanasie begeleiden, verdienen bescherming en waardering. Tegelijk moet palliatieve zorg structureel worden versterkt, zodat niemand voor euthanasie kiest omdat er geen andere humane opties meer beschikbaar zijn.
Ook in de ouderenzorg is kleinschaligheid de sleutel. Wijkzorg en lokale voorzieningen maken het mogelijk dat ouderen in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen en ondersteund worden door vaste gezichten. Hart voor Vrijheid kiest voor nabijheid en menselijke maat, niet voor schaalvergroting en efficiencydenken.
Goede zorg groeit in gemeenschappen waar mensen elkaar kennen en dragen. Gezondheid is niet alleen een medische, maar ook een sociale kwestie: verbondenheid, zingeving en nabijheid zijn even belangrijk als technologie. Lokale samenwerkingsverbanden tussen huisartsen, buurtzorg, mantelzorgers en vrijwilligers maken het mogelijk dat zorg weer een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt, geworteld in vertrouwen en menselijkheid in plaats van in cijfers en protocollen.
Mantelzorgers vormen het stille fundament van onze samenleving. Dagelijks zorgen honderdduizenden mensen voor hun ouders, partner, kind of buur zonder daar structurele erkenning of ondersteuning voor te ontvangen. Deze vorm van zorg is onbetaalbaar in waarde, maar te vaak onzichtbaar in beleid. Mantelzorg verdient waardering, rust en zekerheid.
Hart voor Vrijheid wil dat mantelzorgers recht krijgen op tijdelijke verlofregelingen, psychologische ondersteuning en een redelijke financiële vergoeding. Werkgevers moeten ruimte bieden voor zorgverantwoordelijkheid, en gemeenten dienen praktische hulp te organiseren, zoals respijtzorg en begeleiding bij complexe zorgsituaties.
Mantelzorg is geen bezuinigingsinstrument, maar een uitdrukking van verbondenheid. Door families en gemeenschappen te versterken, ontstaat een zorgcultuur die niet op afstand wordt geregeld, maar gedragen wordt door mensen zelf.
Farmacie en alternatieve zorg
We leven in een tijdperk waarin de macht van de farmaceutische industrie ongekend groot is. Medicijnen die vaak met publieke middelen zijn ontwikkeld, worden voor woekerprijzen op de markt gebracht dankzij patenten die winsten veiligstellen. Tegelijkertijd kampen ziekenhuizen met tekorten aan goedkope generieke middelen. Dit is niet alleen onrechtvaardig, maar ook gevaarlijk. Volksgezondheid hoort niet ondergeschikt te zijn aan aandeelhoudersbelangen18.
Hart voor Vrijheid pleit voor het afschaffen van patenten op essentiële medicijnen. Nieuwe effectieve geneesmiddelen moeten in publieke handen blijven, ontwikkeld door universiteiten en onafhankelijke onderzoeksinstituten en gefinancierd met belastinggeld. Inkoop en distributie gebeuren collectief, zodat landen niet langer tegen elkaar worden uitgespeeld door multinationals. Openheid over werkelijke productiekosten en prijzen is daarbij essentieel19.
Daarnaast is het hoog tijd dat alternatieve zorg een volwaardige plek krijgt. Miljoenen mensen kiezen bewust voor complementaire therapieën, van acupunctuur tot natuurgeneeskunde, en ervaren daarvan baat. Toch worden deze vormen van zorg vaak genegeerd of financieel benadeeld, terwijl het dominante biomedische model niet op alle vragen een antwoord heeft. Er bestaat een rijk veld van kennis en ervaring dat, ook al is niet altijd volledig wetenschappelijk geverifieerd, wel degelijk bijdraagt aan welzijn en herstel20.
In een vrije samenleving hoort de burger het recht te hebben zijn of haar eigen pad te kiezen in de zorg. Dit betekent dat alternatieve behandelingen gelijkwaardig vergoed moeten kunnen worden, mits veilig en transparant toegepast. Ook hier geldt: vertrouwen in de volwassen burger staat centraal.
Tot slot moet de cultuur van angst en schuld in de zorg worden doorbroken. Medische fouten zullen altijd voorkomen; zij zijn onderdeel van mensenwerk. Een no-fault schadefonds, waarbij slachtoffers snel en rechtvaardig worden gecompenseerd zonder jarenlange procedures, maakt openheid en leren van fouten mogelijk21. Zorgverleners die handelen in goede trouw verdienen vertrouwen, niet straf.
Waar traditionele en alternatieve zorg elkaar ontmoeten, ontstaat ruimte voor echte genezing. Hart voor Vrijheid pleit daarom voor integratieve geneeskunde: samenwerking tussen reguliere en complementaire behandelwijzen, waarin kennis, ervaring en intuïtie elkaar aanvullen. Leefstijlcentra waarin voeding, beweging, psychosociale begeleiding en medische behandeling samenkomen, krijgen structurele ondersteuning. Zo ontstaat een gezondheidszorg die niet alleen ziekte bestrijdt, maar gezondheid bevordert, in lichaam, geest en gemeenschap.
Kosten en baten van een publieke en preventieve zorg
Het huidige zorgstelsel kost Nederland jaarlijks meer dan 110 miljard euro, waarvan miljarden verdwijnen in bureaucratie, marketing, consultancy en winstuitkeringen. De marktwerking, ingevoerd in 2006, heeft de zorg niet goedkoper gemaakt maar juist duurder en ingewikkelder. Onderzoeken van de NZa en het RIVM tonen aan dat de administratieve lasten in de zorg zijn verdrievoudigd sinds de komst van concurrerende verzekeraars. Alleen al het wegvallen van dubbele administratie, contractonderhandelingen en declaratieprocedures zou naar schatting 5 tot 8 miljard euro per jaar kunnen besparen42.
Daarnaast vloeit een groot deel van de zorguitgaven naar de farmaceutische industrie, waar patenten en prijsafspraken leiden tot torenhoge marges. Onderzoek van de BMJ laat zien dat de winstmarges in de farmacie gemiddeld drie keer zo hoog liggen als in andere sectoren43. Door patenten op essentiële medicijnen af te schaffen, publieke productie te organiseren en collectieve inkoop toe te passen, kan Nederland jaarlijks 2 tot 3 miljard euro besparen op medicijnkosten, zonder kwaliteitsverlies.
Ook de zorgverzekeraars zelf kosten miljarden: in 2024 bedroegen de gezamenlijke bedrijfskosten ruim 6 miljard euro, waarvan een groot deel opgaat aan marketing, overhead en reserves. Door de zorg rechtstreeks uit belastingen te financieren, kan dit bedrag grotendeels worden teruggebracht in de zorg zelf.
Samen leveren deze maatregelen een structurele besparing op van ten minste 12 tot 15 miljard euro per jaar, terwijl de zorg toegankelijker, eerlijker en menselijker wordt. Minder markt en minder prikkels betekenen meer tijd voor patiënten, minder verspilling en een herstel van vertrouwen.
Goede preventie versterkt deze beweging verder. Internationale studies tonen aan dat elke euro die wordt geïnvesteerd in gezondheidsbevordering gemiddeld drie tot vijf euro oplevert aan lagere zorgkosten en productiviteitswinst38. In Nederland bedragen de totale maatschappelijke kosten van leefstijlgerelateerde aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2, COPD en obesitas, naar schatting meer dan 40 miljard euro per jaar39. Een structurele daling van deze ziektelast met slechts 10% zou al 4 miljard euro per jaar besparen.
Daarnaast laat onderzoek van de WHO zien dat programma’s gericht op mentale gezondheid, stressreductie en vroege ontwikkeling tot de meest kosteneffectieve vormen van preventie behoren40. Investeren in de eerste levensjaren (hechting, voeding, rust) levert volgens de Lancet Commission on Early Childhood Development een gemiddeld maatschappelijk rendement op van ruim zeven keer de investering41. Toegepast op Nederlandse schaal betekent dit dat een investering van 1 miljard euro per jaar in gezins- en schoolgerichte preventie kan leiden tot een jaarlijkse structurele besparing van 6 à 7 miljard euro aan latere zorg- en uitkeringskosten.
Als Nederland preventie eindelijk als kern van het zorgstelsel zou beschouwen, in plaats van als sluitpost, dan is het realistisch dat binnen tien jaar 10 tot 12 miljard euro per jaar aan zorgkosten wordt voorkomen. Dat is niet het gevolg van bezuiniging, maar van gezondheid: minder ziekte, minder afhankelijkheid en meer veerkracht in de samenleving.
Hart voor Vrijheid wil een zorgstelsel waarin geld weer dienend is aan gezondheid, niet aan aandeelhouders of concurrentie. De middelen die vrijkomen worden gericht ingezet voor beter personeel, lagere premies en regionale voorzieningen. Zo ontstaat een zorg die én goedkoper is, én beter werkt; een publieke investering in menselijke waardigheid.
Gezondheidszorg is geen gunst van de markt, maar een mensenrecht. Iedere mens heeft recht op zorg, ongeacht inkomen, afkomst of leeftijd. Een samenleving toont haar beschaving in hoe zij met kwetsbaarheid omgaat. Daarom ziet Hart voor Vrijheid toegang tot zorg als morele en grondwettelijke plicht, niet als economische optie.
Ook internationaal draagt Nederland verantwoordelijkheid: door kennis en medicijnen te delen, patenten te versoepelen en medische hulp niet te onderwerpen aan handelsbelangen. Gezondheid kent geen grenzen; solidariteit evenmin.
Beleidsvoorstellen
- Nationale zorgvoorziening: Hart voor Vrijheid wil het huidige zorgverzekeringsstelsel vervangen door een publieke voorziening die uit belastingen wordt gefinancierd. Daarmee vervalt de macht van commerciële verzekeraars en keert de zorg terug naar haar kern: artsen en verpleegkundigen leidend, managers ondersteunend.
- Afschaffing eigen risico: Het eigen risico wordt afgeschaft of drastisch verlaagd. Patiënten krijgen transparant inzicht in de kosten van hun behandeling, zodat verantwoordelijkheid wordt gedeeld zonder dat mensen worden afgeschrikt om noodzakelijke zorg te zoeken.
- Digitaal eigenaarschap: Iedere burger krijgt volledige zeggenschap over zijn of haar medische gegevens en het recht op vrije artsenkeuze. Het elektronisch patiëntendossier is eigendom van de patiënt, die zelf bepaalt wie toegang krijgt. Het elektronisch patiëntendossier wordt decentraal opgeslagen via blockchain-achtige technologie, zodat gegevens veilig blijven, niet centraal te koppelen zijn en uitsluitend toegankelijk op persoonlijke toestemming.
- Herstel van vrijwillig donorschap: Hart voor Vrijheid wil de huidige opt-out-regeling voor orgaandonatie vervangen door een opt-in-systeem. Alleen expliciete toestemming van de burger, geregistreerd uit vrije wil en zonder druk of impliciete aannames, mag leiden tot donatie. De overheid waarborgt dat niemand ongewild donor wordt door nalatigheid of onwetendheid. Het uitgangspunt is dat ieder mens eigenaar blijft van zijn eigen lichaam; in leven én na overlijden.
- AI en menselijke regie: Kunstmatige intelligentie mag artsen ondersteunen maar nooit beslissingen overnemen. Alle algoritmen in de zorg moeten transparant zijn, zonder commerciële beïnvloeding of profilering van burgers.
- Sterke eerstelijnszorg: Huisartsen moeten meer tijd krijgen voor hun patiënten, vaste behandelrelaties worden de norm en preventieve spreekuren laagdrempelig beschikbaar.
- Preventie als hoeksteen: Gezondheidsleer en voedingskunde worden vast onderdeel van het onderwijs. Sport en beweging worden breed toegankelijk gemaakt en er komt eerlijke voorlichting over voeding, cholesterol, medicijnen en de rol van de zon bij de aanmaak van vitamine D.
- Preventie vanuit vertrouwen: investeer in vroege ontwikkeling en mentale veerkracht door verlengd ouderschapsverlof, vaste kraamzorg en gezondheidseducatie op school, zodat gezondheid begint bij hechting, rust en bewustzijn in plaats van symptoombestrijding.
- Kostenverlaging door afschaffing marktwerking: Door bureaucratie, verzekeraars en aanbestedingen af te schaffen, kan jaarlijks 12 tot 15 miljard euro worden bespaard terwijl de zorg toegankelijker en menselijker wordt.
- Economische winst van preventie: Structurele investeringen in preventie, stressreductie en vroege ontwikkeling leveren op termijn 10 tot 12 miljard euro per jaar aan lagere zorgkosten op.
- Afschaffing van patenten op essentiële medicijnen: Patenten op cruciale geneesmiddelen worden afgeschaft. Nieuwe medicijnen blijven in publieke handen, ontwikkeld door onafhankelijke onderzoeksinstituten en collectief ingekocht tegen transparante prijzen.
- Publieke productie van medicijnen: Essentiële geneesmiddelen worden nationaal geproduceerd via een publiek farmaceutisch fonds, zodat Nederland niet afhankelijk is van multinationals of tekorten op de wereldmarkt.
- Openheid over vaccinveiligheid: Er komt onafhankelijk, publiek onderzoek naar de langetermijneffecten van vaccins, inclusief mogelijke neurologische en immunologische complicaties. Vaccins mogen niet langer worden toegepast zonder volledige openheid van gegevens en erkenning van bijwerkingen.
- Rechtvaardige compensatie: Er wordt een nationaal fonds voor vaccin- en medicijnschade opgericht, zodat slachtoffers snel en eerlijk compensatie ontvangen zonder eindeloze juridische procedures.
- Geen winst op zorg: Geld dat voor zorg bestemd is, moet daadwerkelijk aan zorg worden besteed. Winstuitkeringen aan aandeelhouders of investeerders worden verboden, zodat iedere euro terugvloeit naar patiënten en personeel.
- Vrijheid in behandelkeuze: Alternatieve zorg krijgt structurele erkenning en gelijke vergoeding. Burgers mogen zelf kiezen welke therapievorm bij hen past, mits veilig en transparant toegepast.
- Integratieve geneeskunde: Reguliere en complementaire zorg worden samengebracht in integratieve leefstijlcentra waar voeding, beweging, psychosociale begeleiding en medische behandeling in samenhang plaatsvinden.
- Regionale ziekenhuizen: Ziekenhuizen die eerder zijn gesloten, worden heropend waar dat maatschappelijk en medisch noodzakelijk is. Iedere regio moet kunnen rekenen op een volwaardig ziekenhuis met spoedzorg.
- Publieke acute zorg: Ambulancezorg en andere vitale diensten keren volledig terug in publieke handen. Marktwerking en aanbestedingen verdwijnen uit de acute zorg.
- Goede arbeidsvoorwaarden: Zorgverleners krijgen betere beloning en meer zeggenschap. Lonen worden structureel verhoogd, tijdelijke contracten teruggedrongen en vaste banen de norm.
- Landelijke jeugdzorg: De jeugdzorg wordt een landelijke verantwoordelijkheid met een recht op zorg en een landelijk basispakket. Gemeentelijke willekeur en bureaucratische aanbestedingen verdwijnen. Specialistische jeugdzorg wordt direct toegankelijk via de huisarts.
- Minder dwang in jeugdzorg: Het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen wordt drastisch teruggebracht. Gedwongen maatregelen mogen alleen nog in uiterste noodsituaties worden toegepast; ouders beslissen in de eerste plaats zelf of zij met jeugdzorg in zee gaan.
- Waardering van mantelzorg: Mantelzorg wordt erkend als volwaardige pijler van de zorg met recht op verlof, ondersteuning en vergoeding, zodat zorg binnen familie en gemeenschap weer vanzelfsprekend en menselijk wordt.
- Menselijke GGZ: Overbodige registraties en minutenadministratie verdwijnen. Psychische crisisopvang wordt uitgevoerd door gespecialiseerde GGZ-teams in plaats van door de politie.
- Bescherming van gezinnen: Uithuisplaatsingen van kinderen mogen alleen nog als uiterste redmiddel en nooit op basis van financiële prikkels. De praktijk van spoed-uithuisplaatsingen zonder behoorlijke procedure wordt beëindigd.
- Waardige ouderenzorg: Er wordt geïnvesteerd in thuiszorg, kleinschalige zorgbuurthuizen en mantelzorgondersteuning. Generatiewoningen en gemeenschapsvormen worden actief gestimuleerd, zodat ouderen niet vereenzamen en deel blijven uitmaken van het sociale leven.
- Humane levenseindezorg: Wie uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, krijgt toegang tot zorgvuldige euthanasiezorg. Tegelijkertijd wordt palliatieve zorg structureel versterkt, zodat niemand voor euthanasie kiest uit armoede, eenzaamheid of gebrek aan alternatieven.
- Zorg als mensenrecht: Gezondheidszorg is een grondrecht, geen marktproduct. Toegang tot zorg wordt verankerd in wet en beleid, zodat niemand wordt uitgesloten door inkomen, afkomst of leeftijd.
- Internationale solidariteit: Nederland deelt kennis en medicijnen met andere landen, ondersteunt open source-farmacie en bevordert wereldwijde gezondheidsrechten boven handelsbelangen.
Bronnen:
- OECD. Health Statistics 2022: Health at a Glance. Parijs: OECD Publishing, 2022. https://www.oecd-ilibrary.org/social-issues-migration-health/health-at-a-glance-2022_4dd50c09-en
- OECD. Reducing Bureaucracy in Healthcare. Policy Brief, 2019. https://www.oecd.org/health/reducing-bureaucracy-in-healthcare.htm
- WHO. World Health Statistics 2020. Genève: World Health Organization, 2020. https://www.who.int/data/gho/publications/world-health-statistics
- RIVM. Zorgmijding door eigen risico en zorgkosten. Bilthoven: RIVM, 2023. https://www.rivm.nl/publicaties/zorgmijding-door-eigen-risico-en-zorgkosten
- BMJ. Patient control over electronic health records: a path to autonomy. BMJ 2021;372:n216. https://www.bmj.com/content/372/bmj.n216
- RIVM. Zorgkosten van overgewicht in Nederland. Bilthoven: RIVM, 2022. https://www.rivm.nl/publicaties/zorgkosten-van-overgewicht-in-nederland
- WHO. Physical activity strategy for the WHO European Region 2016–2025. Genève: WHO, 2022 update. https://www.who.int/europe/publications/i/item/9789289055583
- Ravnskov U. Ignore the Awkward: How the Cholesterol Myths Are Kept Alive. New York: GB Publishing, 2018. https://www.goodreads.com/book/show/30532803-ignore-the-awkward
- Diamond DM, Ravnskov U. Statistical deception and statins. Expert Review of Clinical Pharmacology. 2015;8(2):201–210. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25672965/
- Holick MF. Vitamin D deficiency. New England Journal of Medicine. 2007;357:266–281. https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMra070553
- Grant WB. Solar UVB and vitamin D in reducing cancer risk. Dermato-Endocrinology. 2019;11(1):e1625361. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31687055/
- SCP. Evaluatie Jeugdwet: tussen ambitie en realiteit. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2021. https://www.scp.nl/publicaties/boeken/2021/06/03/evaluatie-jeugdwet
- Gietelink A. Het ware verhaal achter de vermissing van Esther. De Andere Krant, 2023. https://deanderekrant.nl/het-werkelijke-probleem-is-de-dramatische-situatie-in-de-jeugdzorg/
- SCP. Ouderen in het vizier. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2019. https://www.scp.nl/publicaties/boeken/2019/09/26/ouderen-in-het-vizier
- Ouderenfonds. Eenzaamheidsmonitor 2022. Utrecht: Nationaal Ouderenfonds, 2022. https://ouderenfonds.nl/nieuws/eenzame-ouderen-in-nederland-2022
- Verbeek H, et al. Small-scale homelike facilities vs regular nursing home wards. International Journal of Nursing Studies. 2020;107:103579. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32171606/
- Onwuteaka-Philipsen BD, et al. Trends in euthanasia practices in the Netherlands. New England Journal of Medicine. 2012;366(19):1696–1703. https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMc1202140
- Light DW, Lexchin J. Pharmaceutical R&D: what do we get for the money? BMJ. 2012;345:e4348. https://www.bmj.com/content/345/bmj.e4348
- Morgan SG, et al. Cost of production of HIV medicines. BMJ Global Health. 2018;3:e000688. https://gh.bmj.com/content/3/6/e000688
- WHO. Global report on traditional and complementary medicine 2019. Genève: WHO, 2019. https://www.who.int/publications/i/item/9789241515436
- Bismark MM, Paterson R. No-fault compensation in New Zealand. Health Affairs. 2006;25(1):278–283. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16403764/
- NPO Radio 1. Dood door medicatiefouten, 2023. https://www.nporadio1.nl/nieuws/onderzoek/45ccc35a-d777-416d-be54-6e3d0bd808b3/dood-door-medicatiefouten
- Hartpatiënten Nederland. Medicatiefouten in top drie doodsoorzaken, 2023. https://www.hartpatienten.nl/nieuws/medicatiefouten-in-top-drie-doodsoorzaken/
- Rognstad R, et al. Opioid-related hospitalizations in the Netherlands 2008–2017. European Journal of Clinical Pharmacology. 2019;75:1035–1042. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31444001/
- EUDA. Drug-induced deaths in the EU: situation overview, 2022. https://www.euda.europa.eu/publications/topic-overviews/drug-induced-deaths-faq/overdose-situation_en
- Wikipedia. Drug policy of Sweden, 2023. https://en.wikipedia.org/wiki/Drug_policy_of_Sweden
- Ioannidis JPA. Why most published research findings are false. PLoS Med. 2005;2(8):e124. https://journals.plos.org/plosmedicine/article?id=10.1371/journal.pmed.0020124
- Röver DL. Autisme, een vernietigend effect van vaccins. Gezond Verstand, 1 juli 2025. https://gezondverstand.eu/2025/07/01/autisme-een-vernietigend-effect-van-vaccins/
- Wikipedia. Lancet MMR autism fraud. Entry on Wakefield case, 2023. https://en.wikipedia.org/wiki/Lancet_MMR_autism_fraud
- The Lancet. Retraction – Ileal-lymphoid-nodular hyperplasia, non-specific colitis, and pervasive developmental disorder in children. The Lancet. 2010;375(9713):445. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20137807/
- Deer B. How the case against the MMR vaccine was fixed. BMJ. 2011;342:c5347. https://www.bmj.com/content/342/bmj.c5347
- Lewandowsky S, et al. Retractions, post-truth, and public trust. JAMA Network Open. 2019;2(11):e1916365. https://jamanetwork.com/journals/jamanetworkopen/fullarticle/2755488
- Wikipedia. Norwegian Child Welfare Services, 2023. https://en.wikipedia.org/wiki/Norwegian_Child_Welfare_Services
- Niussp. What we know about child protective services in the Global North, 2022. https://www.niussp.org/family-and-households/what-we-know-about-child-protective-services-in-the-global-north/
- Felitti, V. J., Anda, R. F., Nordenberg, D., Williamson, D. F., Spitz, A. M., Edwards, V., … & Marks, J. S. (1998). Relationship of childhood abuse and household dysfunction to many of the leading causes of death in adults: The Adverse Childhood Experiences (ACE) Study. American Journal of Preventive Medicine, 14(4), 245–258. https://doi.org/10.1016/S0749-3797(98)00017-8
- Bommerez, J. (2019). Door de bomen het bos zien: De kunst van transformatie. AnkhHermes.
- WHO. (2023). Health-promoting schools: a framework for action. World Health Organization, Geneva. https://www.who.int/publications/i/item/9789240074354
- OECD. (2021). The Economic Case for Preventive Health. Paris: OECD Publishing. https://www.oecd.org/health/the-economic-case-for-preventive-health.htm
- RIVM. (2023). Volksgezondheid Toekomstverkenning 2023 – Kosten van leefstijlziekten. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. https://www.rivm.nl/vtv
- WHO. (2022). Global Report on Effective Access to Assistive Technology. Genève: World Health Organization. https://www.who.int/publications/i/item/9789240063600
- Heckman, J. J., & Mosso, S. (2014). The Economics of Human Development and Social Mobility. Annual Review of Economics, 6(1), 689–733. https://doi.org/10.1146/annurev-economics-080213-040753
- NZa. (2020). Kosten van administratieve lasten in de zorg. Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht. https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_312054_22/
- Light, D. W., & Lexchin, J. (2012). Pharmaceutical R&D: What Do We Get for the Money? BMJ, 345:e4348. https://www.bmj.com/content/345/bmj.e4348
Terugblik op Corona
Lessen voor behoud van vrijheid en gezondheid

Samenvatting
Dit hoofdstuk biedt een diepgaande reflectie op de coronaperiode en trekt lessen voor toekomstig beleid, met als uitgangspunt dat vrijheid, menselijke waardigheid en wetenschappelijke diversiteit nooit opnieuw mogen worden opgeofferd aan paniek of groepsdenken. Uit internationaal wetenschappelijk onderzoek blijkt dat maatregelen zoals lockdowns, schoolsluitingen, mondkapjes en toegangspassen nauwelijks effect hadden op virusverspreiding, maar wél aanzienlijke sociale, psychologische en economische schade veroorzaakten39. Toekomstig gezondheidsbeleid moet zich daarom richten op preventie via gezonde luchtkwaliteit, natuurlijke immuniteit en vrijwillige medische keuzes, in plaats van op dwang en uitsluiting. De toelating van mRNA-vaccins vond plaats zonder voldoende langetermijnonderzoek naar veiligheid en werkzaamheid; inmiddels bestaan structurele signalen van ernstige bijwerkingen. Voorzorg moet daarom leidend zijn: alle op mRNA gebaseerde vaccins die door de EMA zijn goedgekeurd, dienen per direct te worden teruggetrokken. Tegelijk waarschuwt Hart voor Vrijheid voor de groeiende macht van de WHO en het One Health-raamwerk, die nationale democratische besluitvorming ondermijnen. Volksgezondheidsbeleid hoort transparant, nationaal en onafhankelijk te blijven.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Vrijheidsrechten verankeren: Lockdowns, schoolsluitingen, avondklokken en medische toegangsbewijzen zijn principieel onaanvaardbaar. Elke maatregel vereist een onafhankelijke toets op proportionaliteit, alternatieven en maatschappelijke impact.
- Voorzorg bij medische innovaties: Alle door de EMA goedgekeurde mRNA-vaccins worden per direct teruggetrokken wegens ontbrekend langetermijnonderzoek en structurele bijwerkingensignalen. Gezondheidspreventie richt zich voortaan op ventilatie, voeding en natuurlijke immuniteit.
- Democratische controle herstellen: Nederland bepaalt zijn volksgezondheidsbeleid zelfstandig, los van de WHO en het One Health-kader. Er komt een onafhankelijk, openbaar waarheids- en onderzoeksproces naar het coronabeleid, inclusief vaccinaties, grondrechtenbeperkingen en oversterfte.

Sociaal beleid dat vrijheid respecteert
Dit hoofdstuk biedt een reflectie op de coronaperiode met als doel te voorkomen dat we vergelijkbare ingrepen ooit herhalen. Het spoor biedt lessen op het gebied van wetenschap, democratie, mensenrechten en menselijke maat.
De crisisperiode liet zien hoe ingrijpend maatregelen konden zijn: het stilleggen van het onderwijs, het verbod op culturele activiteiten en het uitsluiten van burgers via toegangspassen. Deze interventies droogden de sociale verbinding op en stonden daarmee haaks op menselijke waardigheid, een maatschappelijke ontwrichting dat de democratische rechtsorde ernstig testte. Uit de coronacrisis blijkt hoe snel vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen ontsporen. Hart voor Vrijheid pleit daarom voor een permanente toetsingsprocedure waarin elke toekomstige maatregel vooraf wordt beoordeeld op proportionaliteit, alternatieven en maatschappelijke impact, door een onafhankelijk multidisciplinair panel waarin ook minderheidsstandpunten gewaarborgd zijn.
Effectieve preventie via luchtkwaliteit, niet afstand
Wetenschappelijke inzichten bevestigen dat SARS CoV 2, net als andere luchtwegvirussen, vooral via aerosolen (kleine zwevende waterdruppels) wordt overgedragen in slecht geventileerde ruimtes1, 2. Beperkingen als 1,5 meter afstand, lockdowns, avondklokken en mondmaskers waren aantoonbaar ineffectief en veroorzaakten aanzienlijke schade op sociaal, economisch en psychologisch vlak. Mondmaskers, lockdowns en afstandsmaatregelen hadden geen aantoonbare invloed op de remming van virusverspreiding, maar leidden wel tot leerachterstanden, sociaal isolement, mentale klachten, fysieke gezondheidsproblemen en economische ontwrichting3,4, 39. De fysieke impact van deze maatregelen was eveneens aanzienlijk. Ouderen werden bijvoorbeeld geconfronteerd met uitgestelde medische zorg en verergering van bestaande chronische aandoeningen5, 6, 7, 8.
De aandacht had dienen te liggen op:
- Goede ventilatie: verse luchtcirculatie, filter, ionisatie of UV zuivering;
- Relatieve luchtvochtigheid tussen 40–60 %;
- Monitoring van luchtkwaliteit.
Deze aanpak is wetenschappelijk onderbouwd, sociaal acceptabel en voorkomt massale ingrepen die in situaties van luchtwegvirusuitbraken het publieke leven verarmen. Zeker in zorginstellingen, scholen en publieke gebouwen moet luchtkwaliteit de eerste verdedigingslinie vormen. Met goede ventilatie en filtering kan de overdracht van virussen al voor zo’n 95% worden ingedamd1. Hierdoor wordt niet alleen verspreiding van virussen sterk beperkt, maar ook de algemene gezondheid bevorderd.
Veerkracht door natuurlijke immuniteit
Dat SARS CoV 2 veel mensen niet meer ziek maakt dan een stevige griep wordt bevestigd door de meest actuele IFR schatting: gemiddeld circa 0,15 % wereldwijd, met nog lagere percentages voor jongere leeftijden9. Systematische reviews bevestigen dat infecties voor het merendeel mild verlopen, met zeer lage sterfte bij jongvolwassenen10, 11. Vitaliteit bevorderen betekent vertrouwen op natuurlijke immuniteit, via voeding, supplementen zoals vitamine D, K2 en zink12, 13, en voldoende mentale en sociale ondersteuning.
Vrije keuze en medische autonomie
Transparantie is essentieel: mensen dienen vrij te zijn in hun medische keuzes en toegang te hebben tot eerlijke informatie over behandelingen, vaccins en preventiemethoden. Artsen dienen ruimte te houden voor geïnformeerde behandeling, zoals combinaties met hydroxychloroquine, ivermectine en zink bij vroege infectie, op basis van informed consent14, 15. Digitale toegangssystemen zoals QR codes of het eID van de EU zijn onverenigbaar met medische autonomie en de integriteit van het individu.
Medisch-biologische perspectieven op vaccinveiligheid
Een klassiek vaccin bevat meestal een geïnactiveerd virus of een eiwitdeel daarvan, waarmee het lichaam direct leert herkennen wat het moet bestrijden. Een mRNA-vaccin werkt anders: het bevat genetische instructies (mRNA) verpakt in vetbolletjes. Die instructies zetten lichaamseigen cellen ertoe aan om tijdelijk zelf een viraal eiwit te maken; in dit geval het spike-eiwit van het coronavirus. Dat spike-eiwit zit op het oppervlak van het virus en is de sleutel waarmee het menselijke cellen binnendringt. Het afweersysteem reageert vervolgens op dat eiwit, in de hoop zo beschermd te zijn bij een echte besmetting. Maar als dat eiwit op de verkeerde plekken in het lichaam geproduceerd wordt, kunnen ook daar afweerreacties en schade ontstaan.
Het ontwikkelen van een veilig en betrouwbaar vaccin is normaal gesproken een langdurig en zorgvuldig proces dat vaak tien tot vijftien jaar duurt. Daarbij worden meerdere fasen doorlopen, waaronder uitgebreide dierproeven, grootschalige klinische onderzoeken en jarenlange monitoring om zeldzame of vertraagde bijwerkingen op te sporen. De mRNA-vaccins tegen COVID-19 werden daarentegen binnen enkele maanden toegelaten via versnelde procedures, zonder dat lange termijngegevens beschikbaar waren. Zulke toelating van een experimentele gen-therapeutische technologie zónder degelijke veiligheidsmarges is medisch en ethisch onaanvaardbaar en had nooit mogen plaatsvinden. Bovendien is het vanwege de snelle mutaties van het SARS-CoV-2-virus wetenschappelijk nauwelijks haalbaar om een langdurig effectief vaccin te ontwikkelen; het virus verandert sneller dan vaccins kunnen worden aangepast.
Nieuw onderzoek naar batchverschillen toont bovendien aan dat de veiligheid en werking van het Pfizer-BioNTech-vaccin niet overal gelijk was. Deens-Zweedse data wijzen op drie klassen: (A) vroege series met opvallend veel ernstige bijwerkingen, (B) tussenseries met gematigde signalen en (C) latere batches met nauwelijks meldingen van ernstige bijwerkingen17. Dit suggereert productiefouten, of zelfs series met nauwelijks actieve stof. Dat verklaart waarom sommige mensen nauwelijks iets voelden, terwijl anderen wel degelijk klachten ontwikkelden.
Voor leken gezegd: niet elke flacon bevatte hetzelfde. Sommige reeksen veroorzaakten veel bijwerkingen, andere nauwelijks. Dat roept stevige vragen op over kwaliteitscontrole en toezicht voordat miljoenen doses zijn toegelaten.
Daarnaast zien we sinds de vaccinatieuitrol in meerdere landen een hardnekkige oversterfte. Die kun je niet simpelweg wegzetten als “corona en klaar”. Het eindverslag van Meester & Jacobs16 signaleert aanwijzingen voor een waarschijnlijk verband met vaccinatie, en roept op tot onafhankelijk onderzoek, zonder financiële belangen, gebaseerd op ruwe gezondheidsdata in plaats van samenvattingen.
De openbare literatuurlijst van Save us Now18 bevat inmiddels meer dan duizend peerreviewde publicaties en casusrapporten over mogelijke bijwerkingen. Die lopen sterk uiteen, wat past bij het mechanisme waarbij de vetbolletjes (lipid nanoparticles of LNP’s) die het mRNA vervoeren niet in de armspier blijven, maar via de bloedbaan door het hele lichaam trekken. Op elke plek waar het spike-eiwit wordt aangemaakt, kunnen klachten ontstaan. Dit mechanisme was al vóór de COVID-vaccins bekend. Zo liet een dierstudie van Sedic et al. (2018)19 zien dat de LNP’s zich na injectie vooral ophopen in lever, milt en lymfeklieren, ver buiten de prikplek.
Wat volgt is een overzicht van bijwerkingen, potentiële complicaties en veiligheidsrisico’s die in recente wetenschappelijke literatuur herhaaldelijk zijn gerapporteerd.
- Beschadiging van bloedvaten en kleine bloedpropjes – Het spike-eiwit kan zich vasthechten aan bepaalde receptoren (ACE2) op de vaatwand. Daardoor raken bloedplaatjes sneller “aan” en kunnen er makkelijker klontjes ontstaan, ook in hele kleine vaten21.
- Hartspierontsteking (myocarditis) – Bij sommige jonge mannen is het spike-eiwit rechtstreeks in hartcellen teruggevonden. Dat kan het hart irriteren en een ontsteking veroorzaken20.
- Verstoorde afweerreactie – Herhaalde mRNA-boosters kunnen belangrijke afweerwegen (type-I-interferon) tijdelijk onderdrukken. Slapende virussen in je lichaam kunnen dan weer actief worden22.
- Verstoorde eerste afweerreactie – Laboratoriumwerk liet zien dat het mRNA-vaccin de aangeboren afweer tijdelijk kan herprogrammeren. Daardoor reageer je even minder krachtig op sommige bacteriën of juist extra heftig op andere virussen23.
- Auto-immuunreacties – Sommige stukjes van het spike-eiwit lijken op menselijke eiwitten. Je afweer kan daardoor per ongeluk eigen weefsels aanvallen en auto-antilichamen maken24.
- Antibody-dependent enhancement (ADE) – Wanneer antistoffen het virus niet goed uitschakelen, kunnen ze het juist helpen cellen binnen te komen en extra ontsteking veroorzaken25.
- Kankerprogressie – Bij sommige zeldzame vormen van lymfeklierkanker hebben artsen in losse patiëntbeschrijvingen gezien dat de ziekte vlak na een mRNA-prik plots terugkwam of sneller erger werd26, 27.
- Zenuwklachten en tijdelijke verlammingen – In een grote Canadese studie vonden onderzoekers iets vaker gevallen van aangezichtsverlamming (Bell-palsy) en het plots verzwakken van armen / benen door zenuwontsteking (Guillain-Barré-syndroom) kort na vaccinatie28.
- “Lek” in de bloed-hersenbarrière – Proeven bij muizen lieten zien dat het spike-eiwit de beschermende barrière rond de hersenen kan passeren. Eenmaal in het hersenweefsel kan dit leiden tot een ontstekingsreactie, met activatie van microglia en verlies van synapsen. Zulke processen kunnen niet alleen klachten veroorzaken zoals hevige hoofdpijn, duizeligheid of “brain-fog”, maar ook blijvende schade doordat de immuunrespons eigen hersencellen aantast29, 40, 41.
- Hersenontsteking (encefalitis) – Pathologen rapporteerden gevallen waarbij vlak na de prik een ontsteking in de hersenen en soms tegelijk in het hart (myocarditis) werd gevonden30, 41.
- DNA-verontreiniging en genoomintegratie – In theorie zou achtergebleven DNA uit het productieproces, mee verpakt in de vetbolletjes van het vaccin, menselijke cellen kunnen binnendringen en zich in uitzonderlijke gevallen zelfs inbouwen in het DNA31.
Onafhankelijk onderzoek naar oversterfte
Uit CBS-data blijkt een verhoogde sterfte onder 80-plussers in de eerste week na vaccinatie32. Meerdere studies wijzen op mogelijke immuun- en cardiovasculaire bijwerkingen van met name mRNA-vaccins20, 22, 24. De vraag moet überhaupt gesteld worden of vaccinatie bij luchtwegvirussen als SARS CoV 2, maar ook influenza überhaupt noodzakelijk is. Jongeren bouwen doorgaans natuurlijke immuniteit op zonder ernstig ziekteverloop, terwijl vaccins bij ouderen juist minder goed werken vanwege immunosenescentie (veroudering van het immuunsysteem). Een preventieve strategie gericht op ventilatie en bescherming van kwetsbare groepen biedt een mensvriendelijk en effectief alternatief. Onafhankelijk onderzoek, met open toegang tot ruwe data, blijft essentieel.
Daarnaast kampt Nederland volgens het rapport van Meester & Jacobs16 sinds 2022 ook met een zogeheten ondergeboorte: het aantal levendgeborenen viel in 2023 terug tot ruim 164 000, terwijl de sterfte hoog bleef, zodat de natuurlijke bevolkingsgroei negatief is33. Zij wijzen dit demografische patroon aan als één van de anomalieën die samenvallen met de periode van massale vaccinatie en roepen op tot onafhankelijk vervolgonderzoek. Als mogelijke biologische verklaring wordt in enkele publicaties gesuggereerd dat antilichamen tegen het SARS-CoV-2-spike-eiwit kruis¬reactief zouden kunnen zijn met syncytin-1, een placenta-eiwit dat de innesteling tussen moeder en kind bevordert, waardoor de doorbloeding van de placenta zou kunnen lijden en miskramen of groeivertraging kunnen ontstaan. Laboratoriumstudies die specifiek zochten naar zulke anti-syncytin-1-antistoffen vonden echter tot dusver geen overtuigend bewijs, zodat het mechanisme vooralsnog speculatief blijft en nader onderzoek vereist34, 35, 36.
Herstel van vertrouwen in beleid
Wetenschappelijke diversiteit is cruciaal. De ervaring met corona toonde dat kritische stemmen vaak buiten spel werden gezet. In uitzonderlijke situaties waarin daadwerkelijk sprake is van een ernstige volksgezondheidsdreiging, zoals bij een virus met een hoge mortaliteit (bijvoorbeeld Ebola) – en dus duidelijk niet vergelijkbaar met het verloop van SARS CoV 2, pleit Hart voor Vrijheid voor een breed samengesteld OMT. Dit dient te bestaan uit virologen, immunologen, psychologen, filosofen en ethici, die in echte dialoog staan met de samenleving. Tegelijkertijd moet worden benadrukt dat dergelijke pandemieën uiterst zeldzaam zijn en dat maatschappelijke alertheid niet mag ontaarden in massale paniek of het klakkeloos volgen van eenzijdig beleid.
De WHO, One Health en de ondermijning van nationale soevereiniteit
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is formeel een adviesorgaan, maar ontwikkelt zich in de praktijk steeds meer tot een mondiale machtsstructuur met verregaande invloed op nationaal beleid. Onder het vlaggetje One Health, een ideologie die mens, dier en klimaat onder één wereldwijd gezondheidsbeleid schaart, worden beslissingen voorbereid die bij uitbraakscenario’s nationale wetgeving kunnen overrulen37. Dit gebeurt buiten democratische controle, terwijl de WHO grotendeels gefinancierd wordt door private partijen zoals de Bill & Melinda Gates Foundation, die daarmee disproportionele invloed hebben op wereldwijde gezondheidsrichtlijnen38. Van transparante besluitvorming of politieke verantwoording is geen sprake. Toch wordt van landen verwacht dat zij in crisistijd hun soevereiniteit deels opgeven en vertrouwen op een organisatie waarin ook financiële belangen en belangenverstrengeling zeer aannemelijk kunnen zijn. Dat is onacceptabel in een vrije en zelfbeschikkende democratische rechtsstaat.
De manier waarop in Nederland tijdens de coronacrisis werd omgegaan met burgerprotest laat zien hoe gevaarlijk het is wanneer democratische controle en grondrechten ondergeschikt worden gemaakt aan een ‘gezondheidsnoodzaak’. Vreedzame demonstranten die opkwamen voor grondrechten en zelfbeschikking werden herhaaldelijk geconfronteerd met grootschalig politiegeweld. De inzet van de Mobiele Eenheid (ME) tegen onschuldige burgers, waaronder ouderen en jongeren, liet diepe littekens na en tastte het vertrouwen in de rechtsstaat ernstig aan. Dit geweld was niet slechts een incident, maar onderdeel van een bredere verschuiving waarin kritiek en tegenspraak met harde hand werden onderdrukt, precies zoals men dat in een vrije democratie niet zou mogen verwachten.
Beleidsvoorstellen
Op basis van bovenstaande analyse formuleert Hart voor Vrijheid de volgende beleidsvoorstellen:
- Alle op mRNA gebaseerde vaccinaties die door de EMA zijn goedgekeurd, dienen per direct te worden teruggetrokken. De toelating heeft plaatsgevonden zonder lange termijnonderzoek naar veiligheid en werkzaamheid, terwijl zich inmiddels structurele signalen van ernstige bijwerkingen voordoen. Voorzorg moet hier leidend zijn.
- Maatregelen die ingrijpen in de samenleving mogen alleen genomen worden na een onafhankelijk en interdisciplinair proportionaliteits- en subsidiariteitsonderzoek.
- Vrijheidsbeperkende maatregelen zoals lockdowns, schoolsluitingen, avondklokken, afstandsregels, mondkapjesplichten en toegangspassen (zoals QR-codes) zijn in een vrije samenleving principieel onaanvaardbaar, ongeacht het type of de ernst van een uitbraak. Nood breekt geen recht: als een situatie werkelijk ernstig is, zullen mensen vanzelf handelen uit gezond verstand en solidariteit. Dwang, controle en uitsluiting horen daar niet thuis.
- Er moet een werkelijk onafhankelijk en openbaar onderzoek komen naar het coronabeleid, inclusief vaccinaties, lockdowns en grondrechtenbeperkingen. De huidige parlementaire enquête mist geloofwaardigheid zolang niet alle betrokkenen toegang krijgen tot informatie en verantwoording ontlopen. Een waarheidsvindings-traject mag geen taboes kennen: ook juridische aansprakelijkheid, inclusief de mogelijkheid van tribunale afdoening, moet onderzocht en niet op voorhand uitgesloten worden.
- De wet publieke gezondheid moet worden herzien, zodat vrijheidsbeperkende maatregelen niet op basis van A-ziektestatus zonder parlementaire controle kunnen worden opgelegd.
- Ziekten zoals COVID-19 en apenpokken voldoen niet aan de criteria voor de A-lijst en dienen daar per direct van te worden verwijderd.
- Vaccinatie blijft altijd vrijwillig, zonder directe of indirecte dwang. Natuurlijke immuniteit en preventie via leefstijl en ventilatie dienen centraal te staan.
- Het gebruik van off-label werkzame geneesmiddelen zoals hydroxychloroquine en ivermectine dient altijd mogelijk te blijven in overleg tussen arts en patiënt.
- De coronapas (CTB) en elke andere vorm van medisch toegangsbewijs zijn in strijd met fundamentele rechten en worden altijd verworpen.
- Quarantaine mag nooit worden opgelegd aan gezonde mensen. Het isoleren van personen zonder symptomen of zonder aantoonbaar bewijs van infectiegevaar is in strijd met fundamentele rechtsprincipes. Vrijheidsbeperkingen vereisen individuele beoordeling, harde medische onderbouwing en mogen niet gebaseerd zijn op aannames of groepsbeleid.
- Er moet onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek komen naar oversterfte en ondergeboorte, met volledige toegang tot ruwe data en zonder farmaceutische invloed.
- De verruimde en ambigu gewijzigde definities van ‘epidemie’ en ‘pandemie’ zoals toegepast sinds de Mexicaanse griep (2009) dienen te worden teruggedraaid. Toekomstige classificaties dienen terug te keren naar strikt epidemiologische criteria, beperkt tot incidentie, geografische spreiding en besmettingsdynamiek, zonder additionele politieke, economische of maatschappelijke interpretaties die buitenwetenschappelijke besluitvorming kunnen beïnvloeden.
- In pandemische crisissituaties moet een breed samengesteld adviesorgaan optreden, bestaande uit wetenschappers uit diverse disciplines, met transparantie naar het publiek.
- Nederland stelt zijn volksgezondheidsbeleid zelfstandig vast en laat zich daarbij niet binden aan internationale organisaties zoals de WHO of aan ideologische kaders als ‘One Health’. Gezondheidsmaatregelen in ons land dienen te worden gebaseerd op transparante, nationale besluitvorming en niet op instructies van ondemocratische organen die mede gefinancierd worden door private belanghebbenden zoals de Bill & Melinda Gates Foundation.
Bronnen:
- Teunis, P.F.M., et al. (2010). Influenza aerosol transmission. Influenza Other Respir. Viruses, 4(3), 133–140. https://doi.org/10.1111/j.1750-2659.2010.00135.x
- Stadnytskyi, V., et al. (2020). Airborne lifetime of droplets and SARS‑CoV‑2. PNAS, 117(22), 11875–11877. https://doi.org/10.1073/pnas.2006874117
- Schippers, M. (2020). For the Greater Good? The Devastating Ripple Effects of the COVID-19 Crisis. Social Science Research Network. https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3612622
- Pantell, M., et al. (2013). Social Isolation: A Predictor of Mortality Comparable to Traditional Clinical Risk Factors. Am. J. Public Health, 103(11), 2056–2062. https://doi.org/10.2105/AJPH.2013.301261
- Jefferson, T., et al. (2011). Physical interventions to reduce respiratory virus spread. Cochrane Database Syst. Rev., (7), CD006207. https://doi.org/10.1002/14651858.CD006207.pub4
- MacIntyre, C.R., et al. (2015). Cloth vs. medical masks in healthcare. BMJ Open, 5(4), e006577. https://doi.org/10.1136/bmjopen-2014-006577
- Beder, A., et al. (2008). Mask-induced deoxygenation. Neurocirugía, 19(2), 121–126. https://doi.org/10.1016/S1130-1473(08)70235-5
- Zhu, J.H., et al. (2014). Physiological effects of long-term mask use. J. Lung Pulm. Respir. Res., 1(1), 00006. https://doi.org/10.15406/jlprr.2014.01.00006
- Ioannidis, J.P.A. (2021). Infection fatality rate of COVID-19 inferred from seroprevalence data. Bull. WHO, 99(1), 19–33F. https://doi.org/10.2471/BLT.20.265892
- Day, M. (2020). Covid-19: four fifths of cases are asymptomatic. BMJ, 369, m1375. https://doi.org/10.1136/bmj.m1375
- NIID Japan (2020). Field Briefing: Diamond Princess COVID-19 Cases. https://www.niid.go.jp/niid/en/2019-ncov-e/9407-covid-dp-fe-01.html
- Calder, P.C. (2020). Optimal nutritional status and viral infections. Nutrients, 12(4), 1181. https://doi.org/10.3390/nu12041181
- Dofferhoff, A.S.M., et al. (2020). Reduced Vitamin K Status and COVID-19. Preprints 2020. https://doi.org/10.20944/preprints202004.0457.v1
- Scholz, M. (2020). COVID-19 Outpatients: Early Treatment with Zinc, HCQ, and Azithromycin. Preprints. https://doi.org/10.20944/preprints202007.0025.v1
- Gautret, P., et al. (2020). Hydroxychloroquine and Azithromycin for COVID-19: Clinical Trial. Int. J. Antimicrob. Agents, 56(1), 105949. https://doi.org/10.1016/j.ijantimicag.2020.105949
- Meester, R., & Jacobs, M. (2024). Eindverslag van het onderzoek naar een mogelijke relatie tussen Covid-19 vaccinaties en oversterfte in Nederland 2021-2023. Preprint. https://doi.org/10.13140/RG.2.2.17073.19044
- Manniche, V., et al. (2024). Batch-dependent adverse events in BNT162b2 vaccine. Medicina, 60(8), 1343. https://doi.org/10.3390/medicina60081343
- Save Us Now. (z.d.). Covid Vaccine: Scientific Proof of Lethality — Bibliography. https://www.saveusnow.org.uk/covid-vaccine-scientific-proof-lethal/
- Sedic, M. (2018). Safety Evaluation of Lipid Nanoparticle-Formulated Modified mRNA in the Sprague-Dawley Rat and Cynomolgus Monkey. Vet Pathol, 55, 341–354.
- Oster, M.E., et al. (2022). Myocarditis After mRNA COVID-19 Vaccination. JAMA, 327(4), 331–340. https://doi.org/10.1001/jama.2021.24110
- Greinacher, A., et al. (2021). Thrombotic Thrombocytopenia after ChAdOx1 nCov-19 Vaccination. NEJM, 384, 2092–2101. https://doi.org/10.1056/NEJMoa2104840
- Yamamoto, K. (2022). Booster-induced immunosuppression. Virology Journal, 19(1), 100. https://doi.org/10.1186/s12985-022-01831-0
- Föhse, F.K., et al. (2021). BNT162b2 mRNA vaccine alters immune response. Cell, 184(13), 3392–3402.e16. https://doi.org/10.1016/j.cell.2021.06.015
- Dotan, A., et al. (2021). SARS-CoV-2 and autoimmunity. Autoimmun. Rev., 20(4), 102792. https://doi.org/10.1016/j.autrev.2021.102792
- Yahi, N., et al. (2021). Enhancing antibodies and Delta variant. J. Infect., 83(5), 607–635. https://doi.org/10.1016/j.jinf.2021.08.010
- Cavanna, L., et al. Non-Hodgkin Lymphoma Developed Shortly after mRNA COVID-19 Vaccination. PubMed.
- Li, H.O.Y., et al. Mycosis fungoides-like lymphomatoid reaction associated with BNT162b2 vaccine. SAGE Journals.
- Ray, J.G., et al. (2022). Neurological risks after COVID-19 vaccination. Lancet Reg. Health Eur., 21, 100474. https://doi.org/10.1016/j.lanepe.2022.100474
- Zhang, L., et al. (2021). Blood–brain barrier and SARS-CoV-2 in mice. Nat. Neurosci., 24, 1309–1311. https://doi.org/10.1038/s41593-021-00931-1
- Mörz, M. (2022). Encephalitis and Myocarditis after mRNA Vaccination. Vaccines, 10(10), 1651. https://doi.org/10.3390/vaccines10101651
- König, G., & Kirchner, M. (2024). Quantification and Integrity Analysis of Residual DNA in Comirnaty mRNA Vaccine Batches. Methods and Protocols, 7(3), 41. https://doi.org/10.3390/mps7030041
- CBS (2024). Covid-vaccinatiestatus en sterfte. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2024/covid-vaccinatiestatus-en-sterfte
- CBS (2023). Bevolkingsprognose 2023–2070: minder geboorten, meer migratie – 3. Veronderstellingen. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2023/bevolkingsprognose-2023-2070-minder-geboorten-meer-migratie/3-veronderstellingen
- Shimabukuro, T.T., Kim, S.Y., Myers, T.R., Moro, P.L., Oduyebo, T., Panagiotakopoulos, L., et al. (2021). Preliminary Findings of mRNA Covid-19 Vaccine Safety in Pregnant Persons. New England Journal of Medicine, 384(24), 2273–2282. https://doi.org/10.1056/NEJMoa2104983
- Bennett, C., Chambers, L.M., Son, J., & Goje, O. (2021). Newly Diagnosed Immune Thrombocytopenia in a Pregnant Patient after Coronavirus Disease 2019 Vaccination. Journal of Obstetrics and Gynaecology Research, 47(11), 4077–4080. https://doi.org/10.1111/jog.14978
- Male, V. (2021). Are COVID-19 Vaccines Safe in Pregnancy? Nature Reviews Immunology, 21, 200–201. https://doi.org/10.1038/s41577-021-00525-y
- WHO/WOAH (z.d.). One Health Joint Plan of Action (2022–2026). https://www.woah.org/en/tripartite-and-unep-support-ohhleps-definition-of-one-health/
- Wikipedia (2024). World Health Organization — Funding and Donations. https://en.wikipedia.org/wiki/World_Health_Organization#Funding_and_donations
- Schippers, M., et al. (2025). Reevaluating the Global Response to COVID-19: An Interdisciplinary Perspective on Lessons Learned and Recommendations. Int. J. Public Health, 70, 1607727. https://doi.org/10.3389/ijph.2025.1607727
- Rhea, E.M., et al. (2021). The S1 protein of SARS-CoV-2 crosses the blood–brain barrier in mice. Nat. Neurosci., 24, 368–378. https://doi.org/10.1038/s41593-020-00771-8
- Fontes-Dantas, F.L., et al. (2023). Spike protein infusion into mouse brain induces neuroinflammation, microgliosis, and synapse loss via TLR4-dependent pathways. Brain, Behavior, and Immunity, 109, 74–89. https://doi.org/10.1016/j.bbi.2022.12.017
Migratie en Asielbeleid
Grenzen van compassie – naar een menswaardig en soeverein migratiebeleid

Samenvatting
Migratie is een van de meest gevoelige en bepalende vraagstukken van onze tijd. Achter cijfers en debatten schuilt een dieper spanningsveld tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, tussen openheid en behoud van samenhang. Nederland is een land van gastvrijheid, maar ook van grenzen. Wanneer die grenzen verdwijnen, verliest een samenleving haar fundament en draagkracht, niet alleen economisch, maar ook cultureel, fysiek ruimtelijk en moreel1, 4, 28.
Hart voor Vrijheid kiest voor een koers die compassie verenigt met zelfbescherming. Wij erkennen het universele recht van mensen op veiligheid en waardigheid, maar ook het recht van gemeenschappen om zichzelf te bewaren. Migratie mag nooit een instrument zijn van geopolitieke druk, economische uitbuiting of ideologische planning2, 63. Daarom bepleiten wij een beleid dat recht doet aan menselijke nood, maar binnen duidelijke grenzen, gedragen door democratische zeggenschap en nationale verantwoordelijkheid.
De Europese Unie heeft migratie veranderd van een nationale verantwoordelijkheid in een bureaucratisch verdelingssysteem dat landen hun zeggenschap ontneemt. Zolang Nederland lid is van de EU, blijft de ruimte voor een zelfstandig migratiebeleid beperkt. Daarom stuurt Hart voor Vrijheid aan op heronderhandeling van de Europese afspraken, met als einddoel een Nexit: het herwinnen van volledige soevereiniteit zodat Nederland weer zelf kan bepalen wie het toelaat en op welke voorwaarden. Alleen dan kan migratiebeleid weer menswaardig, passend en uitvoerbaar worden3, 11.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Herstel van nationale zeggenschap over migratie: Hart voor Vrijheid wil het Europese migratiepact heronderhandelen en toewerken naar Nexit om zelf te bepalen wie wordt toegelaten en op welke voorwaarden. Europese relocatiequota en verplichte solidariteitsbijdragen worden vervangen door nationale criteria gebaseerd op veiligheid, draagkracht en wederkerigheid.
- Tijdelijke migratiestop en opvang in de regio: Er geldt tijdelijk alleen nog toelating voor asielmigratie; arbeids-, gezins- en studiemigratie worden opgeschort totdat woningmarkt, zorg en integratie zijn hersteld. Bij voorkeur worden asielzoekers geholpen in veilige regio’s dicht bij hun land van herkomst, met Nederlandse steun aan lokale opvangprojecten.
- Menswaardige en rechtvaardige grenzen: Toelating blijft mogelijk voor mensen die werkelijk bescherming nodig hebben, en bij voorkeur voor wie ook wil bijdragen aan onze samenleving en economie. Wie rechtmatig bescherming geniet, wordt welkom geheten en ondersteund in wederzijdse integratie; wie niet in aanmerking komt, wordt zorgvuldig maar consequent teruggeleid.

De morele en maatschappelijke betekenis van grenzen
Grenzen zijn geen muren maar membranen: ze beschermen wat binnen is en bepalen tegelijk hoe we ons openstellen voor de wereld. Zonder grenzen is er geen gemeenschap; zonder gemeenschap geen vrijheid. Een samenleving die iedereen wil opnemen, verliest uiteindelijk het vermogen om iemand werkelijk te dragen. De kunst is niet om de wereld buiten te sluiten, maar om haar op een menselijke manier te ordenen4.
Migratie is van alle tijden. Mensen verplaatsen zich vanwege oorlog, honger, geloof of hoop. Nederland is mede gevormd door migratie, van de Hugenoten in de zeventiende eeuw tot de gastarbeiders in de twintigste eeuw. Toch is de schaal van de huidige migratie ongekend. In 2023 kwamen meer dan 400.000 mensen naar ons land, van wie ongeveer een kwart asielzoeker was en een bijna even groot deel student of kennismigrant5. De druk op woningmarkt, zorg en onderwijs groeit, terwijl het draagvlak afneemt6, 27. Dat is geen gebrek aan solidariteit, maar een signaal dat het evenwicht zoek is.
| Migratiecategorie | Aantal personen | Percentage |
|---|---|---|
| Asielmigratie | 96.000 | 24% |
| Arbeidsmigratie | 60.000 | 15% |
| Gezinsmigratie | 84.000 | 21% |
| Kennismigranten & studenten | 100.000 | 25% |
| Overige migratie | 63.000 | 15% |
| Totaal | 403.000 | 100% |
De morele uitdaging is om grenzen te stellen zonder menselijkheid te verliezen. Een land dat niemand meer binnenlaat, verhardt; maar een land dat nooit nee zegt, verliest zichzelf. Echte compassie vergt onderscheidingsvermogen: hulp waar het nodig is, bescherming waar het rechtvaardig is, begrenzing waar het eerlijk is tegenover de eigen gemeenschap7. Zoals een tuin alleen kan bloeien wanneer zij verzorgd en omheind is, zo kan een samenleving alleen openstaan voor de wereld wanneer zij haar fundamenten bewaakt.
Grenzen zijn geen hekken, maar afspraken over verantwoordelijkheid. Ze geven vorm aan vrijheid door duidelijk te maken waar die begint en waar zij ophoudt. Wie grenzen ziet als moreel vergrijp, verwart openheid met onverschilligheid. Een samenleving die haar eigen grenzen niet kan bewaken, verliest het vermogen om rechtvaardig te handelen, omdat zij niet langer onderscheid kan maken tussen wie tot haar gemeenschap behoort en wie daarbuiten staat.
In het internationale recht is het recht om grenzen te controleren erkend als kern van soevereiniteit. Het Vluchtelingenverdrag van Genève (1951) verplicht staten om mensen niet terug te sturen naar een land waar hun leven gevaar loopt, maar het verplicht niet om iedereen toe te laten die dat beweert9, 10. Toch is die nuance in de praktijk vervaagd. De asielprocedure is veranderd van een bescherming tegen vervolging in een route naar vestiging. Daardoor is het onderscheid tussen noodzaak en keuze vervaagd, wat de geloofwaardigheid van het systeem ondermijnt8.
De Europese migratiepolitiek heeft dit evenwicht verder verstoord. Door asiel en migratie te centraliseren, is de menselijke maat vervangen door bureaucratische procedures. Lidstaten worden afgerekend op quota in plaats van op rechtvaardigheid; mensen worden verhandeld als dossiers in plaats van behandeld als individuen. Het nieuwe EU-migratiepact verplicht landen tot financiële of fysieke bijdragen aan herverdeling11. Nederland kan bezwaar maken, maar niet beslissen. De democratische zeggenschap over wie ons land binnenkomt, is uitbesteed aan Brussel. Zo is migratie geen kwestie van menselijkheid meer, maar van macht.
Hart voor Vrijheid ziet hierin een fundamenteel probleem: solidariteit kan niet worden opgelegd. Zij ontstaat van onderop, uit herkenning en wederkerigheid. Een gemeenschap die zichzelf niet meer herkent in haar wetten en besluiten, zal zich vroeg of laat afsluiten uit zelfbehoud. Dat proces zien we nu gebeuren. Burgers verliezen vertrouwen omdat hun zorgen worden weggezet als onverdraagzaamheid12, 13. Dorpen als Albergen, Budel en Ter Apel ervaren dagelijks hoe abstract beleid botst met concrete werkelijkheid. Waar mensen zich overruled voelen, groeit wantrouwen. Wie de menselijke maat verliest, oogst verzet.
Daarom vraagt migratie niet om hardheid maar om helderheid; niet om angst maar om orde. Een humane samenleving helpt wie vlucht voor oorlog, maar voorkomt dat haar gastvrijheid wordt misbruikt als economisch vangnet14. Zij zorgt dat opvang menswaardig blijft, maar ook tijdelijk; dat integratie gelijkwaardig is, maar niet vrijblijvend. Vrijheid zonder grenzen verwordt tot chaos, en orde zonder vrijheid tot onderdrukking. De uitdaging is om die twee te verzoenen in beleid dat recht doet aan mens én gemeenschap.
Om dat mogelijk te maken, moet Nederland opnieuw zeggenschap krijgen over zijn asielbeleid. Europese richtlijnen zoals de Asielprocedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn schrijven in detail voor hoe aanvragen moeten worden behandeld, welke voorzieningen moeten worden geboden en welke rechten asielzoekers hebben15. Nationale parlementen mogen deze regels niet aanpassen, zelfs niet wanneer de draagkracht van hun samenleving wordt overschreden. De Europese rechter in Luxemburg heeft bovendien herhaaldelijk nationale beperkingen op migratie teruggedraaid, ook wanneer die waren ingevoerd om de openbare orde of nationale veiligheid te beschermen16.
Hart voor Vrijheid vindt dat deze constructie niet langer te verdedigen is. Democratie zonder zeggenschap is schijn. Soevereiniteit is geen bezit van de staat, maar van het volk. Zij kan tijdelijk gedeeld worden met andere landen, maar niet voorgoed worden afgestaan aan instellingen die zich niet verantwoorden aan kiezers. Daarom kiest Hart voor Vrijheid principieel voor herstel van nationale soevereiniteit, ook op het terrein van migratie.
Een zelfstandig Nederland kan opnieuw verdragen sluiten die passen bij zijn waarden. Het kan de lijst van veilige landen uitbreiden, snelle procedures invoeren en strengere voorwaarden stellen aan toelating, zonder in strijd te komen met Brussel17, 19. Tegelijk blijft Nederland partij bij internationale verdragen die de kern van humaniteit beschermen, zoals het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens18. Soevereiniteit betekent immers niet willekeur, maar de vrijheid om rechtvaardigheid zelf te organiseren.
Grenzen worden menswaardig wanneer ze transparant en rechtmatig zijn. Elke beslissing over toelating of afwijzing moet controleerbaar zijn, met ruimte voor beroep binnen redelijke termijn. Maar wie is uitgeprocedeerd, moet het land ook daadwerkelijk verlaten. Dat vraagt om duidelijke afspraken met landen van herkomst over terugkeer, gekoppeld aan ontwikkelingssamenwerking en handelsvoordelen19. Landen die weigeren hun onderdanen terug te nemen, verliezen recht op steun of handelsvoordelen. Wanneer identiteit of nationaliteit niet kan worden vastgesteld, werkt Nederland samen met internationale organisaties om dat op zorgvuldige wijze te verifiëren. Zo wordt internationale samenwerking wederkerig in plaats van afhankelijk.
Een soeverein migratiebeleid is niet hard maar eerlijk. Het voorkomt willekeur, verkleint de migratiedruk en herstelt vertrouwen in de rechtsstaat12. Burgers zien dat regels weer betekenis hebben en dat rechtvaardigheid niet langer afhankelijk is van politieke toevalligheden. Dat vertrouwen is de basis waarop vrijheid rust. Want zonder recht is vrijheid slechts een illusie.
De druk op samenleving en democratie
Migratie is geen natuurverschijnsel maar het resultaat van beleid. Wie de cijfers eerlijk bekijkt, ziet dat de huidige instroom structureel hoger ligt dan Nederland sociaal, economisch en ruimtelijk kan dragen. In 2023 kwamen volgens het CBS ruim 403.000 mensen naar Nederland, waarvan 96.000 asielzoekers en 84.000 gezinsmigranten5, 22. Daarbovenop kwamen tienduizenden arbeidsmigranten en studenten. Deze aantallen overstijgen het draagvermogen van een dichtbevolkt land met een groeiend woningtekort en een overbelast zorgstelsel6, 27.
De woningmarkt als spiegel van onevenwicht
De woningcrisis is de thermometer van dit probleem. Gemeenten waarschuwen al jaren dat zij niet langer voldoende huizen kunnen bouwen voor zowel de eigen bevolking als nieuwe migranten. In veel steden en dorpen staan Nederlandse gezinnen jarenlang op wachtlijsten, terwijl statushouders bij wet voorrang krijgen21. Dit creëert niet alleen frustratie maar ook morele spanning: burgers ervaren dat solidariteit met nieuwkomers ten koste gaat van rechtvaardigheid voor henzelf.
Onderzoeker Jan van de Beek berekende dat de netto kosten van niet-westerse migratie voor de Nederlandse samenleving meer dan twintig miljard euro per jaar bedragen22. Die lasten drukken niet alleen op de begroting maar ook op het vertrouwen in de politiek. Want zolang het beleid wordt gepresenteerd als morele plicht, maar de gevolgen worden afgewenteld op gewone burgers, verandert compassie in cynisme.
De woningdruk raakt vooral jonge mensen. Zij zien hoe betaalbare woningen verdwijnen, terwijl tijdelijke noodopvang uitgroeit tot permanente huisvesting. Zo ontstaat de paradox dat Nederland enerzijds bouwt voor opvang, maar anderzijds de bouw van gewone woningen belemmert met een web van bureaucratische regels en klimaatnormen die hun doel voorbijschieten23, 24, 25, 26. Onder het mom van duurzaamheid wordt woningbouw geremd door abstracte emissiedoelen en CO₂-plafonds, terwijl de echte ecologische problemen – bodemuitputting, luchtkwaliteit, leefruimte – nauwelijks worden opgelost. Deze technocratische benadering maakt van wonen een rekenmodel in plaats van een mensenrecht.
Hart voor Vrijheid wijst erop dat deze regels niet voortkomen uit natuurwetten maar uit politieke keuzes binnen de EU, waar “klimaatneutraliteit” is verheven tot dogma. Bouwprojecten worden vertraagd door emissieberekeningen, stikstofmodellen en energie-eisen die meer dienen tot naleving van Brusselse rapportages dan tot bescherming van mens en milieu25, 26. Zo verwordt milieubeleid tot blokkadebeleid. Wie de wooncrisis wil oplossen, moet niet alleen het migratiebeleid hervormen, maar ook de ideologische regelgeving die bouwen onmogelijk maakt.
De sociale infrastructuur onder druk
De gevolgen strekken verder dan wonen. Gemeenten signaleren overbelasting van scholen, kinderopvang en huisartsenpraktijken. Zorginstellingen kunnen de extra druk nauwelijks aan, zeker nu personeelstekorten groeien27. Gemeenschappen die jarenlang stabiel waren, worden plots geconfronteerd met instroom van mensen die de taal niet spreken en andere normen hebben. Dit vraagt tijd, begeleiding en middelen die er vaak niet zijn.
Socioloog Robert Putnam toonde aan dat samenlevingen met te snelle diversiteit tijdelijk minder vertrouwen kennen, zowel tussen nieuwkomers en autochtonen als onder de oorspronkelijke bevolking zelf28. Dat vertrouwen herstelt pas wanneer mensen zich weer veilig voelen in hun omgeving en zien dat integratie wederkerig is. Zonder die wederkerigheid ontstaan spanningen die niet uit haat maar uit onveiligheid voortkomen.
Culturele samenhang is geen luxe maar een voorwaarde voor solidariteit. De verzorgingsstaat functioneert alleen wanneer mensen bereid zijn elkaar te steunen, en die bereidheid hangt samen met het gevoel dat men onderdeel is van één gemeenschap20. Wanneer dat gevoel verdwijnt, verschuift solidariteit van nationaal naar tribaal niveau.
Democratische vervreemding
De migratieproblematiek raakt uiteindelijk de kern van de democratie. Burgers ervaren dat zij over dit thema nauwelijks iets te zeggen hebben. Europese verdragen, internationale afspraken en rechterlijke uitspraken bepalen de kaders. Het parlement kan hooguit reageren, zelden besluiten14, 15, 16. Dat voedt het gevoel van machteloosheid.
De Franse socioloog Pierre Rosanvallon noemde dit verschijnsel de “afwezigheid van burgerschap”: mensen worden bestuurd zonder zich vertegenwoordigd te voelen12. De onvrede over migratie is dan ook niet enkel economisch of cultureel maar existentieel. Zij weerspiegelt het verlangen naar zeggenschap over de eigen toekomst.
Hart voor Vrijheid beschouwt dat verlangen niet als populisme maar als democratisch instinct. Een samenleving die haar grenzen niet zelf mag bepalen, is geen volwassen democratie3, 11, 12. Daarom pleiten wij voor heronderhandeling van Europese verdragen, met als doel de nationale beslissingsmacht over migratie te herstellen. Tegelijkertijd erkennen wij dat deze zeggenschap slechts ten dele kan worden herwonnen zolang Nederland onderdeel blijft van een Unie die soevereiniteit structureel overdraagt aan een ongekozen bureaucratie16, 19. Nexit is daarom geen laatste redmiddel, maar een noodzakelijke stap op weg naar democratische zelfbeschikking en herstel van de menselijke maat, in migratie, economie, recht en bestuur. Niet uit isolationisme, maar uit vertrouwen in de kracht van samenwerking tussen vrije, gelijkwaardige naties57, 63.
Migratie en geopolitieke realiteit
Migratie is ook een instrument geworden in geopolitieke strijd. De Europese migratiedeals met landen als Turkije, Libië en Tunesië kopen tijdelijke rust met geld en concessies, maar lossen de oorzaken niet op. In sommige gevallen gebruiken regimes migranten zelfs als drukmiddel in onderhandelingen over handel, hulp of sancties52, 53. Zo wordt menselijke nood onderdeel van machtspolitiek.
De Nederlandse bijdrage aan deze deals is moreel dubbelzinnig: wij outsourcen onze grenzen aan regimes die onze waarden niet delen. Dat maakt ons afhankelijk en moreel medeverantwoordelijk voor misstanden in buitenlandse opvangkampen. Echte humaniteit betekent niet dat we onze ogen sluiten, maar dat we structurele oorzaken aanpakken: oorlog, armoede, corruptie en overbevolking in herkomstlanden.
Nederland kan hierin een voortrekkersrol spelen door humanitaire hulp te koppelen aan ontwikkelingspartnerschap. In plaats van miljarden aan noodopvang in eigen land, investeren we in onderwijs, werkgelegenheid en stabiliteit in regio’s van herkomst. Zo helpen we meer mensen, met minder ontwrichting.
Menselijkheid en verantwoordelijkheid in asielbeleid
Een samenleving die vrijheid serieus neemt, kan niet onverschillig blijven tegenover mensen in nood. Vluchtelingen die werkelijk bescherming zoeken tegen oorlog of vervolging verdienen veiligheid en respect. Maar ook zij die hulp bieden, hebben recht op rechtvaardigheid. Echte menselijkheid is pas mogelijk wanneer compassie wordt verbonden met verantwoordelijkheid7.
Het huidige asielstelsel is op die balans stukgelopen. Wat begon als bescherming voor individuen die nergens anders terecht konden, is verworden tot een massale instroom van mensen die vaak via veilige landen reizen. Slechts een deel van de asielzoekers komt uit gebieden waar directe oorlog of vervolging heerst. In 2023 was ruim de helft van de asielaanvragen afkomstig uit veilige of halfveilige landen8, 17. Het onderscheid tussen vluchteling en gelukzoeker is in de praktijk vervaagd, waardoor de geloofwaardigheid van het hele systeem onder druk staat8, 31.
Hart voor Vrijheid wil dat onderscheid herstellen. Vluchtelingen die aantoonbaar gevaar lopen, krijgen bescherming, maar die bescherming is tijdelijk. Zij worden opgevangen in veilige regio’s dicht bij hun land van herkomst, met steun van Nederland in de vorm van hulp, infrastructuur en onderwijs. Zo blijft de drempel tot opvang laag, zonder dat de druk op Nederland onhoudbaar wordt. Tegelijk worden migratieroutes via mensensmokkelaars ontmoedigd, omdat legale opvang in de buurt van huis een veiliger alternatief biedt29, 43.
Asiel in de regio is niet alleen efficiënter maar ook menselijker. Mensen blijven dichter bij hun familie en cultuur, zodat terugkeer eenvoudiger wordt zodra de situatie verbetert. In Nederland zelf wordt tijdelijke bescherming alleen nog verleend aan wie via een gecontroleerde procedure is aangemeld. Spontane aankomst aan de grens wordt ontmoedigd. Wie uit een veilig land komt, of via een veilige route heeft gereisd, krijgt geen recht op asiel maar wordt onmiddellijk teruggeleid17.
Tijdelijkheid is een essentieel principe. Bescherming mag nooit automatisch overgaan in vestiging. Wie in veiligheid is gebracht, kan na herstel van de situatie terugkeren met behoud van waardigheid. Nederland helpt daarbij door samen met internationale partners heropbouwprojecten te financieren en terugkeer te begeleiden30, 45, 46. Op die manier wordt solidariteit gekoppeld aan rechtvaardigheid: hulp aan wie het nodig heeft, maar geen beloning voor wie het systeem misbruikt.
Ook gezinshereniging moet opnieuw worden bezien. In de huidige vorm is zij uitgegroeid tot een parallel migratiekanaal. Duizenden mensen reizen na elkaar in, soms over vele jaren, zonder dat wordt gekeken naar draagkracht of integratievermogen van het ontvangende gezin31. Hart voor Vrijheid wil dat gezinshereniging weer wordt gebaseerd op verantwoordelijkheid. Alleen gezinnen die aantoonbaar in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, krijgen daarvoor toestemming. In alle andere gevallen blijft tijdelijke hereniging in de regio mogelijk.
Humaniteit betekent niet dat grenzen verdwijnen, maar dat zij rechtvaardig worden getrokken. De Nederlandse samenleving is geen fort, maar ook geen opvanghuis zonder muren. Wie zich aan de wet houdt en bijdraagt aan de gemeenschap, is welkom. Wie die gemeenschap misbruikt, wordt aangesproken. Een volwassen land stelt grenzen, niet uit angst, maar uit liefde voor wat binnen die grenzen is opgebouwd4, 20.
Integratie als wederkerigheid
Waar opvang plaatsvindt, moet integratie worden gebaseerd op wederkerigheid. Integratie betekent niet dat de ontvangende samenleving zich moet aanpassen, maar dat nieuwkomers zich verbinden aan haar waarden en gebruiken. Taalbeheersing, respect voor gelijkwaardigheid van man en vrouw, scheiding van kerk en staat en naleving van wet en orde zijn geen optionele idealen maar voorwaarden voor samenleven32, 37.
Tegelijk is integratie niet alleen een plicht maar ook een kans. Mensen kunnen pas werkelijk meedoen wanneer ze toegang hebben tot werk, onderwijs en maatschappelijke deelname. Daarom wil Hart voor Vrijheid een beleid waarin nieuwkomers vanaf het begin worden begeleid naar zelfstandigheid. Het onvoorwaardelijke basisinkomen (NIB) geldt ook voor hen die legaal in Nederland verblijven, zodat niemand buiten de samenleving valt. Maar tegenover die bestaanszekerheid staat een morele verwachting: wie kan bijdragen, draagt bij35, 37.
Dat is geen dwang, maar een uitnodiging tot wederkerigheid. Deelname aan opleiding, vrijwilligerswerk of maatschappelijke projecten wordt niet opgelegd als straf, maar aangeboden als weg naar integratie en zelfrespect33, 34. Vrijheid zonder verantwoordelijkheid verarmt; verantwoordelijkheid zonder vrijheid verhardt. In het samenspel van beide groeit echte verbondenheid.
Een samenleving die duidelijk is over haar waarden, kan gul zijn zonder misbruikt te worden. Wanneer de regels eerlijk en consequent zijn, verdwijnt het gevoel van willekeur. Dat herstelt niet alleen de orde, maar ook het morele kompas van beleid. Integratie is daarmee niet langer een bureaucratische procedure, maar een sociaal contract tussen mens en gemeenschap34, 35.
Onderzoek laat zien dat landen die investeren in taaleducatie, gemeenschapsvorming en lokale participatie minder kans hebben op radicalisering en parallelle samenlevingen35, 50. Integratiebeleid dat berust op wederkerigheid in plaats van dwang versterkt sociale stabiliteit én vrijheid. Dat is de kern van wat Hart voor Vrijheid een menselijke samenleving noemt: een samenleving waarin meedoen vanzelfsprekend is, omdat vrijheid wordt gedragen door verantwoordelijkheid37.
Culturele stabiliteit en samenhang
Een samenleving leeft niet van wetten alleen, maar van waarden die mensen met elkaar delen. Waar die waarden verdwijnen, blijft de vorm overeind, maar verdwijnt de ziel. Migratie stelt die ziel op de proef. Zij kan een bron van verrijking zijn, maar ook van vervreemding, afhankelijk van de mate waarin nieuwkomers zich verbinden aan de cultuur die hen ontvangt52, 53.
Nederland is altijd een open land geweest, maar die openheid werd gedragen door een sterke culturele kern. De vrijheid van meningsuiting, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, de tolerantie tegenover verschil en het vertrouwen in het publieke woord zijn geen toevalligheden, maar verworvenheden die in eeuwen van strijd en dialoog zijn ontstaan74. Zij vormen de ruggengraat van onze democratie en de reden waarom mensen hier veiligheid en waardigheid zoeken53.
Wanneer die kern onder druk komt te staan, wordt openheid broos. Culturen zijn geen statische eenheden, maar ook geen toevallige verzamelingen van gewoonten. Zij zijn levende gehelen die zich vernieuwen zonder zichzelf te verliezen. Dat vergt tijd, evenwicht en zelfkennis. Te snelle of te omvangrijke migratie doorbreekt dat ritme. Socioloog Ruud Koopmans toonde aan dat integratie alleen slaagt wanneer migratie beheersbaar blijft en de ontvangende samenleving voldoende rust heeft om zich aan te passen20.
Paul Scheffer waarschuwde al begin deze eeuw dat Europa te lang heeft geloofd dat integratie vanzelf zou gaan. Hij noemde migratie “het morele vraagstuk van onze tijd”, omdat het niet alleen over economie of grenzen gaat, maar over de vraag wat wij met elkaar willen zijn54. Wanneer samenleven wordt vervangen door naast-elkaar-leven, verliest vrijheid haar samenhang en verandert verdraagzaamheid in onverschilligheid.
In veel Nederlandse wijken is dat proces al zichtbaar. Mensen wonen dicht bij elkaar, maar kennen elkaar nauwelijks. Taalverschillen, culturele codes en sociale spanningen maken het moeilijk om vertrouwen op te bouwen. Putnam beschreef dit fenomeen als “hunkering en terugtrekking”: in te diverse gemeenschappen trekken mensen zich terug in hun eigen kring, waardoor solidariteit en participatie afnemen28. Niet omdat zij anderen haten, maar omdat zij zich niet meer thuis voelen.
Culturele stabiliteit is daarom geen conservatief ideaal, maar een sociaal fundament. Vrijheid en gelijkwaardigheid kunnen alleen bestaan binnen een gedeeld kader van normen en verwachtingen. Dat kader is niet exclusief, maar wel herkenbaar. Het maakt dat mensen weten wat zij van elkaar mogen verwachten, dat woorden betekenis houden en dat verschil niet tot wantrouwen hoeft te leiden34, 55, 56.
Hart voor Vrijheid ziet cultuur niet als een wapen in een strijd tussen groepen, maar als een gemeenschappelijke taal die mensen verbindt. In een gezonde samenleving is ruimte voor diversiteit, maar binnen grenzen die de onderlinge samenhang beschermen. Dat betekent niet dat er één levenswijze wordt voorgeschreven, maar dat de grondtoon van vrijheid, verantwoordelijkheid en respect overeind blijft56.
Migratiebeleid is daarom altijd ook verbonden aan cultuurbeleid. Niet in de zin van assimilatie, maar van herkenning. Nieuwkomers brengen hun eigen achtergrond mee, maar worden uitgenodigd om zich te verbinden aan de gedeelde waarden van hun nieuwe thuis. Dat vraagt duidelijkheid van de overheid, voorbeeldgedrag van leiders en openheid van burgers. Wie weet waar hij voor staat, hoeft niet bang te zijn voor verschil.
Nederland kan die duidelijkheid hervinden door opnieuw te benoemen wat het betekent om Nederlander te zijn. Niet als etnische identiteit, maar als moreel en sociaal contract. Wie hier leeft, deelt in rechten én plichten, in vrijheid én verantwoordelijkheid. Dat wederzijdse begrip is de kern van wat Hart voor Vrijheid culturele stabiliteit noemt: een samenleving die openstaat voor de wereld, maar niet haar eigen fundament prijsgeeft34, 57.
Internationale solidariteit en wereldverantwoordelijkheid
Echte solidariteit houdt niet op bij de grens, maar begint er juist. Wie soeverein wil zijn, kan zich niet afsluiten voor de wereld, maar moet leren om rechtvaardigheid te organiseren op een manier die de menselijke waardigheid van iedereen respecteert57. Vrijheid is pas duurzaam wanneer zij ook de vrijheid van anderen mogelijk maakt.
De huidige migratiestromen zijn niet alleen het gevolg van oorlog en armoede, maar ook van een oneerlijke wereldorde. Westerse handelspolitiek, militaire interventies en de roofbouw van multinationals hebben bijgedragen aan instabiliteit in regio’s waaruit nu miljoenen mensen vluchten59, 63, 64. Mensen verlaten hun land niet omdat zij per se in Europa willen wonen, maar omdat hun eigen economieën zijn verwoest door corruptie, schulden en buitenlandse belangen.
Daarom pleit Hart voor Vrijheid voor een beleid dat niet de symptomen bestrijdt, maar de oorzaken aanpakt. In plaats van noodopvang en herverdeling binnen Europa moet Nederland investeren in stabiliteit en perspectief buiten Europa. Dat betekent eerlijke handelsovereenkomsten, steun aan lokale voedselproductie, onderwijsprojecten en kleinschalige ondernemingen in herkomstlanden. Ontwikkelingshulp mag niet langer worden gebruikt als pressiemiddel om migranten terug te nemen, maar als partnerschap dat mensen in staat stelt in hun eigen land een toekomst op te bouwen60.
Dit is geen romantisch ideaal maar nuchtere noodzaak. De wereldbevolking zal de komende decennia blijven groeien, vooral in Afrika en Azië61, 62. Massamigratie kan nooit de oplossing zijn voor structurele armoede. Elk land heeft recht op zijn eigen ontwikkeling, en elk volk heeft het recht om zijn toekomst zelf te bepalen. Wanneer Europa jonge Afrikanen wegtrekt als goedkope arbeidskrachten, berooft het hun samenlevingen van de energie die zij juist nodig hebben om op te bouwen.
Eerlijke internationale samenwerking begint bij respect voor de soevereiniteit van andere landen. Dat betekent ook dat westerse landen hun morele superioriteit moeten loslaten. Vrijheid kan niet worden geëxporteerd via regimewisselingen of sancties, maar alleen groeien van binnenuit89. Nederland kan bijdragen aan die groei door kennis te delen, rechtvaardige handelsrelaties te stimuleren en culturele uitwisseling te bevorderen64, 65, 66.
Tegelijk heeft Nederland het recht om eigen grenzen te stellen. Hulp en bescherming zijn morele keuzes, geen afdwingbare verplichtingen. Internationale solidariteit wordt pas geloofwaardig wanneer zij hand in hand gaat met nationale verantwoordelijkheid. Wie zijn eigen samenleving ontwricht in naam van humaniteit, helpt uiteindelijk niemand.
Hart voor Vrijheid kiest daarom voor een ordening die recht doet aan beide kanten van de grens: menswaardige opvang in de regio, eerlijke handel met ontwikkelingslanden, en herstel van soevereiniteit in eigen land. Zo wordt internationale solidariteit geen eenrichtingsverkeer van geld en mensen, maar een wederkerig netwerk van samenwerking tussen vrije, zelfstandige naties.
Een vrij land dat zichzelf kent, kan werkelijk bijdragen aan vrede. Nederland hoeft geen imperium te zijn om invloed te hebben. Wie zijn eigen huis op orde heeft, kan anderen helpen hun huis te herbouwen. Dat is de essentie van wereldverantwoordelijkheid: niet overheersen, maar ondersteunen; niet uitbuiten, maar delen.
Herstel van orde en uitvoerbaarheid
Een menswaardig migratiebeleid vraagt niet alleen om compassie, maar ook om helderheid en uitvoerbaarheid. Zolang Nederland vastzit aan Europese kaders, kan het zijn eigen beleid niet sturen. Na Nexit kan ons land opnieuw bepalen wie het toelaat, op basis van draagkracht, veiligheid en wederkerigheid. Zo wordt migratie weer een kwestie van recht en redelijkheid, niet van bureaucratische dwang3, 11.
Een tijdelijke pauze om evenwicht te herstellen
Hart voor Vrijheid wil rust brengen in een systeem dat uit zijn voegen is gegroeid. Daarom komt er een tijdelijke pauze op nieuwe instroom van niet-noodzakelijke migratie. Nieuwe gezinshereniging, studie- en arbeidsmigratie worden tijdelijk opgeschort totdat woningbouw, zorg en sociale infrastructuur weer op orde zijn6, 38. Deze adempauze geeft de samenleving de kans zich te herstellen en de overheid de ruimte om beleid opnieuw te ontwerpen vanuit de menselijke maat.
Voor expats en kennismigranten vervalt het huidige fiscale gunstregime. Buitenlandse specialisten blijven welkom wanneer zij aantoonbaar kennis overdragen en Nederlandse arbeidsplaatsen aanvullen in plaats van verdringen39. Werk en inkomen moeten weer verbonden zijn met bijdrage en verantwoordelijkheid, niet met fiscale privileges.
Asiel blijft mogelijk, maar uitsluitend voor mensen die aantoonbaar vluchten voor oorlog, vervolging of levensgevaar. Zij krijgen tijdelijke bescherming, geen automatische vestiging. Migranten uit veilige landen of met economische motieven worden niet toegelaten en zo mogelijk teruggeleid naar hun herkomstland of opgevangen in hun regio van oorsprong17.
Orde, recht en uitvoering
Een rechtvaardig systeem begint met duidelijkheid. De asielprocedure wordt radicaal vereenvoudigd. Binnen acht weken volgt een besluit over toelating, met één beroepsmogelijkheid binnen korte termijn40. Daarna start direct het traject van terugkeer of tijdelijke bescherming. Uitgeprocedeerde asielzoekers worden niet langer in onzekerheid gehouden, maar ontvangen begeleiding bij vrijwillige terugkeer.
Wie medewerkt, krijgt ondersteuning in het herkomstland via programma’s voor opleiding, huisvesting, microfinanciering en re-integratie, uitgevoerd in samenwerking met lokale organisaties en gecontroleerd op resultaat30, 41, 45. Wanneer vrijwillige terugkeer niet lukt, volgt een zorgvuldig maar consequent gedwongen traject, binnen vaste termijnen en onder toezicht van een onafhankelijke rechtsinstantie42.
Detentie blijft beperkt tot noodzakelijke gevallen, maar wordt vervangen door meldplicht en casusbegeleiding, wat bewezen effectiever en menselijker is. Nederland sluit met herkomstlanden bilaterale partnerschappen waarin wederkerigheid centraal staat. Landen die hun burgers terugnemen, behouden toegang tot handel, partnerschappen en technische samenwerking; landen die weigeren, verliezen die voordelen tijdelijk19.
Opvang dichtbij huis
Waar mogelijk wordt opvang georganiseerd in veilige regio’s nabij conflictgebieden. Nederland ondersteunt deze opvangzones met financiële middelen, kennis en logistieke steun43, 44, 45. Vluchtelingen blijven zo dicht mogelijk bij hun familie, cultuur en taal, waardoor terugkeer eenvoudiger wordt zodra vrede terugkeert. De middelen die nu in noodopvang en gemeentelijke crisislocaties verdwijnen, kunnen beter worden ingezet voor regionale bescherming en heropbouw.
Nederland blijft bijdragen aan humanitaire hulp, maar richt die op zelfredzaamheid in plaats van afhankelijkheid. Daarmee helpen we meer mensen voor minder geld, en blijft onze eigen samenleving stabiel.
Tijdelijkheid, remigratie en perspectief
Bescherming is geen eindpunt maar een overgang. Mensen die veiligheid vinden in Nederland, verblijven hier zolang dat noodzakelijk is, niet langer. Zodra het land van herkomst veilig is verklaard door onafhankelijke internationale instanties, eindigt het asiel automatisch en begint het traject van begeleide remigratie29, 30.
Nederland ondersteunt die terugkeer actief met scholing, huisvesting en microkredieten om opnieuw een bestaan op te bouwen. Deze middelen zijn bedoeld om mensen in staat te stellen zelfstandig terug te keren en duurzaam in hun herkomstland te leven. Zij vervallen vanzelf wanneer iemand ervoor kiest in Nederland te blijven en het pad naar naturalisatie te volgen45, 46.
De term remigratie is van oorsprong een neutraal beleidsbegrip, gebruikt in wetgeving en bij internationale organisaties voor vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst. Het debat daarover wordt de laatste jaren echter vertroebeld door framing, waarbij reguliere woorden worden geassocieerd met extremisme. Het is stuitend dat deze framing gek genoeg vanuit de media en overheidsinstanties zelf lijken te ontspruiten. Hart voor Vrijheid verzet zich tegen deze politisering van taal. Vrij debat over migratie is een voorwaarde voor een democratische rechtsstaat.
Verlengde tijdelijke bescherming en integratie
Sommige mensen kunnen niet binnen enkele jaren terugkeren. Oorlogen slepen zich voort, regimes blijven instabiel en grenzen verdwijnen. Voor hen geldt een regeling van verlengde tijdelijke bescherming. Zij behouden veiligheid en bestaanszekerheid, maar zonder automatisch recht op burgerschap.
Hun situatie wordt iedere twee jaar herzien op drie punten: de veiligheid in het land van herkomst, de mate van maatschappelijke deelname en zelfredzaamheid, en het perspectief op terugkeer of hervestiging elders47. Tijdens deze verlengde fase ligt de nadruk op zelfstandigheid en voorbereiding op toekomst. Nederland biedt taalonderwijs, opleiding en werkoriëntatie, zodat mensen niet in afhankelijkheid blijven hangen, maar hun eigen kracht hervinden32, 37.
Voor wie integreert en verantwoordelijkheid neemt, geldt een duidelijke route naar vast verblijf. Wie gedurende vijf jaar tijdelijk verblijf heeft, de taal beheerst, zelfstandig in zijn onderhoud voorziet en blijk geeft van verbondenheid met de Nederlandse waarden van vrijheid, gelijkwaardigheid en recht, kan naturalisatie aanvragen.
Kinderen en gezinnen
Kinderen verdienen duidelijkheid. Wie hier opgroeit, naar school gaat en zijn vrienden en toekomst in Nederland vindt, kan niet worden behandeld als voorbijganger. Daarom stelt Hart voor Vrijheid dat ieder kind dat vijf jaar onafgebroken legaal in Nederland heeft gewoond, automatisch recht krijgt op vast verblijf, met mogelijkheid tot burgerschap zodra de ouders dat eveneens verkrijgen of daartoe gerechtigd zijn.
Voor gezinnen met zulke gewortelde kinderen geldt bovendien een generaal pardon. Ook wanneer ouders zelf nog niet aan alle integratiecriteria voldoen, krijgen zij en hun kinderen recht op verblijf. Kinderen mogen niet gestraft worden voor de situatie van hun ouders. Integratie begint vaak bij de jongste generatie, en door kinderen zekerheid te geven, groeit ook de stabiliteit van het gezin49, 50.
Humanitaire uitzonderingen
Voor mensen die, ondanks langdurige begeleiding, niet kunnen integreren door leeftijd, trauma of lichamelijke beperkingen, blijft opvang altijd humaan. Zij vallen onder een humanitaire verblijfsregeling met periodieke herbeoordeling. Wanneer terugkeer weer mogelijk is, wordt die begeleid en ondersteund met praktische hulp in het land van herkomst51.
Integratie, zekerheid en burgerschap
Wie tijdelijk in Nederland verblijft, krijgt sobere maar humane opvang, gescheiden van de reguliere woningvoorraad, zodat schaarse woningen beschikbaar blijven voor inwoners die hier hun toekomst opbouwen. Tegelijk geldt voor iedereen die legaal in Nederland leeft het onvoorwaardelijke basisinkomen (NIB) als bodem van bestaanszekerheid. Die zekerheid schept rust en voorkomt armoede, maar roept ook op tot verantwoordelijkheid.
Integratie betekent meedoen. Taal, werk, opleiding en maatschappelijke betrokkenheid zijn geen administratieve vereisten, maar vormen van wederzijdse erkenning. Wie de waarden van onze samenleving deelt en ze in de praktijk brengt, hoort erbij.
De weg naar burgerschap blijft open, maar duidelijk. Wie hier wortelt, verantwoordelijkheid neemt en de gemeenschap verrijkt, kan Nederlander worden. Wie terugkeert, doet dat met steun, niet met stigma. Zo wordt migratie opnieuw een tweerichtingsverkeer van vertrouwen: Nederland biedt bescherming, en wie bescherming ontvangt, bouwt mee aan een gezamenlijke toekomst.
Begrotingsimpact
Het voorgestelde beleid herstelt niet alleen orde en menselijkheid, maar ook financiële duurzaamheid. De huidige netto kosten van migratie worden in verschillende onderzoeken geraamd op circa twintig tot vijfentwintig miljard euro per jaar, inclusief uitgaven aan opvang, zorg, uitkeringen en inburgering22, 38. Daarbovenop komen de directe ketenkosten van COA, gemeenten en juridische procedures, die samen nog eens drie tot vijf miljard euro bedragen.
Door de instroom van niet-noodzakelijke migratie tijdelijk te stoppen, procedures te versnellen, opvang grotendeels in de regio te organiseren en vrijwillige terugkeer actief te begeleiden, dalen deze lasten aanzienlijk. Zelfs na aftrek van de kosten voor regionale opvang en remigratiepakketten – waaronder scholing, huisvesting en microkredieten – resteert een netto besparing van naar schatting ongeveer 11,5 miljard euro per jaar, met een conservatieve bandbreedte van 6 tot 17 miljard euro afhankelijk van instroom en uitvoeringssnelheid44, 45.
Deze besparing is niet slechts een begrotingspost, maar een herstel van bestuurlijke geloofwaardigheid. Een land dat zijn grenzen beheerst, herwint niet alleen financiële ruimte, maar ook vertrouwen.
Beleidsvoorstellen
Soevereiniteit en recht
- Herstel van nationale zeggenschap: Nederland herwint volledige controle over zijn migratiebeleid door heronderhandeling van Europese verdragen, met als doel Nexit. Alleen een soeverein land kan beslissen wie het toelaat, op basis van veiligheid, draagkracht en wederkerigheid.
- Democratische legitimiteit: Migratie wordt weer onderwerp van parlementaire besluitvorming. Europese richtlijnen en het EU-migratiepact worden vervangen door nationale wetgeving die recht doet aan de menselijke maat.
- Menswaardige handhaving: Iedere beslissing over toelating of afwijzing is controleerbaar en toetsbaar binnen redelijke termijn. Uitgeprocedeerde asielzoekers verlaten het land op basis van heldere, rechtmatige procedures en afspraken met landen van herkomst.
- Eerlijke internationale samenwerking: Readmissieakkoorden met herkomstlanden worden wederkerig: meewerken aan terugkeer geeft recht op handel en samenwerking; weigering leidt tot tijdelijke beperking van die voordelen.
Asiel en migratie
- Tijdelijke migratiestop: Er komt een tijdelijke pauze op alle niet-noodzakelijke migratie, waaronder gezinshereniging, studie- en arbeidsmigratie, totdat woningbouw, zorg en sociale infrastructuur weer in balans zijn. Wie reeds erkend is heeft recht op gezinshereniging.
- Asiel voor echte vluchtelingen: Alleen mensen die aantoonbaar vluchten voor oorlog of vervolging krijgen tijdelijke bescherming. Asiel is geen route naar vestiging, maar een vorm van tijdelijke opvang totdat veilige terugkeer mogelijk is.
- Opvang in de regio: Nederland ondersteunt veilige opvangzones in buurlanden van conflictgebieden, met financiële en logistieke middelen. Mensen blijven dichter bij hun familie en cultuur, waardoor terugkeer eenvoudiger wordt zodra vrede terugkeert.
- Snelle en rechtvaardige procedures: Binnen acht weken volgt een besluit over toelating, met één beroepsmogelijkheid binnen korte termijn. De asielketen wordt hervormd tot één uitvoerende migratiedienst met politieke verantwoordelijkheid.
- Remigratie en begeleiding: Zodra een land veilig is, start het traject van begeleide terugkeer. Nederland biedt scholing, huisvesting en microkredieten om een nieuw bestaan op te bouwen. Deze middelen gelden uitsluitend bij remigratie en vervallen bij naturalisatie.
Integratie en burgerschap
- Verlengde tijdelijke bescherming: Voor wie niet kan terugkeren wegens aanhoudende oorlog, blijft tijdelijke bescherming mogelijk, met herziening elke twee jaar op basis van veiligheid, zelfredzaamheid en toekomstperspectief.
- Route naar burgerschap: Wie vijf jaar legaal verblijft, de taal beheerst, in eigen onderhoud voorziet en de Nederlandse waarden van vrijheid, gelijkwaardigheid en recht onderschrijft, kan naturalisatie aanvragen.
- Gewortelde kinderen en gezinnen: Kinderen die vijf jaar in Nederland wonen en hier naar school gaan, krijgen automatisch recht op vast verblijf. Voor gezinnen met zulke gewortelde kinderen geldt een generaal pardon, ook wanneer de ouders nog niet volledig geïntegreerd zijn.
- Humanitaire uitzonderingen: Voor mensen die door leeftijd, trauma of beperking niet kunnen terugkeren, blijft opvang humaan via een humanitaire verblijfsregeling met periodieke herbeoordeling.
- Integratie als wederkerigheid: Integratie betekent deelname. Taal, werk, opleiding en maatschappelijke betrokkenheid vormen de kern van samenleven. Wie bijdraagt, hoort erbij; wie misbruikt, verliest vertrouwen.
- Bestaanszekerheid via NIB: Iedereen die legaal in Nederland leeft ontvangt het onvoorwaardelijke basisinkomen (NIB) als bodem van bestaanszekerheid, gecombineerd met morele verantwoordelijkheid tot deelname aan de samenleving.
Economie, wonen en maatschappelijke balans
- Herstel van woningmarkt en infrastructuur: De tijdelijke migratiestop verlicht de druk op woningbouw, zorg en onderwijs. Gemeenten krijgen ruimte om achterstanden in te halen en voorzieningen te herstellen.
- Afbouw expat-regeling: Het gunstige belastingregime voor expats vervalt. Buitenlandse werknemers blijven welkom wanneer zij kennis delen en geen Nederlandse banen verdringen.
- Realistisch milieubeleid: Klimaatnormen en stikstofregels die woningbouw blokkeren, worden herzien. Duurzaamheid is geen dogma, maar een middel om leefbaarheid te versterken.
Internationale solidariteit en wereldverantwoordelijkheid
- Oorzaakgerichte hulp: Nederland verschuift middelen van binnenlandse noodopvang naar structurele investeringen in onderwijs, werkgelegenheid en voedselproductie in herkomstlanden.
- Partnerschap in plaats van afhankelijkheid: Ontwikkelingshulp wordt hervormd tot gelijkwaardig partnerschap, gericht op zelfredzaamheid en eerlijke handel, niet op morele druk of migratiedeals.
- Wederkerige soevereiniteit: Elk land heeft recht op zijn eigen ontwikkeling en verantwoordelijkheid voor zijn eigen burgers. Internationale samenwerking wordt gebouwd op wederkerigheid, niet op schuld of afhankelijkheid.
- Menselijkheid door stabiliteit: Door te investeren in vrede, rechtvaardigheid en lokale ontwikkeling voorkomt Nederland migratie aan de bron en herstelt het de balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid.
Begrotingsimpact
- Financiële besparing: De huidige kosten van migratie bedragen naar schatting twintig tot vijfentwintig miljard euro per jaar, inclusief opvang, zorg en uitkeringen. Door instroombeperking, snelle procedures, regionale opvang en begeleide terugkeer resteert een netto besparing van circa 11,5 miljard euro per jaar, met een bandbreedte van 6 tot 17 miljard afhankelijk van instroom en uitvoeringssnelheid.
- Herstel van bestuurlijke geloofwaardigheid: Deze besparing betekent niet slechts minder uitgaven, maar ook herstel van vertrouwen en democratische controle. Een land dat zijn grenzen beheerst, wint zowel financiële als morele kracht terug.
Bronnen:
- CBS. (2023). Bevolking; kerncijfers. Centraal Bureau voor de Statistiek. https://opendata.cbs.nl/statline
- Stuurman, P. (2023). Immigratie als wapen tegen het Westen. Gezond Verstand, nr. 55.
- Europese Commissie. (2024). Pact on Migration and Asylum. https://home-affairs.ec.europa.eu/policies/migration-and-asylum/pact-migration-and-asylum_en
- Koopmans, R. (2022). Het belang van grenzen voor vrijheid en solidariteit. Nexus Instituut, Den Haag.
- CBS. (2024). Bevolking; migratiecijfers 2023. https://opendata.cbs.nl/statline
- CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis. (2023). Economic Dynamics and Migration. https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Publication-Economic-dynamics-and-migration.pdf
- WRR. (2015). Migratie en classificatie: naar een indeling van migratievormen en migratiebeleid. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
- UNHCR. (2023). Global Trends: Forced Displacement in 2023. https://www.unhcr.org/global-trends-report-2023
- United Nations. (1951). Convention Relating to the Status of Refugees (Geneva Refugee Convention). https://www.unhcr.org/3b66c2aa10
- UNHCR. (2024). Asylum Procedures and Legal Protection Frameworks. https://www.unhcr.org
- Europese Commissie. (2024). EU Migration and Asylum Pact – Overview of Key Instruments. https://home-affairs.ec.europa.eu
- Rosanvallon, P. (2008). La légitimité démocratique. Éditions du Seuil.
- NRC. (2023). “Verzet groeit tegen opvang in kleine gemeenten als Albergen en Budel.” https://www.nrc.nl
- ECRE. (2024). Comments on the Asylum and Migration Management Regulation (AMMR). https://ecre.org/wp-content/uploads/2024/05/ECRE_Comments_Asylum-and-Migration-Management-Regulation.pdf
- Europese Commissie. (2023). Asylum Procedures Directive & Reception Conditions Directive. https://eur-lex.europa.eu
- Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). (2023). Case Law on Migration and National Security. https://curia.europa.eu
- Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2024). Beleidsregel veilige landen van herkomst. https://www.rijksoverheid.nl
- Raad van Europa. (1950). Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). https://www.coe.int
- Europese Raad. (2023). EU Readmission Agreements and Cooperation Frameworks. https://www.consilium.europa.eu
- Koopmans, R. (2013). Assimilation or Multiculturalism? Conditions for Immigrant Integration in Europe. Oxford University Press.
- Rijksoverheid. (2023). Woningtoewijzing en urgentieverklaring statushouders. https://www.rijksoverheid.nl
- Van de Beek, J., Roorda, W., & van der Putten, H. (2024). The Long-Term Fiscal Impact of Immigrants in the Netherlands. IZA Discussion Paper No. 17569. https://docs.iza.org/dp17569.pdf
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). (2023). Woningmarktmonitor. https://www.rijksoverheid.nl/documenten
- European Environment Agency (EEA). (2022). Europe’s Housing Footprint and Emissions. https://www.eea.europa.eu
- Europese Commissie. (2022). Fit for 55 Package – Impact Assessment. https://commission.europa.eu
- Trouw. (2024). “Bouwsector waarschuwt: klimaatregels en stikstofnormen verstikken woningbouw.” https://www.trouw.nl
- Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. (2023). Toegankelijkheid van zorg onder druk. https://www.raadrvs.nl
- Putnam, R. D. (2007). E Pluribus Unum: Diversity and Community in the Twenty-first Century. Scandinavian Political Studies, 30(2), 137–174. https://doi.org/10.1111/j.1467-9477.2007.00176.x
- ECRE. (2024). Comments on Regional Protection Mechanisms. https://ecre.org
- IOM – International Organization for Migration. (2023). Return and Reintegration: Good Practices and Lessons Learned. https://www.iom.int
- Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2023). Cijfers gezinshereniging en nareis asiel. https://www.rijksoverheid.nl
- Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). (2022). Integratie in zicht? Ontwikkelingen in deelname, positie en beleving. https://www.scp.nl
- Semler, R. (2004). The Seven-Day Weekend: A Better Way to Work in the 21st Century. Random House.
- Arendt, H. (1958). The Human Condition. University of Chicago Press.
- OECD. (2023). Indicators of Immigrant Integration 2023: Settling In. https://www.oecd.org
- Putnam, R., & Campbell, D. (2012). American Grace: How Religion Divides and Unites Us. Simon & Schuster.
- International Labour Organization (ILO). (2023). Labour Market Integration and Social Cohesion. https://www.ilo.org
- CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis. (2023). Migration and Public Finances: Effects of Labour and Asylum Migration on Dutch Expenditure. https://www.cpb.nl
- Belastingdienst. (2024). Einde 30%-regeling voor expats. https://www.belastingdienst.nl
- Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2024). Ketenprogramma Asiel en Terugkeer – Tijdige besluitvorming. https://www.rijksoverheid.nl
- Raad van State. (2022). Evaluatie terugkeer en gedwongen vertrek. https://www.raadvanstate.nl
- Amnesty International. (2021). Alternatives to Detention: Reducing Harm, Reducing Costs. https://www.amnesty.org
- UNHCR. (2023). Regional Refugee Response Plans – Middle East and North Africa. https://www.unhcr.org
- OECD. (2022). Financing Refugee Response and Regional Solutions. https://www.oecd.org
- Wereldbank. (2023). From Dependence to Self-Reliance: Supporting Refugees in Host Regions. https://www.worldbank.org
- ILO. (2023). Labour Reintegration of Returnees: Microfinance and Entrepreneurship. https://www.ilo.org
- European Migration Network (EMN). (2023). Temporary Protection and Long-Term Solutions. https://ec.europa.eu
- Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2024). Naturalisatie en inburgeringsroute. https://www.rijksoverheid.nl
- Kinderrechtencommissariaat. (2023). Kinderen zonder papieren: recht op toekomst. Brussel.
- UNICEF Nederland. (2023). Gewortelde kinderen in het asielbeleid. https://www.unicef.nl
- Raad van Europa. (2022). Humanitarian Protection and Vulnerable Groups. https://www.coe.int
- Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). (2023). Burgerperspectieven 2023: Bericht 1 – Zorgen over immigratie, politiek en richting van het land. https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2023/04/20/burgerperspectieven-2023-bericht-1/Burgerperspectieven-2023-bericht-1.pdf
- Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). (2021). Waarden en de publieke ruimte. https://www.wrr.nl
- Scheffer, P. (2007). Het land van aankomst. De Bezige Bij.
- Bauman, Z. (2001). Community: Seeking Safety in an Insecure World. Polity Press.
- Taylor, C. (1992). The Politics of Recognition. In Multiculturalism and the Politics of Recognition. Princeton University Press.
- Sen, A. (2009). The Idea of Justice. Harvard University Press.
- Klein, N. (2007). The Shock Doctrine: The Rise of Disaster Capitalism. Penguin Books.
- Stiglitz, J. E. (2002). Globalization and Its Discontents. W.W. Norton & Company.
- OECD. (2023). Development Co-operation Report 2023: Debating the Aid Effectiveness Agenda. https://www.oecd.org
- United Nations. (2022). World Population Prospects 2022. Department of Economic and Social Affairs, Population Division. https://population.un.org/wpp
- African Development Bank. (2023). African Economic Outlook 2023: Mobilizing Private Sector Financing for Climate and Growth. https://www.afdb.org
- Mearsheimer, J. (2018). The Great Delusion: Liberal Dreams and International Realities. Yale University Press.
- Sachs, J. (2015). The Age of Sustainable Development. Columbia University Press.
- Huntington, S. (2004). Who Are We? The Challenges to America’s National Identity. Simon & Schuster.
- Rodrik, D. (2011). The Globalization Paradox: Democracy and the Future of the World Economy. W.W. Norton & Company.
Veiligheid, Politie en Justitie
Van angst naar vertrouwen – voor een menselijke rechtsstaat

Samenvatting
Nederland is in twee decennia veranderd van een pragmatisch, tolerant land in een gecontroleerde angststaat waarin veiligheid het toverwoord is geworden. Onder het mom van bescherming zijn noodwetten, censuur en militarisering van de politie genormaliseerd, terwijl de media hun kritische rol grotendeels hebben opgegeven. De zaak van advocaat Arno van Kessel, opgepakt als “anti-institutioneel extremist”, toont hoe ver de rechtsstaat al is opgerekt. De groeiende verwevenheid van politiek, rechtspraak, media en grootkapitaal bedreigt de democratische balans die Rudolf Steiner ooit beschreef in zijn sociale driegeleding. Echte veiligheid ontstaat niet door camera’s, wapens of boetes, maar door vertrouwen, lokale verbondenheid en een rechtspraak die weer dienstbaar is aan burgers. Nederland moet terug naar zijn menselijke maat: een samenleving die vrijheid en verantwoordelijkheid boven angst en dwang stelt.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Van veiligheidsstaat naar vertrouwenssamenleving: Het veiligheidsbeleid moet bevrijd worden van angstpolitiek en symboolwetgeving. De staat dient zich terug te trekken uit het privéleven van burgers, de noodwet-cultuur beëindigen en het principe van proportionaliteit herstellen. Politie en justitie richten zich op echte bedreigingen van veiligheid, niet op massale controle. Europese plannen zoals Chatcontrol, die privécommunicatie laten scannen, worden verworpen omdat zij de kern van de rechtsstaat, privacy en briefgeheim, ondermijnen. Burgers krijgen weer vertrouwen en ruimte om verantwoordelijkheid te dragen, met minder regels, minder boetes en meer menselijk oordeel.
- Herstel van de rechtsstaat en scheiding der machten: De trias politica moet worden versterkt door scheiding van rechtspraak, politiek, media en economie. Voorarrest wordt uitzondering, processen worden sneller en transparanter, en trial-by-media wordt actief tegengegaan. De politie wordt hervormd, gedecentraliseerd en deels gedemilitariseerd; infiltratie en provocatie bij demonstraties worden verboden. Rechtspraak wordt hersteld in haar menselijke, burgergerichte vorm, met nadruk op herstelrecht en een nationaal fonds voor slachtoffers.
- Sociale verankering van veiligheid in de gemeenschap: Echte veiligheid begint in de wijk. Wijkagenten krijgen hun verbindende rol terug, ondersteund door burgervaders en -moeders die jongeren aanspreken en begeleiden. Gemeenschapszin en sociaal kapitaal worden speerpunten van beleid. Kleine criminaliteit wordt bestreden door perspectief te bieden via werk, cultuur en sport, niet via repressie. In het drugsbeleid keert Nederland terug naar zijn pragmatische traditie: regulering en medische begeleiding in plaats van moralisme en straf.

Inleiding
Het beeld is onvergetelijk: in de vroege ochtend breken zwaarbewapende eenheden van de Dienst Speciale Interventies de deur open bij een advocaat en zijn gezin. Arno van Kessel, bekend vanwege zijn werk in zaken rond de coronavaccinaties, wordt geblinddoekt afgevoerd alsof hij een terrorist is. Zijn kinderen staan trillend tegen de muur, de woonkamer gevuld met gewapende mannen. Vijftien agenten doorzoeken urenlang de woning, terwijl de deken van de Orde van Advocaten en een rechter-commissaris toekijken hoe vertrouwelijke dossiers worden meegenomen. De aanklacht? Niet bewezen geweld of wapens, maar verdenkingen van “anti-institutioneel gedachtegoed”16.
Wie dit verhaal leest, vraagt zich af: in wat voor land zijn wij beland? Een land waarin advocaten die de staat aanklagen wegens het coronabeleid worden opgepakt alsof zij leden zijn van een criminele organisatie. Een land waarin het gebruik van antiterreureenheden met militaire inbreng – uniek in Europa – niet meer beperkt blijft tot gewapende aanslagen, maar ook wordt ingezet tegen mensen met lastige vragen aan de overheid2. Het lot van Van Kessel, gearresteerd vlak voor een cruciale zitting tegen bewindspersonen en farmaceutische bedrijven, laat zien hoe ver de veiligheidsstaat inmiddels reikt.
Het veiligheidsvirus
Nederland is de afgelopen twintig jaar in de greep gekomen van een obsessie met veiligheid. Politieke partijen wedijveren om wie het hardst kan roepen om strengere straffen, meer camera’s en meer blauw op straat. Media voeden die fixatie door dag in dag uit angst en dreiging te benadrukken, ook als de cijfers laten zien dat de criminaliteit over de lange termijn daalde en de recente afvlakking geen breuk is met het eerdere decennium van daling1. Veiligheid is van bescherming verworden tot verdienmodel: een industrie die miljarden verslindt, terwijl ze onze vrijheid langzaam wurgt.
De coronacrisis was een kantelpunt. Wat begon als gezondheidsbeleid groeide uit tot een systeem van noodwetten, avondklokken en politieoptredens op straatpleinen. Demonstranten werden uiteen geslagen, kritische stemmen belachelijk gemaakt en advocaten die burgers verdedigden in verband gebracht met extremisme. Het was alsof de rechtsstaat zelf besmet raakte met een virus: het virus van angst, dat zich nestelde in wetten, regels en protocollen en zich vermenigvuldigde in elk nieuw toezichtsorgaan, elke boetecatalogus en elke uitbreiding van bevoegdheden.
Van tolerantie naar repressie
Ons land stond ooit bekend om zijn tolerantie. Het was het land van het poldermodel, van het gedogen van softdrugs, prostitutie en euthanasie, van een pragmatische houding die regels ondergeschikt maakte aan het menselijk leven. In korte tijd is dat omgeslagen in een cultuur van achterdocht en repressie. Nederland is van gidsland veranderd in een staat waar burgers onder voortdurend toezicht staan, waar een woud van BOA’s, camera’s en controles het straatbeeld beheerst, en waar de boete niet meer een uitzondering is, maar een dagelijks risico.
Het optreden tegen Arno van Kessel is geen incident, maar een symptoom. Het laat zien hoe “veiligheid” een glijmiddel is geworden voor machtsuitoefening. Waar vroeger een advocaat respect genoot als hoeder van de rechtsstaat, kan hij nu met één label – “anti-institutioneel extremisme” – worden gedegradeerd tot verdachte. Dat zegt alles over hoe broos onze vrijheden zijn wanneer angst en macht samen een nieuwe norm schrijven.
De illusie van onveiligheid
Cijfers en feiten vertellen een ander verhaal dan de angstretoriek die dagelijks op televisie en in kranten wordt verspreid. Misdaadcijfers zijn de laatste decennia gedaald. Inbraken, overvallen, zelfs zware geweldsmisdrijven komen aantoonbaar minder vaak voor. Toch leeft het idee dat onze samenleving onveiliger is dan ooit. Dat is geen toeval, maar het resultaat van een politiek en mediacomplex dat veiligheid tot speerpunt heeft gemaakt – een voortdurend opgeklopt gevoel van dreiging, dat de burger klein en afhankelijk moet houden1.
Zo ontstaat een paradox: hoe meer veiligheid wordt beloofd, hoe meer onveilig mensen zich voelen. Hoe meer blauw er op straat komt, hoe groter het wantrouwen jegens de samenleving. En hoe meer justitie inzet op straf en boete, hoe sterker het besef dat ieder van ons ieder moment verdachte kan zijn. Het is alsof een samenleving haar eigen schaduw vergroot door er met steeds fellere lampen op te schijnen.
De uitdijende staat van toezicht
Deze cultuur van achterdocht heeft geleid tot een uitdijende bureaucratie. Het leger van BOA’s, toezichthouders en cameratoezicht fungeert niet langer als bescherming, maar als verlengstuk van een staat die zijn burgers niet vertrouwt. Iedere fietser met een los voorlicht, iedere automobilist met een te hoge snelheid, iedere ondernemer die een formulier verkeerd invult: allen worden ze bestraft. Boetes zijn niet langer een correctiemiddel, maar een inkomstenbron.
Waar regels ooit bedoeld waren om de samenleving te ordenen, zijn ze een middel geworden om burgers in het gareel te houden. Het principe van gedogen – ooit een bewijs van menselijke maat en gezond verstand – is verdrongen door een kille logica van controle. Het resultaat: een samenleving waarin wantrouwen de norm is, en de politie niet langer als bondgenoot, maar als bedreiging wordt ervaren.
Politie en geweld
Het politieapparaat, dat zich vroeger vooral richtte op bemiddeling en buurtbinding, is veranderd in een geweldsorganisatie. Het gebruik van vuurwapens, traangas en harde arrestatietechnieken is in korte tijd genormaliseerd. Burgers en agenten raken verstrikt in een spiraal van angst en agressie: de politie grijpt harder in, burgers verzetten zich feller, en zo wordt escalatie de nieuwe standaard.
Dat de politie in Nederland tegenwoordig permanent bewapend rondloopt, is geen natuurwet, maar een politieke keuze. Andere landen laten zien dat ordehandhaving ook zonder permanente bewapening mogelijk is. Maar in ons land heeft de angst gezegevierd boven de rede. De aanwezigheid van vuurwapens is niet langer uitzondering, maar dagelijks gegeven – en daarmee een bron van nieuw geweld.
Daarbij komt een nieuwe, sluipende praktijk: de inzet van zogenoemde ‘Romeo’s’, politieagenten in burger die in demonstraties worden geplaatst. Officieel om de rust te bewaren, in werkelijkheid vaak om spanning te creëren. Tijdens coronademonstraties zagen we mannen met bivakmutsen uit politiebusjes stappen en op burgers inslaan. Recent gebeurde iets soortgelijks bij asielprotesten, waar hooligans onder politiebegeleiding de menigte in werden gebracht, om daarna de hele beweging weg te kunnen zetten als ‘extreemrechts’. Ook de zaak van Willem Engel, die ondanks zijn constante nadruk op liefde en geweldloosheid werd opgepakt voor ‘opruiing’ door wat hij zelf een ‘struikrover in politiepak’ noemde, laat zien hoe willekeurig en politiek gestuurd deze praktijken zijn. Dit ondergraaft niet alleen vertrouwen in de politie, maar ook in de democratische vrijheid om te demonstreren.
De ontworteling van de politie
De onvrede binnen het korps zelf groeit. Volgens oud-politieman Dennis Spaanstra begon de vervreemding tussen burger en politie niet met de coronajaren, maar veel eerder, met de hervormingen van 1993 en 2012 die de oude Rijkspolitie en Gemeentepolitie samenvoegden tot één Nationaal Korps onder de minister van Justitie en Veiligheid23. Daarmee verdween de lokale inbedding van de politie uit de haarvaten van de samenleving. Wijkbureaus sloten, de aanspreekbare agent op de fiets maakte plaats voor anonieme patrouilles en managementlagen, en de menselijke discretie van de diender werd vervangen door protocollen en prestatiecontracten.
Wat ooit een beroep van nabijheid en gezond verstand was, veranderde in een systeemorganisatie die gestuurd wordt op cijfers, niet op context. De opleiding werd korter, de leiding jonger en minder ervaren, en de afstand tussen korps en burger groter. De gevolgen zijn zichtbaar: meer geweldsincidenten, meer frustratie, en minder wederzijds vertrouwen. Zelfs binnen de politie groeit het verzet. Tijdens de voorbereiding van de NAVO-top in Den Haag, de grootste veiligheidsoperatie ooit in Nederland, liet de politiebond weten dat twee derde van de agenten zich niet voor deze demonstratieve machtsvertoning wilde lenen. Hun weerstand is niet politiek, maar existentieel: zij herkennen zich niet meer in een organisatie die van bovenaf wordt aangestuurd en van hen verwacht dat zij een volk in toom houden in plaats van het te beschermen.
Deze centralisering heeft de politie ontworteld. Waar zij ooit de bondgenoot van de burger was, dreigt zij nu het verlengstuk van de macht te worden. Maar onder de oppervlakte leeft nog steeds de herinnering aan een andere politie: één die de mensen kende bij naam, die oordeelde naar omstandigheden, en die werkelijk de vriend van de burger was. Herstel van vertrouwen begint met het terugbrengen van die menselijke maat.
Hart voor Vrijheid wil terug naar een politie die weer verantwoordingsplichtig is aan de samenleving zelf, niet aan Den Haag. Dat betekent een herleving van het stelsel van vóór 1993, met lokaal geleide korpsen onder gezag van burgemeesters en een kleine landelijke eenheid voor recherche, grensbewaking en interregionale coördinatie. Zo kan de politie opnieuw wortelen in de gemeenschap die zij dient, met ruimte voor menselijk oordeel en lokaal maatwerk. Moderne technologie maakt samenwerking tussen regio’s eenvoudig, zonder dat dit centralisatie hoeft te betekenen. In plaats van een uniform bevelsapparaat ontstaat een netwerk van zelfstandige korpsen die kennis delen, elkaar ondersteunen en samen één doel dienen: de burger beschermen, niet beheersen.
Rechtspraak in crisis
Nog verontrustender dan de militarisering van de politie is de uitholling van de rechtsstaat zelf. Voorarrest wordt steeds vaker ingezet, waardoor burgers maanden in de gevangenis belanden zonder dat hun schuld bewezen is. De media verklaren hen ondertussen publiekelijk schuldig. Het principe dat iemand onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is, wordt zo uitgehold door trial by media en door een juridisch apparaat dat kreunt onder de bureaucratie.
Wie eenmaal in de molen van justitie belandt, merkt hoe weinig menselijke maat er overblijft. Wachttijden lopen op, procedures worden steeds ingewikkelder en duurder, en burgers staan machteloos tegenover een systeem dat eerder hun tegenstander lijkt dan hun beschermer. Advocaten die het opnemen tegen de macht lopen zelfs het risico zelf als verdachten te eindigen.
Versmelting van macht: van trias politica naar machtsstaat
Wat hier zichtbaar wordt, is niet slechts een reeks incidenten, maar een structurele verschuiving. De klassieke trias politica – de scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht – is in Nederland grotendeels uitgehold. Wetgeving wordt vaak in spoedtempo doorgedrukt, rechtspraak volgt het narratief van de politiek, en uitvoerende diensten zoals politie en inlichtingendiensten werken hand in hand met economische en internationale machtsstructuren.
Dit samenvallen van politieke, economische en juridische macht is kenmerkend voor een fascistische tendens: de staat presenteert zich als onbetwistbare autoriteit, gesteund door grootkapitaal en internationale instituties, terwijl de burger reduceert tot gehoorzame onderdaan. Kritiek wordt afgedaan als extremisme, afwijkende meningen worden verdacht gemaakt, en wie zich niet conformeert, kan elk moment door de veiligheidsarm worden gegrepen.
Een bijzonder voorbeeld van die vermenging is de Raad van State, die in Nederland tegelijk adviseur van de regering én hoogste bestuursrechter is. Wie wetten helpt maken, zou ze niet ook moeten toetsen. Deze dubbele functie ondermijnt de onafhankelijkheid van de rechtspraak en staat haaks op de trias politica. Daarom moet de Raad van State worden hervormd in een gefaseerd proces. Eerst organisatorisch, met volledig gescheiden afdelingen voor wetgevingsadvies en bestuursrechtspraak, die geen personeel, begroting of leiding delen. Vervolgens wordt een nieuwe, onafhankelijke Wetgevingsraad ingesteld, benoemd door de Tweede Kamer, die voortaan het kabinet en parlement adviseert. Uiteindelijk moet de Grondwet worden aangepast, zodat de Raad van State enkel nog fungeert als Hoogste Bestuursgerechtshof, terwijl de Wetgevingsraad een eigen constitutionele basis krijgt. Zo wordt de trias politica niet alleen hersteld in theorie, maar ook in de dagelijkse praktijk van bestuur en recht.
Rudolf Steiner voorzag al hoe gevaarlijk deze vermenging is. In zijn sociale driegeleding onderscheidde hij drie domeinen die elk autonoom moeten zijn: het geestesleven (cultuur, wetenschap, onderwijs en media), het rechtsleven (staat en rechtspraak) en het economisch leven (arbeid, productie, kapitaal). In een gezonde samenleving staat het geestesleven voor vrijheid, het rechtsleven voor gelijkheid, en het economisch leven voor solidariteit. Wanneer die drie elkaar in balans houden, ontstaat een samenleving die sterk en weerbaar is. Maar wanneer ze versmelten – zoals we nu zien – verandert vrijheid in propaganda, gelijkheid in machtspolitiek en solidariteit in uitbuiting. De huidige verwevenheid van media, staat en grootkapitaal is dus niet zomaar bureaucratische toevalligheid, maar een gevaarlijk pad richting totalitaire structuren18.
Juist nu, in een tijd waarin veiligheid wordt misbruikt als instrument van machtsconcentratie, is het idee van driegeleding actueler dan ooit. Want alleen een samenleving die haar instituties weer scheidt en burgers werkelijk eigen verantwoordelijkheid geeft, kan de neerwaartse spiraal van angst en repressie doorbreken.
Voorbij de veiligheidsparanoia
Het is veelzeggend dat men tegenwoordig bijna vanzelfsprekend aanneemt dat “meer veiligheid” gelijkstaat aan “meer politie, meer boetes, meer toezicht”. Alsof de samenleving een machine is die pas goed draait wanneer ieder radertje onder controle staat. Maar de geschiedenis laat zien dat ware veiligheid altijd voortkomt uit vertrouwen, niet uit dwang.
De jaren zeventig en tachtig herinneren we ons nog als decennia waarin Nederland ondanks maatschappelijke onrust – de oliecrisis, krakersrellen, nucleaire demonstraties – juist bekendstond om zijn vrijheid en tolerantie. De staat was niet minder legitiem omdat ze soms gedoogde, integendeel: juist door ruimte te laten voor afwijking groeide het respect voor de overheid. Het gedoogbeleid rond softdrugs en prostitutie was geen teken van zwakte, maar van pragmatische wijsheid. Het maakte ons land uniek en aantrekkelijk, en het liet zien dat de overheid er was voor de burger, niet andersom.
Die les lijkt verloren gegaan. In plaats van vertrouwen kiest men voor wantrouwen, in plaats van vrijheid voor controle. De politie is niet langer bondgenoot maar potentieel tegenstander, de overheid geen hoeder maar waakhond. Het alternatief begint met een radicale omkering: niet méér blauw op straat, maar minder. Niet méér toezicht, maar het herstel van burgerlijke verantwoordelijkheid.
Terug naar burgerlijke verantwoordelijkheid
Een volwassen samenleving kan niet gebaseerd zijn op de illusie dat alles door regels en toezicht geregeld kan worden. Wie een samenleving wil waarin vrijheid en verantwoordelijkheid samen bestaan, moet durven vertrouwen op het oordeel van burgers. Dat betekent: ruimte geven voor fouten, voor afwijkend gedrag, voor keuzes die niet in een bureaucratisch schema passen.
Het betekent ook dat we de wildgroei aan toezichthouders en BOA’s moeten terugdringen. Iedere burger weet hoe onzinnig en intimiderend het kan voelen om voor de kleinste misstap een boete te krijgen. Een samenleving die elk detail sanctioneert, vernietigt de bereidheid van burgers om samen te leven vanuit vertrouwen en wederzijds respect.
Daarom is het hoog tijd om de boetecultuur af te bouwen. Minder boetes, lagere boetes, en een eenvoudig recht op beroep dat niet maanden maar dagen duurt. Een rechtsstaat die zichzelf serieus neemt, straft niet achteloos, maar zoekt naar proportie en herstel. Want pas waar fouten kunnen worden hersteld, ontstaat de wil tot verbetering.
Herstelrecht in plaats van gevangenissen
Onze gevangenissen zitten vol, maar zelden wordt de vraag gesteld of opsluiting werkelijk leidt tot rechtvaardigheid. Te vaak betekent het slechts dat een individu voor jaren wordt afgesneden van de samenleving, zonder dat het slachtoffer enige genoegdoening krijgt. Slachtoffers blijven achter met trauma en kosten, terwijl de dader achter tralies zit – duur voor de staat, zinloos voor de samenleving.
Een rechtvaardige samenleving zoekt naar herstel in plaats van wraak. Dat betekent dat kleinere misdrijven niet langer moeten leiden tot jarenlange detentie, maar tot een plicht tot schadeloosstelling. Arbeid die ten goede komt aan een fonds voor slachtoffers kan effectiever en menselijker zijn dan een kale opsluiting.
Ook hier is de kern: de staat vertrouwt erop dat burgers in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen. Wie schade veroorzaakt, moet die herstellen. Dat principe sluit veel beter aan bij de menselijke behoefte aan rechtvaardigheid dan de kilte van een strafblad en een gevangeniscel.
Een ander idee van veiligheid
Ware veiligheid komt niet voort uit camera’s, controles en zwaarbewapende agenten, maar uit een samenleving waarin burgers zich gehoord en gerespecteerd voelen. Waar de politie gezag ontleent aan nabijheid en bemiddeling, niet aan geweld en wapens. Waar rechtspraak snel, begrijpelijk en toegankelijk is, en waar fouten niet eindeloos worden uitgesmeerd, maar zo spoedig mogelijk worden opgelost.
Het optreden tegen advocaten, het normaliseren van politiegeweld, het versmelten van rechtspraak en politiek: het zijn signalen van een samenleving die haar kompas is kwijtgeraakt. Het alternatief ligt niet in een utopische droom, maar in de herontdekking van wat Nederland groot maakte: pragmatische tolerantie, vertrouwen in burgers en een rechtsstaat die niet als wapen, maar als schild fungeert.
Samenlevingsgericht aanpakken van kleine criminaliteit
Veel kleine criminaliteit – fietsendiefstallen, vandalisme, straatintimidatie – ontstaat niet uit berekende misdaad, maar uit uitzichtloosheid, verveling of sociale desintegratie. Vooral in achterstandswijken zie je dat jongeren weinig perspectief hebben en snel in contact komen met verkeerde voorbeelden. Repressie alleen lost dat niet op; hoge boetes en politieoptredens versterken vaak juist de afstand tussen overheid en buurt.
Een betere weg is om wijkgericht sociaal gezag te herstellen. Dat betekent: een zichtbare en aanspreekbare wijkagent die de buurt kent, niet alleen om te handhaven, maar vooral om vertrouwen op te bouwen. En daarnaast “burgervaders en -moeders”: gerespecteerde bewoners die jongeren aanspreken en begeleiden, een rolmodel zijn en fungeren als brug tussen buurt en instituties. Zulke figuren blijken in de praktijk meer gezag te hebben dan een anonieme agent of ambtenaar.
De sociologische wetenschap laat dit zien: in de zogenaamde broken windows benadering werd gesteld dat kleine overlast snel moet worden aangepakt om te voorkomen dat buurten afglijden3, 8. Maar de latere inzichten en meta-analyses uit de community policing-benadering tonen aan dat duurzame veiligheid vooral ontstaat waar politie en bewoners langdurig samenwerken en vertrouwen opbouwen4, 5, 6, 14. Pas wanneer bewoners zelf worden betrokken en de politie dicht bij de gemeenschap staat, ontstaat duurzame veiligheid. Het sociaal kapitaal van buurten – wederzijds vertrouwen, netwerken en gemeenschapszin – blijkt een doorslaggevende factor in het terugdringen van criminaliteit.
Praktisch betekent dit: investeren in jongerenwerk, gemeenschapscentra, sport en cultuurprojecten, en vooral in het versterken van de sociale structuur van wijken. Toezichthouders op wijkniveau kunnen daarbij zinvol zijn, maar niet in de vorm van BOA’s die boetes uitdelen. Hun rol zou veel meer gericht moeten zijn op preventie, gesprek en bemiddeling.
Media als verlengstuk van de macht
De media zouden in een democratie de waakhond van de macht moeten zijn. Ze zouden de burger moeten informeren, kritisch doorvragen en machthebbers confronteren met feiten. Maar in de praktijk zien we iets anders: steeds vaker worden media zelf onderdeel van de machtsstructuur die veiligheid en controle verheft tot hoogste norm.
Kijk hoe snel een individu in opspraak tegenwoordig door kranten en talkshows wordt veroordeeld. Voordat een rechter ook maar naar de zaak heeft gekeken, is het publieke oordeel al geveld. Wie eenmaal door de media tot “verdachte” of “extremist” is gebrandmerkt, raakt dat stempel zelden meer kwijt. Het principe dat iemand onschuldig is tot het tegendeel bewezen is, wordt in de praktijk vervangen door het omgekeerde: schuldig tenzij men in staat is zijn onschuld te bewijzen in een rechtbank die maanden of jaren op zich laat wachten.
Vooral tijdens de coronacrisis werd duidelijk hoe snel de media zich konden voegen naar het overheidsnarratief. Kritische wetenschappers werden weggezet als complotdenkers, advocaten die zich tegen het beleid keerden als gevaarlijke dwarsliggers. Zelfs gewone burgers die vragen stelden bij de proportionaliteit van maatregelen werden publiekelijk bespot. De media namen niet de rol in van vrije waarnemer, maar die van versterker van angst en verlengstuk van de macht.
Daar komt bij dat Europese instituties dit proces verder institutionaliseren. Het meest pregnante voorbeeld is het zogenaamde Chatcontrol-plan van de EU: een voorstel om dienstverleners te verplichten communicatie en afbeeldingen te scannen, ook bij end-to-end versleutelde diensten, met verregaande gevolgen voor privacy en het digitale briefgeheim7, 9, 12, 13, 14, 15. Wat wordt verkocht als bescherming tegen misbruik, is in werkelijkheid de aanleg van een surveillancestructuur die de privécommunicatie van honderden miljoenen Europeanen openlegt voor staatscontrole. Het oude briefgeheim, ooit hoeksteen van vrijheid, wordt ingeruild voor digitaal meekijken. Daarmee verandert de EU in de architect van een nieuwe vorm van controlemaatschappij, waarin privacy niet langer een recht is, maar een uitzondering die telkens opnieuw moet worden bevochten.
Deze samensmelting van media en politiek is gevaarlijker dan vaak wordt beseft. Want wanneer de publieke opinie structureel wordt gekneed door angstcampagnes, door selectieve berichtgeving en door het verdacht maken van afwijkende stemmen, dan verliest de democratie haar zuurstof: het vrije debat. Dan wordt de samenleving herschapen naar een mal waarin slechts één narratief legitiem is, en afwijking daarvan gelijkstaat aan extremisme.
Het optreden tegen advocaat Arno van Kessel is in dit licht geen geïsoleerd incident, maar een symptoom van een bredere trend. Door hem te koppelen aan termen als “anti-institutioneel extremisme” wordt niet alleen zijn persoon aangevallen, maar wordt ook het juridische verzet dat hij vertegenwoordigt, bij voorbaat in diskrediet gebracht. De media verspreiden deze kwalificaties zonder kritische vragen, en zo ontstaat een beeldvorming die de rechtspraak beïnvloedt nog voordat er een zitting plaatsvindt.
In een gezonde samenleving zou de media het verhaal van Van Kessel hebben aangegrepen om vragen te stellen: Waarom wordt een advocaat behandeld als een terrorist? Wat betekent dit voor de scheiding der machten? Hoe kan het dat veiligheidsdiensten met militaire middelen worden ingezet in civiele zaken? Maar zulke vragen worden nauwelijks gesteld. Daarmee toont de media dat zij haar eigen rol als vierde macht grotendeels heeft opgegeven.
Drugsbeleid: van pragmatisme naar repressie
Juist het drugsbeleid laat zien hoe Nederland is afgegleden van pragmatische tolerantie naar repressieve hypocrisie. Decennialang stond ons land bekend om zijn vooruitstrevende gedoogbeleid rond softdrugs. Coffeeshops trokken toeristen uit heel Europa, en de nuchtere logica van het beleid werd geprezen: beter reguleren dan criminaliseren, beter controleren dan bestrijden.
Maar stap voor stap is dit pragmatisme uitgehold. Coffeeshops worden steeds strenger gereguleerd, kwekers blijven strafbaar, en politie-invallen zijn weer dagelijkse kost. Het resultaat: een halfslachtig beleid dat niet de voordelen van legalisering biedt, maar wel de nadelen van criminalisering. Een grijze zone waar vooral georganiseerde misdaad van profiteert, terwijl gewone gebruikers en kleine ondernemers onder druk staan.
Ook hier regeert de logica van angst. In plaats van softdrugs te erkennen als onderdeel van de samenleving en ze veilig en transparant te reguleren, kiest men voor een beleid dat vooral wantrouwen zaait. De ironie is dat de repressie de problemen juist vergroot: illegale handel bloeit, kwaliteit is oncontroleerbaar, en politie en justitie verspillen enorme middelen aan een strijd die bij voorbaat niet te winnen is.
Voor harddrugs geldt hetzelfde. Het taboe op regulering zorgt ervoor dat verslaving wordt gezien als een misdrijf, niet als een medisch en sociaal probleem. Het alternatief – gecontroleerde verstrekking in combinatie met begeleiding en afkickprogramma’s – zou de criminaliteit drastisch terugdringen en gebruikers helpen hun leven terug te krijgen. Maar zolang angst en moralisme regeren, blijft repressie de boventoon voeren.
Het verschil tussen repressie en pragmatische vrijheid is hier glashelder. Een samenleving die kiest voor regulering en vertrouwen wint veiligheid én volksgezondheid. Een samenleving die kiest voor repressie verliest beide – en voedt slechts een schaduweconomie die de echte criminaliteit versterkt.
Slotbeschouwing: Van angststaat naar vertrouwenssamenleving
De brute arrestatie van een advocaat, de permanente aanwezigheid van zwaarbewapende politie in onze straten, de stroom van boetes en regels die de burger tot verdachte maken nog voor hij iets verkeerd heeft gedaan – dit alles toont een samenleving die zichzelf gijzelt in de naam van veiligheid. Wat veiligheid heet, blijkt in werkelijkheid een vorm van controle. Wat bescherming belooft, legt de burger in ketenen.
De media versterken dit proces door zich niet langer te gedragen als vrije waarnemers, maar als spreekbuis van de macht. Ze creëren een werkelijkheid waarin afwijkende stemmen gelijkgesteld worden met extremisme, en waarin gerechtelijke procedures door beeldvorming worden beïnvloed nog voordat een rechter zijn oordeel velt. De rechtsstaat, die burgers zou moeten beschermen tegen willekeur en machtsmisbruik, wordt zo steeds vaker een instrument van diezelfde macht.
Maar wie denkt dat dit de enige weg is, vergist zich. Er bestaat een alternatief – en dat alternatief begint met vertrouwen. Vertrouwen in burgers, vertrouwen in de kracht van de samenleving, vertrouwen in het vermogen om conflicten op te lossen zonder dat de staat als permanente scheidsrechter alles domineert.
Daarom moeten we terug naar de traditie van gedogen: niet als slap compromis, maar als bewijs van volwassen bestuur. Gedogen betekent dat de regel de mens dient, en niet andersom. Het betekent dat er ruimte is voor nuance, voor context, voor gezond verstand. Het betekent dat de overheid de burger niet als vijand behandelt, maar als bondgenoot.
Hetzelfde geldt voor de politie. Een samenleving waarin de agent in de eerste plaats bemiddelaar is, en pas in het uiterste geval ingrijpt met geweld, is veiliger dan een samenleving waarin geweld het uitgangspunt is. De politie die haar gezag ontleent aan menselijke nabijheid, in plaats van aan wapens, maakt een samenleving leefbaar.
De rechtspraak moet opnieuw het schild van de burger worden. Dat betekent: korte wachttijden, toegankelijke procedures, en herstelrecht in plaats van eindeloze opsluiting. Het betekent dat slachtoffers werkelijk erkenning en compensatie krijgen, in plaats van toeschouwers te zijn van een proces dat hen niets oplevert. Het betekent dat voorarrest uitzondering is, geen routine.
En het betekent bovenal dat we de trias politica in ere herstellen. Geen versmelting van politiek, economie en recht, maar scheiding van machten. Een samenleving waarin cultuur en wetenschap onafhankelijk zijn, het recht losstaat van politieke opportuniteit, en economie geen dwang uitoefent op het publieke domein. Zoals Steiner al voorzag, is alleen een maatschappij waarin geestesleven, rechtsleven en economisch leven elk hun eigen autonomie hebben, werkelijk in staat om vrijheid, gelijkheid en solidariteit te garanderen.
Veiligheid is niet de afwezigheid van risico, maar de aanwezigheid van vertrouwen. Een samenleving die kiest voor vertrouwen is niet naïef, maar sterk. Zij durft burgers verantwoordelijkheid te geven, ruimte te laten voor verschil en conflict, en oplossingen te zoeken die verder gaan dan straf en dwang.
Dat is de weg die Nederland opnieuw moet inslaan. Niet een land dat zijn burgers in angst houdt met boetes, camera’s en gewapende eenheden, maar een land dat vrijheid en rechtvaardigheid tot kern maakt. Niet een samenleving die advocaten arresteert omdat ze machtige tegenstanders uitdagen, maar een samenleving die trots is op de moed van wie de macht ter verantwoording roept.
De ware maatstaf van veiligheid is niet hoeveel wapens, camera’s en agenten we hebben, maar hoeveel vertrouwen we durven geven aan elkaar. Alleen zo kan Nederland opnieuw het land worden dat het ooit was: een gidsland, niet in repressie, maar in vrijheid.
Kosten en besparingen
De uitdijende veiligheidsstaat kost niet alleen vrijheid, maar ook veel geld. In totaal geeft Nederland jaarlijks circa 15 miljard euro uit aan politie, justitie en veiligheidstoezicht19. Een groot deel hiervan gaat naar bureaucratie, handhaving en repressie die weinig bijdragen aan daadwerkelijke veiligheid.
- BOA’s en toezicht: Gemeenten geven samen ruim 1,2 miljard euro per jaar uit aan buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) en gemeentelijke toezichthouders20. Door deze functies af te bouwen en om te scholen naar maatschappelijk nuttige banen, kan dit bedrag structureel worden bespaard.
- Boetes: Jaarlijks int de overheid rond de 1,2 miljard euro aan verkeersboetes21. Dat levert inkomsten op, maar gaat ook gepaard met hoge uitvoeringskosten: het innen, verwerken en behandelen van bezwaarprocedures kost honderden miljoenen per jaar, en daarnaast veroorzaakt de boetecultuur maatschappelijk wantrouwen en juridisering. Door het aantal en de hoogte van boetes met 50% te verlagen, daalt de inkomstenstroom voor de overheid met circa 600 miljoen euro, maar verdwijnen tegelijk naar schatting 400–500 miljoen euro aan uitvoeringskosten. Daarbovenop ervaren burgers zelf een lastenverlichting van honderden miljoenen. Netto betekent dit dat de overheid iets minder “verdient” aan repressie, maar de samenleving als geheel goedkoper, eerlijker en minder bureaucratisch uitkomt.
- Politieapparaat: Het politiebudget bedraagt ruim 6,5 miljard euro per jaar19. Een halvering van de politiemacht klinkt ingrijpend, maar omdat een groot deel nu wordt ingezet voor toezicht, administratie en repressie in plaats van bemiddeling, is een besparing van 2 à 3 miljard euro realistisch zonder dat de basisveiligheid in gevaar komt. Deze middelen kunnen worden herbelegd in wijkgerichte inzet, jongerenwerk en een versterkt pro deo-stelsel.
- Gevangenissen: Een gedetineerde kost gemiddeld €340 per dag, oftewel ruim 120.000 euro per jaar22. Met circa 10.000 gedetineerden bedragen de totale kosten zo’n 1,2 miljard euro. Door kleine misdrijven voortaan met herstelrecht en schadevergoeding af te handelen, kan minimaal 300–400 miljoen euro per jaar worden bespaard.
In totaal kan Nederland zo 4 tot 5 miljard euro per jaar besparen door de repressiestaat om te vormen tot een samenleving die inzet op vertrouwen, herstel en gemeenschapszin. Dit geld kan beter worden besteed aan onderwijs, cultuur en welzijn, waar de maatschappelijke baten aanzienlijk groter zijn.
Beleidsvoorstellen
- Voorbij de veiligheidsparanoia: Het huidige veiligheidsdenken moet worden teruggebracht tot proportie. Angst mag geen politiek instrument zijn. Veiligheidsbeleid moet burgers daadwerkelijk beschermen, in plaats van hen te onderwerpen aan een voortdurende sfeer van dreiging en controle1, 17.
- Herstel van de gedoogcultuur: Nederland is groot geworden door pragmatisme. Het gedoogbeleid liet zien dat regels soms moeten buigen voor gezond verstand en menselijke maat. Dat principe moet terugkeren: de regel dient de mens, en niet andersom17.
- Politie hervormen en centraliseren: De politiefunctie moet terug naar haar kerntaken: bescherming, nabijheid en bemiddeling. Naar het model van vóór 1993 wordt de politie gedecentraliseerd en krijgt zij weer een lokaal karakter, met korpsen onder gezag van burgemeesters en slechts een kleine landelijke dienst voor coördinatie en grensoverschrijdende taken. De macht en aanwezigheid van de politie in het straatbeeld worden teruggebracht, onnodige bewapening verdwijnt en de politiemacht wordt gehalveerd2, 23.
- Stop het BOA-legertje: Gemeentelijke toezichthouders en BOA’s, die vaak slechts boetes uitschrijven en burgers intimideren, dragen niet bij aan vertrouwen in de rechtsstaat. Hun functies kunnen beter verdwijnen, terwijl deze mensen worden begeleid naar maatschappelijk nuttige en zinvolle banen17.
- Wijkagent als vaste spil in de buurt: Elke wijk krijgt een herkenbare en toegankelijke wijkagent die niet alleen optreedt bij overtredingen, maar vooral werkt aan vertrouwen en binding. Door langdurig aanwezig te zijn, de bewoners te kennen en aanspreekbaar te zijn, groeit wederzijds respect. Dit sluit aan bij inzichten uit community policing, die laten zien dat structurele nabijheid en samenwerking met bewoners veel effectiever zijn in het voorkomen van criminaliteit dan anonieme repressie4, 5, 6, 14.
- Burgervaders en -moeders versterken de sociale structuur: Naast de formele rol van de wijkagent krijgen gerespecteerde buurtbewoners een actieve rol als burgervaders en -moeders. Zij zijn vertrouwde aanspreekpunten voor jongeren, kunnen bemiddelen bij conflicten en fungeren als rolmodellen. Deze informele sociale controle vergroot het sociaal kapitaal in buurten en biedt jongeren perspectief en steun. Wetenschappelijke literatuur laat zien dat buurten waar bewoners elkaar aanspreken en ondersteunen minder snel afglijden naar criminaliteit en overlast4, 14.
- Bescherm het demonstratierecht: Het gebruik van zogenaamde Romeo’s en andere politie-infiltratie die demonstraties bewust laten escaleren, moet worden verboden. Het recht op vreedzaam protest is een kernwaarde van de democratie. Politie mag niet zelf rellen organiseren om bewegingen verdacht te maken.
- Beperk voorarrest en willekeur: Het standaard gebruik van voorarrest is onverenigbaar met de rechtsstaat. Alleen bij zwaarwegende verdenkingen of direct gevaar kan voorarrest nog een rol spelen. Het uitgangspunt moet zijn dat iemand onschuldig is tot het tegendeel bewezen is.
- Trial by media tegengaan: Media mogen verdachten niet langer publiekelijk schuldig verklaren voordat een rechter uitspraak heeft gedaan. De onschuldpresumptie moet actief worden bewaakt, en ook publieke omroepen en kranten dragen daarvoor verantwoordelijkheid.
- Stop Europese surveillantie: Voorstellen zoals de Europese Chatcontrol, die communicatie van alle burgers doorlichten, betekenen een fundamentele breuk met grondrechten als privacy en briefgeheim. Nederland moet zich daartegen verzetten en voorkomen dat de EU een digitale surveillancestaat inricht7, 9, 12, 13, 14, 15.
- Driegeleding van de samenleving: De scheiding van machten moet opnieuw serieus worden vormgegeven. Niet alleen wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht moeten onafhankelijk zijn, maar ook het geestesleven (cultuur, wetenschap, media) en het economisch leven (arbeid en kapitaal) moeten hun eigen domein behouden. Vrijheid in het geestesleven, gelijkheid in het rechtsleven en solidariteit in het economisch leven vormen samen een samenleving die weerstand biedt aan machtsconcentratie.
- Scheiding Raad van State: De dubbele rol van adviseur en rechter wordt ontkoppeld; een nieuwe Wetgevingsraad gaat wetten beoordelen, terwijl de Raad van State zich beperkt tot rechtspraak.
- Boetecultuur terugdringen: Boetes zijn de afgelopen decennia verworden tot verdienmodel. Hun aantal en hoogte moeten drastisch omlaag, en twijfelgevallen mogen niet bestraft worden. Onterechte boetes moeten niet alleen worden kwijtgescholden, maar ook leiden tot genoegdoening voor de burger17.
- Toegankelijke beroepsprocedures: Burgers moeten laagdrempelig bezwaar kunnen maken tegen boetes, via een brief of digitaal. Zij verdedigen zich rechtstreeks tegenover de verbalisant. De rechter beslist snel en zonder bureaucratische vertraging, binnen dagen of weken in plaats van maanden.
- Herstelrecht in plaats van opsluiting: Kleine misdrijven hoeven niet te leiden tot gevangenisstraf, maar kunnen beter worden omgezet in plichten tot schadevergoeding of bijdragen aan een fonds voor slachtoffers. Dit sluit beter aan bij de behoefte aan rechtvaardigheid en helpt daders verantwoordelijkheid te nemen17.
- Nationaal fonds voor slachtoffers: Een fonds dat slachtoffers schadeloos stelt, gefinancierd uit arbeid en bijdragen van daders, kan rechtvaardiger en effectiever zijn dan het huidige strafsysteem. Slachtoffers krijgen erkenning en daadwerkelijke compensatie17.
- Snellere en burgergerichte rechtspraak: Rechtszaken moeten sneller worden afgehandeld, met communicatie op het niveau van gewone burgers. De rechtspraak moet laagdrempelig, efficiënt en transparant worden ingericht, zodat burgers vertrouwen terugkrijgen.
- Sterker pro deo-stelsel: Iedere burger moet toegang hebben tot professionele juridische bijstand, ook wanneer hij of zij geen financiële middelen heeft. Pro deo-advocaten verdienen een hogere vergoeding, zodat kwaliteit en beschikbaarheid gegarandeerd zijn.
- Ontwapening van de politie: Gewone agenten hoeven niet permanent bewapend te zijn. Vuurwapens mogen uitsluitend worden ingezet door gespecialiseerde arrestatieteams bij levensgevaarlijke situaties. De politie krijgt training in de-escalatie en bemiddeling17.
- Rechtskennis in het onderwijs: Jongeren moeten al op school leren wat hun rechten en plichten zijn. Basiskennis van strafrecht en staatsrecht moet een verplicht vak worden in het middelbaar onderwijs.
- Vrijgeven en reguleren van softdrugs: Productie, handel en consumptie van softdrugs worden volledig gereguleerd. Coffeeshops en telers krijgen een legale status, waardoor de zwarte markt verdwijnt en kwaliteit wordt gegarandeerd17.
- Medische verstrekking van harddrugs: Verslaafden krijgen harddrugs verstrekt onder medisch toezicht, gekoppeld aan begeleiding en afkickprogramma’s. Op die manier wordt criminaliteit teruggedrongen en krijgen gebruikers de kans hun leven weer op te bouwen17.
Bronnen:
- Centraal Bureau voor de Statistiek. (2025). Langdurige daling criminaliteit ten einde? https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2025/langdurige-daling-criminaliteit-ten-einde- Centraal Bureau voor de Statistiek+1
- Wikipedia. (z.d.). Dienst Speciale Interventies (DSI). https://en.wikipedia.org/wiki/Dienst_Speciale_Interventies (geraadpleegd 3 okt 2025) – beschrijft oprichting (1 juli 2006) en gemengde politie-militaire samenstelling. Wikipedia
- Wilson, J. Q., & Kelling, G. L. (1982). Broken Windows. The Atlantic Monthly. PDF: https://faculty.washington.edu/matsueda/courses/587/readings/Wilson%20and%20Kelling%20(1982).pdf faculty.washington.edu
- Gill, C., Weisburd, D., Telep, C., Vitter, Z., & Bennett, T. (2014). Community-oriented policing to reduce crime, disorder and fear and increase satisfaction and legitimacy among citizens: A systematic review. Samengevat in: Criminology & Public Policy (2017) overzichtsartikel. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/CL2.174 Wiley Online Library
- Ekici, N., & co-auteurs. (2022). A meta-analysis of the impact of community policing on crime, disorder, fear, and satisfaction. Journal of Community Safety and Well-Being, 7(1), 26–35. https://www.journalcswb.ca/index.php/cswb/article/view/244/736 journalcswb.ca
- Taylor, B. G., et al. (2022). The effects of community-infused problem-oriented policing: A randomized controlled trial. Journal of Experimental Criminology. Open access samenvatting: https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9638250/ PMC
- European Commission / European Parliament Research Service. (2023). Proposal for a Regulation laying down rules to prevent and combat child sexual abuse (COM(2022) 209) – dossieroverzicht. https://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/STUD/2023/740248/EPRS_STU(2023)740248_EN.pdf Europese Parlement
- U.S. Department of Justice, National Institute of Justice. (1999). “Broken Windows” and Police Discretion (Research Report). https://www.ojp.gov/pdffiles1/nij/178259.pdf Office of Justice Programs
- Electronic Frontier Foundation. (2025). Chat Control Is Back on the Menu in the EU. It Still Must Be Stopped. https://www.eff.org/deeplinks/2025/09/chat-control-back-menu-eu-it-still-must-be-stopped-0 Electronic Frontier Foundation
- Grey Dynamics. (2023). DSI: Dutch Police Special Operators (achtergrondstuk over gemengde samenstelling politie/militair). https://greydynamics.com/dsi-dutch-police-special-operators/ Grey Dynamics
- EDRi – European Digital Rights. (2025). Chat Control: What is actually going on? https://edri.org/our-work/chat-control-what-is-actually-going-on/ European Digital Rights (EDRi)
- Wired. (2023). Europe’s Moral Crusader Lays Down the Law on Encryption. https://www.wired.com/story/europes-moral-crusader-lays-down-the-law-on-encryption WIRED
- Wired. (2022). The EU Wants Big Tech to Scan Your Private Chats for Child Abuse. https://www.wired.com/story/europe-csam-scanning-law-chat-encryption WIRED
- Le Monde. (2023). The EU fight against child pornography stokes fears of widespread online surveillance. https://www.lemonde.fr/en/les-decodeurs/article/2023/09/26/the-eu-fight-against-child-pornography-stokes-fears-of-widespread-online-surveillance_6140055_8.html Le Monde.fr
- TechRadar. (2025). Over 500 cryptography scientists and researchers slam the EU proposal to scan encrypted chats. https://www.techradar.com/computing/cyber-security/its-just-smoke-and-mirrors-over-500-cryptography-scientists-and-researchers-slam-the-eu-proposal-to-scan-all-your-whatsapp-chats
- Timmermans, B. (2025, 1 juli). Antiterrorisme-grijparmen deponeren Arno van Kessel in de gevangenis. Gezond Verstand. https://gezondverstand.eu/2025/07/01/antiterrorisme-grijparmen-deponeren-arno-van-kessel-in-de-gevangenis/
- Gietelink, A. (z.d.). 10. Veiligheid, Politie en Justitie. Alternatief. https://vrijalternatief.wordpress.com/10-veiligheid-politie-en-justitie/
- Steiner, R. (1919). Die Kernpunkte der sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft. Dornach: Philosophisch-Anthroposophischer Verlag. (Nederlandse vertaling: Kernpunten van het sociale vraagstuk). https://elib.antroposofie.nl/steiner/ga/ga023/
- Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2023). Jaarverslag JenV 2022–2023. https://www.rijksbegroting.nl/
- Inspectie Justitie en Veiligheid. (2020). Toezicht in beeld: onderzoek naar BOA’s en gemeentelijk toezicht. https://www.inspectie-jenv.nl/
- Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). (2022). Jaarverslag 2021–2022. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verkeersboetes
- Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). (2021). Kosten van strafrechtelijke sancties in Nederland. https://www.wodc.nl/
- Spaanstra, D. (2025, 7 juni). Politie-onmin bij de grootste Nederlandse veiligheidsoperatie ooit. Gezond Verstand. https://gezondverstand.eu/2025/06/03/politie-onmin-bij-de-grootste-nederlandse-veiligheidsoperatie-ooit/
Klimaat, Energie en Ecologische verantwoordelijkheid
Klimaatkritisch, milieubewust, nuchter en mensgericht

Samenvatting
Hart voor Vrijheid kiest voor nuchter en eerlijk klimaat- en milieubeleid: geen paniek, geen dwang, maar verstandige keuzes die betaalbaar en haalbaar zijn. We zetten in op adaptatie (dijken, waterbeheer, landbouw), echte milieubescherming (tegen fijnstof, gifstoffen, PFAS, microplastics en ontbossing) en technologische innovatie zoals thorium en waterstof. Burgers houden vrijheid in wonen, energie en mobiliteit: geen opgelegde warmtepompen of verplichte elektrische auto’s, maar keuzevrijheid en lokale kracht via buurt-energieprojecten. Transparantie staat voorop – over water, lucht, straling en beleid. Zo bouwen we aan een samenleving waarin mens, natuur en vrijheid in balans zijn.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Klimaat en energiebeleid nuchter en vrij: Hart voor Vrijheid wil geen dwang of angstpolitiek rond klimaat. We stoppen met onzinnige CO₂-heffingen en verplichte maatregelen, en zetten in op betrouwbare, betaalbare energie. Mensen houden keuzevrijheid (gas, waterstof, thorium en innovatieve technieken). Gronings gas wordt op verantwoorde wijze herstart, met ruimhartige compensatie voor de gedupeerden. Thorium MSR’s zien wij als nieuwe, milieuvriendelijke en veilige kernreactoren voor de toekomst.
- Gezonde leefomgeving en echte milieuzorg: In plaats van dure klimaatplannen richten we ons op tastbare milieuproblemen: minder vervuiling van water, lucht en bodem, aanpak van microplastics, PFAS, ontbossing en afval. Circulaire economie en hergebruik staan centraal, met lokale initiatieven en buurtprojecten.
- Mobiliteit en technologiekeuze zonder dwang: Burgers en bedrijven houden vrijheid van vervoer en techniek. Geen verplichte vervuilende elektrische auto’s of windparken, maar ruimte voor alternatieven zoals waterstof en echt schone brandstoffen. Productie moet eerlijk en schoon zijn, zonder verborgen vervuiling, schade of kinderarbeid.
- Transparantie, gezondheid en veiligheid: We kiezen voor eerlijk water- en peilbeheer, meer openheid in luchtvaart en brandstoffen, en bescherming van gezondheid tegen straling (4G/5G) en vervuiling. De overheid moet open zijn en zich baseren op feiten, zodat burgers zelf kunnen controleren. Veiligheid en gezondheid komen vóór ideologie of prestigeprojecten.

Inleiding
Hart voor Vrijheid pleit voor een rationeel en wetenschappelijk onderbouwd milieubeleid dat de menselijke maat centraal stelt. Ecologische integriteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid horen samen te gaan met economische stabiliteit en menselijk welzijn. We erkennen het belang van zorgvuldig omgaan met onze leefomgeving, maar wijzen alarmisme en dogmatisch beleid af. Klimaatverandering vraagt om verstandige keuzes, geen dure paniekmaatregelen.
CO₂ en klimaatverandering: een complex samenspel
Klimaatverandering wordt vaak eenzijdig toegeschreven aan CO₂, terwijl de werkelijkheid veel complexer is. Hoewel de CO₂-uitstoot sinds de industriële revolutie is toegenomen, tonen ijskernonderzoeken aan dat temperatuurveranderingen in het verleden vaak voorafgingen aan stijgende CO₂-niveaus1. Dit wijst op een omgekeerde causale volgorde: CO₂ is eerder een versterkend effect dan de primaire oorzaak.
Tussen 1940 en 1980 daalde de temperatuur wereldwijd licht, ondanks een stijgende CO₂-uitstoot2. Andere factoren zoals zonneactiviteit, oceaanstromingen en vooral waterdamp, een krachtiger broeikasgas, spelen een grotere rol in het klimaatsysteem3. Bovendien is CO₂ essentieel voor plantengroei en biodiversiteit.
De zogenaamde “wetenschappelijke consensus” over CO₂ als hoofdschuldige is deels gebaseerd op misleidende methoden. Uit onderzoek van Legates et al. blijkt dat slechts een hele kleine minderheid van de wetenschappelijke publicaties daadwerkelijk expliciet CO₂ als dominante oorzaak noemt4. Ook uit de analyse van Hans Labohm blijkt dat het CO₂-verhaal historisch gezien vooral politiek geconstrueerd is: van de VN-conferentie in Stockholm in 1972 tot de oprichting van het IPCC in 1988 werd de nadruk bewust gelegd op CO₂ als schuldige, met actieve steun van invloedrijke industriëlen en bankiers zoals Maurice Strong en de Rockefeller-dynastie49. Wetenschap is geen kwestie van stemmen tellen, maar van open debat en voortdurende toetsing van hypotheses.
Adaptatie en preventie: omgaan met veranderingen
In plaats van ineffectieve en kostbare mitigatiestrategieën dienen we in te zetten op adaptatie. Denk aan dijkversterking, beter waterbeheer en droogtebestendige landbouw. Nederland kan zijn wereldwijde voortrekkersrol in watermanagement versterken.
Bovendien laten internationale rampendatabases zien dat het aantal klimaatrampen de afgelopen decennia niet structureel is toegenomen5. Warme perioden gingen in de geschiedenis vaak samen met economische bloei, terwijl koude periodes juist gepaard gingen met misoogsten en volksziekten. Een iets hogere gemiddelde temperatuur kan dus voordelen opleveren voor landbouw, biodiversiteit en levenskwaliteit.
Vrijheid van wonen en afwijzing van dwangmaatregelen
Het huidige klimaatbeleid leidt tot steeds meer ingrepen in de privésfeer van burgers, zoals de verplichte isolatie van woningen, het verbod op cv-ketels en het gedwongen overstappen naar warmtepompen. Deze maatregelen zijn kostbaar, verstoren het wooncomfort, en gaan vaak gepaard met onvoldoende onderbouwing52. Hart voor Vrijheid staat voor een realistisch renovatiebeleid waarin draagvlak, keuzevrijheid en financiële haalbaarheid voorop staan. Klimaatdoelen mogen nooit leidend zijn boven het recht op comfortabel en betaalbaar wonen.
Daarbij komt dat de financiële lasten van het huidige klimaatbeleid nu al buitensporig hoog zijn. Nederlandse huishoudens besteden tussen de 2 en 15% van hun besteedbaar inkomen aan energie, afhankelijk van de regio. In de Randstad, waar veel hoogbouw en relatief energiezuinige nieuwbouw staat, ligt dit aandeel vaak lager. In Oost- en Noord-Nederland, met meer vrijstaande en oudere woningen, lopen de percentages echter sterk op, soms tot boven de 15% van het besteedbaar inkomen53. Dit verschil illustreert een groeiende “energiekloof” binnen Nederland, die door het huidige beleid eerder zal toenemen dan afnemen.
Internationale berekeningen laten zien hoe disproportioneel deze uitgaven zijn in verhouding tot het beoogde effect. Volgens Nobelprijswinnaar William Nordhaus kost het wereldwijd duizenden miljarden om via CO₂-reductie de mondiale temperatuurstijging in 2100 met slechts 1 graad Celsius te beperken. Zijn DICE-model (Dynamic Integrated Climate-Economy) becijfert dat een temperatuurreductie van 1°C in de orde van 3.000 tot 5.000 miljard dollar per jaar aan mondiale kosten vergt54. Omgerekend gaat het om duizenden euro’s per huishouden per jaar, decennialang. Ook de Stern Review, hoewel beleidsmatig veel activistischer, erkent impliciet dat de kosten van mitigatie uitzonderlijk hoog zijn en vaak de baten overstijgen55. Roger Pielke Jr. en andere economen bevestigen dat het vrijwel onmogelijk is om significante temperatuurreductie te bereiken zonder een ongekende economische krimp of drastische technologische doorbraken56. Anders gezegd: de economische schade van een dergelijk beleid overstijgt ruimschoots de vermeende klimaatwinst.
Energiebeleid in dienst van mens en milieu
Wij staan open voor een geleidelijke overstap naar schonere energiebronnen, niet vanwege CO₂, maar vanwege andere milieuproblemen die samenhangen met verbranding, zoals fijnstof, stikstofoxiden en zwavelverbindingen. Deze stoffen veroorzaken aantoonbare schade aan luchtkwaliteit, volksgezondheid en natuur. Onderzoek van de WHO laat zien dat luchtverontreiniging wereldwijd miljoenen vroegtijdige sterfgevallen per jaar veroorzaakt, met name door fijnstof en stikstofoxiden57. In Nederland blijkt uit RIVM-onderzoek dat luchtverontreiniging jaarlijks duizenden doden en tienduizenden ziekenhuisopnames veroorzaakt, terwijl juist een overstap naar schonere brandstoffen en technieken deze effecten aanzienlijk kan verminderen58. Ook studies naar luchtkwaliteit rond kolencentrales tonen dat de gezondheidseffecten van fijnstof, kwik en stikstofoxiden vele malen groter zijn dan de economische waarde van de opgewekte energie59.
Daarom zien wij de energietransitie niet als een ideologisch doel op zich, maar als een middel dat moet bijdragen aan betrouwbaarheid, betaalbaarheid, volksgezondheid en daadwerkelijke milieubescherming. Wij zijn tegen energiebeleid dat burgers en bedrijven afhankelijk maakt van marktmonopolies, perverse subsidies of instabiele geopolitieke regio’s. Technologieën dienen daadwerkelijk bij te dragen aan onze natuurlijke balans, zonder sociale of ecologische schade.
Soeverein beheer van energie-infrastructuur
De toegang tot energie is een fundamenteel recht en mag niet afhankelijk zijn van monopolistische structuren of ondoorzichtige netbeheerders. De toenemende centralisatie van het elektriciteitsnet, in handen van partijen als TenneT en Netbeheer Nederland, belemmert de ontwikkeling van decentrale initiatieven. Burgers en lokale gemeenschappen die zelf duurzame energie willen opwekken, worden geconfronteerd met aansluitbeperkingen, bureaucratie en ongelijke toegang tot infrastructuur. Hart voor Vrijheid pleit daarom voor een herziening van het netbeheer, met ruimte voor democratische controle en lokale eigendom van kritieke netwerken.
Thorium: veilige kernenergie met toekomst
Thoriumcentrales bieden een innovatieve en veilige vorm van kernenergie. Ze produceren aanzienlijk minder en kortlevend radioactief afval, met een halfwaardetijd van ongeveer 300 jaar in plaats van tienduizenden jaren. Dankzij hun inherent veilig ontwerp is het risico op ongelukken klein en kan het gebruikte materiaal niet worden ingezet voor kernwapens6. Hart voor Vrijheid wil actieve publieke investeringen in thoriumonderzoek, inclusief vergunningstrajecten en infrastructuur. Thorium moet de ruggengraat worden van een betrouwbare, betaalbare en schone energievoorziening in Nederland.
Aardgas: een schone conventionele optie met verantwoord boren
Aardgas behoort tot de schoonste conventionele energiebronnen. Bij verbranding stoot het aanzienlijk minder fijnstof uit dan steenkool of olie, met ook minder zwavel- en stikstofoxiden7. Het zorgt daardoor voor een relatief lage sterfte en milieubelasting per geproduceerde kilowattuur8.
Het is mogelijk om verantwoord naar gas te boren, zonder de problemen van Groningen te herhalen. Nieuwe technieken zoals seismische monitoring, gerichte productie en risicobeoordeling kunnen bodembeweging minimaliseren. In Groningen leidde gaswinning tot bodemdaling en aardbevingen, de overheid besloot daarom vanaf 2014 uit te faseren en uiterlijk in 2030 te stoppen9, 10. Kritische evaluaties laten zien dat tot 2013 veiligheidssignalen genegeerd werden, maar sindsdien zijn strengere monitoring en risicobeheersing geïmplementeerd11, 12.
Door deze lessen toe te passen kan gaswinning in veilige gebieden wél verantwoord plaatsvinden, met moderne technologieën en strenge veiligheidsnormen, zonder herhaling van de fouten uit Groningen.
Daarnaast verdienen ook alternatieve inzichten over zogenaamde ‘fossiele brandstoffen’ de aandacht. Steeds meer onderzoekers stellen dat aardolie en aardgas mogelijk niet van fossiele oorsprong zijn, maar abiotisch diep in de aardmantel worden gevormd. Deze hypothese wordt onderbouwd door voorbeelden van olievelden die zichzelf aanvullen, zoals Eugene Island in de Golf van Mexico, en door laboratoriumonderzoek naar abiotische koolwaterstofvorming50. Gerard van Ham en Albert van de Ven laten zien dat de fossiele herkomsttheorie vooral in stand wordt gehouden om schaarste te suggereren en politieke agenda’s te ondersteunen51. Het erkennen van zulke alternatieve benaderingen benadrukt dat beleid niet gebaseerd mag zijn op één enkel verhaal, maar op een open en kritisch debat.
Lokale circulaire energie: gemeenschappen aan het roer
Een andere koers is mogelijk. Steeds meer burgers nemen het heft in eigen handen en bouwen aan energie-oplossingen die passen bij hun leven en leefomgeving. In plaats van afhankelijk te zijn van anonieme energiereuzen, kiezen zij voor circulaire, lokale energieproductie: eenvoudig, slim, kleinschalig en verbonden met hun gemeenschap.
In dorpen en wijken ontstaan kleinschalige initiatieven die reststromen zoals voedselafval, uitwerpselen en mest omzetten in biogas. Dit gas kan vervolgens worden gebruikt om op te koken of kleine installaties van stroom te voorzien27. In Duitsland is het dorp Wildpoldsried al jaren energiepositief dankzij biogas, zon en waterkracht28. In Amsterdam Zuidoost is De Groene Hub een inspirerend voorbeeld van hoe energie, voedsel, afval, water en onderwijs samenkomen in één ecosysteem van lokale veerkracht. En in het Zwitserse Walenstadt verhandelen buurtbewoners onderling opgewekte zonne-energie via een eigen platform24. Zonder tussenkomst van monopolistische netbeheerders.
Daarnaast groeit de aandacht voor hergebruik van gezuiverd afvalwater en de inzet van waterstof als opslagmedium. Overtollige energie uit zon of biogas kan via elektrolyse worden omgezet in waterstof, die vervolgens via brandstofcellen beschikbaar komt voor mobiliteit of verwarming25. Ook in Australië worden inmiddels pilots opgezet waarbij voedselresten en rioolslib lokaal worden vergist, met als resultaat: energie voor huishoudens én compost voor boeren26.
Dit zijn geen utopieën, maar werkbare modellen die nu al bestaan. Hart voor Vrijheid wil deze initiatieven niet belemmeren met bureaucratische drempels, maar juist ondersteunen en opschalen: juridisch, financieel en technologisch. Lokale gemeenschappen dienen eigenaar te kunnen worden van hun eigen energieproductie. Zo maken we van de energietransitie een burgerbeweging; niet een verdienmodel voor multinationals.
- Financiële ondersteuning voor buurtgedreven biogasopwekking en kringloopprojecten.
- Integratie van water- en energiekringlopen in stadsplanning en plattelandsgemeenschappen.
- Lokale platforms voor energiemarkten met peer-to-peer-uitwisseling.
- Ondersteuning voor waterstofopslag en brandstofcellen als aanvulling op biogas en zon.
- Participatieve energieprojecten waarin burgers eigenaar zijn van hun voorziening.
Vrije energie: onderzoek en mogelijkheden
Hoewel controversieel, groeit de belangstelling voor vrije-energie-technologieën die gebruikmaken van vacuümfluctuaties of magnetische resonantie. Onafhankelijke onderzoekers claimen systemen te hebben ontwikkeld die meer energie opleveren dan ze verbruiken, zoals bij het werk van Tom Bearden over zero-point-modules23.
Hoewel veel van deze experimenten nog geen breed bewijs hebben opgeleverd, pleit Hart voor Vrijheid voor interdisciplinair en transparant onderzoek. Serieuze voorbeelden zijn te vinden in peer-reviewed studies van o.a. Harold Puthoff13,R.L. Forward14en het NASA Breakthrough Propulsion Physics Program15. Innovatie begint vaak daar waar anderen stoppen met kijken.
Windturbines en zonneparken: schadelijk en ineffectief
Windturbines veroorzaken geluidsoverlast, verstoren fauna en beïnvloeden lokaal het klimaat16. Offshore windparken schaden mariene ecosystemen, verstoren migratieroutes van vissen en zoogdieren, en beïnvloeden voedselketens via onderwatergeluid en sedimentatie17, 18, 19, 20. Grootschalige zonneparken op landbouwgrond veroorzaken lokaal het “Photovoltaic Heat Island”-effect: stijgende oppervlaktetemperaturen die biodiversiteit en waterbalans verstoren21. Gezien hun beperkte bijdrage van circa 6% aan de totale energievoorziening, pleiten wij voor een stop op nieuwe wind- en zonneparken in kwetsbare gebieden en een planmatige afbouw van bestaande installaties. Ruimte moet worden teruggegeven aan natuur, landbouw en gemeenschap.
Biomassacentrales: vervuilend en misleidend
Biomassacentrales verbranden houtpellets en dragen bij aan grootschalige ontbossing, transportvervuiling en fijnstofuitstoot. Ironisch genoeg wordt dit als ‘duurzaam’ gepresenteerd, terwijl het verbranden van biomassa méér CO₂ uitstoot dan fossiele brandstoffen per eenheid energie22.
Bomen zijn essentieel voor CO₂-opslag en biodiversiteit. Hart voor Vrijheid pleit voor sluiting van biomassacentrales en het stopzetten van bijbehorende subsidies.
Strategische grondstoffen en mobiliteit: eerlijke keuzes voor mens en milieu
De energietransitie vraagt om enorme hoeveelheden zeldzame metalen zoals lithium, kobalt en neodymium. De mijnbouw die daarvoor nodig is, veroorzaakt vaak rampzalige ecologische schade, mensenrechtenschendingen en geopolitieke afhankelijkheid. Denk aan kinderarbeid in de kobaltmijnen van Congo, ernstige watervervuiling door lithiumwinning in Zuid-Amerika en ontbossing in Indonesië voor nikkelontginning. Ook in Europa leidt geplande mijnbouw tot maatschappelijke onrust, zoals bij het Litiumproject in de Portugese Serra da Estrela of in het Fennoscandisch Schild in Scandinavië44.
De elektrische auto wordt in dit geheel vaak onterecht als dé duurzame oplossing gepresenteerd. De productie van batterijen is zeer milieubelastend en energie-intensief. Bovendien maakt het toenemend gebruik van elektrische auto’s de druk op ons elektriciteitsnet onhoudbaar. Volgens Netbeheer Nederland zijn al in 2024 tientallen knelpunten op het net ontstaan, met name door het laden van elektrische voertuigen45. De verwachting is dat het stroomgebruik van elektrische auto’s in 2030 tot 10% van het totale nationale elektriciteitsverbruik zal bedragen46. Daar komt bij dat het opladen vaak gebeurt met grijze stroom uit fossiele bronnen of biomassa; dus zelfs volgens het voorgeschreven verhaal is de vervuiling niet weg, maar slechts verschoven.
Hart voor Vrijheid pleit daarom voor een herwaardering van de traditionele brandstofauto. Moderne benzine- en dieselmotoren, mits goed onderhouden en uitgerust met filters en katalysatoren, zijn relatief schoon en efficiënt in vergelijking met het hele systeem achter batterij-elektrische voertuigen. Bovendien bestaat voor conventionele auto’s al een wereldwijd infrastructuurnetwerk, met bekende risico’s en bewezen veiligheidsnormen. Vrijheid van mobiliteit mag geen slachtoffer worden van ideologische afgedwongen keuzes.
Daarbij moet vol worden ingezet op technologische alternatieven zoals de waterstofauto met brandstofcel. Deze voertuigen zijn bij gebruik emissievrij, kunnen snel worden bijgetankt en zijn beter geschikt voor zwaar of langeafstandsvervoer. Ze bevatten minder zeldzame metalen dan batterijauto’s en hun productie kan op termijn lokaal worden verduurzaamd met elektrolyse op basis van wind of zon47. Ook hun milieubelasting is lager wanneer men kijkt naar de hele levenscyclus48.
De toekomst van mobiliteit hoort niet in handen te zijn van monopolistische accufabrikanten, maar van burgers en bedrijven die in vrijheid kunnen kiezen; op basis van kosten, gebruik en duurzaamheid.

Echte milieubescherming en circulaire innovatie
Onze leefomgeving vraagt om bescherming bij de bron. Daarom wil Hart voor Vrijheid de werkelijke vervuiling aanpakken: fijnstof, industriële stikstofverbindingen, pesticiden, microplastics en ontbossing. Stikstofemissies uit de landbouw vallen buiten dit hoofdstuk; die horen bij het landelijk leven en worden in het hoofdstuk over landbouw behandeld.
De vervuiler dient te betalen. Geen afkoop via CO₂-compensatiemarkten of abstracte klimaatfondsen waar vooral consultants en bureaucratie beter van worden. Echte ecologische verantwoordelijkheid begint lokaal: met recycling, hergebruik en een circulaire economie die mensen en gemeenschappen versterkt in plaats van ze op te zadelen met dure top-down maatregelen.
Concrete maatregelen zijn onder meer het stimuleren van lokale hergebruikfabrieken, waar afvalplastic, textiel en elektronica op wijkniveau worden verwerkt tot nieuwe grondstoffen. Bewoners kunnen daarbij worden betrokken via werkgelegenheid en onderwijs. Sigarettenfilters vormen wereldwijd een van de grootste bronnen van zwerfafval en bevatten schadelijke stoffen die langzaam in het milieu lekken. In plaats van statiegeld op filters te heffen, wat moeilijk uitvoerbaar is en de kern van het probleem niet raakt, verdient het aanbeveling alternatieve, afbreekbare of filtervrije rookproducten te stimuleren. Tegelijkertijd moet het ontmoedigen van roken gepaard gaan met voorlichting over de impact van deze producten op natuur en gezondheid.
Wat betreft verpakkingen kiest Hart voor Vrijheid voor een benadering die zich richt op de producent. Fabrikanten dienen verantwoordelijk gehouden te worden voor de hoeveelheid en samenstelling van verpakkingsmateriaal. In plaats van consumenten te belasten met taksen of symbolische verbodjes, zetten wij in op stimulering van herbruikbare glazen flessen, navulverpakkingen en de uitfasering van wegwerpplastic. Voor kleine en overbodige verpakkingen geldt: liever weren aan de bron dan belasten aan de kassa.
Als we dan toch gaan recyclen voeren we een universele terugnameplicht in: ieder innamepunt accepteert alle statiegeldverpakkingen met NL-markering, ongeacht herkomst. We richten een onafhankelijk Deposit Clearing House op dat de kosten en retourstromen centraal verrekent, zodat consumenten overal makkelijk kunnen inleveren. Machines gaan naast barcodes ook vorm- en materiaalherkenning gebruiken, zodat flessen met beschadigde etiketten toch worden geaccepteerd. We breiden het netwerk uit naar stations, tankstations, scholen en evenementen. Producenten betalen via de UPV-bijdrage de volledige keten, met lagere tarieven voor hoogwaardig recyclebare verpakkingen. Doel: ≥95% retour, minder zwerfafval en maximaal gemak voor de consument.
Waterkwaliteit kan worden verbeterd door strengere lozingsnormen op medicijnresten, PFAS en zware metalen, met effectieve controle op naleving. Microplastics worden aangepakt via filtersystemen bij wasmachines, zuiveringsinstallaties en door innovatie in textiel, banden en cosmetica. Ook hier geldt: voorkomen is beter dan achteraf opruimen.
Bij fijnstof ligt de nadruk op schonere verbrandingstechnieken in industrie en verkeer, bijvoorbeeld door filters, elektrische binnenvaart en versnelling van lokale railinfrastructuur. Tegen pesticiden willen we een verbod op glyfosaat en neonicotinoïden, met ondersteuning voor biologische alternatieven. En tegen ontbossing pleiten we voor een wettelijk verbod op import van producten waarvoor tropisch regenwoud is gekapt, gecombineerd met stimulering van lokale houtteelt.
Chemtrails: Atmosferische manipulatie en kerosinecontroles
Steeds meer mensen stellen kritische vragen over wat er in onze lucht gebeurt. Ze vragen zich af waarom vliegtuigen soms strepen achterlaten die niet zomaar oplossen, maar uren blijven hangen en langzaam uitwaaieren tot een sluier van dunne bewolking. En waarom er in bepaalde regio’s verhoogde concentraties aluminium of barium worden gemeten in de bodem of het regenwater. Zulke zorgen verdienen het om serieus genomen te worden. Want achter elke vraag schuilt een verlangen naar duidelijkheid en dat verdient een eerlijk en zorgvuldig antwoord, ook als dat antwoord complex is.
Het idee dat de burgerluchtvaart op grote schaal stoffen zoals aluminium- of bariumzouten aan de atmosfeer toevoegt via kerosine, het zogenoemde ‘chemtrail’-verhaal, wordt in de wetenschappelijke literatuur overwegend als onaannemelijk beschouwd. Experts op het gebied van luchtvaart en atmosferische chemie benadrukken dat de strepen die mensen aan de lucht zien, grotendeels kunnen worden verklaard als contrails, condensatiestrepen die ontstaan wanneer hete uitlaatgassen van vliegtuigmotoren zich mengen met koude, vochtige lucht op kruishoogte. Daarbij condenseert waterdamp rond roetdeeltjes of andere verbrandingsresiduen tot minuscule ijskristallen, die bij de juiste weersomstandigheden kunnen uitgroeien tot langdurige en uitspreidende sluierbewolking33, 34.
In een internationale enquête onder 77 vooraanstaande atmosferische wetenschappers werd hen gevraagd of zij op basis van meetgegevens aanwijzingen zagen voor een grootschalig geheim sproeiprogramma. Slechts één van hen gaf aan een dataset te hebben gezien die mogelijk niet volledig verklaarbaar was met bekende natuurlijke of industriële processen. De overige 76 spraken dat nadrukkelijk tegen36. Hoewel die ene wetenschapper wees op afwijkende meetgegevens, bleek zijn observatie niet reproduceerbaar, niet onderbouwd in peer-reviewed literatuur, en uiteindelijk goed verklaarbaar door factoren zoals bodemerosie, stoftransport of lokale industriële activiteit. Daarmee vormde het geen bewijs voor een actief sproeiprogramma. Bovendien geldt dat aluminium- of bariumzouten, als ze daadwerkelijk aan kerosine zouden worden toegevoegd, zeer waarschijnlijk neerslaan of corrosie veroorzaken in de turbines, met als gevolg ernstige schade aan het motormechanisme29. Technisch gezien is het dus hoogst onwaarschijnlijk dat dergelijke stoffen via de reguliere brandstof in het luchtruim worden gebracht.
Dat neemt niet weg dat het belangrijk is om onderscheid te maken tussen dit soort onbewezen claims en de wél bestaande praktijk van weersbeïnvloeding. Cloud seeding, het kunstmatig opwekken of versterken van neerslag, is een erkende technologie die al sinds de jaren vijftig op kleine schaal wordt toegepast, vooral in landen die kampen met droogte of watertekorten31. Daarbij worden stoffen als zilverjodide, keukenzout of droogijs in de atmosfeer gebracht via speciaal uitgeruste vliegtuigen of installaties op de grond, niet via de straalmotoren van de burgerluchtvaart. Deze praktijk is wetenschappelijk onderzocht, operationeel beperkt en geografisch gebonden31, 32.
Toch blijft een relevante vraag bestaan: zou het in de toekomst technisch mogelijk zijn, of zelfs nu al in het geheim gebeuren, dat bepaalde stoffen aan kerosine worden toegevoegd die, zonder schade aan de motoren te veroorzaken, bij verbranding stoffen opleveren die als condensatiekernen werken? Het antwoord daarop is: in theorie wel. Er bestaan namelijk zogeheten precursors: chemische verbindingen die bij hoge temperatuur uiteenvallen in deeltjes die hygroscopisch zijn, oftewel water aantrekken, en zo de vorming van wolken kunnen beïnvloeden30, 32. Denkbaar zijn verbindingen van kalium of ammonium die na verbranding zouten vormen zoals kaliumchloride of ammoniumnitraat. Ook organische zwavelverbindingen zouden in de uitlaatgassen kunnen oxideren tot zwavelzuuraerosolen, die als bekende condensatiekernen fungeren32. Zelfs polymeren of siliciumhoudende stoffen zouden, mits goed ontworpen, nanodeeltjes kunnen vormen die atmosferische processen beïnvloeden. En dan zijn er nog biologisch afbreekbare varianten, zoals oxalaten of citraten, die kunnen mineraliseren tot onschadelijke zouten met een vergelijkbaar effect35.
Er is op dit moment geen publiek bewijs dat zulke routes daadwerkelijk worden toegepast. Maar het feit dat ze technisch mogelijk zijn, in combinatie met de geopolitieke gevoeligheid van het onderwerp, is reden genoeg om hier niet lichtzinnig over te doen. In plaats van dit soort zorgen af te doen als samenzweringstheorieën, zou een volwassen democratie actief moeten inzetten op transparantie. Juist daar waar technologie, milieu en volksgezondheid samenkomen, mag er geen ruimte zijn voor geheimhouding of grijze zones.
Daarom pleiten wij voor een onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek naar de samenstelling van commerciële vliegtuigbrandstof. Onder toezicht van onafhankelijke onderzoeksbureaus, die géén financiële of institutionele banden hebben met de luchtvaart- of brandstofindustrie, zouden brandstofmonsters moeten worden geanalyseerd op de aanwezigheid van atmosferisch actieve additieven. Producenten moeten wettelijk verplicht worden om elk additief dat mogelijk invloed heeft op atmosferische processen te registreren en publiek te verantwoorden. Daarnaast is het noodzakelijk dat op internationaal niveau wordt vastgelegd dat civiele luchtvaart niet mag worden ingezet voor ongedocumenteerde of geheime vormen van geo-engineering.
Onzichtbare prikkels – over straling en subtiele verstoring
We leven in een wereld die voortdurend zendt. 4G, 5G, Wi-Fi, Bluetooth; de lucht om ons heen is permanent gevuld met draadloze signalen die ons verbinden met de wereld, maar misschien ook met iets anders: een sluimerende belasting van lichaam en geest die we nog onvoldoende begrijpen.
Officieel is er niets aan de hand. De internationale normen, gebaseerd op thermische opwarming van weefsel, zouden ons voldoende beschermen. En inderdaad, wie zijn telefoon op de huid legt, krijgt geen blaren. Maar de vraag is of alleen opwarming wel het juiste criterium is. De meeste klachten die mensen rapporteren, zoals hoofdpijn, slapeloosheid, tinnitus en mentale onrust, hebben weinig met warmte te maken.
Inmiddels is er een groeiende stapel wetenschappelijke studies die iets anders suggereren: elektromagnetische velden onder de officiële limieten kunnen biologische systemen subtiel verstoren. Niet door hitte, maar door oxidatieve stress, ionkanaalverstoring en veranderingen in hersengolven. Zo wijzen onderzoekers op het ontstaan van reactieve zuurstofsoorten in cellen die blootgesteld worden aan 4G- en 5G-frequenties37. Deze vrije radicalen kunnen op termijn leiden tot celstress, chronische ontsteking of verminderde reparatiecapaciteit van DNA. Op zichzelf geen ramp; ons lichaam heeft buffers. Maar bij chronische blootstelling stapelen kleine verstoringen zich mogelijk op tot merkbare klachten.
Ook calcium speelt een sleutelrol. In meerdere laboratoriumstudies bleek dat calciumkanalen op celmembranen onregelmatig reageren op hoogfrequente straling38, 39. Aangezien calcium de dirigent is van zenuwactiviteit, hartfunctie en hormonale signalering, is het niet vergezocht te denken dat straling hier, zij het subtiel, inbreuk maakt op de lichaamsbalans.
Ten derde tonen EEG-metingen aan dat de hersenen meetbaar reageren op bepaalde frequenties40. Dit gebeurt bij mensen met én zonder klachten. Slaappatronen veranderen, hersengolven verschuiven en bij sommigen lijkt cognitief functioneren te worden beïnvloed, ook als zij niet weten of ze worden blootgesteld. Dat roept de vraag op of elektrogevoeligheid een psychologisch fenomeen is of eerder een vorm van individuele gevoeligheid die nog geen naam mag hebben.
Wat we hier zien, is geen bewijs van massale schade. Maar het is wél reden tot voorzichtigheid. Niet omdat we bang moeten zijn, maar omdat het wetenschappelijk eerlijk is om onzekerheden onder ogen te zien. De EU’s eigen wetenschappelijk comité (SCHEER) geeft toe dat er lacunes in kennis zijn over niet-thermische effecten41. En een systematische review uit 2024 toonde aan dat oxidatieve stress markers consistent veranderen bij RF-blootstelling, zelfs bij lage intensiteit42.
Bovendien zijn de officiële blootstellingslimieten gebaseerd op gemiddelden. Maar gezondheid is geen gemiddelde. Sommige mensen reageren sterker, zijn kwetsbaarder, dragen al een belasting aan prikkels, toxines of stress en dan kan een extra lading Wi-Fi de druppel zijn die de hersenen overprikkelt.
Er is geen reden voor paniek, maar wel voor voorzorg. Dat betekent: Wi-Fi uitzetten als je slaapt, kinderen beschermen tegen onnodige blootstelling, zendmasten niet vlak naast scholen of kinderdagverblijven plaatsen, ruimte bieden voor stralingsarme zones in openbare gebouwen en vooral serieuze, onafhankelijke wetenschap financieren die verder kijkt dan opwarming en gemiddelde mensmodellen. Daarnaast zouden beleidsmakers moeten zoeken naar technologische alternatieven; signalen met minder pulsatie, lagere piekbelasting of frequenties die dichter liggen bij natuurlijke elektromagnetische velden waaraan het lichaam evolutionair gewend is. De techniek maakt het mogelijk. Het ontbreekt alleen nog aan politieke wil en openheid.
Conclusie: Menselijke maat en realisme
Veel klimaatbeleid leidt inmiddels tot maatschappelijk ontwrichtende kosten. Zoals voormalig minister Rob Jetten toegaf in een uitzending van WNL (2023), kunnen de kosten van de klimaatplannen oplopen tot honderden miljarden euro’s. Zulke bedragen staan in geen verhouding tot de verwachte baten, zeker als de effectiviteit van CO₂-reductiemaatregelen niet eenduidig is vastgesteld. Bovendien raken de gevolgen van dit beleid niet iedereen even hard: duurzame subsidies komen vooral terecht bij wie al over kapitaal beschikt, terwijl mensen met een smalle beurs geconfronteerd worden met stijgende energiekosten, woningverplichtingen en beperkte alternatieven. Energie dreigt van basisbehoefte een luxeproduct te worden.
Hart voor Vrijheid kiest daarom voor een koers waarin klimaatrealisme en sociale rechtvaardigheid hand in hand gaan. Niet top-down opgelegde CO₂-ideologieën, maar praktische maatregelen die de samenleving versterken. We erkennen de complexiteit van klimaatverandering zonder te vervallen in angstretoriek. We investeren in adaptatie, zoals dijken, waterbeheer en landbouwinnovatie, en bevorderen technologische vooruitgang zoals thoriumcentrales, zonder dogma’s of afhankelijkheid van vervuilende of instabiele energiebronnen.
Daarnaast geven we ruimte aan burgerinitiatieven: mensen die lokaal energie willen opwekken via biogas, waterstof of zonne-energie moeten worden ondersteund, niet tegengewerkt. Circulaire projecten op wijkniveau laten zien dat duurzaamheid ook van onderop kan groeien, met behoud van autonomie en eigenaarschap. Energie mag geen verdienmodel zijn voor multinationals, maar moet weer in handen komen van de gemeenschap.
Ook op gevoelige terreinen zoals atmosferische manipulatie en elektromagnetische straling kiest Hart voor Vrijheid voor transparantie, onafhankelijk onderzoek en het voorzorgsbeginsel. Burgers die zich zorgen maken over aerosolen, vliegtuigstrepen of stralingsbelasting verdienen antwoorden, geen wegwuivende reacties. Ecologische en technologische integriteit vragen om open debat, wetenschappelijke controle en politieke moed.
Kortom: wij pleiten voor een klimaat-, energie- en milieubeleid dat de menselijke maat herstelt, risico’s eerlijk afweegt, verantwoordelijkheid lokaal verankert en waarin duurzame keuzes weer gedragen worden door inzicht in plaats van dwang. Alleen dan bouwen we aan een toekomst waarin mens, natuur en vrijheid in balans zijn.

Watermanagement: geen marketing, maar vakmanschap
Wie in Nederland iedere plas tot “klimaatcrisis” doopt, verwart natuur met nalatigheid. We leven in een waterland; stormen en piekafvoer horen erbij. Maar overlast ontstaat niet zelden door keuzes: te hoge meerpeilen aan het begin van de winter, te traag spuien, en beleid dat grondwater kunstmatig opstuwt in kwetsbare woongebieden. Dat is geen natuur, dat is bestuur. In het IJsselmeer–Markermeer zagen schippers en havenmeesters precies dát gebeuren: maandenlang een hoger peil dan de winternorm, sluizen en pompen die volgens de praktijkmensen niet op tijd of niet voluit zijn benut, en vervolgens het bekende mediaverhaal dat “het klimaat” de schuldige is; terwijl een logboek met peilbesluiten en spuimomenten het eerste is dat je op tafel moet leggen. Bestuur rekent zich liever rijk met modellen; bewoners staan met water in huis60.
Hetzelfde dubbele gezicht zien we aan de kust en in de duinen. Vernatten klinkt vriendelijk, maar wie het grondwater structureel optilt in een bebouwde omgeving, organiseert natte kruipruimtes, kelderoverlast en schade, precies wat bewoners in Zuid-Kennemerland nu melden. Beleidsnotities prezen natuurwinst, maar waarschuwden óók voor de keerzijde bij woningen; de uitvoering koos toch voor “natter”, met voorspelbare gevolgen. Bewoners vroegen geen ideologische show; ze vroegen droge voeten en verantwoordelijkheid61. En dan die “duinkerven”: ingrepen die natuur moeten “herstellen”, maar waarvan waterbouwkundigen en ecologen betwijfelen of ze de waterkerende functie en zandhuishouding niet juist ondermijnen. Op papier is het vaak geniaal; aan de kust waait de werkelijkheid deze plannen genadeloos omver. Kustveiligheid hoort vóór experiment; de Noordzee houdt geen rekening met beleidsflirts62.
Hetzelfde spanningsveld zie je in de veenweidegebieden, waar de waterstand bewust wordt verhoogd om bodemdaling en CO₂-uitstoot te beperken. Voor oude woningen met houten paalfunderingen kan een hogere grondwaterstand zelfs gunstig zijn, omdat paalrot vooral optreedt wanneer palen afwisselend nat en droog staan. Maar voor huizen die “op staal” zijn gefundeerd, of voor infrastructuur en kelders, betekent zo’n peilopzet juist natte kruipruimtes, vochtschade en oplopende kosten73.Wat door beleidsmakers wordt gepresenteerd als klimaatmaatregel, waarvan wij weten dat het op pseudowetenschap is gebaseerd, dreigt zo te veranderen in een nieuwe sociale kwestie: bewoners die de gevolgen dragen van keuzes die ver boven hun hoofd zijn genomen. Net als bij de te hoge peilen in het IJsselmeer en de duinen zie je hoe eenzijdig beleid uitmondt in onbedoelde schade voor burgers74.
Dus ja, watermanagement is socialer dan een slogan en nuchterder dan een spreadsheet. Begin bij het ambacht: strak peilbeheer (winterpeil betekent winterpeil), transparant spuien/pompen met openbaar logboek, en gebiedsgericht grondwaterbeleid dat de natuur dient zónder buren te verzuipen. Maak van schade door beleidskeuze geen privéprobleem: publieke verantwoording en snelle compensatie. Investeer in de basis; dijken, gemalen, riolering; vóór we nog één euro uitgeven aan prestige-projecten. En willen we “rechtvaardig klimaatbeleid”? Stop dan met morele marketing en lever betrouwbaar waterwerk. Dat is de echte sociale politiek: droge voeten, schone bronnen, en een overheid die eerst doet wat moet60, 61, 62.
Drink- en oppervlaktewater: eerlijk over risico’s
Nederland levert doorgaans veilig kraanwater binnen de normen. Dat is goed, maar niet hetzelfde als volledig schoon. De realiteit is dat onze bronnen onder druk staan door PFAS, medicijnresten, microplastics en nieuwe verbindingen zoals TFA (een afbraakproduct van PFAS). De eigen overheid erkent dat de totale inname van PFAS via voedsel en drinkwater de gezondheidskundige richtwaarden kan overschrijden, waarbij drinkwater een deel van die som is63. Europa heeft daarom de Drinkwaterrichtlijn herzien, met strengere normen en een risicogebaseerde aanpak voor “opkomende stoffen”64. De WHO werkt intussen aan ondergrenzen voor PFAS in drinkwater, juist omdat de zorgen over gezondheidseffecten toenemen65.
Voor medicijnresten geldt dat de concentraties in kraanwater laag zijn en op dit moment geen direct gezondheidsrisico vormen. Toch neemt de druk op bronnen toe door vergrijzing en gebruik, en daarom is bronaanpak bij ziekenhuizen, riolen en zuiveringen verstandig beleid66. Ook de sector zelf investeert fors in kwaliteitsbewaking en zuivering; de uitdaging zit vooral eerder in de keten67. Bij microplastics is het beeld nog in ontwikkeling: onderzoek toont deeltjes in oppervlakte- en soms in bronwater; meten, begrijpen en reduceren is het parool68. In Europa klinkt bovendien alarm over TFA in drinkwater. Geavanceerde behandelingen zoals omgekeerde osmose kunnen veel weghalen, maar zijn kostbaar en energie-intensief; dus ook hier: voorkomen aan de bron69.
Tegelijk is duidelijk dat de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) vaak een vertekend beeld geeft. Slechts een klein deel van de Nederlandse wateren voldoet “volledig”, maar dat komt mede door het rigide “one-out, all-out”-principe: als één stof of indicator faalt, wordt het hele waterlichaam afgekeurd71. Zo vallen zelfs natuurlijke achtergrondwaarden van kwik of de inrichting van kanalen buiten de norm, zonder dat er sprake is van acuut gevaar. Hart voor Vrijheid kiest daarom voor een nuchtere koers: we willen de echte vervuilingen aanpakken die onze gezondheid, ecosystemen en drinkwatervoorziening bedreigen, maar verwerpen Brusselse spreadsheetfundamentalistische normering die de situatie ernstiger doet lijken dan zij is72.
Kort en eerlijk: kraanwater voldoet aan de norm, maar de norm is een minimum, geen excuus om achterover te leunen. Moderne waterzorg betekent bronmaatregelen, transparantie over meetdata en versneld ingrijpen bij lozingspunten. Wie thuis extra zekerheid wil kan dat doen met een eigen waterzuiveraar; het blijft een persoonlijke keuze. De eerste verantwoordelijkheid ligt bij overheid en vervuiler: “nul uit de pijp” waar kan, en open kaart over wat er nog in zit70.
Beleidsvoorstellen
Klimaat en CO2-beleid
Hart voor Vrijheid kiest voor een rationele benadering van klimaatbeleid:
- CO₂-verplichtingen: Wij willen de nationale en Europese CO₂-reductieverplichtingen intrekken als deze niet berusten op robuust wetenschappelijk bewijs en toetsbare modellen. Binnen EU-verband zullen wij actief druk uitoefenen om de Klimaatwet en het ‘Fit for 55’-pakket te herzien, zodat Nederland zijn nationale beleidsvrijheid terugwint.
- Opschorting beleid: Indien maatschappelijke noodzaak of overmacht dat vereist, kiezen wij voor tijdelijke opschorting van nationale uitvoeringsmaatregelen.
- Emissiehandel: Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) moet worden afgeschaft, omdat dit een marktverstorend instrument is zonder aantoonbare klimaateffectiviteit.
- CO₂-heffingen: CO₂-heffingen voor productie en transport binnen Nederland worden afgeschaft.
- Geen CO₂-tracking burgers: Individuele burgers worden uitgesloten van internationale CO₂-compensatiemechanismen en persoonsgebonden uitstootregistratie.
- Geen gedragssturing overheid: Wij pleiten voor een wettelijk verbod op overheidsfinanciering van gedragsbeïnvloeding via ‘nudging’, angstcampagnes of framing van burgers als klimaatvervuilers.
- Klimaatvoorlichting: Klimaatvoorlichting in scholen en media moet onafhankelijk worden getoetst op wetenschappelijke juistheid, neutraliteit en proportionaliteit.
- Adaptatie boven mitigatie: Wij investeren in realistische adaptatiemaatregelen zoals dijkversterking, waterbeheer en toekomstbestendige landbouw. Kostbare en ineffectieve mitigatiestrategieën wijzen wij af. We erkennen dat de zeespiegelstijging in werkelijkheid eerder centimeters dan meters betreft, maar vinden desalniettemin dat investeringen noodzakelijk zijn.
Energievoorziening en technologische vrijheid
Onze energievoorziening moet betrouwbaar, betaalbaar en ecologisch verantwoord zijn, zonder technocratische dwang:
- Sociaal rechtvaardig energiebeleid: Toegang tot energie wordt verankerd als grondrecht. We voeren een maximumtarief in voor basisverbruik en schrappen verplichtingen zoals warmtepompen of woningisolatie die niet aantoonbaar kosteneffectief zijn. Burgers behouden de vrijheid om traditionele verwarmingsopties zoals cv-ketels en gashaarden te gebruiken.
- Vrijwillige verduurzaming: Verduurzaming moet plaatsvinden op menselijke schaal en altijd vrijwillig zijn. Wij stimuleren lokale en persoonlijke verduurzaming via maatwerk en inspraak van bewoners, in plaats van via generieke subsidies die ongelijkheid vergroten of uitmonden in technocratische dwang.
- Thoriumenergie: Wij willen actieve publieke financiering van thoriumonderzoek, inclusief vergunningstrajecten en infrastructuurontwikkeling. Thoriumcentrales moeten op termijn worden geïntegreerd als veilige en schone basislastvoorziening in de Nederlandse energievoorziening.
- Gaswinning: Wij staan voor een verantwoord herstarten van aardgaswinning als tijdelijke, schone en betrouwbare energiebron. Daarbij worden moderne technieken toegepast die de fouten uit Groningen voorkomen.
- Vrije energie: Wij steunen interdisciplinair onderzoek naar vrije energie en zero-point-technologieën en staan open voor innovatieve doorbraken.
Hernieuwbare energie en transitie
De energietransitie mag geen ideologisch doel op zich zijn, maar moet bijdragen aan gezondheid, betaalbaarheid en milieubescherming:
- Stop windturbines: Er komt een stop- en afbouwbeleid voor windturbines in natuur-, landbouw- en zeegebieden, met als doel bestaande installaties op termijn te ontmantelen.
- Zonneparken reguleren: Wij reguleren zonneparken buiten bebouwde zones en stimuleren kleinschalige opwekking op daken en infrastructuur.
- Biomassa afbouwen: Biomassacentrales worden geleidelijk gesloten. Subsidies die deze vervuilende en ecologisch schadelijke energiebron in stand houden, worden beëindigd.
Mobiliteit en technologiekeuze
Vrijheid van mobiliteit en eerlijke technologiekeuze staan centraal:
- Vrijheid mobiliteit: Wij zijn tegen een verplichte overstap naar elektrische voertuigen zolang het elektriciteitsnet overbelast is, de milieuschade van batterijproductie groot is en duurzame opwekking onvoldoende gegarandeerd kan worden. Vrijheid van mobiliteit moet ook gelden voor bezitters van brandstofauto’s die aantoonbaar schoon en efficiënt rijden.
- Keuzevrijheid technologie: Volledige keuzevrijheid in technologie is ons uitgangspunt. Wij stimuleren waterstofvoertuigen en alternatieve schone brandstoffen, met name voor zwaar transport en lange afstanden. Waterstof kan decentraal worden geproduceerd en vormt een strategisch alternatief voor zowel batterijen als fossiele brandstoffen.
- Strenge productienormen: Wij voeren strenge ecologische en sociale eisen in voor de productie van batterijen, zonnepanelen en elektrische voertuigen. Import uit ketens waarin aantoonbaar sprake is van milieuvernietiging, uitbuiting of kinderarbeid wordt verboden. Mobiliteit en duurzaamheid mogen niet worden gebouwd op verborgen schade elders.
Lokale energie en circulaire initiatieven
Wij bevorderen decentrale energievoorziening en circulaire samenwerking:
- Buurtbiogas: We bieden financiële ondersteuning voor buurtgedreven biogasopwekking en circulaire kringloopprojecten waarin gemeenschappen hun eigen energievoorziening organiseren.
- Stads- en plattelandskringlopen: Bij stadsplanning en herontwikkeling van plattelandsgebieden ondersteunen wij water- en energiekringlopen, inclusief vergisters, warmtehergebruik en microgrid-technologie.
- Waterstofopslag: We stimuleren waterstofopslag en brandstofcelsystemen als lokale, decentrale back-upvoorzieningen bij hernieuwbare energie.
- Lokale energiemarkten: Wij maken wetgeving mogelijk die lokale energiemarkten toestaat, zodat burgers zonne-energie onderling kunnen uitwisselen zonder tussenkomst van grote netbeheerders.
- Statiegeld overal: Alle statiegeldflessen en -blikjes moeten overal ingeleverd kunnen worden. We voeren een landelijke terugnameplicht in, breiden inleverpunten uit en laten producenten de kosten dragen. Zo bereiken we ≥95% retour en maximaal gemak voor de consument.
Milieu en gezondheid
Bescherming van milieu en volksgezondheid vraagt om concrete maatregelen:
- Filters microplastics: Wij versnellen innovatie en markttoegang voor filtersystemen tegen microplastics in wasmachines, banden, cosmetica en waterzuivering.
- Lokale hergebruikfabrieken: Wij investeren in lokale hergebruikfabrieken waar textiel, plastic en elektronica worden verwerkt tot nieuwe grondstoffen, onder regie van buurtcoöperaties.
- Verbod op ontbossingsimport: Er komt een verbod op import van landbouw- en houtproducten die bijdragen aan wereldwijde ontbossing, gekoppeld aan stimulering van duurzame inlandse teelt.
- Aanscherping lozingsnormen: Lozingsnormen voor PFAS, zware metalen en medicijnresten worden aangescherpt, met transparante handhaving bij industrie en waterschappen.
- Circulaire economie: Wij geven prioriteit aan circulaire economie, hergebruik en lokale milieuprojecten boven centrale klimaatfondsen en CO₂-compensatiemarkten.
Luchtvaart en atmosfeer
Wij eisen maximale transparantie en controle op luchtvaartbrandstoffen en atmosferische interventies:
- Onderzoek vliegtuigbrandstof: Onafhankelijk onderzoek moet worden uitgevoerd naar de chemische samenstelling van commerciële vliegtuigbrandstof, gericht op het opsporen van atmosferisch actieve additieven.
- Transparantie kerosine-additieven: Producenten van luchtvaartbrandstof krijgen een wettelijke meld- en transparantieplicht. Elk additief met mogelijke invloed op de atmosfeer moet geregistreerd en openbaar verantwoord worden.
- Geen geo-engineering: Wij sluiten in internationale verdragen uit dat civiele luchtvaart wordt gebruikt voor geheime of ongedocumenteerde vormen van geo-engineering. Zo beschermen we het luchtruim tegen ongecontroleerde technologische interventies.
- Toezicht kerosineproductie: Het toezicht op kerosineproductie en -distributie wordt versterkt door écht onafhankelijke onderzoeksbureaus, zonder financiële of institutionele banden met de luchtvaart- of petrochemische sector.
- Debat luchtkwaliteit: Wij erkennen de legitieme zorgen van burgers over luchtkwaliteit en atmosferische manipulatie en stimuleren een open maatschappelijk debat gebaseerd op transparantie, wetenschappelijke toetsing en publieke controle.
Straling en gezondheid
Bij elektromagnetische velden (EMV) hanteren wij het voorzorgsbeginsel:
- Voorzorg bij straling: Wij erkennen de mogelijkheid van subtiele biologische effecten van elektromagnetische straling, zoals oxidatieve stress en neurologische verstoring, ook bij blootstelling onder de huidige thermische limieten. Daarom moet het voorzorgsbeginsel worden toegepast in beleid en regelgeving.
- Stralingsarme zones: In gevoelige omgevingen zoals scholen, ziekenhuizen en slaapruimtes beperken wij EMV-blootstelling. Bovendien creëren we stralingsarme zones in de publieke ruimte voor mensen met verhoogde gevoeligheid.
- Onderzoek EMV-effecten: Wij stimuleren onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar niet-thermische effecten van EMV op gezondheid, hersenactiviteit en ecologie. Daarbij zorgen we voor transparantie over de financiering van dit onderzoek.
- Schone draadloze technologie: Wij bevorderen de ontwikkeling en toepassing van draadloze technologieën met minimale biologische impact, zoals lagere pulsfrequenties, lagere piekvermogens en signalen die beter aansluiten bij natuurlijke elektromagnetische patronen.
Watermanagement
- Strak peilbeheer: Winterpeil betekent winterpeil. Rijkswaterstaat en waterschappen worden wettelijk verplicht peilbesluiten en spuimomenten openbaar te registreren in een digitaal logboek, zodat burgers en onafhankelijke experts controle hebben.
- Transparant spuien en pompen: Alle spui- en pompacties worden real-time gepubliceerd. Onverklaarbaar stilzetten of te laat openen van sluizen en gemalen wordt voorkomen door publieke verantwoording.
- Gebiedsgericht waterbeleid: Geen generieke peilopzet. In veenweiden, stedelijke duinen en polders geldt maatwerk: paalfunderingen beschermen waar nodig, maar voorkomen dat op staal gefundeerde huizen of landbouwgronden onder water komen.
- Geen ideologisch vernatten: Vernattingsprojecten en duinkerven worden tijdelijk stopgezet totdat een onafhankelijk ecologisch én hydrologisch effectrapport aantoont dat de voordelen groter zijn dan de risico’s voor veiligheid en bebouwing.
- Kustveiligheid voorop: Nieuwe ingrepen in de duinen of zeeweringen worden pas toegestaan na een “kust-no-regret-toets”: veiligheid vóór natuur-experimenten.
- Publieke compensatie: Schade door beleidskeuzes (bijv. funderingsschade, water in kelders, landbouwverlies) wordt collectief vergoed via een nationaal fonds, gefinancierd door overheid en veroorzakers.
- Investeren in de basis: Voorrang voor dijken, gemalen, riolering en waterzuivering, vóór prestigeprojecten of klimaatmarketing.
- Einde aan spreadsheetfundamentalisme: Waterbeheer wordt gebaseerd op meetbare feiten en lokale hydrologie, niet op modelpolitiek of Brusselse pseudowetenschappelijke normen.
Schoon water bij de bron
- Nul uit de pijp: PFAS en andere “forever chemicals” worden onmiddellijk volledig verboden voor lozing.
- Medicijnresten bij de bron: Ziekenhuizen en farmaceuten worden verplicht om filtersystemen te gebruiken; lozingen via riool krijgen strengere zuiveringsnormen.
- Industrie betaalt mee: Vervuiler betaalt-principe bij zuivering; bedrijven die water belasten dragen de werkelijke kosten.
- Transparantie: Alle meetdata over oppervlakte- en drinkwaterkwaliteit worden openbaar gemaakt in een toegankelijk register, zodat burgers en onderzoekers zelf kunnen zien wat er in hun water zit.
- Innovatie en decentraal: Investeringen in kleinschalige waterzuivering (bijvoorbeeld op wijkniveau) worden gestimuleerd om afhankelijkheid van centrale installaties te verminderen.
- Internationale aanpak: Zolang Nederland nog lid is van de Europese Unie zet Nederland in Brussel in op een realistisch herziening van de Kaderrichtlijn Water: minder papieren constructies, meer focus op daadwerkelijk schadelijke stoffen en risico’s.
Bronnen:
- Fischer, H. et al. (1999). Ice core records of atmospheric CO₂ around the last three glacial terminations. Science, 283(5408), 1712–1714. https://doi.org/10.1126/science.283.5408.1712
- IPCC. (2014). Climate Change 2014: Synthesis Report. Contribution of Working Groups I, II and III to the Fifth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. Geneva: IPCC. https://www.ipcc.ch/report/ar5/syr/
- EPA. (2017). Causes of Climate Change – Water Vapor. United States Environmental Protection Agency. https://19january2017snapshot.epa.gov/climate-change-science/causes-climate-change_.html
- Legates, D. R. et al. (2015). Climate Consensus and Misinformation: A Rejoinder to Agnotology, Scientific Consensus, and the Teaching and Learning of Climate Change. Science & Education, 24(3), 299–318. https://doi.org/10.1007/s11191-013-9647-9
- Lomborg, B. (2020). False Alarm: How Climate Change Panic Costs Us Trillions, Hurts the Poor, and Fails to Fix the Planet. New York: Basic Books.
- IAEA (International Atomic Energy Agency). (2020). Thorium fuel cycle – Potential benefits and challenges. https://www.iaea.org/topics/thorium-fuel-cycle
- EIA (U.S. Energy Information Administration). Natural gas and the environment. https://www.eia.gov/energyexplained/natural-gas/natural-gas-and-the-environment.php
- Wikipedia. Environmental impact of the energy industry. https://en.wikipedia.org/wiki/Fossil_fuel
- Wikipedia. Groningen gas field. https://en.wikipedia.org/wiki/Groningen_gas_field
- Columbia University SIPA Center on Global Energy Policy. (2018). Termination of Groningen Gas Production. https://www.energypolicy.columbia.edu/sites/default/files/pictures/CGEP_Groningen-Commentary_072518_0.pdf
- Onderzoeksraad voor Veiligheid. Aardbevingsrisico’s in Groningen. https://onderzoeksraad.nl/document/summary-report-earthquake-risks-in-groningen/
- New Lines Magazine. Groningers’ struggle with gas extraction. https://newlinesmag.com/reportage/groningers-struggle-as-dutch-gas-debate-flares-up/
- Puthoff, H. E. (1989). Gravity as a zero-point-fluctuation force. Physical Review A, 39(5), 2333–2342. https://doi.org/10.1103/PhysRevA.39.2333
- Forward, R. L. (1984). Extracting electrical energy from the vacuum by cohesion of charged foliated conductors. Physical Review B, 30(4), 1700–1702. https://doi.org/10.1103/PhysRevB.30.1700
- Millis, M. G. (1999). Breakthrough Propulsion Physics Program at NASA. NASA Technical Memorandum, NASA/TM-1999-208694. https://ntrs.nasa.gov/citations/19990023284
- Garthe, S. et al. (2021). Possible impacts of offshore wind farms on seabirds: a review. Scientific Reports, 11, Article 16091. https://doi.org/10.1038/s41598-021-02089-2
- Slavik, K. et al. (2019). The large-scale impact of offshore wind farm structures on pelagic primary productivity in the southern North Sea. Hydrobiologia, 845, 35–53. https://doi.org/10.1007/s10750-018-3653-5
- Botero Bolívar, L. et al. (2025). Can aerodynamic noise from large offshore wind turbines affect marine life? arXiv preprint. https://arxiv.org/abs/2501.07442
- UNEP-WCMC. (2023). Impacts of offshore wind on marine migratory species: A review of 68 studies. Cambridge, UK. https://www.unep-wcmc.org
- Dunnett, S. et al. (2023). How offshore wind projects affect migratory marine species. Environmental Research Letters, 18(6), 065003. https://doi.org/10.1088/1748-9326/acd8d3
- Barron-Gafford, G. A. et al. (2016). The Photovoltaic Heat Island Effect: Larger solar power plants increase local temperatures. Scientific Reports, 6, 35070. https://doi.org/10.1038/srep35070
- Searchinger, T. et al. (2009). Fixing a Critical Climate Accounting Error. Science, 326(5952), 527–528. https://doi.org/10.1126/science.1178797
- Bearden, T. E. (2004). Energy from the Vacuum: Concepts & Principles. Cheniere Press.
- Ableitner, L. et al. (2019). Quartierstrom: Implementation of a real world prosumer centric local energy market in Walenstadt, Switzerland. arXiv preprint. https://arxiv.org/abs/1905.07282
- DOE (U.S. Department of Energy). (2024). Hydrogen and Fuel Cell Technologies Office Multi-Year Program Plan. https://www.energy.gov/eere/fuelcells/downloads/hfto-multi-year-program-plan
- Nowra Bioenergy Project. (2024). Local biogas from organic waste. The South Coast News, Australia. https://shoalhaven.nsw.gov.au/nowrabioenergy
- Olawale, R. A. et al. (2024). Impact of community-driven biogas initiatives on waste and renewable energy use. Journal of Renewable Energy, 2024. https://doi.org/10.1016/j.renene.2024.03.001
- Wikipedia. (2024). Wildpoldsried. https://en.wikipedia.org/wiki/Wildpoldsried
- Cairns, S. J., Fraser, M. P., & Allen, D. T. (2003). A method for determination of gas-phase reaction products in aircraft engine exhaust. Journal of the Air & Waste Management Association, 53(4), 469–477. https://doi.org/10.1080/10473289.2003.10466189
- Cziczo, D. J., Froyd, K. D., Gallavardin, S. J., Moehler, O., Benz, S., Murphy, D. M., & DeMott, P. J. (2013). Clarifying the dominant sources and mechanisms of cirrus cloud formation. Science, 340(6138), 1320–1324. https://doi.org/10.1126/science.1234145
- Kravitz, B., Robock, A., Tilmes, S., English, J. M., & MacMartin, D. G. (2016). The geoengineering model intercomparison project phase 6 (GeoMIP6): simulation design and preliminary results. Geoscientific Model Development, 9(9), 3413–3430. https://doi.org/10.5194/gmd-9-3413-2016
- Mielonen, T., Arola, A., Lipponen, A., Komppula, M., Kokkola, H., & Lehtinen, K. E. J. (2018). Effect of sulfate and sea salt aerosols on cloud droplet activation over Europe. Atmospheric Chemistry and Physics, 18(5), 3329–3343. https://doi.org/10.5194/acp-18-3329-2018
- Smith, W. L., Duda, D. P., Minnis, P., & Bedka, K. M. (2020). Monitoring aviation contrail cirrus over North America. Journal of Applied Meteorology and Climatology, 59(1), 3–24. https://doi.org/10.1175/JAMC-D-19-0146.1
- Stahl, C., Martucci, G., Ovadnevaite, J., & Flynn, M. J. (2021). Sources and composition of cloud condensation nuclei in clean marine air. Atmospheric Environment, 259, 118515. https://doi.org/10.1016/j.atmosenv.2021.118515
- Zhang, Y., Guo, J., Miao, Y., Liu, H., & Li, Z. (2023). The spatiotemporal variation and meteorological influences on atmospheric barium concentrations in China. Atmospheric Research, 286, 106373. https://doi.org/10.1016/j.atmosres.2023.106373
- Shearer, C., Westervelt, D. M., Fields, S., & Fears, C. (2016). Quantifying expert consensus against the existence of a “secret, large-scale atmospheric spraying program”. Environmental Research Letters, 11(8), 084011. https://doi.org/10.1088/1748-9326/11/8/084011
- Yakymenko, I., Tsybulin, O., Sidorik, E., Henshel, D., Kyrylenko, S., & Kyrylenko, O. (2016). Oxidative mechanisms of biological activity of low-intensity radiofrequency radiation. Electromagnetic Biology and Medicine, 35(2), 186–202. https://doi.org/10.3109/15368378.2015.1043557
- Panagopoulos, D. J., & Johansson, O. (2021). Biological effects of electromagnetic fields on calcium channels: A potential mechanism for non-thermal effects. International Journal of Oncology, 59(5), 92. https://doi.org/10.3892/ijo.2021.5258
- Williams, N. R., et al. (2023). RF-EMF exposure at 2.4 GHz suppresses calcium signaling and induces apoptosis in cardiomyocytes. Biochemical and Biophysical Research Communications, 649, 140–147. https://doi.org/10.1016/j.bbrc.2023.05.087
- Crane-Molloy, A. (2024). Investigating Non-Thermal Effects of RF EMF on Human Health: A Comprehensive Review. https://www.researchgate.net/publication/378184218
- SCHEER. (2025). Opinion on the safety of electromagnetic fields (EMF) from mobile technologies. Scientific Committee on Health, Environmental and Emerging Risks (SCHEER), European Commission. https://health.ec.europa.eu/system/files/2023-06/scheer_o_044.pdf
- Dasdag, S., & Akdag, M. Z. (2024). Radiofrequency radiation and oxidative stress in living organisms: A systematic review. Environment International, 183, 107270. https://doi.org/10.1016/j.envint.2024.107270
- Balmori, A. (2015). Anthropogenic radiofrequency electromagnetic fields as an emerging threat to wildlife orientation. Science of the Total Environment, 518–519, 58–60. https://doi.org/10.1016/j.scitotenv.2015.02.077
- Ali, S. H., Giurco, D., Arndt, N., et al. (2017). Mineral supply for sustainable development requires resource governance. Nature, 543(7645), 367–372. https://doi.org/10.1038/nature21359
- Netbeheer Nederland. (2024). Capaciteitsproblemen op het stroomnet. https://www.netbeheernederland.nl
- van der Kam, M., et al. (2022). Impact van elektrisch vervoer op het elektriciteitsnet tot 2030. CE Delft. https://ce.nl/publicaties/impact-ev-op-het-net
- Buttler, A., & Spliethoff, H. (2018). Current status of water electrolysis for energy storage, grid balancing and sector coupling via power-to-gas and power-to-liquids. Journal of Power Sources, 293, 246–262. https://doi.org/10.1016/j.jpowsour.2015.10.196
- Bicer, Y., & Dincer, I. (2018). Life cycle assessment of hydrogen, methanol and electric vehicles. International Journal of Hydrogen Energy, 43(23), 12013–12028. https://doi.org/10.1016/j.ijhydene.2018.04.015
- Labohm, H. (2023). De mythe van de menselijke CO₂. Gezond Verstand, 5 augustus 2023. https://gezondverstand.eu/2023/08/05/de-mythe-van-de-menselijke-co2-hans-labohm/
- Kutcherov, V. et al. (2009). Abiogenic Origin of Hydrocarbons: Experimental Evidence. Nature Geoscience, 2(8), 566–570. https://doi.org/10.1038/ngeo580
- Van Ham, G., m.m.v. Van de Ven, A. (2024). Fossiele aardolie bestaat niet. Gezond Verstand, 7 augustus 2024. https://gezondverstand.eu/2024/08/07/fossiele-aardolie-bestaat-niet/
- Rijksoverheid. (2022). Vanaf 2026 verplicht (hybride) warmtepomp bij vervanging cv-ketel. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-energie/vanaf-2026-verplicht-hybride-warmtepomp
- Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) & CBS. (2018). Energiearmoede in kaart: Analyse van huishoudens met hoge energielasten. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
- Nordhaus, W. D. (2018). Projections and Uncertainties about Climate Change in an Era of Minimal Climate Policies. American Economic Journal: Economic Policy, 10(3), 333–360. https://doi.org/10.1257/pol.20170046
- Stern, N. (2006). The Economics of Climate Change: The Stern Review. Cambridge: Cambridge University Press.
- Pielke Jr., R. (2010). The Climate Fix: What Scientists and Politicians Won’t Tell You About Global Warming. New York: Basic Books.
- World Health Organization (WHO). (2021). Ambient air pollution: Health impacts. https://www.who.int/health-topics/air-pollution
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). (2020). Luchtkwaliteit en gezondheid: Sterfte en ziektelast door luchtverontreiniging in Nederland. Bilthoven: RIVM.
- Markandya, A. & Wilkinson, P. (2007). Electricity generation and health. The Lancet, 370(9591), 979–990. https://doi.org/10.1016/S0140-6736(07)61253-7
- Blckbx. “Hoe verzuip je Nederland?” Interview met binnenvaartschipper Henk Boonstra https://www.youtube.com/watch?v=LEzMfsisEt0
- De Andere Krant (Van de redactie). Wateroverlast in Zuid-Kennemerland — gevolg van vernattingsbeleid? 1 februari 2025. https://deanderekrant.nl/wateroverlast-in-zuid-kennemerland-gevolg-van-vernattingsbeleid-2025-02-01/
- De Andere Krant (Hendriëlle de Groot). Wat gebeurt er met onze duinen? Rijkswaterstaat graaft de duinen bij Castricum af – experts reageren verbijsterd. 15 november 2024. https://deanderekrant.nl/wat-gebeurt-er-met-onze-duinen-2024-11-15-2/
- RIVM. Current information about PFAS (PFAS-inname via voedsel en drinkwater kan gezondheidskundige richtwaarden overschrijden). https://www.rivm.nl/en/pfas/current-information
- Europese Commissie. Recast Drinking Water Directive (2020/2184): aangescherpte normen en risicogebaseerde bronaanpak. https://environment.ec.europa.eu/topics/water/drinking-water_en
- WHO. PFOS and PFOA in Drinking-water — Background for GDWQ (lopende herziening PFAS-richtsnoeren). https://www.who.int/teams/environment-climate-change-and-health/water-sanitation-and-health/chemical-hazards-in-drinking-water/per-and-polyfluoroalkyl-substances
- RIVM. Geneesmiddelen en waterkwaliteit (laag in kraanwater; druk op bronnen vraagt bronaanpak). https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2016-0111.pdf
- Vewin. Dutch Drinking Water Statistics 2022 (bewaking, investeringen, sectorcijfers). https://www.vewin.nl/wp-content/uploads/2024/06/vewin-dutch-drinking-water-statistics-2022-eng-web.pdf
- KWR. Microplastics in water (metingen en kennisontwikkeling in bron- en drinkwater). https://www.kwrwater.nl/en/projecten/microplastics-in-water/
- Le Monde / PAN Europe. TFA in Europees drink- en flessenwater; noodzaak bronpreventie en geavanceerde behandeling. https://www.lemonde.fr/en/environment/article/2024/07/10/drinking-water-in-paris-and-other-european-cities-contaminated-with-an-unmonitored-forever-chemical_6679968_114.html
- Blckbx. “Hoe schoon is ons drinkwater?” — interview met Karel Thieme https://www.youtube.com/watch?v=JVZKPeI3xLs&t=1s
- Europa decentraal. Voortgang Kaderrichtlijn Water: “one-out, all-out”-principe en lage scores in NL. https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/voortgang-kaderrichtlijn-water/
- Drinkwaterplatform. Waterkwaliteit en Kaderrichtlijn Water in Nederland: slechts 1% voldoet, maar interpretatie afhankelijk van criteria. https://www.drinkwaterplatform.nl/themas/verontreiniging/waterkwaliteit/
- Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dalende bodems, stijgende kosten: de gevolgen van bodemdaling in veenweidegebieden. Den Haag, 2016. https://www.pbl.nl/uploads/default/downloads/pbl-2016-dalende-bodems-stijgende-kosten-1064.pdf
- KCAF (Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek). Funderingsrisicorapport – Rapport 2025. https://www.kcaf.nl/funderingsrisicorapport/
Landbouw, Veeteelt en Stikstof
Realistisch, boervriendelijk, natuurverbonden en voedend

Samenvatting
De landbouw is al eeuwenlang de ruggengraat van Nederland, maar boeren raken klem in een stikstofbeleid dat vooral op modellen en juridische regels is gebouwd. Hart voor Vrijheid kiest voor een nuchtere koers: bescherm waardevolle natuur, maar geef boeren ruimte en bescherming tegen onwerkbare stikstofregels. De toekomst ligt in kringloop- en regeneratieve landbouw die de bodem versterkt, biodiversiteit vergroot en consumenten weer dichter bij hun voedsel brengt. Consumenten houden vrije keuze, maar krijgen eerlijke prijzen en transparantie zodat duurzaam voedsel aantrekkelijker wordt. Megastallen en gifgebruik maken plaats voor diervriendelijke veehouderij, gezonde bodems en biologische alternatieven. Overlast door dieren en de terugkeer van wolven vragen om humane en praktische oplossingen, waarbij boeren eerlijk worden gecompenseerd en ondersteund. Zo komt er een landbouw die rechtvaardig, ecologisch en toekomstgericht is – in balans met mens, dier en natuur.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Realistisch natuur- en stikstofbeleid: Hart voor Vrijheid wil af van schijnnauwkeurige modellen en juridisch micromanagement. Stikstofregels moeten gebaseerd zijn op echte metingen en geharmoniseerd met buurlanden. Natura2000-gebieden worden herzien: grote en waardevolle natuur wordt beschermd, maar versnipperde en kunstmatige aanwijzingen worden afgeschaft. Boeren worden beschermd tegen onwerkbare stikstofregels en krijgen weer ruimte om hun werk te doen.
- Regeneratieve landbouw en eerlijke voedselketens: Wij zetten in op kringlooplandbouw, regeneratieve en biologische initiatieven, minder bestrijdingsmiddelen en bescherming van dierenwelzijn. Boeren krijgen steun bij duurzame omschakeling. Consumenten houden vrije keuze, maar krijgen via transparantie en eerlijke prijzen zicht op de werkelijke kosten van voedsel. Voedselresten en reststromen worden circulair benut.
- Gezondheid, ecologie en samenleven met dieren: Vervuiling (fijnstof, ammoniak, PFAS) wordt aangepakt bij de grootste veroorzakers zoals industrie, verkeer en luchtvaart. Overlast van dieren wordt op humane en ecologische manier beheerst, met onderzoek naar nieuwe methoden en inzet van natuurlijke plaagbestrijding. Boeren krijgen bescherming en ruimhartige compensatie bij schade door wilde dieren. Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek zorgt voor feiten boven mythen.

Stikstof: van juridische crisis naar boerenwijsheid
De landbouw is al eeuwenlang de ruggengraat van Nederland. Boeren hebben ons landschap gevormd, onze voedselzekerheid gegarandeerd en een levendig platteland in stand gehouden. Toch worden zij de laatste jaren steeds meer weggezet als probleem. Onder het mom van een stikstofcrisis worden boerenbedrijven gesloten, bouwprojecten stilgelegd en hele sectoren in onzekerheid gedompeld. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS), dat in 2019 door de Raad van State werd vernietigd, maakte deze crisis daarna nog nijpender. Het PAS stond toe dat er stikstofruimte werd verbruikt op basis van toekomstige reducties die nog helemaal niet waren gerealiseerd. Toen de rechter dit afwees, werden duizenden vergunningen ongeldig verklaard en raakten boeren en bouwers van de ene dag op de andere in een juridisch moeras. Het resultaat is een beleid dat gebaseerd is op modellen en juridische constructies, niet op de werkelijkheid van bodem, plant, dier en mens15.
Wat is stikstof eigenlijk? Het grootste deel van onze atmosfeer – 78 procent – bestaat uit stikstofgas (N₂), een volstrekt onschadelijk en inert bestanddeel van de lucht. Pas wanneer stikstof wordt omgezet in verbindingen zoals ammoniak (NH₃) of stikstofoxiden (NOₓ), kan het een rol spelen in het ecosysteem. Maar dat is juist de kern: stikstofverbindingen zijn onmisbaar voor plantengroei en daarmee voor ons voedsel. Zonder stikstof geen landbouw, geen bossen en geen natuur.

De stikstofkringloop is een eeuwenoud systeem waarin bacteriën stikstof vastleggen en omzetten in vormen die planten kunnen gebruiken1. Planten nemen dit op, dieren eten de planten, en via mest en organisch materiaal komt de stikstof weer terug in de bodem. Het is een gesloten kringloop die in balans moet worden gehouden. In de moderne landbouw is dat evenwicht verstoord geraakt: door kunstmest, grootschalige monoculturen en intensieve veehouderij raakten bodems uitgeput en verloor het land organische stof2. De oplossing ligt niet in juridisch micromanagement, maar in herstel van de natuurlijke kringloop. Dierlijke mest, compost en groenbemesters moeten weer de basis vormen van onze voedselproductie3.
Toch wordt in Nederland gedaan alsof stikstofuitstoot een nationale ecologische ramp is. Natuurlijk zijn er kwetsbare habitats – heidevelden, hoogvenen – waar een teveel aan stikstof tot verschuivingen in soortenbalans kan leiden4. Maar wetenschappelijke studies tonen aan dat deze effecten vrijwel uitsluitend optreden in de directe omgeving van een bron: binnen enkele honderden meters tot enkele kilometers5. Verder weg is het effect per hectare verwaarloosbaar klein. Desondanks rekent Nederland cumulatief alle modelwaarden bij elkaar op, en hanteert het normen die vele malen strenger zijn dan in buurlanden. In Duitsland en het Verenigd Koninkrijk gelden praktische ondergrenzen en afstandscriteria6,terwijl in Nederland een berekende toename van 0,005 mol per hectare per jaar al tot een bouwstop kan leiden7. Zo is een administratief probleem tot nationale crisis uitgeroepen.
Het probleem wordt nog vergroot door de manier waarop Natura2000 is ingericht. Waar Frankrijk en Duitsland enkele grote, robuuste natuurgebieden beschermen, heeft Nederland honderden kleine versnipperde gebieden aangewezen, vaak niet meer dan fragmenten van cultuurlandschap die alleen door kunstmatig beheer kunnen overleven8. Dat is geen eerlijk natuurbeleid, maar een juridisch systeem dat boeren en burgers vastzet in regels die weinig meer met ecologische realiteit te maken hebben.
De toekomst van de landbouw ligt dan ook niet in gedwongen krimp, maar in vernieuwing en herstel. Kleinschalige, regeneratieve landbouw versterkt de bodem, verhoogt biodiversiteit en brengt de consument dichter bij zijn voedsel. Voedselbossen, Herenboeren, permacultuur, stadslandbouw en schooltuinen maken de samenleving weer deelgenoot van de voedselproductie. Bodemgezondheid staat daarbij centraal: door organische stof, mulchen en groenbemesters ontstaat een levende bodem die zichzelf voedt en waarin schimmels en micro-organismen samenwerken met planten. Kunstmest en pesticiden maken planten juist kwetsbaar, terwijl een gezonde bodem ziekten en plagen van nature afremt9.
Voedselvoorziening en biologische landbouw
De vraag of Nederland volledig biologisch kan boeren raakt aan de kern van deze discussie. Biologische landbouw heeft gemiddeld lagere opbrengsten per hectare dan intensieve landbouw, vooral bij akkerbouwgewassen10. Toch compenseert zij dit door gezondere bodems, meer biodiversiteit en minder afhankelijkheid van kunstmest en gif. Wereldwijd zou een volledige omschakeling naar biologisch mogelijk zijn, maar alleen bij grote systeemveranderingen: minder voedselverspilling, een betere benutting van kringlopen en – in veel studies – ook een verandering van consumptiepatronen11.
Hart voor Vrijheid wil daar duidelijk in zijn: wij zijn geen voorstander van gedwongen gedragsverandering, vleestaksen of opgelegde rantsoenen. Vrije keuze van de consument staat voorop. Wel moet die keuze eerlijk en transparant zijn: consumenten moeten weten wat de verborgen kosten zijn van goedkoop voedsel, zodat gezond en duurzaam voedsel vanzelf aantrekkelijker wordt. Dit kan versterkt worden door breed opgezette voorlichtingscampagnes, vooral op scholen en in de directe leefomgeving van supermarkten. In Cambodja bezocht een van onze bestuurders projecten waar scholieren zelf voedselbossen op hun schoolpleinen aanlegden en gezamenlijk beheer voerden. Zulke voorbeelden laten zien hoe onderwijs kan bijdragen aan een cultuur van leefbaarheid, natuurbehoud, gezondheid en voedselvoorziening. Hart voor Vrijheid wil deze programma’s ondersteunen en uitbreiden, zodat kinderen en jongeren leren dat voedsel niet uit de lucht komt vallen, maar uit een zorgvuldige omgang met aarde en natuur.
Voor Nederland is een pragmatische weg het meest verstandig. Ons land is extreem geïntensiveerd en sterk gericht op export. Een abrupte omschakeling naar 100% biologisch zou de voedselvoorziening en economie onder druk zetten. Wat wél noodzakelijk is, is een verbod op schadelijke bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat en neonicotinoïden, zodat boeren en consumenten beschermd worden tegen bewezen risico’s voor gezondheid, bodemleven en biodiversiteit16, 17. Wat daarnaast wel haalbaar is, is een gedeeltelijke biologische en regeneratieve transitie: 30–40% van het areaal kan biologisch of regeneratief beheerd worden, terwijl de rest in stappen verduurzaamt12. Daarmee blijft voedselzekerheid gewaarborgd, krijgen boeren een eerlijk verdienmodel, en kan de consument kiezen voor gezond voedsel dat betaalbaar blijft. Op de lange termijn blijft volledig biologische landbouw een ideologische horizon, maar de weg ernaartoe verloopt gefaseerd en zonder dwang, via innovatie en vrijwillige verandering van consumptiepatronen.
Veeteelt en dierenwelzijn
Ook in de veehouderij is een koerswijziging nodig. Megastallen en opgejaagde productiesnelheden leiden tot dierenleed, gezondheidsproblemen en maatschappelijke vervreemding. De toekomst ligt in slow grow breeds, koeien die gras omzetten in melk, kippen en varkens die buiten scharrelen en hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen. Oude rassen, die beter aangepast zijn aan het Nederlandse klimaat, verdienen bescherming. Varkens kunnen weer voedselresten eten – mits goed gereguleerd – en bijen moeten worden beschermd tegen pesticiden, want zij zijn de stille pijlers van onze voedselproductie13.
Voedsel en consument
Eerlijke landbouw vraagt om eerlijke handel. Consumenten hebben recht te weten hoeveel pesticiden zijn gebruikt, of dieren buiten konden lopen, of een product werkelijk biologisch of regeneratief is. Keurmerken en transparantie zijn hierbij onmisbaar. True pricing kan zichtbaar maken wat goedkoop voedsel ons werkelijk kost: verlies van biodiversiteit, bodemdegradatie, dierenleed en gezondheidsproblemen14. Op die manier wordt een eerlijke keuze voor de consument mogelijk en kan de boer een rechtvaardige prijs krijgen.
De stikstofcrisis is daarmee niet alleen een ecologische, maar vooral een politieke crisis. Zij laat zien hoe ver beleid kan afdrijven van gezond verstand. De oplossing ligt niet in spreadsheetfundamentalisme en juridisch micromanagement, maar in de menselijke maat, eerlijke landbouwpraktijken en de boerenwijsheid die al eeuwenlang de basis vormt van ons landschap en onze voedselvoorziening.
Plaagdieren, landbouw en ecologische balans
Een gezonde landbouw leeft in samenhang met de natuur. Dat geldt niet alleen voor bodem en water, maar ook voor de dieren die onze leefomgeving delen. Wolven en ratten, eenden en ganzen: ze maken deel uit van hetzelfde ecosysteem. Overlast ontstaat vaak wanneer de natuurlijke balans wordt verstoord door menselijke keuzes; voedselresten die blijven liggen, landschappen die roofdieren buitensluiten, of monoculturen die plagen juist uitnodigen.
Hart voor Vrijheid kiest voor oplossingen die de kringloop herstellen in plaats van verstoren. Schapen kunnen beschermd worden met herdershonden en stevige afrasteringen, net zoals al eeuwen in de Alpen gebeurt18. Rattenpopulaties laten zich terugdringen door afvalbeheer, nestplaatsen te beperken en door roofvogels te stimuleren, bijvoorbeeld met uilenkasten19. Zo werken mensen en natuur samen om evenwicht te bewaren.
Toch weten we dat niet alle problemen verdwijnen met afrasteringen en uilenkasten alleen. Nieuwe technologieën roepen vragen op, maar verdienen ook aandacht. Wereldwijd wordt geëxperimenteerd met humane vruchtbaarheidsbeheersing bij plaagdieren, waarbij ratten niet langer massaal met gif uitgeroeid worden, maar op een natuurlijke manier minder vruchtbaar worden20. Zulke methodes zijn veelbelovend, maar vragen om zorgvuldigheid: strenge veiligheidsnormen, transparante proeven, en de zekerheid dat ze geen onbedoelde gevolgen hebben voor andere dieren of mensen21. Wij pleiten daarom voor kleinschalig onderzoek en open evaluatie, waarin bewoners en boeren vanaf het begin betrokken zijn22. Alleen zo kan het vertrouwen groeien dat deze aanpak een werkelijk alternatief biedt voor de gifkist en het geweer.
Wolven keren terug in Nederland, niet omdat zij door mensen zijn uitgezet om boeren te verdrijven, maar omdat de natuurlijke expansie van populaties uit Duitsland en Centraal-Europa langzaamaan terrein wint23. Genetisch onderzoek laat zien dat deze dieren zuivere wolven zijn en geen hybride schepsels, ook al bestaan daarover geruchten24. Toch betekent hun terugkeer voor boeren onzekerheid, soms zelfs verlies van vee. Hart voor Vrijheid erkent deze klachten als reëel.
Wij pleiten voor een beleid waarin boeren niet worden afgeserveerd als vijand van de natuur, maar juist worden ondersteund: subsidies voor stevige afrasteringen, waakhonden en stalbeveiliging, plus een snelle en eerlijke schadevergoeding voor alles wat verloren gaat25. Boeren moeten in staat zijn om hun bedrijf te beschermen zonder dat zij financieel gestraft worden. Tegelijkertijd moet onderzoek doorgaan, open en onafhankelijk: naar de herkomst en genetica van wolven, naar hun gedrag en naar de meest effectieve beschermingsmaatregelen in Nederlandse omstandigheden. Alleen zo voorkomen we dat mythes de boventoon voeren en bouwen we aan een samenleving waarin mens en natuur elkaar aanvullen in plaats van bevechten.
Beleidsvoorstellen
- Uit de PAS: Stikstofbeleid dient uitsluitend gebaseerd te zijn op meetbare effecten in de directe omgeving van kwetsbare natuurgebieden. Cumulatieve modelberekeningen met een schijnnauwkeurigheid mogen niet langer de grondslag vormen voor beleid of vergunningverlening.
- Natura2000-gebieden: De aanwijzing van honderden kleine Natura2000-gebieden in Nederland dient te worden herzien. Grote, waardevolle natuurgebieden worden behouden en beschermd, maar versnipperde en kunstmatig aangewezen gebieden dienen opnieuw te worden beoordeeld en zo nodig opgeheven. Daarmee komt een einde aan juridisch micromanagement dat boeren en bouw onnodig belemmert.
- Stikstofnormen dienen te worden geharmoniseerd met buurlanden: Nederland mag zichzelf niet langer in een onhaalbaar keurslijf dwingen; er dienen realistische ondergrenzen en afstandscriteria te gelden zoals elders in Europa.
- Kringlooplandbouw wordt actief gestimuleerd: De landbouw dient weer in balans te komen met de bodem. Dierlijke mest, compost, bokashi (gefermenteerd organisch materiaal als bodemverbeteraar) en groenbemesters vormen de basis; kunstmest dient alleen aanvullend te worden ingezet waar organische bronnen tekortschieten.
- Regeneratieve landbouwpraktijken en alternatieve initiatieven: Zoals voedselbossen, Herenboeren, permacultuur, stadslandbouw en schooltuinen dienen structureel te worden ondersteund. Daarmee wordt de verbinding tussen mens, natuur en voedselproductie hersteld.
- Verbod bestrijdingsmiddelen: Wij stellen een nationaal verbod in op glyfosaat en neonicotinoïden, en ondersteunen biologische alternatieven en regeneratieve landbouw.
- Gedeeltelijk biologische omschakeling: Nederland dient te kiezen voor een gedeeltelijke biologische omschakeling op de middellange termijn (30–40% van het areaal). Boeren die deze stap zetten worden ondersteund. Volledig biologisch blijft de lange termijn-horizon, maar wordt alleen nagestreefd in samenhang met mondiale systeemveranderingen.
- Consumptiepatronen dienen een vrije keuze te blijven: Hart voor Vrijheid is principieel tegen vleestaksen of andere vormen van dwang. Wel dienen consumenten via transparantie en eerlijke prijzen (true pricing) in staat te worden gesteld bewust te kiezen voor gezond en eerlijk voedsel.
- Voorlichting en onderwijs over voedsel: Hart voor Vrijheid stimuleert breed ingerichte voorlichtingscampagnes die consumenten bewust maken van de werkelijke kosten van voedsel. Met name scholen spelen hierin een sleutelrol: in de buurt van supermarkten en in de klaslokalen leren kinderen waar hun eten vandaan komt en wat duurzaam omgaan met landbouw en natuur betekent.
- Dierenwelzijn dient centraal te staan: Dieren horen naar buiten te kunnen, zonder megastallen of opgejaagde productiesnelheden. Slow grow breeds en oude rassen worden gestimuleerd, en bijen dienen structurele bescherming te krijgen tegen pesticiden.
- Reststromen dienen circulair te worden benut: Swill voor varkens dient onder veilige voorwaarden weer te worden toegestaan, zodat voedselresten niet langer verloren gaan maar bijdragen aan een gesloten kringloop.
- Voedselketens dienen transparant te worden gemaakt: Producten krijgen keurmerken voor pesticidegebruik, antibioticavrij, grasgevoerd en regeneratief. Zo wordt de consument in staat gesteld een bewuste en eerlijke keuze te maken.
- Eerlijke prijzen (True prizing): De werkelijke kosten van voedsel dienen zichtbaar te worden gemaakt via eerlijke prijzen. Zo wordt duidelijk welke schade goedkoop voedsel veroorzaakt aan bodem, natuur en dierenwelzijn, waardoor gezond en duurzaam voedsel vanzelf concurrerender wordt.
- Fijnstof en ammoniumaerosolen: Zij dienen primair als gezondheidsvraagstuk te worden benaderd, niet als biodiversiteitsprobleem. Maatregelen richten zich op de grootste vervuilers: zware industrie, luchtvaart en verkeer, in plaats van op boerenbedrijven.
- Ecologische plaagbeheersing: Overlast van dieren wordt allereerst bestreden via natuurlijke middelen. Afvalbeheer, het stimuleren van roofvogels en het herstellen van landschappen verminderen ratten en ander ongedierte zonder gif. Afschot blijft uitsluitend een uiterste noodmaatregel.
- Humane vruchtbaarheidscontrole: Nieuwe methoden om plaagdieren tijdelijk onvruchtbaar te maken zijn veelbelovend. Hart voor Vrijheid pleit voor kleinschalig onderzoek onder strenge veiligheidseisen en met volledige transparantie, zodat deze humane aanpak in de toekomst een reëel alternatief kan vormen voor gif en dodelijke vallen.
- Ruimhartige compensatie voor boeren: Schade door wolven en andere wilde dieren moet eerlijk en snel worden vergoed. Niet alleen de waarde van vee, maar ook bijkomende kosten tellen mee. Boeren horen niet op te draaien voor lasten die de samenleving als geheel draagt.
- Preventieve bescherming van veestapels: Subsidies maken het mogelijk dat boeren hun dieren effectief kunnen beschermen met afrasteringen, waakhonden en stalbeveiliging. Deze maatregelen zijn praktischer en toekomstbestendiger dan het telkens vergoeden van schade achteraf.
- Wetenschappelijk en genetisch onderzoek: Doorlopende monitoring van wolven en andere wilde dieren is noodzakelijk. Onafhankelijke wetenschap moet duidelijk maken welke dieren terugkeren, hoe populaties zich ontwikkelen en hoe zij samenleven met landbouw en natuur. Alleen feiten kunnen mythen vervangen.
Bronnen:
- Gruber, N., & Galloway, J.N. (2008). An Earth-system perspective of the global nitrogen cycle. Nature, 451, 293–296. https://doi.org/10.1038/nature06592
- Smil, V. (2013). Should We Eat Meat? Evolution and Consequences of Modern Carnivory. Wiley-Blackwell.
- Erisman, J.W., Sutton, M.A., Galloway, J., Klimont, Z., & Winiwarter, W. (2008). How a century of ammonia synthesis changed the world. Nature Geoscience, 1, 636–639. https://doi.org/10.1038/ngeo325
- Stevens, C.J., et al. (2004). Impact of nitrogen deposition on the species richness of grasslands. Science, 303(5665), 1876–1879. https://doi.org/10.1126/science.1094678
- Asman, W.A.H., Sutton, M.A., & Schjørring, J.K. (1998). Ammonia: emission, atmospheric transport and deposition. New Phytologist, 139(1), 27–48. https://doi.org/10.1046/j.1469-8137.1998.00180.x
- Umweltbundesamt (2018). TA Luft: Technische Anleitung zur Reinhaltung der Luft. Duitse Federale Milieuagentschap.
- Raad van State (2019). PAS-uitspraken stikstof. ECLI:NL:RVS:2019:1603.
- Hennekens, S.M., & Van Dobben, H.F. (2019). Natura 2000 in Nederland: knelpunten en kansen. Landschap, 36(2), 87–95.
- Altieri, M.A. (2018). Agroecology: The Science of Sustainable Agriculture. CRC Press.
- Ponisio, L.C., et al. (2015). Diversification practices reduce organic to conventional yield gap. PNAS, 112(26), 7611–7616. https://doi.org/10.1073/pnas.1417322112
- Muller, A., et al. (2017). Strategies for feeding the world more sustainably with organic agriculture. Nature Communications, 8, 1290. https://doi.org/10.1038/s41467-017-01410-w
- FAO (2018). The Future of Food and Agriculture – Alternative Pathways to 2050. Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations.
- Van der Sluijs, J.P., et al. (2013). Neonicotinoids, bee disorders and the sustainability of pollinator services. Current Opinion in Environmental Sustainability, 5(3-4), 293–305. https://doi.org/10.1016/j.cosust.2013.05.007
- True Price Foundation (2020). True Pricing in Food Systems: Making the Hidden Costs Visible. Amsterdam.
- Raad van State. (2019). Uitspraak over het Programma Aanpak Stikstof (PAS), ECLI:NL:RVS:2019:1603. https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@116084/uitspraak-stikstof-20190529/
- International Agency for Research on Cancer (IARC). (2015). Glyphosate. IARC Monographs Volume 112. Lyon: WHO-IARC. https://www.iarc.who.int/featured-news/media-centre-iarc-news-glyphosate/
- European Food Safety Authority (EFSA). (2018). Neonicotinoids: risks to bees confirmed. EFSA Journal. https://www.efsa.europa.eu/en/press/news/180228
- LIFE WolfAlps EU. (2025). Priročnik dobrih praks za varstvo drobnice pred volkovi. https://www.lifewolfalps.eu/wp-content/uploads/2025/02/LIFE-WOLFALPS-EU_Prirocnik-dobrih-praks_2025_web.pdf
- CEPA-Europe. (2018). Urban rat control in Europe: Executive summary. https://cepa-europe.org/sites/default/files/inline-files/CEPA-E-consultation-ExecutiveSummary_0.pdf
- SenesTech. (2023). ContraPest. https://en.wikipedia.org/wiki/ContraPest
- Massei, G., et al. (2023). Developing fertility control for rodents: a framework for researchers and practitioners. ResearchGate. https://www.researchgate.net/publication/371338229_Developing_fertility_control_for_rodents_a_framework_for_researchers_and_practitioners
- Empowerment Coöperatie Amsterdam. (2020). Rattenplan Holendrecht. https://www.empowermentcoop.nl/ons-aanbod/rattenplan/
- Linnell, J., et al. (2022). The return of wolves to the Netherlands: A fact-finding study. Wageningen Environmental Research. https://pureportal.inbo.be/files/97422821/the_return_of_wolves_to_the_netherlands_a_factfin_wageningen_university_and_research_634754.pdf
- Linnell, J., et al. (2022). The return of wolves to the Netherlands: A fact-finding study. Wageningen Environmental Research. https://pureportal.inbo.be/files/97422821/the_return_of_wolves_to_the_netherlands_a_factfin_wageningen_university_and_research_634754.pdf
- European Commission. (2025). Q&A on the amendment of the wolf protection status in the Habitats Directive. https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/lt/qanda_25_712
Geopolitiek en Buitenlandbeleid
Van hegemonie naar harmonie — over macht, menselijkheid en een nieuwe wereldorde

Samenvatting
De wereldorde bevindt zich in een historische verschuiving: de Amerikaanse hegemonie en het Atlantische bondgenootschap verliezen hun vanzelfsprekende dominantie, terwijl nieuwe machtsblokken als BRICS en de Shanghai Cooperation Organisation opkomen met een visie gebaseerd op soevereiniteit, economische gelijkwaardigheid en culturele diversiteit. Het Westen, verstrikt geraakt in zijn eigen bureaucratie, schulden en technocratie, ziet zijn morele gezag verdampen. Nederland en Europa staan op een kruispunt: vasthouden aan een unipolair systeem van afhankelijkheid of kiezen voor een nieuwe, multipolaire balans waarin samenwerking niet langer hiërarchisch, maar wederkerig is.
Wij pleiten voor een koers die vrijheid verbindt met verantwoordelijkheid en menselijkheid. Wij verwerpen blokdenken en kiezen voor neutraliteit, diplomatie en het herstel van democratische zelfbeschikking. In plaats van militair interventionisme en economische sancties willen wij investeren in vrede, eerlijke handel en wederzijds respect tussen beschavingen. Europa kan daarin opnieuw betekenis vinden, niet als uitvoeringsorgaan van NAVO of EU, maar als brug tussen Oost en West, als drager van een nieuw realisme waarin veiligheid, energiezekerheid en menselijke waardigheid samenkomen.
Wat wil Hart voor Vrijheid?
- Vrede door neutraliteit en diplomatie: Wij stappen uit de NAVO en bouwen aan een pan-Europese veiligheidsarchitectuur op basis van neutraliteit, wapenbeheersing en dialoog. Wapenleveranties aan oorlogvoerende staten, waaronder Oekraïne en Israël, worden stopgezet, met inzet op diplomatie, humanitaire hulp en internationaal toezicht. In plaats van sanctiepolitiek kiezen wij voor actieve bemiddeling en herstel van vertrouwen tussen volkeren.
- Strategische autonomie en eerlijke globalisering: Na Nexit bouwen wij aan nieuwe, vrijwillige samenwerkingsverbanden met Europese en niet-Europese partners. Economische soevereiniteit, energiezekerheid en handel op basis van wederkerigheid vervangen afhankelijkheid van supranationale instellingen en Amerikaanse LNG- en defensiebelangen. Ontwikkelingssamenwerking wordt hervormd tot partnerschap op basis van gelijkwaardigheid: niet langer hulp van bovenaf, maar wederkerige investeringen in voedselzekerheid, scholing, waterbeheer en lokale productie, zodat landen zelfvoorzienend kunnen worden en migratiedruk afneemt.
- Democratie en technologie in dienst van de mens: Wij doorbreken de greep van het militair-industrieel en technocratisch complex. Digitale infrastructuur en publieke data worden publieke goederen; klokkenluiders, onafhankelijke media en burgerinitiatieven krijgen wettelijke bescherming. Technologie moet dienen, niet heersen: menselijke waardigheid, transparantie en zeggenschap staan centraal in een wereld waarin macht niet boven mensen staat, maar met hen wordt gedeeld.

De nieuwe wereldorde en het einde van de hegemonie
Van unipolaire dominantie naar een wereld van soevereine beschavingen
De wereld bevindt zich op een historisch breukvlak. Wat bijna 80 jaar lang als vanzelfsprekend gold, de Amerikaanse leiding over de wereldorde, het economische overwicht van het Westen en de ideologische zekerheid van “liberale democratie”, brokkelt in hoog tempo af1. De schijnpandemie in 2020, oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, de energiecrisis, het verlies aan vertrouwen in instituties en de opkomst van nieuwe machtsblokken markeren niet slechts incidenten, maar tekenen het einde van een tijdperk2.
De “Pax Americana” die na 1945 de wereld vormde, is uitgeput3. Het morele gezag van de Verenigde Staten en haar bondgenoten wankelt, terwijl de macht verschuift naar landen die niet langer willen buigen voor het westerse model van permanente interventie en financiële afhankelijkheid4. In deze instabiliteit wordt pijnlijk zichtbaar dat formele regeringen in Europa in toenemende mate beleidsuitvoerder zijn van bovenstatelijke agenda’s; de Europese Commissie fungeert, in die visie, als doorgeefluik van private en geopolitieke macht5.
Toch begon deze verschuiving niet zo maar met een gezondheidscrisis in 2020, maar veel eerder. Door de eeuwen heen zijn wereldrijken opgestaan en gevallen, steeds gedragen door dezelfde dynamiek van angst, politieke moorden, macht en beheersing6. Het Britse Rijk rechtvaardigde zijn koloniale expansie met het ideaal van beschaving, maar handhaafde het met angst voor chaos. Na de Tweede Wereldoorlog nam de Verenigde Staten het stokje over en bouwde, onder de vlag van vrijheid en mensenrechten, een eigen imperium van bases, dollars en bondgenootschappen. De Koude Oorlog was de gouden eeuw van die hegemonie: angst voor het communisme hield het Westen bijeen, de NAVO groeide uit tot wereldmacht en de dollar tot wereldmunt. Maar elk rijk dat zijn macht baseert op angst, schept tegelijk de kiem van zijn verval. En degenen die er tegenin gingen zoals John F. Kennedy werden door een CIA operatie vermoord117.
De aanslagen van 11 september 2001 vormden een nieuw breukpunt. In de jaren daarna is steeds meer bewijs boven tafel gekomen dat het een ‘false flag’-operatie betrof; de Twin Towers werden gecontroleerd opgeblazen door de ‘deep state’ (geheime diensten) om een ‘oorlog tegen terrorisme’ te rechtvaardigen6. Het tijdperk van permanente dreiging werd hiermee ingeluid, waarin veiligheid het nieuwe dogma werd. Wetgeving, spionageprogramma’s en mediacampagnes legden de basis voor een infrastructuur van wereldwijde surveillance. De burger werd niet langer beschermd, maar beheerd. De gebeurtenissen van 9/11 markeerden daarmee het begin van wat later tijdens de pandemie van 2020 zijn hoogtepunt zou bereiken: het geloof dat vrijheid kan worden opgeofferd aan veiligheid, en dat angst een rechtvaardiging biedt voor centralisering van macht.
Wat in 2020 begon als een gezondheidscrisis, groeide uit tot een mondiale beproeving van vertrouwen en menselijkheid. De “pandemie van de angst”, zoals Kees van der Pijl het noemt, toonde hoe psychologische beïnvloeding en crisismanagement nieuwe bestuursvormen mogelijk maakten4. Onder het mom van noodzaak werd een technocratische orde gevestigd die instituties boven mensen stelde. De burger werd object van beleid, het publieke debat ingeruild voor protocollen, en wetenschap gedegradeerd tot instrument van consensus. Angst, niet rede, werd de basis van gehoorzaamheid. Zo ontstond een nieuw model van globalisering: niet langer gebaseerd op militaire bezetting of economische druk, maar op sociale conditionering. Het verschil met de totalitaire systemen van de twintigste eeuw was slechts van vorm, niet van wezen. Wat vroeger fascisme heette, kreeg nu de gedaante van technocratie: een rationele proto-fascistische façade over dezelfde drang tot beheersing.
Het Atlantische blok, gevormd door de VS, de NAVO en de Europese Unie, was in de tweede helft van de twintigste eeuw de drager van een globalistische orde die haar invloed uitbreidde via oorlogen, financiële schulden en ideologische export7. Onder het mom van democratie en mensenrechten werden markten geopend, regeringen omvergeworpen en grenzen verschoven. Deze unipolaire wereld bouwde haar macht niet alleen met wapens, maar ook met woorden: via het monopolie op informatie, wetenschap, technologie en valuta8. Het resultaat was een systeem waarin de vrijheid van volkeren ondergeschikt werd gemaakt aan de belangen van een kleine, transnationale elite.
Maar dat systeem kraakt in zijn voegen, nu het verval zo tragisch zichtbaar wordt. Een tegenbeweging is opgestaan in de vorm van een multipolaire wereld: een wereld waarin niet één beschaving, één munt of één ideologie meer het centrum vormt, maar waarin verschillende culturen, continenten en visies naast elkaar bestaan9. Rusland, China, India, Brazilië, Iran, Zuid-Afrika en talloze kleinere staten bundelen hun krachten in nieuwe allianties zoals BRICS en de Shanghai Cooperation Organisation (SCO) 10. Zij verwerpen het westerse unipolaire model niet uit idealisme, maar uit vermoeidheid met afhankelijkheid. Hun samenwerkingsvorm is pragmatisch, niet utopisch: gebaseerd op onderlinge belangen en tijdelijke allianties, waarin wederkerigheid wordt nagestreefd maar machtsverschillen blijven bestaan. In dat licht kan de opkomst van BRICS worden gezien als een functionele afwijzing van het oude Atlantische bestuurspatroon en de door financiële centra gedomineerde unipolaire orde11.
Het Westen, dat zijn invloed decennialang baseerde op militaire macht, schulden en controle over geldstromen, ziet zijn overwicht afbrokkelen tegenover een wereld die vrijheid en samenwerking op eigen voorwaarden eist12. Wat ooit werd voorgesteld als verdediging en integratie, is verworden tot expansie en beheersing: de NAVO groeide van verdedigingsalliantie uit tot militair apparaat met mondiale ambities, terwijl de Europese Unie zich ontwikkelde tot een technocratisch bestuur dat onder de vlag van duurzaamheid en veiligheid nationale soevereiniteit uitholt13. De Verenigde Staten probeert intussen haar tanende invloed te behouden via sancties, regimewisselingen en mediacampagnes, maar deze instrumenten verliezen hun werking14. De rest van de wereld heeft de lessen van Irak, Libië en Oekraïne begrepen: wie zijn economie en informatievoorziening afhankelijk maakt van Washington of Brussel, verliest zijn zelfstandigheid12.
Het machtsnetwerk achter de schermen
Over de onzichtbare piramide van geld, macht en controle
Wie de wereld van vandaag wil begrijpen, moet niet kijken naar parlementen of talkshows, maar naar de gangenstelsels onder de financiële hoofdsteden. Daar, waar stilte regeert, liggen de zenuwcentra van een orde die tegelijk tastbaar en ongrijpbaar is: de City of London, Wall Street en Washington D.C. vormen haar zichtbare pilaren, maar het hart klopt dieper – in Bazel, waar de Bank for International Settlements (BIS) de metronoom van het mondiale geldverkeer slaat17.
De BIS, opgericht in 1930 om Duitse herstelbetalingen te coördineren, is uitgegroeid tot de centrale bank van centrale banken18. Daar wordt niet geschreeuwd, maar gefluisterd. Geen parlementaire controle, geen publieke verantwoording, alleen discretie en routine. Toch bepaalt wat hier wordt afgesproken de reikwijdte van nationale begrotingen, de prijs van voedsel en grondstoffen, en de ademruimte van miljoenen gezinnen19. Boven Bazel torent de financiële piramide: bovenaan het onzichtbare vertrouwen, daaronder de centrale banken, vervolgens de commerciële banken en beleggingsfondsen, en ten slotte de burger, die slechts tijdelijk krediet bezit in een wereld van schulden20.
De Anglo-Amerikaanse as
Vanuit die financiële kathedraal stroomt de macht naar de Atlantische kust. De City of London bewaakt de kanalen van kapitaal, Wall Street bewerkt ze tot schuldpapier, en Washington D.C. beschermt het geheel met diplomatie en wapens21. Samen vormen ze de ruggengraat van wat ooit “de vrije wereld” heette, een wereld waarin vrijheid samenviel met de circulatie van dollars9. De NAVO fungeert als militair schild, het IMF en de Wereldbank als economische hefboom22. Landen die krediet of veiligheid zoeken, worden deel van een ecosysteem waarin afhankelijkheid invloed betekent en vrijheid zelden zonder voorwaarden komt23.
Zo ontstond in de twintigste eeuw een orde die niet langer koloniën bezat, maar balansen. De vlaggen verdwenen, de schulden bleven. Macht verplaatste zich van grondgebied naar balansblad, van leger naar spreadsheet24.
De diepe staat van het Westen
Naast deze financiële macht groeide een bestuurlijke diepte-structuur: een permanent apparaat van inlichtingendiensten, defensie-industrie en diplomatieke denktanks dat verkiezingen overleeft en beleid continu houdt25. In de Verenigde Staten kreeg het de naam deep state; in werkelijkheid is het een Atlantisch netwerk waarin de CIA, NSA, MI6, GCHQ en Mossad samenwerken als zenuwstelsel van een antidemocratisch imperium zonder grenzen7.
Hun domein is niet langer het slagveld, maar het bewustzijn. Via media, algoritmen en psychologische operaties wordt perceptie gemanaged zoals vroeger handelsroutes werden bewaakt26. De oorlog om informatie is geen metafoor – het is de frontlinie van de 21e eeuw27. Rond dit complex cirkelen talloze NGO’s en “filantropische” instellingen, Open Society Foundations, USAID, National Endowment for Democracy, die in naam van mensenrechten en ontwikkeling regeringen adviseren, verkiezingen ondersteunen of publieke opinie sturen28. Waar vroeger legers marcheerden, reizen nu consultancies, data-experts en stichtingen14.
De dynastieën van geld en de nieuwe rentmeesters
De moderne wereld kent nog altijd zijn dynastieën, maar ze hebben nieuwe gezichten gekregen. Waar ooit de Rockefeller- en Rothschild-families het industriële kapitaal belichaamden, hebben vandaag investeringsmaatschappijen als BlackRock, Vanguard en State Street hun rol overgenomen29. Deze fondsen beheren samen duizenden miljarden, meer dan het bruto nationaal product van de meeste landen, en zijn grootaandeelhouder in vrijwel elk groot bedrijf ter wereld30. Ze bezitten niet de fabrieken, maar de aandelen die de fabrieken aansturen; niet de kranten, maar de advertentienetwerken die de kranten voeden9. Hun macht is die van het stille percentage: altijd minder dan de helft, maar overal aanwezig31.
De invloed van zulke fondsen werkt niet door bevel, maar door richting. Via stemrechten op aandeelhoudersvergaderingen, via duurzaamheids- en risicoprotocollen bepalen zij de koers van energie, technologie en landbouw32. Hun taal is die van rendement, maar de uitkomst is vaak politiek. In datzelfde discours klinken de idealen van het World Economic Forum en de VN-Agenda 2030 mee, visies die spreken over duurzaamheid, inclusie en digitale innovatie, maar in de praktijk vaak leiden tot een verdergaande integratie van overheid en bedrijfsleven33. Onder het motto van “publiek-private samenwerking” ontstaat een mondiale bestuurslaag waarin beleid wordt gecoördineerd buiten directe democratische controle.
In dit ecosysteem bewegen ook de grote filantropen, Bill Gates, George Soros, Klaus Schwab, die hun vermogen aanwenden om gezondheids-, klimaat- en digitaliseringsagenda’s te financieren34. De grenzen tussen winst en idealisme vervagen; beleid wordt project, bestuur wordt portfolio.
De verwevenheid van private rijkdom en publiek beleid heeft de democratie niet afgeschaft, maar subtiel verschoven. Waar vroeger ministers spraken, spreken nu conferenties. Waar vroeger de kiezer corrigeerde, corrigeert nu de markt, niet in naam van het algemeen belang, maar van kapitaal. En wie wil weten waarom bepaalde thema’s plots overal tegelijk opduiken, hoeft alleen te kijken naar de netwerken waar kapitaal, media en consultancy elkaar vinden.
De technocratische architectuur
Onder deze financiële en ideologische bovenlaag groeit een digitale onderlaag: de technocratische infrastructuur van de 21e eeuw. Kunstmatige intelligentie, biometrische identiteiten, centrale-bank-digitale valuta en globale datanetwerken vormen samen de hardware van een nieuw bestuur15. Wat tijdens de pandemie tijdelijk leek, QR-codes, tracing-apps en digitale paspoorten, is nog niet overal uitgerold, maar wordt stap voor stap voorbereid als het volgende administratieve controleparadigma35. In sommige landen, zoals Groot-Brittannië, stuit de verplichte invoering van de Brit-ID card op massaal maatschappelijk verzet: een teken dat het instinct voor vrijheid nog niet overal is uitgedoofd36.
De belofte is snelheid, efficiëntie en veiligheid. Het risico is de verdwijning van het onvoorspelbare, van de menselijke marge waar vrijheid woont37. Wanneer besluitvorming wordt uitbesteed aan algoritmen en normen worden gecodeerd in software, verdwijnt de mogelijkheid tot tegenspraak. Macht wordt geprogrammeerde logica en logica kent geen genade38.
Zo ontvouwt zich een wereld die niet door samenzwering wordt bestuurd, maar door samenloop van belangen. Financiële instellingen, veiligheidsdiensten, technologiebedrijven en filantropische netwerken vormen samen een ecosysteem dat zichzelf in stand houdt. Niemand trekt aan de touwtjes alleen; toch bewegen de touwen allemaal dezelfde kant op: centralisatie39.
De paradox van deze tijd is duidelijk: hoe meer (schijn) “verbinding”, hoe minder vrijheid. De wereld die ooit openheid beloofde, is verstrikt geraakt in haar eigen web van controle en voorzorg.
De rol van Big Tech en het militair-industrieel complex
In de twintigste eeuw was macht zichtbaar: tanks, raketten, staal, olie en vlaggen. In de eenentwintigste eeuw is macht onzichtbaar geworden, geprogrammeerd in algoritmen, geborgen in datacenters, verspreid via netwerken die zich voordoen als publieke infrastructuur. Waar ooit generaals oorlog voerden, sturen nu ingenieurs en data-analisten de wereld aan. De fusie van defensie, technologie en kapitaal heeft een nieuw soort complex voortgebracht: niet langer militair-industrieel, maar technocratisch-industrieel, een web van bedrijven, denktanks en overheden die samen één ecosysteem vormen15, 38, 39, 78.
De motor van dit systeem is niet meer de atoombom maar de informatie zelf. Wie data bezit, kent gedrag; wie gedrag kent, stuurt de toekomst. Onder de vlag van “veiligheid” en “voorspelbaarheid” is een mondiale architectuur van observatie ontstaan, waarin algoritmen bedreigingen voorspellen, emoties meten en beslissingen voorbereiden15, 38.
Palantir, geboren uit de stal van de CIA en gefinancierd door In-Q-Tel, levert analysetools die politie, inlichtingendiensten en krijgsmachten realtime inzicht geven in patronen van beweging, communicatie en identiteit39, 79. DARPA, het onderzoeksbureau van het Pentagon, ontwikkelt kunstmatige intelligentie die leert uit oorlogservaring: systemen die vijandelijk gedrag simuleren, desinformatie herkennen, en, in de volgende stap, beleid kunnen adviseren zonder menselijke tussenkomst26, 78. Silicon Valley werd zo niet de uitdager, maar de uitvoerder van het imperium: de technologie die ooit vrijheid beloofde, werd de infrastructuur van beheersing15, 38.
De pandemie was voor deze nieuwe machtsorde wat de Tweede Wereldoorlog was voor het oude militair-industrieel complex: een katalysator. Waar het Pentagon destijds de productie van staal en wapens coördineerde, orkestreerde nu een digitaal-medisch netwerk de controle over informatie en beweging4, 15, 78. Gezondheidsapps, QR-codes, tracingplatforms en social-media-moderatie vormden samen een laboratorium voor cognitieve oorlogsvoering: het beïnvloeden van perceptie, gedrag en overtuiging in naam van veiligheid26. De grens tussen publieke noodzaak en private winst verdampte; data werden de nieuwe grondstof, angst de nieuwe valuta15.
In Europa verloopt deze fusie met een bureaucratische glimlach. Wat in Washington wordt gepresenteerd als “defense innovation”, verschijnt in Brussel als “digitale transitie”. Achter termen als resilience en governance gaat dezelfde logica schuil: wie infrastructuur bouwt, beheerst het verkeer; wie standaard zet, beheerst de keuze26, 38, 80.
De Europese Commissie werkt met dezelfde bedrijven die Amerikaanse defensiecontracten dragen; Palantir draait mee in gezondheidsdata, Microsoft en Amazon beheren overheidsclouds, en Google levert AI-kaders voor publieke besluitvorming39, 80. De façade van nationale soevereiniteit blijft overeind, maar de operationele infrastructuur is reeds geprivatiseerd15, 38.
Daarmee is de oorlogseconomie van vorm veranderd, niet van wezen. Waar de twintigste eeuw oorlog kende als explosie, kent de eenentwintigste haar als continu proces: een keten van digitale paraatheid, cyberdreigingen, desinformatiecampagnes en permanente bewapening van perceptie15, 26. Oorlog is niet langer het tegenovergestelde van vrede, maar haar verdienmodel. Dezelfde bedrijven die nu cyberveiligheid verkopen, leveren morgen de wapens voor de conflicten die zij vandaag voorspellen38, 39. Zo wordt macht circulair: elke crisis rechtvaardigt de volgende innovatie, elke innovatie de volgende crisis15.
De Verenigde Staten: van hegemonie tot verdeelde natie
Na de val van de Sovjet-Unie stond de Verenigde Staten alleen op het wereldtoneel1.
De droom van eeuwige dominantie werd geboren uit een moment van euforie: de Koude Oorlog was gewonnen, het liberalisme had gezegevierd, en er leek geen alternatief meer denkbaar. “The end of history,” noemde Francis Fukuyama het, een wereld die voortaan één richting uit zou bewegen: markt, democratie, vooruitgang62. Maar geschiedenis eindigt nooit. Ze wacht, draait zich om en vraagt rekenschap.
In de jaren negentig werd Amerika niet de hoeder van vrede, maar de rentmeester van een wereldorde die zichzelf als onfeilbaar zag. De oorlogen in Irak, Afghanistan, Libië en Syrië werden niet gevoerd uit noodzaak, maar uit gewoonte: telkens opnieuw in naam van mensenrechten, telkens opnieuw met ruïnes als resultaat63. De Verenigde Staten verloor daarbij wat geen supermacht zich kan veroorloven te verliezen: moreel gezag64. De beloofde democratie bracht geen vrijheid maar chaos; de vlag van bevrijding werd steeds vaker gelezen als symbool van bemoeienis. Zo veranderde hegemonie in wantrouwen en prestige in overmoed65.
Toch is het verval niet alleen buiten Amerika zichtbaar, maar vooral in zichzelf. De Verenigde Staten zijn vandaag een land dat inwendig gespleten is: rijk tegen arm, stad tegen platteland, ideologie tegen werkelijkheid66. De natie die vrijheid predikte, worstelt met een bureaucratie die haar burgers wantrouwt en een veiligheidsapparaat dat politieke neutraliteit heeft ingeruild voor zelfbehoud67. De “war on terror” is naar binnen gekeerd: surveillance, censuur en een permanente staat van paraatheid68.
De presidentsverkiezingen van 2016 maakten die scheidslijn zichtbaar. Donald Trump brak met de retoriek van globalisme en onbegrensde oorlog, en gaf stem aan miljoenen Amerikanen die zich verraden voelden door hun eigen elite69. Wat daarna volgde, was meer dan een politieke strijd, het was een botsing tussen twee werkelijkheden. Aan de ene kant de Deep State, de verzameling van permanente instituties die beleid vormgeven los van verkiezingen, de inlichtingendiensten, het Pentagon, de grote mediaconglomeraten en financiële netwerken die de koers bepalen, ongeacht wie er regeert7, 67. Aan de andere kant de Trump-revolutie, een ongepolijste maar oprechte poging om dat gesloten systeem te breken en macht terug te geven aan het volk25.
Zijn terugkeer in 2024 op het wereldtoneel, gesteund door een groeiend netwerk van nationale bewegingen in Europa, wijst op een structurele breuk tussen globalistische instituties en soevereine staten69, 75, 114. In die strijd gaat het niet alleen om beleid, maar om het eigendom van waarheid zelf8, 70.
Tijdens zijn eerste regeerperiode stond Trump nog grotendeels geïsoleerd binnen dat systeem. Zijn kabinet en veiligheidsstructuur waren grotendeels bevolkt met voorstanders van de globalistische wereldorde, zionistische lobby’s en militaire insiders die hem voortdurend neutraliseerden. Daardoor bleven veel van zijn hervormingen halfslachtig of symbolisch. In zijn tweede ambtstermijn lijkt hij echter meer controle te krijgen over de mensen die hem omringen, wat zijn optreden grilliger maar ook strategischer maakt. Trump laveert tussen tegengestelde krachten: enerzijds probeert hij de Deep State te ontregelen, anderzijds moet hij overleven binnen haar kaders. Openlijk verzet betekent politieke zelfmoord, of erger. Daarom bedient hij zich van gecontroleerde tegenbewegingen en zogenaamde “psyops”: operaties die zijn tegenstanders op een verkeerd been zetten terwijl hij achter de schermen akkoorden sluit. Zo zou volgens verschillende bronnen, waaronder Gezond Verstand, het vermeende bombardement op Iraanse nucleaire installaties in werkelijkheid een vooraf afgestemde actie met Teheran zijn geweest, bedoeld om Israël het voorwendsel te ontnemen Iran aan te vallen, en zo een groter conflict te voorkomen116. Zijn beleid lijkt daardoor chaotisch, maar deze schijnbare incoherentie weerspiegelt vooral een gevecht tussen twee machtssystemen binnen Amerika zelf.
De Trump-revolutie was geen spontane ontsporing van de Amerikaanse democratie, maar een symptoom van een dieper proces: het einde van de unipolaire wereld1, 16. Donald Trump, door zijn tegenstanders veracht en door zijn aanhangers vergoddelijkt, fungeerde als breekijzer in een verstard systeem69, 70. Zijn economische koers, herindustrialisering, energie-onafhankelijkheid en het terughalen van productie uit China, bracht de vergeten arbeidersklasse terug in het politieke centrum64, 65, 113. Zijn diplomatieke instinct, vrede met Rusland, terughoudendheid in het Midden-Oosten, druk op NAVO-lidstaten om eigen verantwoordelijkheid te nemen, ondermijnde het militaire en financiële monopolie dat sinds 1945 onaantastbaar leek2, 5, 65. De dedollarisering van de wereldhandel en de opkomst van alternatieve betaalsystemen zijn mede het gevolg van dat breekmoment: de wereld leerde dat macht niet eeuwig aan de dollar is gebonden81, 82.
Trump werd verguisd, gedemoniseerd en juridisch belaagd, maar zijn opkomst was niet het begin van polarisatie, het was het gevolg ervan70. Hij trok de sluier weg over een systeem dat zichzelf republiek noemt, maar opereert als een oligarchie71. In die zin is Amerika niet langer een natie met één verhaal, maar een verzameling parallelle werkelijkheden. De media spreken niet meer tot burgers, maar tot hun eigen stammen8; universiteiten zijn bastions van ideologische zuivering72; bedrijven voeren buitenlands beleid via hun marketing73. Het rijk dat de wereld moest verenigen, is intern uiteengevallen in kampen die elkaars legitimiteit niet meer erkennen8.
Parallel aan deze politieke breuk groeit een bredere beweging voor gezondheidsvrijheid en transparantie75. Robert F. Kennedy Jr. vertegenwoordigt in die context een nieuw Amerikaans humanisme: kritisch tegenover de WHO, pleitbezorger van medische autonomie, en tegenstander van de almacht van farmaceutische conglomeraten115. Zijn opkomst symboliseert een bewustwording die verder reikt dan partijpolitiek: een samenleving die niet langer wil dat gezondheid, media en wetenschap worden gedicteerd door dezelfde economische belangen4, 15.
Het militair-industrieel complex, waar president Eisenhower in 1961 al voor waarschuwde, heeft intussen een digitale gedaante aangenomen74. Waar ooit staal en olie de motor vormden, regeren nu data en software. Silicon Valley is het nieuwe Pentagon geworden: bedrijven als Google, Microsoft, Palantir en Amazon Web Services leveren infrastructuur aan defensie en inlichtingendiensten, beheren overheidsdata en controleren de informatiecirculatie41. De fusie van defensie, technologie en financiële macht heeft een systeem voortgebracht dat geen grenzen kent, noch geografisch, noch moreel39. Oorlog is niet langer het laatste redmiddel, maar een economische constante; niet langer strijd om grond, maar om aandacht, informatie en controle34.
Binnenlands vertaalt die logica zich in een groeiende kloof tussen overheid en bevolking. De pandemie van 2020 versterkte die breuk: noodwetten, censuur en digitale surveillance werden genormaliseerd in naam van volksgezondheid. Wie vragen stelde, werd vijand; wie gehoorzaamde, werd burger. De Amerikaanse vrijheid, ooit exportproduct, werd een herinnering aan iets wat men verloren had4.
Binnen de Verenigde Staten zelf ontvouwt zich intussen een culturele burgeroorlog72, 73. Woke-ideologie, identiteitspolitiek en censuur hebben het publieke debat vergiftigd, terwijl de economische ongelijkheid toeneemt64, 77. Toch groeit onder de oppervlakte een tegencultuur die terug wil naar rede, productie en gemeenschap76, 77. In veel staten wordt censuurwetgeving teruggedraaid, worden schoolcurricula hervormd, en ontstaat een nieuwe generatie ondernemers en burgers die technologie weer in dienst wil stellen van vrijheid in plaats van controle15, 38.
Toch leeft in datzelfde Amerika ook de kiem van herstel. De Trump-beweging mag chaotisch lijken, maar ze vertegenwoordigt een reëel verzet tegen het machtskartel van Washington75. Achter het populistische oppervlak schuilt een diep verlangen naar nationale zelfbeschikking, naar een economie die weer produceert in plaats van speculeert, naar gemeenschappen die sterker zijn dan bureaucratieën76. Het is die paradox die het land in zijn greep houdt: het rijk dat de wereld wil leiden, weet niet meer hoe het zichzelf moet regeren21.
Het verval van Amerikaanse hegemonie is dus niet enkel militair of economisch, maar spiritueel77. Een beschaving die vrijheid als exportartikel behandelt, vergeet dat vrijheid een innerlijke discipline is. Waar macht niet langer wordt getemperd door zelfbegrip, ontstaat arrogantie; waar technologie zonder ethiek groeit, volgt controle15. Zo vervalt de supermacht in een toestand van morele vermoeidheid; rijk, maar niet wijs; bewapend, maar niet veilig; verbonden, maar niet vrij16.
De wereld na Trump zal geen terugkeer zijn naar het verleden, maar een herordening van verhoudingen1, 16. De Verenigde Staten blijven een machtige speler, maar niet langer de onbetwiste leider65, 71. Een multipolaire co-existentie dient zich aan: regionale blokken met eigen valuta’s, handelsroutes en veiligheidsmodellen81. Of dit leidt tot vrede of tot nieuwe confrontatie, hangt af van het vermogen van grootmachten om grenzen te respecteren11, 16.
En precies daar ligt de kans voor Europa, om niet langer satelliet te zijn van een verdwijnende zon16. Zodra het Westen zichzelf durft te spiegelen, kan het de stap zetten van hegemonie naar gelijkwaardigheid, van dominantie naar samenwerking. De wereld wacht niet meer op Amerika; ze wacht op volwassenheid17.
Hart voor Vrijheid ziet in dit tijdperk van breuk en vernieuwing niet de ondergang van het Westen, maar de kans op herstel, mits vrijheid opnieuw wordt gedefinieerd als zelfbeschikking in verbondenheid43, 75.
De multipolaire wereld en het nieuwe evenwicht
De geschiedenis draait. Waar ooit één macht het wereldtoneel beheerste, staan nu meerdere beschavingen op, elk met hun eigen visie op orde, vrijheid en vooruitgang. De eenentwintigste eeuw zal waarschijnlijk niet het tijdperk zijn van één wereldregering, maar van vele werelden die leren samenleven. Wat de Koude Oorlog verdeelde, wordt nu opnieuw gestructureerd, niet door ideologie, maar door identiteit, door culturen die opnieuw zoeken naar hun plaats in de wereldgeschiedenis.
De multipolaire wereld is geen droom van idealisten, maar een feit van geopolitiek. De economische zwaartepunten zijn verschoven: het mondiale Zuiden produceert, het Westen consumeert. De BRICS-landen, Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, vormen niet langer slechts een acroniem van opkomende economieën, maar steeds meer een strategisch blok dat alternatieven ontwikkelt voor de westerse infrastructuren van macht. Ze bouwen eigen betalingssystemen, handelsroutes en diplomatieke fora. Achter die netwerken schuilt een idee: dat soevereiniteit en samenwerking elkaar kunnen aanvullen, mits gebaseerd op wederkerigheid en wederzijds belang1, 16, 81, 82.
De BRICS-coalitie begon als economisch concept, maar groeit uit tot een politiek en moreel referentiepunt voor landen die zich niet langer willen schikken naar de voorwaarden van het Westen. Binnen BRICS bestaan diepe verschillen in geschiedenis, religie, taal en belangen; wat hen bindt is geen ideologie, maar de gedeelde ervaring van afhankelijkheid en de wens die te overstijgen. De uitbreiding van 2024, met onder andere Saoedi-Arabië, Egypte, Iran, Argentinië en Ethiopië, markeert dat BRICS langzaam evolueert tot een platform van pragmatische soevereiniteit. Deze nieuwe lidstaten zoeken niet naar een alternatief wereldrijk, maar naar balans: handel drijven, investeren, energie uitwisselen en veiligheidsstructuren bouwen zonder het toezicht van Washington of Brussel. Zo weerspiegelt BRICS een nieuwe fase van globalisering, decentralisering van invloed in plaats van centralisering van macht16, 81, 85.
Waar de NAVO en de EU macht organiseren via centralisatie, proberen BRICS en de Shanghai Cooperation Organisation (SCO) dat te doen via vrijwillige samenwerking, respect voor culturele eigenheid en gedeelde belangen in energie, voedsel en technologie. Het zou een orde kunnen worden waarin machtscentra niet langer hiërarchisch, maar meer horizontaal functioneren. Rusland en China spelen daarin de spil: Moskou als strategische buffer tussen Europa en Azië, Peking als economische motor en architect van de nieuwe Zijderoute, een netwerk van spoor, haven en kabel dat Eurazië letterlijk en figuurlijk verbindt11, 16, 83, 84.
Binnen dit proces groeit ook een alternatieve economische infrastructuur. De Nieuwe Ontwikkelingsbank (NDB), opgericht in 2015, financiert projecten in lokale valuta’s en biedt landen een uitweg uit de schuldenlogica van het IMF en de Wereldbank. China’s Belt and Road Initiative (BRI) vult dit aan met spoorlijnen, havens en kabels die de Euraziatische landmassa verbinden; inmiddels nemen meer dan 150 landen deel aan deze infrastructuurstrategie, die investeringen koppelt aan logistieke en digitale corridors. De BRICS-landen werken tevens aan een gemeenschappelijk afwikkelplatform voor grensoverschrijdende betalingen, buiten het SWIFT- en VISA-systeem, en ontwikkelen nationale digitale valuta’s zoals de digitale yuan om transacties buiten de dollar om mogelijk te maken16, 81, 83, 84, 86. Zo ontstaat een alternatieve globalisering, waarin economische connectiviteit het westerse sanctiedenken vervangt en handel steeds vaker wordt afgerekend in lokale munt87, 88.
De SCO, waarin onder meer Rusland, China, India, Pakistan, Iran en Centraal-Aziatische staten samenwerken, vormt de defensieve aanvulling op BRICS: een veiligheidskader dat stabiliteit zoekt via samenwerking in plaats van confrontatie, gericht op grensbewaking, terrorismebestrijding en diplomatie. De SCO heeft nog geen eigen leger, maar fungeert als politiek ventiel, een plek waar spanningen kunnen worden besproken buiten de NAVO-retoriek. In plaats van ideologische solidariteit vormt wederzijds belang de lijm85.
Maar deze opkomst van nieuwe machtsblokken is meer dan geopolitiek; het is ook een begin van psychologisch herstel. Drie eeuwen lang was de wereldorde gebaseerd op een westers zelfbeeld: rationeel, universeel, superieur. De rest van de wereld gold als periferie, als grondstof en afzetmarkt. De dekolonisatie van de twintigste eeuw bevrijdde staten, maar niet hun denkbeelden; pas nu lijkt een dekolonisatie van de geest mogelijk. Azië, Afrika en Latijns-Amerika eisen niet enkel hun grond terug, maar ook hun waardigheid en hun manier van zijn36.
Toch kent deze multipolaire opkomst ook risico’s. China is geen altruïstische macht; het combineert economische samenwerking met geopolitieke invloed. De infrastructuur van de nieuwe Zijderoute biedt kansen voor ontwikkeling, maar kan ook afhankelijkheid scheppen via schulden, grondstofafspraken of digitale infrastructuren die Peking controle geven over communicatie en data. Ook Rusland, dat zich profileert als verdediger van soevereiniteit, onderhoudt zijn eigen belangenlogica, waarin energie en veiligheid onlosmakelijk verbonden zijn. De breuklijn tussen deze grootmachten en het Westen wordt het scherpst zichtbaar in de Indo-Pacific. Taiwan vormt daarin een geopolitiek scharnierpunt: het eiland is voor China een historische kwestie van hereniging, voor de VS en Japan een symbool van strategische invloed. De militarisering van de Zuid-Chinese Zee, de opkomst van AUKUS en de Amerikaanse vlootaanwezigheid rond Taiwan en Japan maken van de regio een nieuwe breukzone11, 83.
In dat nieuwe evenwicht verschuift mogelijk ook het morele kompas. Waar het Westen vrijheid definieert als individuele autonomie, leggen veel oosterse culturen de nadruk op harmonie en gemeenschap. In de Islamitische wereld klinkt een roep om spirituele heroriëntatie; in China wordt de staat herzien als beschermer van orde in plaats van onderdrukker van vrijheid; in India bloeit een identiteit op die technologische moderniteit koppelt aan culturele diepte. Wat deze regio’s kan verbinden, is het groeiende besef dat beschavingen elkaar niet hoeven te bestrijden, maar elkaar kunnen aanvullen door verschil11, 36.
De westerse reflex is om dit alles te zien als bedreiging, maar in werkelijkheid kan het ook een kans zijn. De multipolaire wereld kan een correctie bieden op de arrogantie van één waarheid. Ze herinnert eraan dat vrede niet voortkomt uit uniformiteit, maar uit respect voor grenzen, letterlijk en geestelijk. De toekomst behoort toe aan wie samenwerking niet verwart met onderwerping1, 16.
Hart voor Vrijheid herkent in deze verschuiving een wereld die dichter kan komen bij haar eigen waarden: een orde gebaseerd op zelfbeschikking, onafhankelijkheid en gelijkwaardige samenwerking. Waar het Westen zichzelf heeft verstrikt in ideologie, groeit elders een pragmatische vrede, minder moreel theater, meer wederzijds belang1, 71. De uitdaging voor Nederland is niet om partij te kiezen, maar positie te vinden: niet tussen macht en macht, maar tussen mens en mens.
Voor Nederland en Europa ligt hier een historische kans. Een continent dat zichzelf bevrijdt uit de NAVO-reflex en de Brusselse uniformiteit, kan opnieuw verbinding maken met de wereld op basis van wederkerigheid. Samenwerking met BRICS-landen hoeft niet te betekenen dat men hun politiek kopieert, maar dat men hun soevereiniteit respecteert. Nederland zou, als maritieme en handelsnatie, kunnen fungeren als scharnier tussen Oost en West, een bemiddelaar in plaats van een bondgenoot, een handelsbrug in plaats van een bastion. De handelsroutes van de toekomst lopen niet meer uitsluitend via de Atlantische Oceaan, maar via de Rijn, de Donau, de Bosporus en de Zuid-Chinese Zee. De vraag is niet of Europa meebeweegt, maar of het dat doet met open ogen of onder dwang11, 83, 84.
De multipolaire wereld is geen garantie op rechtvaardigheid, maar ze biedt een nieuwe ruimte om haar te zoeken. Als macht niet langer wordt gemonopoliseerd, kan de menselijke maat terugkeren in de internationale politiek, mits landen de moed hebben hun eigen belangen te definiëren zonder angst voor isolatie. Dat is de les van deze tijd: dat vrijheid niet ontstaat uit dominantie, maar uit wederzijds respect1, 16.
Energie, grondstoffen en strategische autonomie
Deze nieuwe machtsverhoudingen vertalen zich niet alleen in diplomatieke allianties, maar ook in tastbare verschuivingen van energie, handel en productie. Energie en grondstoffen vormen het ware fundament van geopolitiek: wie de toevoer beheerst, bepaalt de koers. Het Westen heeft zijn industriële basis uitbesteed en zijn energieafhankelijkheid vergroot; de multipolaire wereld vult dat vacuüm met strategisch realisme19, 24.
Rusland levert energie, China produceert technologie, het Midden-Oosten beheerst olie en kapitaal, Afrika bezit zeldzame metalen en voedselgrond. Samen vormen zij een keten van wederzijdse afhankelijkheden die de oude dominantie van de dollar en de NAVO-economie langzaam ondermijnt. De sancties tegen Rusland hebben deze trend versneld: ze dwongen Moskou tot oostwaartse oriëntatie en versnelden de vorming van nieuwe energie-assen met India, China en Iran61, 83.
Tegelijk verschuift de strijd van olie naar data, batterijen en metalen. Lithium, kobalt en nikkel zijn de nieuwe olie van de 21e eeuw; Afrika, Zuid-Amerika en Centraal-Azië worden opnieuw inzet van concurrentie tussen grootmachten. De Europese roep om “groene autonomie” klinkt nobel, maar zolang zonnepanelen, chips en accu’s afhankelijk blijven van Chinese productie en Aziatische raffinage, blijft de vrijheid retorisch87, 88.
De les is eenvoudig: soevereiniteit vraagt om grondstoffenpolitiek. Wie geen energiezekerheid heeft, kan geen onafhankelijk buitenlands beleid voeren. Voor Nederland betekent dit niet isolatie, maar diversificatie, meer handel met de wereld, niet minder. Strategische reserves, wederkerige contracten en wederzijds vertrouwen vormen de sleutel tot stabiliteit19, 24.
De multipolaire wereld dwingt het Westen om opnieuw te leren wat het ooit zelf uitvond: dat macht begint bij materiële zelfvoorziening, en dat diplomatie pas geloofwaardig is als zij rust op economische autonomie1, 16.
Het Westen in verval: De NAVO als ideologisch imperium
In deze paragraaf gaan we wat dieper in op de NAVO en de NAVO proxy-oorlog op Oekraïens grondgebied met Rusland. Het is een geopolitieke onderbouwing voor het hoofdstuk “Defensie soeverein, open en weerbaar”. Wat begon als een militair bondgenootschap om vrede te bewaren, is uitgegroeid tot een ideologisch project dat vrede steeds verder voor zich uitschuift7. De NAVO, ooit opgericht om Europa te beschermen tegen Sovjetmacht, is na de Koude Oorlog niet ontbonden maar uitgebreid, tot aan de grenzen van het land dat zij ooit vreesde3. Elk nieuw lid werd verkocht als een stap naar veiligheid, maar met elke uitbreiding groeide de onrust. In plaats van een schild werd de alliantie een zwaard; in plaats van stabiliteit bracht zij een nieuwe koude oorlog, niet langer tegen communisme, maar tegen elk systeem dat zich aan haar gezag onttrekt5.
De oorlog in Oekraïne vormde het keerpunt12. Wat als regionale strijd begon, werd de lakmoesproef van een beschaving die zichzelf niet meer kon begrenzen. De NAVO presenteerde het conflict als verdediging van vrijheid, maar het werd een spiegel van haar eigen morele leegte: bombardementen in naam van mensenrechten, sancties in naam van vrede, censuur in naam van waarheid8. In dat spiegelbeeld herkende het Westen niet langer de vijand, maar zichzelf.
De Europese Unie, ooit economisch tegenwicht, is verworden tot haar politieke schaduw. Onder Amerikaanse leiding volgt zij bevelen die haar eigen belangen schaden: een energiepolitiek die afhankelijk maakt, een sanctieregime dat industrie verlamt, een buitenlandbeleid dat meer te maken heeft met gehoorzaamheid dan met overtuiging9. De Europese vazalstatus is niet het gevolg van dwang, maar van gemak. Wie veiligheid uitbesteedt, leert vanzelf zijn vrijheid af te staan22.
Binnen de NAVO heerst bovendien dezelfde bureaucratische logica die ook in de EU welvaart verstikt: carrières boven waarheid, reputatie boven rede. De militaire top spreekt in beleidsjargon en slogans, terwijl soldaten, diplomaten en burgers de prijs betalen. De idealen van collectieve verdediging zijn vervangen door budgettaire doelstellingen, lobbyprojecten en een eindeloze stroom wapens die vrede moeten brengen door ze te gebruiken2. Het imperium dat zichzelf als moreel kompas ziet, is stuurloos geworden6.
De oorlog in Oekraïne: voorgeschiedenis en uitweg
De oorlog in Oekraïne is het scherpste voorbeeld van dit morele en strategische verval. Wat wordt gepresenteerd als strijd tussen goed en kwaad, is in werkelijkheid de uitkomst van jarenlange geopolitieke blindheid, misleiding en escalatie. Wie vrede wil, moet het hele verhaal durven vertellen. Aan het einde van de Koude Oorlog lag de belofte van een brede Europese veiligheidsarchitectuur met de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa als spil; de geest van Helsinki was precies die van collectieve veiligheid in plaats van blokdiscipline47, 48. In de praktijk gebeurde het omgekeerde, de NAVO schoof gestaag oostwaarts, en in 2008 volgde de toezegging dat Oekraïne en Georgië leden zullen worden46. Zo schoof neutraliteit van tafel; wat hier als defensieve uitbreiding werd gepresenteerd, werd in Moskou gelezen als insluiting. Dat is het klassieke veiligheidsdilemma: elke versterking van de één oogt voor de ander als dreiging44.
Om dat veiligheidsdilemma te begrijpen helpt de langere geschiedenis. Rusland is, met Sint-Petersburg en Moskou als Oost-Europese metropolen, altijd ook een Europese grootmacht geweest, het eigen zelfbeeld reikt van Lissabon tot Vladivostok. Eind achttiende eeuw breidde het rijk van Catharina de Grote zuidwaarts uit, steden als Odessa, Cherson, Zaporizja, Donetsk en Loehansk werden als “Nieuw Rusland” ontwikkeld, de Krim werd opengelegd voor Russische vestiging; in al die gebieden bleef het Russisch tot op vandaag de omgangstaal. In de Sovjetperiode werden zuidelijke en oostelijke gebieden in 1922 administratief ondergebracht in de Oekraïense SSR, in 1954 volgde de overdracht van de Krim aan Kiev; daarna raakten industrie, havens, spoor en pijpleidingen één geïntegreerd systeem, van Donbas-staal en Dnipro-industrie tot Mariupol als uitlaat naar zee. Dat is geen vrijbrief om grenzen te verleggen, het is wel essentiële context die in ons debat vaak ontbreekt44.
De crisis van 2014 ontstond niet in een vacuüm. President Janoekovytsj, in 2010 gekozen, laveerde tussen het EU-associatieverdrag en de relaties met Rusland; het verdrag werkte in de historische context als olie op het vuur, het was geen neutraal handelsdocument maar een exclusieve koers met veiligheidsimplicaties. Toen Janoekovytsj de ondertekening op economische gronden uitstelde, oefenden westerse regeringen en financieringskanalen feitelijk invloed uit op de Maidan-protesten; op het plein speelden ultranationalistische groepen als Right Sector en de kern waaruit later het Azov-bataljon voortkwam een zichtbare rol49, 50. Dit noemen wij geen revolutie maar een coup, de macht verschoof buiten het constitutionele spoor, er was scherpschuttersvuur, er vielen doden aan beide kanten, Janoekovytsj vluchtte, en in het oosten volgden snelle afscheidingsbewegingen en referenda44, 45. In de Donbas ontstond een burgeroorlogachtige situatie, met lokale milities, buitenlandse steun en jaren van beschietingen op Donetsk en Loehansk9. In Kiev nam vervolgens Petro Porosjenko het roer over, hij tekende Minsk maar verhardde intussen het militaire spoor, terwijl het geheel in westerse landen tot randnieuws degradeerde51, 52.
De breuklijn begint dus niet in 2022, ze loopt via 2014, een machtswisseling in Kiev, opstand in de Donbas, de razendsnelle inlijving van de Krim. Acht jaar lang vielen er doden aan een contactlijn waarover Europese hoofdsteden zelden nog spraken. Er lag nochtans een realistisch raamwerk op tafel, Minsk, staakt-het-vuren, terugtrekking van zware wapens, grondwettelijke autonomie en OVSE-toezicht. Dat raamwerk is niet uitgevoerd, in plaats daarvan werden sanctiepakketten en wapenleveranties het nieuwe automatisme, terwijl de politieke ruimte in Kiev en Moskou juist smaller werd51, 52.
In 2019 won Volodymyr Zelensky overtuigend op een agenda van vrede voor de Donbas, hij is zelf Russischtalig, en werd juist in het zuiden en oosten massaal gesteund door kiezers die normalisatie en neutraliteit verwachtten53. De werkelijkheid na 2019 was weerbarstig; binnenlands drukten nationalistische straatbewegingen elke stap in de richting van Minsk terug, oppositiezenders gingen in 2021 van de buis54,en na februari 2022 werden meerdere partijen geschorst en vervolgens verboden55. Tegelijk versmalde de ruimte voor het Russischtalige publieke domein door taalwetgeving die de verhoudingen verder verhardde56. Voor veel Russischtalige kiezers die op Zelensky hadden gestemd voelde dit als een breuk met de beloften van 2019; zij zagen geen verzoening maar militarisering en centralisatie. Daarbovenop kwamen nauwe veiligheids- en inlichtingenbanden met de Verenigde Staten die sinds 2014 zijn opgebouwd; in de publieke perceptie voedt dat het beeld dat buitenlandse regie en het opstoken van ultranationalistische milities de binnenlandse koers mede hebben bepaald, wat de diplomatieke ruimte verder verkleinde57.
De Russische inval schendt het internationale recht. Maar een eindeloze munitielijn is geen strategie. Een uitweg die wel kan werken is nuchter en tweesporig; voor Oekraïne een grondwettelijk geborgde neutraliteit, dus geen NAVO-lidmaatschap, en een Europees beveiligingsarrangement dat ook Russische kernzorgen adresseert; voor de betwiste gebieden een route van democratische legitimatie, internationaal bewaakte referenda met harde minderhedenwaarborgen, uitgevoerd in stilte en niet in talkshows. Europa keert terug naar de geest van Helsinki, collectieve veiligheid met Rusland, niet tegen Rusland, met een versterkte OVSE voor wapenbeheersing, incidentpreventie en verificatie.
De toetreding van Finland en Zweden heeft de spiraal van paraatheid en tegenparaatheid in de Oostzee verder opgedraaid. Wat hier als zekerheid wordt verkocht, verschijnt daar als nieuwe frontlijn, met meer kans op misrekeningen, niet minder. Nederland kan dat patroon doorbreken, uit de NAVO, wapenleveranties beëindigen, en de rol kiezen die we in Europa al te lang hebben verwaarloosd, bemiddelen als betrouwbare, neutrale staat die niets te winnen heeft bij vijandschap en alles bij vrede.
Energiepolitiek is veiligheidsbeleid, de explosies aan de Nord Stream-leidingen in september 2022 hebben laten zien hoe kwetsbaar onze zeebodem-infrastructuur is. Zweden en Denemarken sloten hun onderzoeken zonder daders te noemen. Duitsland volgt het zogeheten Andromeda-spoor. Dat scenario, sabotage vanaf een gehuurde zeilboot, is fysiek ongeloofwaardig. Op 70 tot 90 meter diepte, door een stalen buis met betonnen mantel en met gelijktijdige explosies op meerdere locaties, heb je militaire duikteams, ROV’s en forse ladingen nodig; geen toerboot met hobbymateriaal. Noem het gerust een dwaalspoor58. Wat overblijft is de evidente conclusie dat het om een statelijke operatie ging waarin motief, middel en vooraf uitgesproken intentie samenkomen; de Verenigde Staten hadden het grootste belang bij het politiek, economisch en strategisch uitschakelen van Nord Stream, president Biden zei op 7 februari 2022 dat hij een einde aan Nord Stream 2 zou maken als Rusland Oekraïne binnenviel, onderminister Nuland verklaarde dat het project hoe dan ook niet zou doorgaan59, 60. Intussen verving Europa pijpleidinggas door LNG en werd de VS de grootste leverancier, economisch en strategisch is dat een nieuwe afhankelijkheid61. Een neutrale koers kiest daarom niet voor een kamp, maar voor diversificatie, voorspelbare contracten en strakke bewaking van onze Noordzee-knooppunten.
Dit is de nuchtere weg uit een oorlogsspiraal; geen morele grootspraak, geen geopolitieke reflexen, maar diplomatie met ruggengraat. Neutraliteit die we verdedigen waar dat moet, thuis, aan onze kust, rond onze kabels, en politiek die we inzetten waar dat telt, aan de onderhandelingstafel. Dat is hoe je oorlog vervangt door neutrale diplomatie, orde en vrede.
Midden-Oosten: tussen verzet, heroriëntatie en crisis
Het Midden-Oosten vormt de spil tussen de oude en de nieuwe wereldorde. Waar de westerse invloed afneemt, zoeken regionale machten naar nieuwe evenwichten. Iran, Syrië en Libanon blijven knooppunten van verzet tegen westerse interventie; Turkije laveert tussen NAVO-lidmaatschap en strategische autonomie; en de Golfstaten herijken hun allianties richting China en Rusland10, 16, 83.
De oorlog in Gaza heeft die hertekening in een stroomversnelling gebracht. De wereld ziet niet alleen een militair conflict, maar het uiteenvallen van de morele autoriteit van het Westen, dat zijn eigen rechtsbeginselen selectief toepast. In deze context is Israël niet langer onaantastbaar, maar onderdeel van een bredere regionale crisis waarin recht, vrede en begripszuiverheid opnieuw gedefinieerd moeten worden71.
Israël en Palestina: recht, vrede en begripszuiverheid
Wie in dit conflict helder wil spreken, moet begrippen scheiden. Zionisme is een politieke en nationalistische beweging die sinds de 19e eeuw streeft naar de vestiging en instandhouding van een Joodse staat in historisch Palestina; antisemitisme is haat of vooroordeel jegens Joden als mensen; semitisch verwijst in de kern naar een taalfamilie, waaronder Hebreeuws en Arabisch, en is geen politieke stroming. Dat onderscheid is essentieel, Hart voor Vrijheid keert zich onomwonden tegen antisemitisme en elke vorm van racisme, maar behoudt het recht om het politieke project van het zionisme en de staatspraktijk van Israël te bekritiseren waar die in strijd zijn met het internationaal recht; precies die ruimte voor scherpe, feitelijke kritiek wordt in gangbare richtsnoeren ook erkend89, 90. Onze kritiek richt zich op concrete beleidspraktijken; bezetting, kolonisatie, blokkades, discriminatoire wetgeving en straffeloos geweld; niet op een gemeenschap of religie.
De historische lijn is helder. De Balfour-verklaring van 1917 gaf Britse steun aan een “nationaal tehuis” voor Joden, met de belofte geen afbreuk te doen aan de rechten van de niet-Joodse bevolking; het VN-verdelingsplan van 1947 deelde het mandaatgebied op; in 1948 volgden staatsstichting en de Nakba, ongeveer 700.000 Palestijnen sloegen op de vlucht of werden verdreven. Sinds 1967 bezet Israël de Westoever, inclusief Oost-Jeruzalem, en controleert het Gaza. De Oslo-akkoorden creëerden een voorlopige Palestijnse Autoriteit en een lappendeken van zones (A/B/C) die bestuurlijke fragmentatie bestendigden; de muur/barrière van circa 700 kilometer en honderden checkpoints verankeren die realiteit op de grond. Gaza staat sinds 2007 onder een alomvattende blokkade; infrastructuur die uitzicht op normalisering bood, zoals haven- en vliegveldfaciliteiten, is vernietigd45. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde in 2004 dat de muur of barrière in strijd is met het recht; de VN-Veiligheidsraad bevestigde in resolutie 2334 dat nederzettingen in bezet gebied geen rechtsgeldigheid hebben en het vooruitzicht op vrede ondermijnen. In 2024 legde het Internationaal Gerechtshof voorlopige maatregelen op omdat het risico op genocidale daden in Gaza plausibel is, met bevelen om humanitaire hulp toe te laten en aanzet tot genocide te voorkomen; ondertussen beschrijven VN-instanties een aanhoudende humanitaire catastrofe met massale burgerdoden en groeiende ondervoeding91, 92, 93, 94. Hart voor Vrijheid noemt dit bij naam: dit is pure genocide; de Israëlische overheid pleegt misdaden tegen de menselijkheid, en Nederland moet dit onmiddellijk en ondubbelzinnig veroordelen en zijn beleid daaraan toetsen, het recht consequent toepassen in plaats van selectief naar politieke smaak.
De escalatie die tot de huidige genocide in Gaza heeft geleid, begon met de aanval van 7 oktober 2023. Opvallend daarbij is dat een grootschalige bestorming plaatsvond over een grens die normaal tot de zwaarst bewaakte ter wereld behoort. Het feit dat duizenden strijders urenlang vrijwel ongehinderd konden binnendringen, roept ernstige vragen op over de omstandigheden waaronder dit kon gebeuren en over de verantwoordelijkheid van de Israëlische veiligheidsdiensten. Deze verdachtmakende omstandigheden mogen niet worden genegeerd, omdat zij mede verklaren hoe een incident is uitgebuit als casus belli (reden voor oorlog) voor een disproportionele en systematische vernietigingscampagne tegen de bevolking van Gaza.
Vrede vraagt een horizon die groter is dan het volgende staakt-het-vuren. Er liggen bruikbare kaders op tafel, het Arabische Vredesinitiatief biedt normalisatie met de Arabische wereld in ruil voor terugkeer naar de lijnen van 1967 en een rechtvaardige regeling voor vluchtelingen; de Geneva Initiative werkt grens, veiligheid, Jeruzalem en vluchtelingen stap voor stap uit; en als klassieke scheiding politiek vastloopt, kan een confederatief model, twee staten, één thuisland, de uitweg bieden, twee soevereine staten met open grenzen en gezamenlijke instituties voor veiligheid, economie en water, zodat rechten van mensen niet door een potloodlijn op de kaart worden geconditioneerd. Zo’n confederaal traject vergt ook: gedeelde veiligheidsmechanismen met internationale borging; een statusregeling voor Jeruzalem die gelijke toegang en bestuur garandeert; een vluchtelingenakkoord met opties voor terugkeer, hervestiging en compensatie; en een tijdpad waarin de blokkade van Gaza wordt opgeheven, nederzettingenbouw volledig stopt en illegale buitenposten systematisch worden ontmanteld2. In dit geheel hoort erkenning van Palestina, niet als symbool, maar als hefboom die beide partijen onder dezelfde statenlogica brengt en een onderhandelingspad met externe borging afdwingt95, 96, 97.
Erkenning bevestigt bestaansrecht, ook wanneer een staat nog niet perfect functioneert. Israël werd in 1948 erkend in oorlogsomstandigheden en Kosovo in 2008 terwijl het nog verre van stabiel was. Palestina voldoet bovendien aan de klassieke criteria van Montevideo: grondgebied, bevolking, bestuur en internationale betrekkingen. Dat dit alles bemoeilijkt wordt door bezetting en blokkade maakt erkenning des te urgenter, niet als beloning achteraf maar als hefboom om staatsstructuren verder te ontwikkelen98.
Zonder erkenning blijft een asymmetrie bestaan: een soevereine staat tegenover een bevolking die slechts als probleem wordt gezien. Dat geeft Israël ruimte te doen alsof er geen legitieme tegenpartij bestaat, waarmee ieder vredesproces bij voorbaat wordt ondermijnd. Door Palestina te erkennen plaatst Nederland beide partijen onder dezelfde statenlogica en schept het voorwaarden voor geloofwaardige onderhandelingen. Verdeeldheid onder Palestijnen is daarbij geen doorslaggevend bezwaar; ook in de beginjaren van veel andere staten bestonden rivaliserende machtscentra. Juist erkenning kan bijdragen aan politieke eenheid en institutionele stabiliteit. De PLO wordt internationaal al decennia erkend als vertegenwoordiger van het Palestijnse volk, en inmiddels hebben meer dan 140 landen Palestina formeel erkend99, 100, 101.
Erkenning van Palestina betekent geen afwijzing van Israël of Joodse gemeenschappen, maar bevestigt het recht van beide volkeren om in vrede en gelijkwaardigheid te leven. Kritiek op beleid of staatspraktijken is fundamenteel iets anders dan antisemitisme, en Nederland kan tegelijk ondubbelzinnig stelling nemen tegen antisemitisme én het internationaal recht consequent toepassen. Waar landen als Spanje, Ierland en Noorwegen in 2024 Palestina erkenden, loopt West-Europa achter102, 103, 104. Nederland staat nu voor de keuze: stilzwijgende medeverantwoordelijkheid voor de bezetting blijven dragen, of zich scharen achter recht, gelijkwaardigheid en vrede.
Publieke opinie is geen muur maar een zeil, zij beweegt mee met een geloofwaardige horizon. In Israël tekent zich een substantiële meerderheid af voor een deal die de oorlog beëindigt in ruil voor de vrijlating van alle gijzelaars; aan Palestijnse zijde blijft steun bestaan voor een levensvatbare staat op de lijnen van 1967 wanneer die concreet en bewaakt wordt. Dat draagvlak groeit wanneer een pakket zichtbaar wordt: onmiddellijke humanitaire toegang, een geloofwaardig gevangenen- en gijzelaarsakkoord, veiligheidswaarborgen met internationale monitoring en een realistisch eindkader45. Opinie volgt perspectief, schets je een realistisch, gecontroleerd pad, dan groeit de bereidheid om het te dragen.
De praktische volgorde is nuchter en humaan, onmiddellijk staakt-het-vuren met grootschalige humanitaire toegang; vrijlating van alle gijzelaars in ruil voor gevangenen onder onafhankelijk toezicht; een volledige bouwstop en terugtrekagenda voor nederzettingen die de Westoever doorsnijden; een tijdelijk veiligheidspakket met internationale monitoring en duidelijke garanties tegen aanvallen op burgers; en parallel een onderhandeld eindkader dat óf de klassieke twee-statenoplossing verankert, óf, als scheiding politiek onhaalbaar blijkt, een confederatief model met gelijke rechten en gedeelde instituties. Daarbij hoort rechtsstatelijke verantwoording via internationale gerechtshoven, een reconstructiefonds met strikte nalevingsvoorwaarden, en een einde aan collectieve bestraffing en belegering als beleidsinstrument. Dat is de enige weg die recht, veiligheid en menselijke waardigheid tegelijk optilt, zonder demonisering, zonder collectieve bestraffing, en zonder de fout te maken dat kritiek op beleid wordt verward met haat tegen een volk.
Tot slot: De wereld is in beweging, niet door revolutie maar door vermoeidheid. Het oude Westen, dat zijn macht rechtvaardigde met de taal van vrijheid, ontdekt dat macht zonder zelfinzicht slechts inertie is1, 16. De nieuwe machtscentra van Oost en Zuid beloven geen paradijs; ook daar schuilt machtslogica en interne strijd11, 83. Maar wat zich ontvouwt, is wel een einde aan vanzelfsprekendheid, aan het idee dat één beschaving, één munt of één verhaal de rest van de wereld kan bepalen1, 16, 81.
De multipolaire orde kan een correctie zijn op eeuwen van overheersing, mits zij zich niet herhaalt in andere vormen16, 82. De uitdaging van deze tijd is niet om nieuwe blokken te bouwen, maar om het evenwicht te bewaren tussen macht en recht, tussen identiteit en universaliteit33, 71. In een wereld die haar oriëntatie hervindt, is het niet langer genoeg om partij te kiezen; men moet leren luisteren77.
Voor Nederland betekent dat volwassenheid in plaats van volgzaamheid: bemiddelen waar anderen dreigen, handelen waar anderen blokkeren, samenwerken zonder zich te onderwerpen13, 71. Hart voor Vrijheid ziet in deze omwenteling niet het einde van het Westen, maar de kans op zijn hergeboorte, als cultuur die eindelijk begrijpt wat zij altijd heeft beleden: dat vrijheid geen bezit is, maar een verhouding tussen mensen en volken die elkaar erkennen in hun waardigheid43, 75.
Europa tussen twee werelden
Europa bevindt zich in een existentiële crisis83. Wat ooit begon als een droom van samenwerking en vrede, is verworden tot een bureaucratisch systeem dat zichzelf uitput in regelgeving, technocratie en morele superioriteit80, 105. De Europese Unie had een gemeenschap van volkeren kunnen zijn, maar werd een bestuurslaag zonder ziel33. In naam van eenheid worden nationale verschillen gladgestreken, in naam van vooruitgang worden eeuwenoude evenwichten ontwricht80. De Green Deal, aanvankelijk een project van duurzaamheid, is uitgegroeid tot een instrument van centralisatie: een stelsel van subsidies, sancties en normen dat niet de aarde redt, maar de middenklasse wurgt106. Klimaat- en migratiebeleid dienen als dekmantel voor meer bevoegdheden in Brussel, terwijl burgers steeds minder inspraak hebben over wat in hun naam wordt besloten13, 107.
De Europese Commissie spreekt graag over “waarden”, maar handelt als een marktmeester en een rechtbank80. Lawfare, de inzet van wetgeving en rechtspraak als politiek wapen, is de nieuwe strategie van macht: lidstaten die afwijken, worden via juridische druk of financiële chantage in het gareel gebracht13, 105. Onder leiding van Ursula von der Leyen is de EU niet democratischer geworden, maar hiërarchischer80, 108. De Duitse bondskanselier Friedrich Merz, de Franse president Emmanuel Macron en de Britse premier Keir Starmer belichamen het nieuwe Atlantische denken: Europa als voorpost van NAVO, economische satelliet van de VS, met technocratie als substituut voor visie109.
In dit schijnbaar stabiele systeem begint echter de grond te schuiven. Duitsland is het hart van de Europese economie, maar dat hart hapert19. De historische schuld die het land tot zelfbeperking verplichtte, is uitgegroeid tot een mentale afhankelijkheid: van Amerika voor veiligheid, van Rusland voor energie, van de financiële markten voor groei61. Sinds het wegvallen van het Russische gas en de vernietiging van Nord Stream is Duitsland letterlijk en figuurlijk ontkoppeld van zijn levensader58, 59, 60. De energieschaarste en de inflatie tasten het sociale contract aan. Tegelijk groeit het politieke vacuüm. De opkomst van AfD en BSW (Bündnis Sahra Wagenknecht) weerspiegelt geen extremisme, maar wanhoop: burgers die zich niet langer vertegenwoordigd voelen in een parlement dat vooral Brussel en Washington dient110. Achter de schermen versterken investeringsreuzen als BlackRock hun greep op Duitse bedrijven en pensioenfondsen29, 30,terwijl NAVO-lidmaatschap de ruimte voor eigen koers verlamt2, 5.
Nederland volgt dezelfde logica, slechts in kleinere schaal. Onder de kabinetten-Rutte werd zelfbeschikking stukje bij beetje geruild voor bestuurlijk gemak13. De onderwerping aan EU-regelgeving, NAVO-trouw en internationale agenda’s heeft de nationale politiek uitgehold26, 80. De Agenda 2030-doelen, gepresenteerd als duurzaamheidsbeleid, worden via gemeenten uitgevoerd zonder noemenswaardige parlementaire toets107, 111. Nieuwe censuurwetgeving, verpakt als “desinformatie-bestrijding”, ondermijnt het publieke debat40, 112. De overgang naar het tijdperk-Rutte/Schoof markeert geen breuk, maar continuïteit: een staatsbestel dat zichzelf als pragmatisch beschouwt, maar in wezen een technocratisch uitvoeringskader is geworden13, 105.
Toch blijft Europa meer dan zijn instituties. Onder het oppervlak groeit het besef dat de huidige koers onhoudbaar is. Overal in Europa zoeken burgers, partijen en bewegingen naar een derde weg: voorbij de gehoorzaamheid aan Washington en de controlezucht van Brussel1. De vraag is niet of Europa hervormd kan worden, maar of het nog wil worden herboren80. De toekomst van het continent ligt niet in meer regels, maar in herwonnen vertrouwen, in landen die weer verantwoordelijkheid durven nemen voor hun eigen beleid, hun eigen energie en hun eigen waarden19. Europa staat tussen twee werelden: het kan zich vastklampen aan de oude orde van afhankelijkheid, of opnieuw leren samenwerken vanuit vrijheid, subsidiariteit en menselijke maat13, 43.
Slotmanifest – Hart voor Vrijheid
De wereld bevindt zich in een beschavingsmoment. Oude systemen verliezen hun vanzelfsprekendheid, terwijl nieuwe machtsstructuren ontstaan. Wat zich vandaag voltrekt, is geen strijd tussen landen, maar tussen wereldbeelden: aan de ene kant het model van centralistische globalisering, waarin markten, media, wetenschap en overheid samenvallen onder één technocratische elite15; aan de andere kant het groeiende verlangen naar zelfbeschikking, culturele eigenheid en menselijke maat.
Hart voor Vrijheid kiest niet voor kampdenken, maar voor koersherstel. Wij willen een wereld waarin macht voortkomt uit mensen, niet uit systemen. Soevereiniteit of zelfbeschikking is daarbij geen nationalistische nostalgie, maar een moreel kompas om corrupte en ondoorzichtige structuren te corrigeren. Vrijheid vraagt om financiële transparantie, publieke controle op inlichtingenapparaten en grenzen aan digitale surveillance40.
Nederland moet opnieuw leren handelen vanuit neutraliteit en geweten. Wapenleveranties aan strijdende partijen, waaronder het huidige beleid ten aanzien van Oekraïne en Israël, vergroten de escalatie, niet de vrede. Wij pleiten voor een diplomatie die bemiddelt waar anderen dreigen, en die inzet op dialoog in plaats van sancties of oorlogsretoriek. De NAVO mag niet langer de blauwdruk van ons buitenlands beleid zijn, en de EU geen bestuurslaag die democratie opslokt.
Onze plaats in de wereld vraagt om volwassenheid in plaats van volgzaamheid. We kiezen voor samenwerking met alle beschavingsblokken die vrede en wederkerigheid nastreven, ook met landen buiten het Atlantische kamp. Europa kan opnieuw betekenis vinden als brug, niet als bastion11. De toekomst ligt niet bij blokken, maar bij mensen en naties die de moed hebben het machtsevenwicht te vervangen door wederzijds respect1, 43.
De economische orde moet worden herzien vanuit hetzelfde uitgangspunt. Waar het Westen afhankelijk is geworden van schulden en sancties, groeit elders een economie van productie, samenwerking en wederkerigheid16. Nederland kan daarin een voortrekkersrol spelen door eerlijke handel, nieuwe partnerschappen met BRICS-landen en Afrika, en deelname aan alternatieve ontwikkelingsbanken die lokale valuta’s en duurzame investeringen bevorderen. Ontwikkelingssamenwerking moet geen instrument van schuld of morele superioriteit zijn, maar van wederzijdse versterking, gericht op voedsel, water, onderwijs en technologische autonomie in plaats van bureaucratie en afhankelijkheid.
Vrijheid betekent ook zeggenschap over technologie. Digitale infrastructuur behoort toe aan het publieke domein, niet aan private conglomeraten. Data zijn een collectief goed, geen handelswaar15, 38. Daarom wil Hart voor Vrijheid investeren in een Europese en nationale digitale onafhankelijkheid, eigen cloudsystemen, open software, en transparante algoritmen. Technologie moet teruggebracht worden tot haar juiste schaal: hulpmiddel, geen heerser.
Achter de façade van technologische perfectie groeit gelukkig ook de tegenbeweging: klokkenluiders, onafhankelijke journalisten en burgers die weigeren louter dataleverancier te zijn67, 68, 80. Zij herinneren ons eraan dat technologie niet neutraal is, maar altijd een verlengstuk van intentie. De vraag is daarom niet óf bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie de wereld zal regeren, maar door wie en met welk doel38, 78.
De huidige omwenteling biedt de kans om de menselijke maat te herstellen. Hart voor Vrijheid wil dat doen door bestuurlijke soevereiniteit te herwinnen, internationale samenwerking te baseren op wederkerigheid en menselijke waardigheid opnieuw tot uitgangspunt van beleid te maken. Vrijheid is geen slogan, maar een bestuurlijke praktijk die rust op transparantie, verantwoordelijkheid en publieke zeggenschap. Waarheid is een publiek goed dat bescherming verdient: wetenschap moet onafhankelijk kunnen onderzoeken, media moeten weer informeren in plaats van indoctrineren, en burgers moeten toegang krijgen tot bronnen in plaats van slogans. Alleen een open kennisorde kan de basis vormen van een vrije democratie.
De zogenoemde “nieuwe wereldorde” hoeft geen dystopie van controle en digitale dwang te worden. Mits geleid door inzicht en moed, kan zij de aanzet vormen tot een wereld van soevereine beschavingen waarin diversiteit geen bedreiging is, maar de natuurlijke vorm van vrijheid. De uitdaging voor Europa en Nederland is om zich in deze overgang niet als volgeling te gedragen, maar als bondgenoot van de menselijkheid zelf: te kiezen voor samenwerking in plaats van onderwerping, voor vrijheid in plaats van beheerste veiligheid, en voor politieke volwassenheid die macht niet centraliseert maar verdeelt16.
De afgelopen decennia hebben laten zien hoe snel noodmaatregelen permanent kunnen worden. Sinds 9/11 en de pandemische jaren is bestuur via uitzondering normaal geworden: een permanente crisisstaat waarin protocollen, angst en digitale controle zelden worden teruggedraaid. Hart voor Vrijheid wil deze normalisering van uitzondering keren met een politiek van transparantie, neutraliteit en menselijke maat16.
Concreet betekent dit: Nederland herstelt zijn rol als diplomatieke bruggenbouwer, stopt militaire steun aan buitenlandse conflicten, bevordert handel met wederkerige partners buiten het sanctieregime, en investeert in een publieke technologische infrastructuur die de vrijheid beschermt. Ontwikkelingssamenwerking wordt hervormd tot een eerlijke uitwisseling van kennis en capaciteit, waarbij lokale gemeenschappen zeggenschap behouden.
Het Westen kan zijn ziel niet hervinden met meer macht, maar alleen met meer echte verbinding en menselijkheid. Zo eindigt hegemonie niet met een nederlaag, maar met inzicht, het besef dat veiligheid pas echt bestaat waar vertrouwen, waarheid en techniek weer in dienst staan van de mens. Hart voor Vrijheid kiest voor een volwassen, soevereine koers, niet tegen de wereld, maar mét de wereld, waarin vrijheid opnieuw inhoud krijgt: als wederkerigheid tussen mensen, volken en beschavingen die elkaar in waardigheid erkennen.
Beleidsvoorstellen
Soevereiniteit en internationale positie van Nederland
- Neutraliteit en uittreding uit de NAVO: Nederland verlaat de NAVO en kiest voor gewapende neutraliteit. Zie het hoofdstuk defensie en neutraliteit.
- Uittreding als herstel van democratische soevereiniteit: Nederland verlaat de Europese Unie om de nationale democratie, rechtsstaat en economische autonomie te herstellen. De huidige EU is te diep verstrengeld met lobby’s, technocratie en machtspolitiek om van binnenuit te hervormen (zie hoofdstuk democratie, bestuur en rechtsstaat).
- Geen wapenleveranties aan strijdende staten: Nederland beëindigt alle directe of indirecte wapenleveranties aan Oekraïne, Israël en andere conflictgebieden, en herstelt diplomatie als primair instrument van buitenlands beleid.
Oekraïne en Europese veiligheid
- Pan-Europese veiligheidsarchitectuur: Nederland zet in op een nieuw veiligheidsstelsel met de OVSE als centraal platform voor wapenbeheersing, incidentpreventie en diplomatieke verificatie.
- Diplomatie boven escalatie: Wapenleveranties en sancties die vredesonderhandelingen belemmeren, worden stopgezet; Nederland kiest voor onderhandeling en bemiddeling als weg naar vrede.
- Grondwettelijke neutraliteit voor Oekraïne: Een toekomstig Oekraïne moet grondwettelijk neutraal blijven, buiten NAVO-lidmaatschap, met veiligheidsafspraken die de kernzorgen van alle betrokken partijen adresseren.
- Internationaal bewaakte referenda: Voor betwiste gebieden worden internationaal bewaakte referenda georganiseerd, met duidelijke garanties voor de rechten van minderheden, zoals bescherming van taal, cultuur en politieke vertegenwoordiging, en onder strikte waarborgen tegen propaganda of dwang.
- Erkenning van de context van 2014: Nederland erkent dat de gebeurtenissen van 2014 een buiten-constitutionele machtswisseling vormden, met actieve rol van ultra-nationalistische milities; deze context hoort in elke toekomstige regeling.
Energie en veiligheid
- Energiezekerheid als veiligheidsvraagstuk: Nederland erkent energiepolitiek als onderdeel van nationale veiligheid, met bescherming van Noordzee-infrastructuur, pijpleidingen en datanetwerken als strategische prioriteit.
- Diversificatie van energiebronnen: Energiebeleid wordt gericht op diversificatie en wederkerigheid, met langjarige contracten gebaseerd op voorspelbaarheid en respect voor soevereiniteit.
- Afbouw van afhankelijkheid van Amerikaans LNG: Nederland vermindert de strategische afhankelijkheid van de VS door te investeren in regionale energiepartnerschappen met Eurazië, Afrika en Zuid-Amerika.
Israël en Palestina
- Ruimte voor feitelijke kritiek: Nederland hanteert een heldere scheiding tussen antisemitisme, racisme en politieke kritiek. Feitelijke kritiek op Israëlisch beleid of zionistische staatspraktijken mag niet worden verward met haat tegen joden.
- Erkenning van Palestina: Nederland erkent de Staat Palestina als volwaardige partij aan de onderhandelingstafel, op basis van gelijkheid in rechten en plichten.
- Onmiddellijke wapenstilstand en humanitaire toegang: Nederland pleit voor een onmiddellijke wapenstilstand in Gaza, onbelemmerde humanitaire hulp en vrijlating van gijzelaars in ruil voor gevangenen onder onafhankelijk toezicht.
- Stop op nederzettingen en bescherming van burgers: Nederland dringt aan op een volledige bouwstop voor nederzettingen, een terugtrekagenda en internationale monitoring tegen aanvallen op burgers.
- Twee-statenoplossing of confederaal model: Het eindkader wordt gebaseerd op de grenzen van 1967, of, indien politiek onhaalbaar, een confederatief model met gedeelde instituties en gelijke rechten.
Multipolaire handel en mondiale samenwerking
- Eerlijk handelsbeleid: Nederland bevordert handel op basis van wederkerigheid, zonder sancties of ideologische voorwaarde, met partners in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
- Aansluiting bij alternatieve netwerken: Nederland onderzoekt deelname aan de BRICS New Development Bank (NDB) als waarnemer of partner, om financiering te diversifiëren buiten IMF-structuren.
- Handel in lokale valuta’s: Bij internationale transacties wordt meer gebruikgemaakt van nationale valuta’s om afhankelijkheid van de dollar en SWIFT-netwerken te verminderen.
- Beëindiging van sanctiepolitiek als standaardinstrument: Nederland gebruikt sancties uitsluitend bij bewezen mensenrechtenschendingen en alleen na parlementaire goedkeuring of VN-mandaat.
Ontwikkelingssamenwerking en wederkerigheid
- Van hulp naar partnerschap: Nederland hervormt ontwikkelingssamenwerking tot wederkerige samenwerking, gericht op kennisdeling, lokale productie en technologische onafhankelijkheid.
- Directe samenwerking met lokale partners: Er wordt een Nederlands Wederkerigheidsfonds opgericht dat directe samenwerking bevordert tussen gemeenten, boeren en bedrijven en lokale partners in het mondiale Zuiden.
- Einde aan NGO-bureaucratie: Nederland stopt met onvoorwaardelijke financiering van grote NGO’s of EU-fondsen die zonder lokale zeggenschap opereren.
- Investeren in basisvoorzieningen: Prioriteit gaat naar water, voedselzekerheid en onderwijs, niet naar bevolkingsbeleid of ideologische programma’s.
Digitale soevereiniteit en technologische vrijheid
- Publieke controle over digitale infrastructuur: Nederland bouwt een publiek digitaal ecosysteem, met eigen cloud, open software en transparante algoritmen, vrij van Big Tech-afhankelijkheid.
- Bescherming van persoonsgegevens: Het eigendom van persoonlijke data ligt altijd bij de burger; overheden of bedrijven mogen die alleen gebruiken met expliciete toestemming.
- Grondwettelijke verankering van datasoevereiniteit: Datasoevereiniteit wordt als grondrecht vastgelegd om misbruik door overheid of multinationals te voorkomen.
- Herziening van digitale ID-systemen: Nederland verwerpt centrale digitale ID’s gekoppeld aan gezondheids- of financiële gegevens en kiest voor vrijwillige, decentrale alternatieven.
Europa tussen twee werelden
- Vrijwillige samenwerking na herwonnen soevereiniteit: Na Nexit zoekt Nederland opnieuw vrijwillige samenwerking met Europese buurlanden, gericht op handel, milieubescherming, cultuur en wederzijdse veiligheid, zonder overdracht van bevoegdheden aan een supranationaal bestuur.
- Europa als brug, niet als bastion: Nederland werkt mee aan de opbouw van een nieuw Europees samenwerkingsverband van soevereine staten, dat bruggen bouwt tussen Oost en West in plaats van zich te laten gebruiken als militair of geopolitiek instrument van de NAVO.
- Pan-Europees vredesinitiatief (Helsinki 2.0): Nederland neemt na Nexit het voortouw voor een nieuw pan-Europees vredesoverleg, naar het model van de Helsinki-akkoorden, waarin veiligheid, energiezekerheid en vreedzaam samenleven centraal staan.
De menselijke maat in geopolitiek
- Ethische kaders voor technologie en macht: Nederland pleit internationaal voor een ethische code voor kunstmatige intelligentie, biotechnologie en militaire innovatie waarin menselijke waardigheid centraal staat.
- Bescherming van klokkenluiders en persvrijheid: Nederland ondersteunt een internationaal verdrag ter bescherming van klokkenluiders en onderzoeksjournalisten, naar voorbeeld van de Snowden- en Assange-zaak.
- Beperking van lobby-invloed: De invloed van wapenindustrie, Big Tech en farmaceutische concerns op politiek en beleid wordt structureel ingeperkt via transparantielogboeken en lobbyregisters.
- Culturele diplomatie boven economische dominantie: Nederland bevordert culturele en academische samenwerking als alternatief voor wapenexport of regime change, en investeert in kennisuitwisseling, kunst en wetenschap.
- Acharya, A. (2014). The End of American World Order. Polity Press.
- Gezond Verstand. (2025, 5 juli). NAVO-bedreiging voor vrede – een laatste stuiptrekking. Nr. 117.
- Mearsheimer, J. (2014). Why the Ukraine Crisis Is the West’s Fault. Foreign Affairs, 93(5), 77–89.
- Van der Pijl, K. (2020). Pandemie van de Angst. ISVW Uitgevers.
- Gezond Verstand. (2024, 14 december). De degeneratie van de NAVO. Nr. 103.
- Van Wolferen, K. (2024). De fantasieën van misdaadmacht. Gezond Verstand, Nr. 97, 21 sept.
- Ganser, D. (2005). NATO’s Secret Armies: Operation Gladio and Terrorism in Western Europe. Frank Cass.
- Herman, E. S., & Chomsky, N. (1988). Manufacturing Consent: The Political Economy of the Mass Media. Pantheon Books.
- Gezond Verstand. (2024, 30 augustus). Stuiptrekkingen van het Atlanticisme. Nr. 120.
- Gezond Verstand. (2024, 16 november). Wordt Turkije het eerste NAVO-land dat zich aansluit bij BRICS? Nr. 101.
- Allison, G. (2017). Destined for War: Can America and China Escape Thucydides’s Trap? Houghton Mifflin Harcourt.
- Gezond Verstand. (2024, 2 november). Oekraïne met de rug tegen de muur. Nr. 100.
- Zielonka, J. (2014). Is the EU Doomed? Polity Press.
- Gezond Verstand. (2024, 19 oktober). Waarom niet wordt stilgestaan bij misdadige krankzinnigheid. Nr. 99.
- Zuboff, S. (2019). The Age of Surveillance Capitalism. Profile Books.
- Acharya, A. (2024). Pluralistic World Order: From Unipolarity to Multipolarity. Cambridge University Press.
- Bank for International Settlements. (z.d.). About BIS. https://www.bis.org/about/
- Gianviti, F. (1999). The IMF and the Legal Aspects of the International Monetary System. In Current Developments in Monetary and Financial Law (IMF/BIS) – lex monetae.
- Tooze, A. (2018). Crashed: How a Decade of Financial Crises Changed the World. Allen Lane.
- Fazi, T. (2023). The Concentration of Financial Power: How the BIS and Global Banks Shape Policy. New Left Review, 142, 45–66.
- Hudson, M. (2018). …and Forgive Them Their Debts: Lending, Foreclosure and Redemption. ISLET.
- Stiglitz, J. (2002). Globalization and Its Discontents. W.W. Norton & Company.
- Perkins, J. (2016). The New Confessions of an Economic Hit Man. Berrett-Koehler.
- Tooze, A. (2014). The Deluge: The Great War, America and the Remaking of the Global Order. Penguin Press.
- Scott, P. D. (2015). The American Deep State: Wall Street, Big Oil, and the Attack on U.S. Democracy. Rowman & Littlefield.
- Gezond Verstand. (2024, 21 september). De NAVO, Big Tech en de strijd tegen de werkelijkheid. Nr. 97.
- Klein, N. (2007). The Shock Doctrine: The Rise of Disaster Capitalism. Metropolitan Books.
- Carothers, T. (1999). Aiding Democracy Abroad: The Learning Curve. Carnegie Endowment for International Peace.
- Fichtner, J., Heemskerk, E. M., & Garcia-Bernardo, J. (2017). Hidden power of the Big Three? Business and Politics, 19(2), 298–326.
- Haberly, D., & Wójcik, D. (2017). Earth Incorporated: Centralization and Variegation in Global Corporate Ownership. Global Networks, 17(1), 24–57.
- Gaddy, C. G., & Ickes, B. W. (2020). Russia’s Rentier State: The Political Economy of Power and Wealth. Brookings Institution Press.
- Vitali, S., Glattfelder, J. B., & Battiston, S. (2011). The Network of Global Corporate Control. PLoS ONE, 6(10), e25995.
- Mazower, M. (2012). Governing the World: The History of an Idea. Penguin Press.
- Engdahl, F. W. (2009). Full Spectrum Dominance: Totalitarian Democracy in the New World Order. Third Millennium Press.
- Gezond Verstand. (2025, 7 juni). Politie-onmin bij de grootste veiligheidsoperatie ooit. Nr. 115.
- Big Brother Watch UK. (2024). Public Opposition to the Digital ID Bill. Policy Brief.
- Lanier, J. (2018). Ten Arguments for Deleting Your Social Media Accounts Right Now. Henry Holt.
- Morozov, E. (2013). To Save Everything, Click Here: The Folly of Technological Solutionism. PublicAffairs.
- Gezond Verstand. (2025, 5 juli). Palantir, de algoritmische kristallen bol van de staat. Nr. 117.
- Gezond Verstand. (2025, 26 april). De onderdrukte stem van het volk “ter bescherming van democratie”. Nr. 112.
- Standing, G. (2019). The Plunder of the Commons: A Manifesto for Sharing Public Wealth. Pelican Books.
- Graeber, D., & Wengrow, D. (2021). The Dawn of Everything: A New History of Humanity. Farrar, Straus and Giroux.
- De Wit, B. (2021). Society 4.0: Resolving the Societal Divide. Society 4.0 Foundation.
- Gietelink, Ab. Tunnelvisies, Hoe realiseren we Vrede in Oekraïne? Stichting Nomade, 2023.
- Gietelink, Ab. The Trueman Show #239 (Ab Gietelink). YouTube, 2024. https://youtu.be/Rb1HYEujzHk?si=3bHby_HP25hYV6IX
- NATO. Bucharest Summit Declaration (2008). https://www.nato.int/cps/en/natolive/official_texts_8443.htm
- CSCE/OSCE. Helsinki Final Act (1975). https://www.osce.org/helsinki-final-act
- CSCE. Charter of Paris for a New Europe (1990). https://www.osce.org/mc/39516
- Encyclopaedia Britannica. Right Sector (Ukrainian political movement) (n.d.). https://www.britannica.com/topic/Right-Sector
- Weiss, M. & P. Shilo. The Azov Movement and its role in Ukraine’s security (analysis). CTC/West Point (2022). https://ctc.westpoint.edu
- OHCHR. Report on the human rights situation in Ukraine (trendoverzicht 2014–2021). https://www.ohchr.org/en/countries/ukraine
- OSCE. Package of Measures for the Implementation of the Minsk Agreements (2015). https://www.osce.org/ru/cio/140156
- OSCE/ODIHR. Ukraine Presidential Election 2019 – Final Report (2019). https://www.osce.org/odihr/elections/ukraine/
- Reuters. Ukraine sanctions pro-Russian TV channels, blames Kremlin (Feb 2021). https://www.reuters.com
- Reuters. Zelenskiy signs law banning pro-Russian parties (May/June 2022). https://www.reuters.com
- Venice Commission (Council of Europe). Opinion on the Law on Supporting the Functioning of the Ukrainian Language as the State Language (2019). https://www.venice.coe.int
- Schifrin, N. CIA has built 12 secret bases in Ukraine since 2014, officials say. ABC News, 17 Jan 2025. https://abcnews.go.com
- Reuters. Sweden ends Nord Stream probe; confirms ‘gross sabotage’ (Feb 2024) & Denmark closes probe (2024). https://www.reuters.com
- The White House. Remarks by President Biden and Chancellor Scholz (7 Feb 2022) – “There will be no Nord Stream 2.” https://www.whitehouse.gov
- U.S. Department of State. Remarks by Victoria Nuland (Jan 2023) – “a hunk of metal at the bottom of the sea.” https://www.state.gov
- IEA. Gas Market Report 2023/2024 – Europe’s LNG supply; United States as largest supplier. https://www.iea.org
- Fukuyama, F. (1992). The End of History and the Last Man. Free Press.
- Chomsky, N. (2003). Hegemony or Survival: America’s Quest for Global Dominance. Metropolitan Books.
- Bacevich, A. J. (2008). The Limits of Power: The End of American Exceptionalism. Metropolitan Books.
- Walt, S. M. (2018). The Hell of Good Intentions: America’s Foreign Policy Elite and the Decline of U.S. Primacy. Farrar, Straus and Giroux.
- Piketty, T. (2020). Capital and Ideology. Harvard University Press.
- Greenwald, G. (2021). Securing Democracy: The CIA, the NSA, and the End of Privacy. Substack Essays.
- Snowden, E. (2019). Permanent Record. Metropolitan Books.
- Gezond Verstand. (2024, 30 november). Trumps strategische benoemingen nieuwe regering. Nr. 102.
- Taibbi, M. (2019). Hate Inc.: Why Today’s Media Makes Us Despise One Another. OR Books.
- Sachs, J. (2023). A New Foreign Policy: Beyond American Exceptionalism. Columbia University Press.
- Mac Donald, H. (2018). The Diversity Delusion: How Race and Gender Pandering Corrupt the University and Undermine Our Culture. St. Martin’s Press.
- Hanania, R. (2023). The Origins of Woke: Civil Rights Law, Corporate America, and the Triumph of Identity Politics. HarperCollins.
- Eisenhower, D. D. (1961). Farewell Address to the Nation. National Archives, 17 January 1961.
- Gezond Verstand. (2025, 1 maart). De Trump-revolutie. Nr. 108.
- Lind, W. S. (2020). Retroculture: Taking America Back. Arktos Media.
- Deneen, P. J. (2018). Why Liberalism Failed. Yale University Press.
- Kaplan, F. (2023). AI and the New Age of War: Algorithms and Power in the Twenty-First Century. MIT Press.
- U.S. Central Intelligence Agency. (2018). In-Q-Tel Portfolio Overview. https://www.iqt.org/portfolio/
- European Commission. (2024). European Defence Industrial Strategy and Digital Transition White Paper. Brussels: EU Publications.
- BRICS New Development Bank (NDB). (2024). Annual Report 2023–2024: Local Currency Financing and Membership Expansion. Shanghai: NDB.
- UNCTAD. (2023). South–South Trade and Monetary Cooperation: Emerging Payment Systems. Geneva: United Nations.
- National Development and Reform Commission (NDRC) of China. (2023). The Belt and Road Initiative: 10-Year Progress Report. Beijing: NDRC.
- World Bank. (2019). Belt and Road Economics: Opportunities and Risks of Transport Corridors. Washington, DC: World Bank.
- Shanghai Cooperation Organisation (SCO). (2017, updated 2022). Charter and Basic Documents. Secretariat of the SCO.
- People’s Bank of China. (2021). Progress of Research & Development of E-CNY in China. Beijing: PBoC.
- International Energy Agency. (2024). The Role of Critical Minerals in Clean Energy Transitions – 2024 Update. Paris: IEA.
- U.S. Geological Survey. (2024). Mineral Commodity Summaries 2024. Reston, VA: USGS.
- Jerusalem Declaration on Antisemitism. Full text (2021). https://jerusalemdeclaration.org
- European Commission. Handbook for the practical use of the IHRA working definition of antisemitism (2021). https://op.europa.eu
- UN Security Council. Resolution 2334 (2016) – settlements “have no legal validity”. https://undocs.org/S/RES/2334(2016)
- International Court of Justice. Advisory Opinion (2004): Legal Consequences of the Construction of a Wall in the Occupied Palestinian Territory. https://www.icj-cij.org
- International Court of Justice. Order of 26 Jan 2024 (Provisional Measures) – South Africa v. Israel. https://www.icj-cij.org
- UN OCHA oPt. Situation Reports – Gaza 2024/2025 (humanitaire data). https://www.ochaopt.org
- League of Arab States. Arab Peace Initiative (2002). https://www.un.org/unispal
- The Geneva Initiative – Detailed Model for a Permanent Status Agreement (2003/2009). https://www.geneva-accord.org
- The Century Foundation / A Land for All. Two States, One Homeland: A Confederation for Israel-Palestine (2022). https://tcf.org
- Montevideo Convention on the Rights and Duties of States (1933). https://treaties.un.org
- UN General Assembly. Resolution 3237 (22 Nov 1974) – Observer status for the PLO. https://undocs.org/en/A/RES/3237
- UN General Assembly. Resolution 43/177 (15 Dec 1988) – Acknowledgement of the proclamation of the State of Palestine. https://undocs.org/en/A/RES/43/177
- United Nations. Permanent Observer Mission of the State of Palestine to the UN – “Status of Palestine in the United Nations”. https://www.un.org/unispal/document/auto-insert-208958
- Government of Spain. “Spain recognizes the State of Palestine” (28 May 2024). https://www.lamoncloa.gob.es
- Government of Ireland. “Ireland recognises the State of Palestine” (28 May 2024). https://www.gov.ie
- Government of Norway. “Norway recognises Palestine as a state” (28 May 2024). https://www.regjeringen.no
- Zielonka, J. (2018). Counter-Revolution: Liberal Europe in Retreat. Oxford University Press.
- European Court of Auditors. (2024). Special Report: The European Green Deal – Governance, Funding, and Outcomes. Luxembourg: EU Publications.
- United Nations. (2015). Transforming Our World: The 2030 Agenda for Sustainable Development. New York: UN.
- Transparency International EU. (2024). Power and Influence in the European Commission: A Mapping Report. Brussels: TI-EU.
- The Economist. (2024, March 9). Europe’s New Atlanticism: Merz, Macron, and Starmer’s Shared Vision.
- Der Spiegel. (2024, Dec 1). “AfD und BSW sind Symptome, nicht Ursachen”: Politikwissenschaftler über Deutschlands Vertrauenskrise.
- European Committee of the Regions. (2023). Localising the 2030 Agenda: Implementation via Municipal Policy. Brussels: CoR.
- Gezond Verstand. (2025, 4 januari). Wet desinformatie opent de deur naar politieke censuur. Nr. 118.
- U.S. Bureau of Economic Analysis. (2023). Manufacturing Rebound Report – Reshoring Trends 2016–2023. Washington, DC: BEA.
- Politico Europe. (2024, June 15). “Nationalist Internationale”: The New Right-Wing Network Backing Trump’s Return.
- Kennedy, R. F. Jr. (2021). The Real Anthony Fauci: Bill Gates, Big Pharma, and the Global War on Democracy and Public Health. Skyhorse Publishing.
- Dekker, R. (2025, 29 juli). De Trump-puzzel. Gezond Verstand 119.
- De Wagt, D. (2024). Bij gebrek aan beter: De andere kant van het verhaal. BGAB Uitgeverij
