template1

Volkshuisvesting, wonen en bouwen

Waar vrijheid vaste grond krijgt en een huis weer een thuis wordt

Samenvatting

De wooncrisis is niet slechts een tekort aan stenen, maar een symptoom van een dieper maatschappelijk onvermogen: het loslaten van het idee dat wonen een recht is. In plaats van volkshuisvesting – bouwen, beheren en verhuren voor mensen – kregen we een woningmarkt die draait op rente en speculatie. Bureaucratische modellen verstikken de bouw, terwijl schulden en subsidies op schuld (zoals de hypotheekrenteaftrek) prijzen opjagen. Volkshuisvesting is voor Hart voor Vrijheid weer de morele ruggengraat van een vrije samenleving: geen staatsdwang, maar een publieke belofte dat iedereen binnen zijn/haar budget goed kan wonen. Dat doen we door de woonfunctie voorop te zetten, niet het beleggingsrendement; door eigenaarschap en zeggenschap terug te leggen bij bewoners; en door de overheid te laten doen wat ze wél moet doen: eerlijke spelregels, eenvoudige procedures en betrouwbare kaders.

Een volkshuisvesting van vrijheid betekent: coöperatief eigendom i.p.v. corporatisme, burgerbouw i.p.v. projectmonopolie, en een stabiele bouwstroom: 100.000 woningen per jaar, in een evenwichtige mix (±35% sociaal, 20% middenhuur, 45% koop/coöperatief). Woningcorporaties veranderen terug in woningcoöperaties (verenigingen van bewoners), gemeenten geven grond primair uit aan bouwende burgers en coöperaties tegen kostprijs, en kleinschalige versnellers (tiny houses, optoppen, splitsen, legalisering van geschikte recreatiewoningen) krijgen vaste plek in het instrumentarium. Volkshuisvesting is zo geen sectorale klus, maar een maatschappelijk ordeningsprincipe: cultuur (schoonheid, identiteit), recht (zekerheid, betaalbaarheid) en economie (samenwerking i.p.v. rente) komen hier samen, zodat Nederland niet alleen meer bouwt, maar weer samenwoont.

Wat wil Hart voor Vrijheid?

  1. Een eerlijke woningmarkt zonder schuld: De hypotheekrenteaftrek wordt binnen tien jaar afgeschaft, rente geleidelijk uitgefaseerd, en banken hervormd tot dienstverleners zonder rentewinst. Betaalbaarheid wordt hersteld door een negatieve inkomstenbelasting (NIB) die inkomenszekerheid garandeert en huurtoeslag overbodig maakt. Zo verdwijnt schuld als basis van het woonstelsel en ontstaat een stabiele woningmarkt die draait op inkomen en gebruik, niet op rente en speculatie.
  2. Volkshuisvesting van onderop: Woningcorporaties worden weer woningcoöperaties; verenigingen van bewoners met zeggenschap over beleid en beheer. Gemeenten geven kavels en grond primair uit aan bouwende burgers, lokale initiatieven en coöperaties tegen kostprijs. Permanente bewoning van recreatiewoningen, tiny houses, optoppen en splitsen worden wettelijk toegestaan. De overheid stelt heldere kaders, maar de uitvoering ligt bij mensen zelf.
  3. Realistisch bouwen en duurzaam vertrouwen: Nederland bouwt voortaan 100.000 woningen per jaar, met 35% sociale huur, 20% middenhuur en 45% koop of coöperatief eigendom. Regels worden vereenvoudigd, vakmanschap en regionale bouwscholen versterkt. Milieu- en klimaatbeleid wordt gebaseerd op feitelijke metingen, niet op theoretische modellen. Zo wordt bouwen weer mogelijk, betaalbaar en in harmonie met mens en natuur, niet als technocratisch project, maar als oefening in vrijheid en verantwoordelijkheid.