Gezondheidszorg, jeugdzorg en ouderenzorg

Van markt naar mens: zorg die weer geneest

Samenvatting

De Nederlandse gezondheidszorg is vastgelopen in bureaucratie, marktwerking en farmaceutische afhankelijkheid. Waar zorg ooit een publieke taak was, is ze nu een speelveld van winst en controle geworden. Hart voor Vrijheid wil de zorg terugbrengen naar haar menselijke kern: dienstbaar aan gezondheid, niet aan geld. Dat begint met een nationale zorgvoorziening die uit belastingen wordt gefinancierd, waarin artsen en verpleegkundigen weer het hart vormen van de praktijk. Marktwerking, verzekeringsconcurrentie en perverse prikkels verdwijnen, zodat miljarden kunnen worden bespaard en herverdeeld naar zorgpersoneel, patiënten en regionale voorzieningen.

Tegelijk verschuift de aandacht van ziekte naar gezondheid. Preventie, voeding, rust en bewustzijn worden het fundament van beleid: van veilige hechting in de eerste levensjaren tot stressreductie, leefstijl en zingeving op latere leeftijd. De patiënt krijgt volledige zeggenschap over eigen medische gegevens, ondersteund door decentrale technologie die privacy en autonomie waarborgt. Mantelzorg, kleinschalige voorzieningen en integratieve geneeskunde vormen samen een zorgcultuur waarin verbondenheid, vertrouwen en menselijke waardigheid centraal staan. Gezondheidszorg is geen marktproduct, maar een mensenrecht; in Nederland én wereldwijd.

Publieke en rechtvaardige zorg: vervang het zorgverzekeringsstelsel door een nationale, belastinggefinancierde zorgvoorziening zonder winstprikkels, met publieke productie van medicijnen, afschaffing van patenten en directe financiering van zorgverleners.
Preventie en bewustwording als basis: investeer structureel in leefstijl, voeding, mentale veerkracht en vroege ontwikkeling; maak gezondheidseducatie onderdeel van het onderwijs en bespaar miljarden door ziekte te voorkomen in plaats van te behandelen.
Menselijke autonomie en nabijheid: geef burgers volledige controle over hun medische gegevens via decentrale opslag, versterk huisartsen en wijkzorg, waardeer mantelzorg en integreer reguliere en complementaire zorg tot één mensgericht systeem.

Een zorgstelsel in crisis

De Nederlandse gezondheidszorg wordt vaak geprezen om haar kwaliteit, maar achter die façade gaat een systeem schuil dat steeds verder vastloopt. Sinds de invoering van het zorgverzekeringsstelsel in 2006 is de belofte van betaalbare en toegankelijke zorg niet waargemaakt. Marktwerking moest zorgen voor efficiëntie en keuzevrijheid, maar het resultaat is een explosie van bureaucratie, stijgende kosten en een verschraling van de menselijke maat. Waar de zorg in 2000 nog onder de 10% van het Bruto Binnenlands Product (bbp) kostte, ligt dit percentage inmiddels boven de 13%; meer dan 110 miljard euro per jaar1.

De kern van het probleem ligt in de verschuiving van zorg als publieke voorziening naar zorg als markt. Zorgverzekeraars zijn niet de behoeders van betaalbare zorg geworden, maar machtige poortwachters die tussen patiënt en zorgverlener zijn komen te staan. In plaats van concurrentie op kwaliteit ontstond een pseudo-markt waarin verzekeraars vooral sturen op kosten, contracten en controlemechanismen. Het gevolg: artsen en verpleegkundigen besteden steeds meer tijd aan formulieren, codes en vinkjes, en steeds minder tijd aan patiënten. Uit onderzoek van de OESO blijkt dat Nederland tot de landen behoort met de hoogste administratieve lasten voor zorgpersoneel2.

Ook internationale vergelijkingen maken duidelijk dat ons stelsel niet efficiënt is. Landen met een nationale zorgvoorziening, zoals Spanje of Denemarken, besteden minder aan zorg maar bereiken vergelijkbare of betere gezondheidsuitkomsten3. Nederland daarentegen kopieerde grotendeels het Amerikaanse model van verzekeringsconcurrentie, een land dat 17% van zijn bbp uitgeeft aan zorg met grote ongelijkheid en onbeheersbare kosten1.

Het meest wrang is dat de zorg steeds minder toegankelijk is geworden. Het eigen risico, inmiddels € 385 per jaar, weerhoudt naar schatting één op de tien Nederlanders ervan om noodzakelijke zorg te zoeken4. Tegelijkertijd verdwijnen regionale ziekenhuizen, stijgen de premies en lopen de wachtlijsten voor geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg verder op. Het verdwijnen van regionale ziekenhuizen heeft hele gemeenschappen beroofd van basiszorg en spoedvoorzieningen. Hart voor Vrijheid wil daarom investeren in het behoud en de heropening van volwaardige regionale ziekenhuizen. Iedere regio moet kunnen rekenen op een ziekenhuis met spoedzorg, zodat burgers nooit verstoken blijven van tijdige en toegankelijke medische hulp.

De marktwerking heeft niet geleid tot solidariteit en betaalbaarheid, maar tot fragmentatie, ongelijkheid en wantrouwen. Hart voor Vrijheid kiest daarom voor een radicale koerswijziging: weg van het verzekeringsstelsel, terug naar een nationale zorgvoorziening. De zorg moet weer een publieke verantwoordelijkheid worden, gefinancierd uit belastingen, met vaste tarieven en zonder winstprikkels. Zorgverzekeraars worden overbodig en afgeschaft. Daarmee wordt de bureaucratie verminderd, krijgen zorgverleners hun autonomie terug en staat de patiënt weer centraal.

De erosie van de zorg is niet alleen zichtbaar in bureaucratie en kosten, maar ook in de positie van de mensen die er werken. Artsen, verpleegkundigen en verzorgenden dragen de zorg, maar worden steeds vaker geconfronteerd met hoge werkdruk, lage lonen en flexcontracten. Hart voor Vrijheid kiest voor structurele verbeteringen in arbeidsvoorwaarden en meer zeggenschap voor professionals. Goede zorg begint met goed zorgen voor het personeel.

Ook in de acute zorg is de marktlogica schadelijk gebleken. Ambulancezorg en andere vitale diensten zijn te belangrijk om afhankelijk te zijn van aanbestedingen en commerciële contracten. Hart voor Vrijheid wil dat deze diensten volledig terugkeren in publieke handen, zodat de focus weer komt te liggen op kwaliteit en snelheid in plaats van op kosten en contracten.

Farmacie, medicijnen en vaccinaties: een sceptische reflectie

In een wereld waarin het vertrouwen in de gezondheidszorg wankelt, klinkt een sceptische stem steeds luider: het zorgstelsel fungeert niet als hoeder van gezondheid, maar als vehikel voor farmaceutisch gewin. Naar schatting belanden jaarlijks zo’n 27.000 Nederlanders in het ziekenhuis door verkeerd medicijngebruik en een aanzienlijk aantal overlijdt eraan. Medicatiefouten behoren tot de top drie doodsoorzaken in ons land, na kanker en hart- en vaatziekten22, 23. Dit wijst op een sluipende tragedie: niet ziekte, maar medische interventie blijkt dodelijker dan vaak wordt erkend.

Daarbij groeit het probleem van opioïd-vergiftigingen snel. Tussen 2008 en 2017 werd het aantal ziekenhuisopnames door opioïd-intoxicatie bijna verdrievoudigd (van 2,5 naar 7,8 per 100.000 inwoners), terwijl het aantal doden steeg van 0,21 naar 0,65 per 100.000 inwoners24. In 2022 ligt Nederland relatief hoog wat betreft druggerelateerde sterfte in de EU25, 26. Deze cijfers laten zien dat medicijnen, bedoeld om te genezen, soms leiden tot vergiftiging en zelfs de dood.

De farmaceutische industrie lijkt meesterlijk te opereren binnen een model dat gericht is op verkoop, niet op welzijn: vaccins worden systemisch geadverteerd en voorgeschreven, zonder dat onafhankelijke langetermijn-studies de bijwerkingen afdoende verkennen. Tegelijkertijd neemt het aantal dodelijke uitkomsten door medicijnvergiftiging toe, ondanks alle wettelijke waarborgen. In deze optiek is het zorgstelsel geen baken van gezondheid maar een machine waarin de noodzaak van kostenbeheersing, efficiëntie en winst leidt tot een verontrustend neveneffect: het lijden van patiënten door zelf veroorzaakte doden. Medicijnen, bedoeld om te herstellen, maken steeds vaker slachtoffers; statistieken die zichtbaar maar zelden in het publieke verhaal erkend worden.

Vaccinaties nemen hierin een bijzondere plaats in. Landen waar het aantal vaccins in het nationale programma is uitgebreid, laten een vrijwel parallelle stijging zien in diagnosestelling van regressief autisme en andere neurologische aandoeningen28. Het toeval dat autisme altijd optreedt ná vaccinatie en nooit ervoor, wordt daar beschreven als “geen toeval meer” te kunnen heten. De casus van Hannah Poling, die na het ontvangen van vijf vaccins zwaar autistisch werd en via de Vaccine Court een levenslange schadevergoeding kreeg, toont aan dat er juridische erkenning bestaat voor ernstige schade, ook al zou deze het gevolg zijn van een ‘zeldzame’ mitochondriale overgevoeligheid.

Daarnaast bevat het verhaal van Andrew Wakefield, de gastro-enteroloog wiens onderzoek in 1998 in The Lancet een verband suggereerde tussen het BMR-vaccin en autisme29; elementen van bewuste verdoezeling. Hoewel zijn studie uiteindelijk werd ingetrokken30en hij zijn medische registratie verloor, luidt het argument dat zijn bevindingen wetenschappelijk nooit zijn weerlegd, maar door een gecoördineerde campagne van farmaceutische belangen zijn weggevaagd31, 32. Zulk gedrag is verklaarbaar in het licht van immense verdienmodellen: vaccins worden preventief en massaal toegediend aan gezonde mensen, zijn vaak sociaal dwingend en genereren daardoor gegarandeerde inkomsten, zonder noodzaak voor langdurige effectmonitoring. Epidemioloog John Ioannidis toonde bovendien aan dat een groot deel van medisch onderzoek niet repliceerbaar is27,met belangenverstrengeling diep ingebed in de medische literatuur. In die context is het niet ondenkbaar dat studies die schade aantonen, systematisch worden geweerd. Zo raken vaccins niet het slot van preventie, maar staan ze symbool voor een levenslange afhankelijkheid van medische interventie en farma-invloed.

Geld dat voor zorg bestemd is, moet ook daadwerkelijk aan zorg besteed worden. Het uitkeren van winsten aan aandeelhouders of investeerders hoort niet thuis in een sector die draait om menselijke gezondheid en welzijn. Hart voor Vrijheid wil daarom een verbod op winstuitkeringen in de zorg: iedere euro moet terugvloeien naar patiënten en personeel.

Gezondheid vraagt om een wetenschap die werkelijk vrij is, vrij van commerciële belangen, politieke agenda’s en ideologische druk. Onderzoek naar medicijnen, voeding en preventie moet worden uitgevoerd door onafhankelijke instituten die niet afhankelijk zijn van farmaceutische financiering of overheidsopdrachten. Alleen zo kan kennis betrouwbaar, toetsbaar en transparant blijven. Vrije wetenschap is een voorwaarde voor vertrouwen: zij stelt artsen en burgers in staat om keuzes te maken op basis van waarheid in plaats van marketing.

De patiënt als regisseur van zijn eigen gezondheid

Een modern zorgstelsel kan alleen functioneren als het de volwassenheid en zelfstandigheid van de burger erkent. De patiënt is geen passief object, maar een mondige burger die in staat is om geïnformeerde keuzes te maken. Dankzij toegang tot informatie, digitale middelen en persoonlijke ervaring weten mensen vaak beter dan wie ook wat hun lichaam nodig heeft. Het is daarom tijd voor een nieuwe verhouding tussen arts en patiënt: niet langer die van een autoritaire dokter tegenover een afhankelijke patiënt, maar die van partnerschap en dialoog.

Een cruciale stap daarin is het eigenaarschap van medische gegevens. Het elektronisch patiëntendossier moet volledig onder controle staan van de patiënt zelf. Alleen hij of zij bepaalt wie toegang krijgt, of dat nu een specialist, een mantelzorger of een familielid is. Daarmee wordt privacy niet langer een abstract recht, maar een praktisch instrument van zelfbeschikking5. In een tijd van kunstmatige intelligentie en datagestuurde zorg betekent dit ook dat medische gegevens nooit zonder expliciete toestemming mogen worden gedeeld of geanalyseerd. Algoritmen mogen artsen ondersteunen, maar nooit beslissingen overnemen of burgers profileren op basis van gezondheid, gedrag of genetische kenmerken. Digitale technologie moet de mens dienen, niet beheersen, transparant, vrijwillig en altijd onder persoonlijke regie. De opslag van patiëntgegevens moet bovendien decentraal worden georganiseerd, bijvoorbeeld via blockchain-achtige technologie, zodat iedere burger eigenaar blijft van zijn eigen data en geen centrale database kan ontstaan die vatbaar is voor misbruik, lekken of commerciële koppelingen.

Ook vrije artsenkeuze is essentieel. Het idee dat financiële structuren of instellingen mogen bepalen bij welke arts of welk ziekenhuis iemand terecht kan, is een directe aantasting van de persoonlijke autonomie. De patiënt moet zelf bepalen wie hem behandelt en in welk ziekenhuis dat gebeurt. De rol van de overheid is om de kwaliteit te bewaken en basisvoorzieningen in elke regio te garanderen, niet om mensen te dwingen in contractnetwerken en bureaucratische keurslijven.

De rol van de overheid is niet om medische keuzes of behandelrichtlijnen voor te schrijven, maar om de voorwaarden te scheppen waarin zorg eerlijk, toegankelijk en veilig kan plaatsvinden. Zij bewaakt de randvoorwaarden van recht en gelijkheid, niet de inhoud van medische overtuigingen of levensbeschouwing. Door ruimte te laten aan artsen en burgers, ontstaat een zorgstelsel waarin vertrouwen de plaats inneemt van controle.

De eerstelijnszorg verdient daarbij bijzondere aandacht. Huisartsen moeten voldoende tijd krijgen om patiënten werkelijk te leren kennen en begeleiden, vaste behandelrelaties moeten de norm worden en preventieve spreekuren moeten laagdrempelig beschikbaar zijn. Zo wordt de huisarts weer de spil van de zorg, dichtbij en persoonlijk, in plaats van een doorstuurpunt in een bureaucratisch systeem.

Zelfbeschikking reikt verder dan medische keuzes alleen. Het omvat ook de vrijheid om het levenseinde waardig vorm te geven. Iedereen die uitzichtloos en ondraaglijk lijdt moet de mogelijkheid hebben om op humane wijze te sterven. Tegelijkertijd moet altijd gewaakt worden voor subtiele maatschappelijke druk die kan ontstaan in een samenleving waarin ouderen of zieken steeds vaker als last worden gezien. Zelfbeschikking betekent vrijheid om te kiezen, maar ook het recht om te leven zolang iemand dat wil.

De patiënt als regisseur van zijn eigen gezondheid betekent ook dat hij of zij bewust wordt betrokken bij de kosten en keuzes van behandeling. Transparantie in tarieven en behandelopties maakt dat burgers niet langer machteloos toekijken hoe zorggeld wordt besteed, maar verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen pad. Dit vergroot niet alleen de autonomie van de patiënt, maar kan ook leiden tot kostenbeheersing zonder bureaucratische dwang.

Een werkelijk vrije gezondheidszorg vraagt ook om herziening van het donorschap. De huidige opt-out-regeling van het donorregister keert het principe van toestemming om: wie niets invult, stemt stilzwijgend toe. Daarmee is niet langer de mens eigenaar van zijn lichaam, maar de staat. Hart voor Vrijheid wil terugkeren naar het oorspronkelijke opt-in-systeem, waarin donatie een bewuste, vrijwillige en positief gemotiveerde keuze is. Lichaamsautonomie is een onschendbaar mensenrecht; juist in een tijd van toenemende biotechnologische macht moet de overheid dat respecteren in plaats van het te ondermijnen onder het mom van efficiëntie of solidariteit.

Preventie, voeding en levensstijl

Voorkomen is beter dan genezen. De grootste gezondheidswinst van de afgelopen eeuw kwam niet van dure technologie, maar van betere leefomstandigheden: schoon drinkwater, gezonde voeding en meer aandacht voor hygiëne. Toch is het huidige zorgstelsel nog altijd gericht op het bestrijden van ziekte in plaats van het bevorderen van gezondheid. Preventie blijft een sluitpost op de begroting, terwijl de cijfers schreeuwen om een andere koers. Obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten nemen in alarmerend tempo toe. Alleen al de totale kostenpost van overgewicht in Nederland wordt geschat op ruim 79 miljard euro per jaar6.

Echte preventie begint echter niet bij de sportschool of de supermarkt, maar in de eerste levensjaren, of zelfs daarvóór. Onderzoek wijst erop dat veel latere gezondheidsproblemen hun oorsprong vinden in vroegkinderlijke stress en hechtingservaringen. Wanneer een kind opgroeit in veiligheid, rust en liefde, ontwikkelt het een veerkrachtig zenuwstelsel en een gezond vermogen om met spanning om te gaan. Waar onveiligheid, prestatiedruk of gebrek aan aandacht de toon zetten, ontstaan patronen van chronische stress die op latere leeftijd kunnen leiden tot lichamelijke en psychische klachten35. Daarom is het essentieel dat gezinnen in de eerste levensfase ondersteund worden met tijd, rust en nabijheid, bijvoorbeeld via goede kraamzorg, verlengd ouderschapsverlof en persoonlijke begeleiding aan huis. Gezonde ontwikkeling begint bij vertrouwen.

Ook later in het leven blijft stressregulatie een sleutel tot gezondheid. Chronische stress activeert het lichaam voortdurend in een toestand van paraatheid, wat het immuunsysteem ondermijnt en herstel belemmert. Inzicht in de samenhang tussen lichaam, geest en emotie, zoals in het werk van auteurs als Jan Bommerez over trauma en transformatie, leert dat veel ziekten niet zozeer ontstaan uit toeval, maar uit langdurige innerlijke spanning en verlies van verbinding met het eigen gevoel36. Gezondheidszorg die ruimte biedt aan ontspanning, bewustwording en innerlijk herstel, werkt niet alleen curatief maar ook preventief. Dit vraagt om zorgprofessionals die tijd krijgen om te luisteren en om gemeenschappen waarin mensen zich gezien voelen.

Voeding en gezondheidsleer blijven daarbij een hoeksteen van preventie. Jongeren leren op school hoe voeding, beweging en mentale gezondheid samenhangen37. Sport en beweging krijgen een prominente plek in scholen en buurten, omdat ze niet alleen het risico op chronische ziekten verminderen, maar ook bijdragen aan sociale verbondenheid, zelfvertrouwen en mentale weerbaarheid7.

Preventie betekent ook dat we kritisch kijken naar de manier waarop ziekten worden gedefinieerd en behandeld. Het dominante medisch-industrieel complex zet vaak in op symptoombestrijding met dure medicijnen, terwijl de oorzaken in leefstijl en omgeving liggen. Een sprekend voorbeeld is de cholesterolhype. Jarenlang is cholesterol afgeschilderd als de grote boosdoener, waardoor miljoenen mensen statines slikken. Recente studies laten echter zien dat een hoog cholesterol op zichzelf geen directe voorspeller is van hart- en vaatziekten, en dat de bijwerkingen van statines, variërend van spierpijn en geheugenproblemen tot verhoogd risico op diabetes, ernstig kunnen zijn8, 9.

Ook de obsessie met zonnebrandmiddelen verdient kritische reflectie. Zonnebrandcrèmes blokkeren weliswaar UV-straling, maar verhinderen ook de natuurlijke aanmaak van vitamine D, een vitamine die essentieel is voor botgezondheid, immuunsysteem en zelfs het verlagen van het risico op bepaalde kankers10, 11. In Nederland is de periode waarin voldoende vitamine D kan worden aangemaakt beperkt tot enkele maanden per jaar. Overmatig en ondoordacht gebruik van zonnebrand kan daarom juist bijdragen aan tekorten met verstrekkende gevolgen. Gezond verstand is hier de sleutel: geniet van de zon, zorg dat je niet verbrandt, maar laat de zon ook zijn helende werk doen.

Preventie betekent verder dat we leefstijlbeleid niet overlaten aan betutteling of commerciële lobby’s. Mensen hebben recht op eerlijke informatie en toegang tot gezonde keuzes, maar behouden hun vrijheid om zelf te beslissen hoe zij willen leven. De overheid moet zich richten op het mogelijk maken van een gezonde samenleving: betaalbare sportvoorzieningen, goede voeding in scholen en ziekenhuizen, en een stedelijke omgeving die beweging en ontmoeting stimuleert.

Jeugdzorg en geestelijke gezondheid

De jeugdzorg is de afgelopen jaren een van de grootste slachtoffers geworden van bureaucratische hervormingen en bezuinigingen. Sinds de decentralisatie naar gemeenten in 2015 is de situatie voor veel kinderen en gezinnen verslechterd. Gemeenten kregen verantwoordelijkheden zonder voldoende middelen en expertise, met als gevolg lange wachtlijsten, enorme verschillen tussen regio’s en schrijnende gevallen van kinderen die zonder passende hulp blijven zitten12.

Het gevolg is een jeugdzorg die niet langer om kinderen draait, maar om budgetten, aanbestedingen en verantwoordingssystemen. Kinderen worden te vaak gezien als “kostenpost” in plaats van als mensen met unieke noden en talenten. Er zijn duizenden jongeren die na maanden wachten alsnog in crisisopvang belanden, of die onnodig uit huis worden geplaatst omdat preventieve begeleiding ontbreekt. Uithuisplaatsing moet een uiterste redmiddel zijn, niet een financieel gedreven routine.

De casus van Esther, een 12-jarig meisje uit Friesland, laat zien hoe diep de problemen gaan. Zij liep in 2023 weg uit een gezinshuis waar zij tegen haar wil was geplaatst, nadat een spoed-uithuisplaatsing zonder behoorlijke procedure tot stand was gekomen. In een persoonlijke brief beschreef zij hoe zij liever bij haar moeder wilde blijven en dat zij in het gezinshuis werd geslagen en zich onveilig voelde. Haar vertrouwenspersoon, sociaal-pedagoog Harry Berndsen, stelt dat dit geen incident is maar een symptoom van een falend systeem, waarin anonieme meldingen en financiële prikkels te vaak leidend zijn boven het belang van het kind. Uithuisplaatsingen leveren instellingen tienduizenden euro’s per kind op, waardoor er structureel verkeerde prikkels bestaan13.

Hart voor Vrijheid wil dat de jeugdzorg weer een landelijke verantwoordelijkheid wordt. Kinderen en gezinnen mogen niet afhankelijk zijn van de willekeur van gemeentelijke begrotingen. Er moet een recht op jeugdzorg komen, met een landelijk basispakket en geoormerkt budget. Zo wordt voorkomen dat per gemeente verschilt of een kind toegang krijgt tot specialistische hulp, bijvoorbeeld bij eetstoornissen, trauma of ernstige psychiatrische problemen.

Daarnaast is de inzet van gedwongen jeugdzorg in Nederland uitzonderlijk hoog. Er zijn naar verhouding tien keer zoveel kinderen onder toezicht gesteld en tien keer zoveel uithuisplaatsingen als in Noorwegen, terwijl de rest van Europa daar tussenin zit33, 34. Zijn Nederlandse ouders werkelijk minder competent dan elders, of is het Nederlandse systeem simpelweg dwangmatiger ingericht? Hart voor Vrijheid kiest voor het laatste perspectief. Het huidige systeem zet te gemakkelijk in op ingrijpen en dwang, vaak met desastreuze gevolgen voor gezinnen en kinderen.

Wij vinden dat het grootste deel van de gedwongen jeugdzorg moet worden afgebouwd. Ouders moeten in de eerste plaats zelf de vrijheid hebben om te beslissen of zij wel of niet gebruikmaken van jeugdzorg, en het recht behouden hun kinderen in hun eigen gezin groot te brengen. Gedwongen maatregelen mogen alleen nog in uiterste noodsituaties worden toegepast, wanneer er acute en aantoonbare bedreiging van veiligheid of leven is. Door deze omslag verwachten wij dat een groot deel van de jeugdzorg zal worden afgeschaald en dat er niet langer sprake zal zijn van financiële tekorten, maar juist ruimte ontstaat voor een verantwoorde bezuiniging. Minder dwang en bureaucratie betekent niet alleen minder kosten, maar vooral meer vertrouwen in ouders en gezinnen.

De geestelijke gezondheidszorg in het algemeen kampt met dezelfde problemen: wachtlijsten van maanden, personeelstekorten en een verstikkende administratieve last. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg heeft de bureaucratie verder verergerd, waardoor hulpverleners meer tijd kwijt zijn aan het invullen van minutenregistraties dan aan het begeleiden van patiënten13. Het resultaat is dat mensen met ernstige psychische problemen te lang zonder hulp blijven, met alle gevolgen van dien voor henzelf én de samenleving.

Hart voor Vrijheid kiest voor vertrouwen en nabijheid. De eerste opvang van mensen in psychische crisis hoort niet bij de politie, maar bij gespecialiseerde GGZ-teams. Er moeten voldoende ambulante voorzieningen zijn in elke regio, zodat mensen vroegtijdig geholpen worden en niet afglijden tot uitzichtloze situaties. Bovendien moet geestelijke gezondheidszorg een integraal onderdeel van de wijkzorg worden, zodat ook lichte problematiek sneller en laagdrempeliger kan worden aangepakt.

Een werkelijk mensgerichte jeugdzorg begint bij nabijheid. Kleinschalige voorzieningen in de wijk, waar gezinnen snel en zonder bureaucratische drempels terechtkunnen, bieden veel meer stabiliteit dan anonieme instellingen. Hart voor Vrijheid wil daarom investeren in wijkzorg en lokale voorzieningen die dichtbij kinderen en gezinnen staan.

Ouderenzorg en voltooid leven

De manier waarop een samenleving met haar ouderen omgaat, is een spiegel van haar beschaving. In Nederland is die spiegel de afgelopen jaren vaak confronterend geweest. De sluiting van honderden verzorgingshuizen en het terugschroeven van thuiszorg hebben duizenden ouderen in een niemandsland geplaatst tussen zelfstandig wonen en verpleeghuiszorg. Een groot deel van hen belandt onnodig in ziekenhuizen, met hoge kosten en menselijk leed tot gevolg14.

Eenzaamheid is een groeiend probleem. Volgens het Ouderenfonds voelt meer dan de helft van de 75-plussers zich regelmatig eenzaam15. Waar gemeenschapszin en kleinschaligheid verdwenen zijn, resteert vaak een leven in afzondering, met depressie en lichamelijke klachten als gevolg. Ouderen verdienen meer dan een beleid dat hen reduceert tot kostenposten. Zij hebben bijgedragen aan de samenleving en verdienen een waardige oude dag.

Hart voor Vrijheid wil daarom investeren in diverse woon- en zorgvormen. Kleinschalige zorgbuurthuizen, waar ouderen samenleven in een vertrouwde omgeving en deel blijven uitmaken van de gemeenschap, moeten breed worden ingevoerd. Mantelzorgers verdienen structurele ondersteuning, zowel financieel als praktisch, bijvoorbeeld via generatiewoningen waarin meerdere generaties samenleven en elkaar versterken16. Thuiszorg moet worden uitgebreid, met vaste gezichten en ruimte voor persoonlijk contact in plaats van strikte roosters en tijdsdruk.

Het thema van het levenseinde raakt aan de kern van menselijke waardigheid en zelfbeschikking. Iedereen die uitzichtloos en ondraaglijk lijdt moet de mogelijkheid hebben om op humane wijze te sterven. Nederland heeft een zorgvuldige euthanasiepraktijk ontwikkeld die wereldwijd als voorbeeld geldt17. Tegelijkertijd mag de samenleving nooit ouderen of zieken onder druk zetten om voor hun dood te kiezen, bijvoorbeeld uit gevoel van last of eenzaamheid. Zelfbeschikking betekent vrijheid om te kiezen, maar ook het recht om te leven zolang iemand dat wil.

De rol van zorgverleners is hierin cruciaal. Artsen en verpleegkundigen die met respect en zorgvuldigheid euthanasie begeleiden, verdienen bescherming en waardering. Tegelijk moet palliatieve zorg structureel worden versterkt, zodat niemand voor euthanasie kiest omdat er geen andere humane opties meer beschikbaar zijn.

Ook in de ouderenzorg is kleinschaligheid de sleutel. Wijkzorg en lokale voorzieningen maken het mogelijk dat ouderen in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen en ondersteund worden door vaste gezichten. Hart voor Vrijheid kiest voor nabijheid en menselijke maat, niet voor schaalvergroting en efficiencydenken.

Goede zorg groeit in gemeenschappen waar mensen elkaar kennen en dragen. Gezondheid is niet alleen een medische, maar ook een sociale kwestie: verbondenheid, zingeving en nabijheid zijn even belangrijk als technologie. Lokale samenwerkingsverbanden tussen huisartsen, buurtzorg, mantelzorgers en vrijwilligers maken het mogelijk dat zorg weer een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt, geworteld in vertrouwen en menselijkheid in plaats van in cijfers en protocollen.

Mantelzorgers vormen het stille fundament van onze samenleving. Dagelijks zorgen honderdduizenden mensen voor hun ouders, partner, kind of buur zonder daar structurele erkenning of ondersteuning voor te ontvangen. Deze vorm van zorg is onbetaalbaar in waarde, maar te vaak onzichtbaar in beleid. Mantelzorg verdient waardering, rust en zekerheid.

Hart voor Vrijheid wil dat mantelzorgers recht krijgen op tijdelijke verlofregelingen, psychologische ondersteuning en een redelijke financiële vergoeding. Werkgevers moeten ruimte bieden voor zorgverantwoordelijkheid, en gemeenten dienen praktische hulp te organiseren, zoals respijtzorg en begeleiding bij complexe zorgsituaties.

Mantelzorg is geen bezuinigingsinstrument, maar een uitdrukking van verbondenheid. Door families en gemeenschappen te versterken, ontstaat een zorgcultuur die niet op afstand wordt geregeld, maar gedragen wordt door mensen zelf.

Farmacie en alternatieve zorg

We leven in een tijdperk waarin de macht van de farmaceutische industrie ongekend groot is. Medicijnen die vaak met publieke middelen zijn ontwikkeld, worden voor woekerprijzen op de markt gebracht dankzij patenten die winsten veiligstellen. Tegelijkertijd kampen ziekenhuizen met tekorten aan goedkope generieke middelen. Dit is niet alleen onrechtvaardig, maar ook gevaarlijk. Volksgezondheid hoort niet ondergeschikt te zijn aan aandeelhoudersbelangen18.

Hart voor Vrijheid pleit voor het afschaffen van patenten op essentiële medicijnen. Nieuwe effectieve geneesmiddelen moeten in publieke handen blijven, ontwikkeld door universiteiten en onafhankelijke onderzoeksinstituten en gefinancierd met belastinggeld. Inkoop en distributie gebeuren collectief, zodat landen niet langer tegen elkaar worden uitgespeeld door multinationals. Openheid over werkelijke productiekosten en prijzen is daarbij essentieel19.

Daarnaast is het hoog tijd dat alternatieve zorg een volwaardige plek krijgt. Miljoenen mensen kiezen bewust voor complementaire therapieën, van acupunctuur tot natuurgeneeskunde, en ervaren daarvan baat. Toch worden deze vormen van zorg vaak genegeerd of financieel benadeeld, terwijl het dominante biomedische model niet op alle vragen een antwoord heeft. Er bestaat een rijk veld van kennis en ervaring dat, ook al is niet altijd volledig wetenschappelijk geverifieerd, wel degelijk bijdraagt aan welzijn en herstel20.

In een vrije samenleving hoort de burger het recht te hebben zijn of haar eigen pad te kiezen in de zorg. Dit betekent dat alternatieve behandelingen gelijkwaardig vergoed moeten kunnen worden, mits veilig en transparant toegepast. Ook hier geldt: vertrouwen in de volwassen burger staat centraal.

Tot slot moet de cultuur van angst en schuld in de zorg worden doorbroken. Medische fouten zullen altijd voorkomen; zij zijn onderdeel van mensenwerk. Een no-fault schadefonds, waarbij slachtoffers snel en rechtvaardig worden gecompenseerd zonder jarenlange procedures, maakt openheid en leren van fouten mogelijk21. Zorgverleners die handelen in goede trouw verdienen vertrouwen, niet straf.

Waar traditionele en alternatieve zorg elkaar ontmoeten, ontstaat ruimte voor echte genezing. Hart voor Vrijheid pleit daarom voor integratieve geneeskunde: samenwerking tussen reguliere en complementaire behandelwijzen, waarin kennis, ervaring en intuïtie elkaar aanvullen. Leefstijlcentra waarin voeding, beweging, psychosociale begeleiding en medische behandeling samenkomen, krijgen structurele ondersteuning. Zo ontstaat een gezondheidszorg die niet alleen ziekte bestrijdt, maar gezondheid bevordert, in lichaam, geest en gemeenschap.

Kosten en baten van een publieke en preventieve zorg

Het huidige zorgstelsel kost Nederland jaarlijks meer dan 110 miljard euro, waarvan miljarden verdwijnen in bureaucratie, marketing, consultancy en winstuitkeringen. De marktwerking, ingevoerd in 2006, heeft de zorg niet goedkoper gemaakt maar juist duurder en ingewikkelder. Onderzoeken van de NZa en het RIVM tonen aan dat de administratieve lasten in de zorg zijn verdrievoudigd sinds de komst van concurrerende verzekeraars. Alleen al het wegvallen van dubbele administratie, contractonderhandelingen en declaratieprocedures zou naar schatting 5 tot 8 miljard euro per jaar kunnen besparen42.

Daarnaast vloeit een groot deel van de zorguitgaven naar de farmaceutische industrie, waar patenten en prijsafspraken leiden tot torenhoge marges. Onderzoek van de BMJ laat zien dat de winstmarges in de farmacie gemiddeld drie keer zo hoog liggen als in andere sectoren43. Door patenten op essentiële medicijnen af te schaffen, publieke productie te organiseren en collectieve inkoop toe te passen, kan Nederland jaarlijks 2 tot 3 miljard euro besparen op medicijnkosten, zonder kwaliteitsverlies.

Ook de zorgverzekeraars zelf kosten miljarden: in 2024 bedroegen de gezamenlijke bedrijfskosten ruim 6 miljard euro, waarvan een groot deel opgaat aan marketing, overhead en reserves. Door de zorg rechtstreeks uit belastingen te financieren, kan dit bedrag grotendeels worden teruggebracht in de zorg zelf.

Samen leveren deze maatregelen een structurele besparing op van ten minste 12 tot 15 miljard euro per jaar, terwijl de zorg toegankelijker, eerlijker en menselijker wordt. Minder markt en minder prikkels betekenen meer tijd voor patiënten, minder verspilling en een herstel van vertrouwen.

Goede preventie versterkt deze beweging verder. Internationale studies tonen aan dat elke euro die wordt geïnvesteerd in gezondheidsbevordering gemiddeld drie tot vijf euro oplevert aan lagere zorgkosten en productiviteitswinst38. In Nederland bedragen de totale maatschappelijke kosten van leefstijlgerelateerde aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2, COPD en obesitas, naar schatting meer dan 40 miljard euro per jaar39. Een structurele daling van deze ziektelast met slechts 10% zou al 4 miljard euro per jaar besparen.

Daarnaast laat onderzoek van de WHO zien dat programma’s gericht op mentale gezondheid, stressreductie en vroege ontwikkeling tot de meest kosteneffectieve vormen van preventie behoren40. Investeren in de eerste levensjaren (hechting, voeding, rust) levert volgens de Lancet Commission on Early Childhood Development een gemiddeld maatschappelijk rendement op van ruim zeven keer de investering41. Toegepast op Nederlandse schaal betekent dit dat een investering van 1 miljard euro per jaar in gezins- en schoolgerichte preventie kan leiden tot een jaarlijkse structurele besparing van 6 à 7 miljard euro aan latere zorg- en uitkeringskosten.

Als Nederland preventie eindelijk als kern van het zorgstelsel zou beschouwen, in plaats van als sluitpost, dan is het realistisch dat binnen tien jaar 10 tot 12 miljard euro per jaar aan zorgkosten wordt voorkomen. Dat is niet het gevolg van bezuiniging, maar van gezondheid: minder ziekte, minder afhankelijkheid en meer veerkracht in de samenleving.

Hart voor Vrijheid wil een zorgstelsel waarin geld weer dienend is aan gezondheid, niet aan aandeelhouders of concurrentie. De middelen die vrijkomen worden gericht ingezet voor beter personeel, lagere premies en regionale voorzieningen. Zo ontstaat een zorg die én goedkoper is, én beter werkt; een publieke investering in menselijke waardigheid.

Gezondheidszorg is geen gunst van de markt, maar een mensenrecht. Iedere mens heeft recht op zorg, ongeacht inkomen, afkomst of leeftijd. Een samenleving toont haar beschaving in hoe zij met kwetsbaarheid omgaat. Daarom ziet Hart voor Vrijheid toegang tot zorg als morele en grondwettelijke plicht, niet als economische optie.

Ook internationaal draagt Nederland verantwoordelijkheid: door kennis en medicijnen te delen, patenten te versoepelen en medische hulp niet te onderwerpen aan handelsbelangen. Gezondheid kent geen grenzen; solidariteit evenmin.

Beleidsvoorstellen

  • Nationale zorgvoorziening: Hart voor Vrijheid wil het huidige zorgverzekeringsstelsel vervangen door een publieke voorziening die uit belastingen wordt gefinancierd. Daarmee vervalt de macht van commerciële verzekeraars en keert de zorg terug naar haar kern: artsen en verpleegkundigen leidend, managers ondersteunend.
  • Afschaffing eigen risico: Het eigen risico wordt afgeschaft of drastisch verlaagd. Patiënten krijgen transparant inzicht in de kosten van hun behandeling, zodat verantwoordelijkheid wordt gedeeld zonder dat mensen worden afgeschrikt om noodzakelijke zorg te zoeken.
  • Digitaal eigenaarschap: Iedere burger krijgt volledige zeggenschap over zijn of haar medische gegevens en het recht op vrije artsenkeuze. Het elektronisch patiëntendossier is eigendom van de patiënt, die zelf bepaalt wie toegang krijgt. Het elektronisch patiëntendossier wordt decentraal opgeslagen via blockchain-achtige technologie, zodat gegevens veilig blijven, niet centraal te koppelen zijn en uitsluitend toegankelijk op persoonlijke toestemming.
  • Herstel van vrijwillig donorschap: Hart voor Vrijheid wil de huidige opt-out-regeling voor orgaandonatie vervangen door een opt-in-systeem. Alleen expliciete toestemming van de burger, geregistreerd uit vrije wil en zonder druk of impliciete aannames, mag leiden tot donatie. De overheid waarborgt dat niemand ongewild donor wordt door nalatigheid of onwetendheid. Het uitgangspunt is dat ieder mens eigenaar blijft van zijn eigen lichaam; in leven én na overlijden.
  • AI en menselijke regie: Kunstmatige intelligentie mag artsen ondersteunen maar nooit beslissingen overnemen. Alle algoritmen in de zorg moeten transparant zijn, zonder commerciële beïnvloeding of profilering van burgers.
  • Sterke eerstelijnszorg: Huisartsen moeten meer tijd krijgen voor hun patiënten, vaste behandelrelaties worden de norm en preventieve spreekuren laagdrempelig beschikbaar.
  • Preventie als hoeksteen: Gezondheidsleer en voedingskunde worden vast onderdeel van het onderwijs. Sport en beweging worden breed toegankelijk gemaakt en er komt eerlijke voorlichting over voeding, cholesterol, medicijnen en de rol van de zon bij de aanmaak van vitamine D.
  • Preventie vanuit vertrouwen: investeer in vroege ontwikkeling en mentale veerkracht door verlengd ouderschapsverlof, vaste kraamzorg en gezondheidseducatie op school, zodat gezondheid begint bij hechting, rust en bewustzijn in plaats van symptoombestrijding.
  • Kostenverlaging door afschaffing marktwerking: Door bureaucratie, verzekeraars en aanbestedingen af te schaffen, kan jaarlijks 12 tot 15 miljard euro worden bespaard terwijl de zorg toegankelijker en menselijker wordt.
  • Economische winst van preventie: Structurele investeringen in preventie, stressreductie en vroege ontwikkeling leveren op termijn 10 tot 12 miljard euro per jaar aan lagere zorgkosten op.
  • Afschaffing van patenten op essentiële medicijnen: Patenten op cruciale geneesmiddelen worden afgeschaft. Nieuwe medicijnen blijven in publieke handen, ontwikkeld door onafhankelijke onderzoeksinstituten en collectief ingekocht tegen transparante prijzen.
  • Publieke productie van medicijnen: Essentiële geneesmiddelen worden nationaal geproduceerd via een publiek farmaceutisch fonds, zodat Nederland niet afhankelijk is van multinationals of tekorten op de wereldmarkt.
  • Openheid over vaccinveiligheid: Er komt onafhankelijk, publiek onderzoek naar de langetermijneffecten van vaccins, inclusief mogelijke neurologische en immunologische complicaties. Vaccins mogen niet langer worden toegepast zonder volledige openheid van gegevens en erkenning van bijwerkingen.
  • Rechtvaardige compensatie: Er wordt een nationaal fonds voor vaccin- en medicijnschade opgericht, zodat slachtoffers snel en eerlijk compensatie ontvangen zonder eindeloze juridische procedures.
  • Geen winst op zorg: Geld dat voor zorg bestemd is, moet daadwerkelijk aan zorg worden besteed. Winstuitkeringen aan aandeelhouders of investeerders worden verboden, zodat iedere euro terugvloeit naar patiënten en personeel.
  • Vrijheid in behandelkeuze: Alternatieve zorg krijgt structurele erkenning en gelijke vergoeding. Burgers mogen zelf kiezen welke therapievorm bij hen past, mits veilig en transparant toegepast.
  • Integratieve geneeskunde: Reguliere en complementaire zorg worden samengebracht in integratieve leefstijlcentra waar voeding, beweging, psychosociale begeleiding en medische behandeling in samenhang plaatsvinden.
  • Regionale ziekenhuizen: Ziekenhuizen die eerder zijn gesloten, worden heropend waar dat maatschappelijk en medisch noodzakelijk is. Iedere regio moet kunnen rekenen op een volwaardig ziekenhuis met spoedzorg.
  • Publieke acute zorg: Ambulancezorg en andere vitale diensten keren volledig terug in publieke handen. Marktwerking en aanbestedingen verdwijnen uit de acute zorg.
  • Goede arbeidsvoorwaarden: Zorgverleners krijgen betere beloning en meer zeggenschap. Lonen worden structureel verhoogd, tijdelijke contracten teruggedrongen en vaste banen de norm.
  • Landelijke jeugdzorg: De jeugdzorg wordt een landelijke verantwoordelijkheid met een recht op zorg en een landelijk basispakket. Gemeentelijke willekeur en bureaucratische aanbestedingen verdwijnen. Specialistische jeugdzorg wordt direct toegankelijk via de huisarts.
  • Minder dwang in jeugdzorg: Het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen wordt drastisch teruggebracht. Gedwongen maatregelen mogen alleen nog in uiterste noodsituaties worden toegepast; ouders beslissen in de eerste plaats zelf of zij met jeugdzorg in zee gaan.
  • Waardering van mantelzorg: Mantelzorg wordt erkend als volwaardige pijler van de zorg met recht op verlof, ondersteuning en vergoeding, zodat zorg binnen familie en gemeenschap weer vanzelfsprekend en menselijk wordt.
  • Menselijke GGZ: Overbodige registraties en minutenadministratie verdwijnen. Psychische crisisopvang wordt uitgevoerd door gespecialiseerde GGZ-teams in plaats van door de politie.
  • Bescherming van gezinnen: Uithuisplaatsingen van kinderen mogen alleen nog als uiterste redmiddel en nooit op basis van financiële prikkels. De praktijk van spoed-uithuisplaatsingen zonder behoorlijke procedure wordt beëindigd.
  • Waardige ouderenzorg: Er wordt geïnvesteerd in thuiszorg, kleinschalige zorgbuurthuizen en mantelzorgondersteuning. Generatiewoningen en gemeenschapsvormen worden actief gestimuleerd, zodat ouderen niet vereenzamen en deel blijven uitmaken van het sociale leven.
  • Humane levenseindezorg: Wie uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, krijgt toegang tot zorgvuldige euthanasiezorg. Tegelijkertijd wordt palliatieve zorg structureel versterkt, zodat niemand voor euthanasie kiest uit armoede, eenzaamheid of gebrek aan alternatieven.
  • Zorg als mensenrecht: Gezondheidszorg is een grondrecht, geen marktproduct. Toegang tot zorg wordt verankerd in wet en beleid, zodat niemand wordt uitgesloten door inkomen, afkomst of leeftijd.
  • Internationale solidariteit: Nederland deelt kennis en medicijnen met andere landen, ondersteunt open source-farmacie en bevordert wereldwijde gezondheidsrechten boven handelsbelangen.

Bronnen:

  1. OECD. Health Statistics 2022: Health at a Glance. Parijs: OECD Publishing, 2022. https://www.oecd-ilibrary.org/social-issues-migration-health/health-at-a-glance-2022_4dd50c09-en
  2. OECD. Reducing Bureaucracy in Healthcare. Policy Brief, 2019. https://www.oecd.org/health/reducing-bureaucracy-in-healthcare.htm
  3. WHO. World Health Statistics 2020. Genève: World Health Organization, 2020. https://www.who.int/data/gho/publications/world-health-statistics
  4. RIVM. Zorgmijding door eigen risico en zorgkosten. Bilthoven: RIVM, 2023. https://www.rivm.nl/publicaties/zorgmijding-door-eigen-risico-en-zorgkosten
  5. BMJ. Patient control over electronic health records: a path to autonomy. BMJ 2021;372:n216. https://www.bmj.com/content/372/bmj.n216
  6. RIVM. Zorgkosten van overgewicht in Nederland. Bilthoven: RIVM, 2022. https://www.rivm.nl/publicaties/zorgkosten-van-overgewicht-in-nederland
  7. WHO. Physical activity strategy for the WHO European Region 2016–2025. Genève: WHO, 2022 update. https://www.who.int/europe/publications/i/item/9789289055583
  8. Ravnskov U. Ignore the Awkward: How the Cholesterol Myths Are Kept Alive. New York: GB Publishing, 2018. https://www.goodreads.com/book/show/30532803-ignore-the-awkward
  9. Diamond DM, Ravnskov U. Statistical deception and statins. Expert Review of Clinical Pharmacology. 2015;8(2):201–210. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25672965/
  10. Holick MF. Vitamin D deficiency. New England Journal of Medicine. 2007;357:266–281. https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMra070553
  11. Grant WB. Solar UVB and vitamin D in reducing cancer risk. Dermato-Endocrinology. 2019;11(1):e1625361. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31687055/
  12. SCP. Evaluatie Jeugdwet: tussen ambitie en realiteit. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2021. https://www.scp.nl/publicaties/boeken/2021/06/03/evaluatie-jeugdwet
  13. Gietelink A. Het ware verhaal achter de vermissing van Esther. De Andere Krant, 2023. https://deanderekrant.nl/het-werkelijke-probleem-is-de-dramatische-situatie-in-de-jeugdzorg/
  14. SCP. Ouderen in het vizier. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2019. https://www.scp.nl/publicaties/boeken/2019/09/26/ouderen-in-het-vizier
  15. Ouderenfonds. Eenzaamheidsmonitor 2022. Utrecht: Nationaal Ouderenfonds, 2022. https://ouderenfonds.nl/nieuws/eenzame-ouderen-in-nederland-2022
  16. Verbeek H, et al. Small-scale homelike facilities vs regular nursing home wards. International Journal of Nursing Studies. 2020;107:103579. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32171606/
  17. Onwuteaka-Philipsen BD, et al. Trends in euthanasia practices in the Netherlands. New England Journal of Medicine. 2012;366(19):1696–1703. https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMc1202140
  18. Light DW, Lexchin J. Pharmaceutical R&D: what do we get for the money? BMJ. 2012;345:e4348. https://www.bmj.com/content/345/bmj.e4348
  19. Morgan SG, et al. Cost of production of HIV medicines. BMJ Global Health. 2018;3:e000688. https://gh.bmj.com/content/3/6/e000688
  20. WHO. Global report on traditional and complementary medicine 2019. Genève: WHO, 2019. https://www.who.int/publications/i/item/9789241515436
  21. Bismark MM, Paterson R. No-fault compensation in New Zealand. Health Affairs. 2006;25(1):278–283. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16403764/
  22. NPO Radio 1. Dood door medicatiefouten, 2023. https://www.nporadio1.nl/nieuws/onderzoek/45ccc35a-d777-416d-be54-6e3d0bd808b3/dood-door-medicatiefouten
  23. Hartpatiënten Nederland. Medicatiefouten in top drie doodsoorzaken, 2023. https://www.hartpatienten.nl/nieuws/medicatiefouten-in-top-drie-doodsoorzaken/
  24. Rognstad R, et al. Opioid-related hospitalizations in the Netherlands 2008–2017. European Journal of Clinical Pharmacology. 2019;75:1035–1042. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31444001/
  25. EUDA. Drug-induced deaths in the EU: situation overview, 2022. https://www.euda.europa.eu/publications/topic-overviews/drug-induced-deaths-faq/overdose-situation_en
  26. Wikipedia. Drug policy of Sweden, 2023. https://en.wikipedia.org/wiki/Drug_policy_of_Sweden
  27. Ioannidis JPA. Why most published research findings are false. PLoS Med. 2005;2(8):e124. https://journals.plos.org/plosmedicine/article?id=10.1371/journal.pmed.0020124
  28. Röver DL. Autisme, een vernietigend effect van vaccins. Gezond Verstand, 1 juli 2025. https://gezondverstand.eu/2025/07/01/autisme-een-vernietigend-effect-van-vaccins/
  29. Wikipedia. Lancet MMR autism fraud. Entry on Wakefield case, 2023. https://en.wikipedia.org/wiki/Lancet_MMR_autism_fraud
  30. The Lancet. Retraction – Ileal-lymphoid-nodular hyperplasia, non-specific colitis, and pervasive developmental disorder in children. The Lancet. 2010;375(9713):445. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20137807/
  31. Deer B. How the case against the MMR vaccine was fixed. BMJ. 2011;342:c5347. https://www.bmj.com/content/342/bmj.c5347
  32. Lewandowsky S, et al. Retractions, post-truth, and public trust. JAMA Network Open. 2019;2(11):e1916365. https://jamanetwork.com/journals/jamanetworkopen/fullarticle/2755488
  33. Wikipedia. Norwegian Child Welfare Services, 2023. https://en.wikipedia.org/wiki/Norwegian_Child_Welfare_Services
  34. Niussp. What we know about child protective services in the Global North, 2022. https://www.niussp.org/family-and-households/what-we-know-about-child-protective-services-in-the-global-north/
  35. Felitti, V. J., Anda, R. F., Nordenberg, D., Williamson, D. F., Spitz, A. M., Edwards, V., … & Marks, J. S. (1998). Relationship of childhood abuse and household dysfunction to many of the leading causes of death in adults: The Adverse Childhood Experiences (ACE) Study. American Journal of Preventive Medicine, 14(4), 245–258. https://doi.org/10.1016/S0749-3797(98)00017-8
  36. Bommerez, J. (2019). Door de bomen het bos zien: De kunst van transformatie. AnkhHermes.
  37. WHO. (2023). Health-promoting schools: a framework for action. World Health Organization, Geneva. https://www.who.int/publications/i/item/9789240074354
  38. OECD. (2021). The Economic Case for Preventive Health. Paris: OECD Publishing. https://www.oecd.org/health/the-economic-case-for-preventive-health.htm
  39. RIVM. (2023). Volksgezondheid Toekomstverkenning 2023 – Kosten van leefstijlziekten. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. https://www.rivm.nl/vtv
  40. WHO. (2022). Global Report on Effective Access to Assistive Technology. Genève: World Health Organization. https://www.who.int/publications/i/item/9789240063600
  41. Heckman, J. J., & Mosso, S. (2014). The Economics of Human Development and Social Mobility. Annual Review of Economics, 6(1), 689–733. https://doi.org/10.1146/annurev-economics-080213-040753
  42. NZa. (2020). Kosten van administratieve lasten in de zorg. Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht. https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_312054_22/
  43. Light, D. W., & Lexchin, J. (2012). Pharmaceutical R&D: What Do We Get for the Money? BMJ, 345:e4348. https://www.bmj.com/content/345/bmj.e4348