Democratie, bestuur en rechtsstaat
Naar een vrijzinnige, sociale en democratische samenleving

Samenvatting
De westerse democratie verkeert in een existentiële crisis. Politieke macht is vervreemd van de burger, economische belangen overheersen het publieke debat en sociale ongelijkheid groeit. Wat ooit begon als een strijd voor volkssoevereiniteit, is verworden tot een technocratisch systeem dat moeilijk te controleren valt. De staat, die vrijheid moest beschermen, is haar eigen grens gaan overschrijden.
Hart voor Vrijheid kiest voor een herinrichting van de democratie en de rechtsstaat van onderop. Wij pleiten voor directe verkiezingen, stemmen per onderwerp, bindende referenda en burgerinitiatieven die daadwerkelijk wetgevende kracht hebben. In plaats van partijpolitiek ontstaat zo het Civiele Huis van Nederland: een levende democratie waarin burgers samen beslissen, bestuurders verantwoording afleggen en macht tijdelijk en transparant wordt6, 7.
De rechtsstaat dient daarnaast onafhankelijk te zijn en boven de macht te staan; waar bestuur immers niet wordt gecontroleerd, verandert deze in willekeur. De scheiding der machten wordt hersteld, rechtspraak bevrijd van politieke invloed en openbaarheid van bestuur verankerd als grondrecht. Ook de macht die zich aan het oog onttrekt wordt beteugeld: de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden samengevoegd tot één dienst met een strikt omschreven taak, onder toezicht van rechter en parlement. Veiligheid mag nooit worden verward met controle.
Zo ontstaat een samenleving waarin burgers werkelijk regeren, waarin het recht de vrijheid beschermt en de overheid weer dient in plaats van heerst. Een republiek van redelijkheid, gebouwd op vertrouwen, transparantie en menselijke waardigheid.
Democratie van burgers in plaats van partijen: vervang de huidige partijendemocratie door directe en deliberatieve vormen van besluitvorming. Burgers kunnen via bindende referenda, burgerinitiatieven en gelote burgerkamers rechtstreeks wetten voorstellen en beoordelen. De minister-president wordt rechtstreeks gekozen, fractiedwang verdwijnt, en het Civiele Huis van Nederland vormt het nieuwe fundament van representatie en controle. In een volwassen republiek hoort geen erfelijke macht: het koningshuis wordt afgeschaft, zodat alle gezag voortkomt uit mandaat, niet uit afkomst.
Herstel van rechtsstaat en open bestuur: scheid wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht volledig. Ontkoppel de Raad van State, versterk rechterlijke onafhankelijkheid en maak openbaarheid een grondrecht. Elk besluit en lobbycontact wordt vastgelegd in een openbaar register, rechtspraak wordt toegankelijker en betaalbaar, en de overheid wordt weer dienstbaar aan het recht in plaats van andersom.
Eén transparante veiligheidsdienst onder rechterlijk toezicht: voeg AIVD, MIVD en NCTV samen tot één nationale veiligheidsdienst met een beperkte en wettelijk afgebakende taak: bescherming tegen concrete dreiging, niet controle van burgers. Elke ingreep vereist voorafgaande rechterlijke goedkeuring, jaarlijkse publieke rapportage en volledig parlementair toezicht.
Democratische herinrichting van Nederland
De Nederlandse democratie ademt nog de geest van de negentiende eeuw. Ze werd ontworpen in een tijd waarin slechts een kleine minderheid van geletterde mannen mocht stemmen, en hoewel de wereld sindsdien is getransformeerd door technologie, globalisering en mondigheid van burgers, bleef de vorm van onze staat bijna onveranderd. De instituties zijn gebouwd voor een samenleving van postkoets en drukpers, niet voor die van digitale netwerken en directe communicatie. De kern van het probleem is niet dat het volk niet wil regeren, maar dat het daar nauwelijks gelegenheid toe krijgt. Wij mogen eens in de vier jaar stemmen op partijen die zelf hun lijsten en programma’s bepalen, waarna de macht vier jaar lang in handen blijft van een kleine kring van beroepspolitici. Fractiediscipline en regeerakkoorden hebben het parlement veranderd in een instemmingsmachine, waarin overtuiging is vervangen door partijloyaliteit. Zoals Jürgen Habermas schreef, wordt democratie ondermijnd waar communicatie vervalt tot technocratie1.
Hart voor Vrijheid wil deze cirkel doorbreken en de macht terugbrengen naar haar bron: de burger. De minister-president moet rechtstreeks door het volk worden gekozen, zonder partijraden of coalitiepoker, en een kabinet samenstellen van vakministers die worden geselecteerd op deskundigheid in plaats van partijkleur. Zo ontstaat een natuurlijke scheiding der machten: het parlement controleert, het kabinet voert uit. Ministers leggen hun voorstellen voor aan de Kamer, waar wisselende meerderheden beslissen op inhoud en argumentatie. Politiek wordt dan weer wat zij behoort te zijn: een debat over waarheid en verantwoordelijkheid, niet over macht en behoud van zetels.
Het regeerakkoord, dat nu als een stil contract de komende vier jaar vastlegt wat er wel en niet mag worden gedacht of gestemd, is het doodvonnis van het parlementaire debat. Ministers zijn gebonden aan hun handtekening, Kamerleden aan hun fractie, en wie afwijkt, verliest positie. Hart voor Vrijheid wil dat elk voorstel opnieuw wordt beoordeeld op zijn eigen merites; de Grondwet zegt immers dat Kamerleden zonder last of ruggenspraak stemmen. Fractiedwang, partijafstemming en loyaliteitsstemmen zijn schendingen van dat principe. Een volksvertegenwoordiger is geen verlengstuk van een partijbestuur, maar de stem van de burger zelf.
De recente kabinetsformatie onder leiding van Dick Schoof laat zien hoe ver het democratisch verval inmiddels is gevorderd. Een oud-hoofd van de geheime dienst (NCTV) werd premier zonder dat de kiezer daarvoor heeft kunnen stemmen, gedragen door partijen die zelf nauwelijks regeerervaring delen maar wel bereid zijn macht te delegeren aan de bureaucratie. Wat zich presenteert als bestuur van deskundigheid, is in wezen een technocratische machtsovername: een verschuiving van soevereiniteit van burger naar apparaat, van gekozen vertegenwoordiging naar ongekozen controle. Dat is geen openlijke staatsgreep, maar een sluipende, een verandering van regime zonder dat het volk erover heeft kunnen beslissen.
Transparantie moet daarom de nieuwe norm worden. In een tijd waarin alle informatie digitaal beschikbaar kan zijn, is het onverteerbaar dat burgers nauwelijks kunnen volgen hoe hun vertegenwoordigers stemmen of welke belangen zij dienen. Hart voor Vrijheid wil een openbaar platform waarop iedereen kan zien welke moties, amendementen en nevenfuncties elk Kamerlid heeft, niet om te wantrouwen, maar om vertrouwen te herstellen. Wie beweert namens het volk te spreken, moet bereid zijn zich eraan te verantwoorden; de technologie is er, wat ontbreekt is de politieke wil26, 30.
Echte democratie vraagt bovendien om een actieve burger. Daarom pleit Hart voor Vrijheid voor een wettelijk recht op burgerinitiatief: met 10.000 handtekeningen moet iedere burger een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer kunnen plaatsen. Niet als vrijblijvende petitie, maar als volwaardig initiatief dat verplicht behandeld wordt, waarbij de indieners hun voorstel toelichten in een openbare zitting en ambtenaren moeten meewerken aan de uitwerking tot concreet beleid. Zo ontstaat een directe dialoog tussen burger en bestuur, waarin initiatief niet langer exclusief is voor partijprogramma’s, maar gedeeld wordt met de samenleving zelf.
Een ander probleem ligt dieper en onzichtbaarder: een groot deel van het Nederlandse bestuur speelt zich af in commissies, adviesraden en topambtelijke netwerken die buiten democratische controle opereren. Daar worden besluiten voorbereid en richting gegeven aan beleid zonder publieke verantwoording. Macht verschuift zo van de volksvertegenwoordiging naar een bureaucratische sfeer die zich onttrekt aan zicht en aanspreekbaarheid. Hart voor Vrijheid wil dat deze sluier wordt opgelicht. Adviescommissies en beleidsambtenaren moeten open verantwoording afleggen, op camera of in openbare zitting. Ambtenaren zijn uitvoerders van publieke taken en behoren dus tot de publieke sfeer, niet tot een anonieme bestuurselite.
De voorstellen die wij doen vormen slechts het fundament van een grotere heroriëntatie. Wij streven naar een politiek waarin de burger niet langer toeschouwer is, maar deelnemer, waarin beleid niet langer wordt bepaald door partijraden en marketingstrategen, maar door redelijkheid, betrokkenheid en gezond verstand. Zoals Rudolf Steiner al in 1919 stelde, kan een gezonde samenleving alleen bestaan als het rechtsleven wordt gedragen door gelijkwaardigheid3: elke mens telt even zwaar, ongeacht positie of bezit. En zoals Sahra Wagenknecht waarschuwt, is democratie niet het hebben van meer partijen, maar het vermogen beleid te baseren op rede, eerlijkheid en het algemeen belang4.
Dat is wat Hart voor Vrijheid nastreeft: een postpartijpolitieke democratie waarin macht niet voortvloeit uit retoriek, maar uit redelijkheid; waarin bestuurders dienstbaar zijn aan het volk, niet andersom; waarin politiek opnieuw een morele onderneming wordt, gedragen door waarheid, moed en gemeenschapszin. Onze representatieve democratie is vermoeid, ondoorzichtig en vatbaar voor misbruik. Het is tijd voor een herstart: een democratie die niet alleen namens het volk spreekt, maar het volk werkelijk laat beslissen.
Directe democratie: lessen uit het Zwitserse model
Democratie betekent in wezen dat mensen zichzelf regeren. Toch is in de meeste moderne staten die oorspronkelijke betekenis vervaagd tot een ritueel van verkiezingen. Het volk kiest vertegenwoordigers en wordt vervolgens geacht vier jaar te zwijgen. Tussen verkiezingen in wordt beleid gemaakt door partijelites, lobby’s en coalities die nauwelijks aanspreekbaar zijn, terwijl de burger als toeschouwer mag hopen dat zijn stem ooit nog weerklank vindt. Maar verkiezingen zijn slechts een instrument, geen garantie voor volkssoevereiniteit.
“Vrijheid betekent niet dat we regeringen kiezen, maar dat we zélf kunnen regeren5.”
Daartegenover staat een andere traditie: die van de directe democratie, waarin burgers niet alleen kiezen wie regeert, maar ook zelf meebeslissen over wetten, begrotingen en grondrechten. Het beste voorbeeld daarvan is Zwitserland, dat in de loop van eeuwen een unieke politieke cultuur heeft opgebouwd waarin het volk niet wordt geraadpleegd uit beleefdheid, maar daadwerkelijk regeert. Deze traditie is niet van bovenaf ingevoerd, maar van onderop gegroeid. In de middeleeuwen vormden de bewoners van de bergdalen kleine bonden om zich te beschermen tegen externe heersers, eerst tegen Habsburg, later tegen Napoleon. Hun isolement dwong hen tot zelfbestuur en wederzijdse verantwoordelijkheid. Besluitvorming gebeurde in open lucht, op het dorpsplein, waar iedere burger het woord kon nemen.
Toen in de negentiende eeuw de Zwitserse federatie ontstond, werd deze oude gewoonte tot wet verheven. Tot op de dag van vandaag stemmen Zwitsers meerdere keren per jaar over nationale en lokale wetten, over grondwetswijzigingen, infrastructuurprojecten en begrotingen. Zij doen dat niet via abstracte partijprogramma’s, maar over concrete voorstellen. Daardoor is de band tussen burger en bestuur levend gebleven. “Vrijheid,” schreef David van Reybrouck, “betekent niet dat we regeringen kiezen, maar dat we zélf kunnen regeren5.”
De Zwitserse democratie rust op drie pijlers die samen een organisch geheel vormen. Ten eerste is er het volksinitiatief: burgers kunnen met honderdduizend handtekeningen een wijziging van de grondwet afdwingen, waarover vervolgens een nationaal referendum wordt gehouden. Ten tweede is er het correctief referendum: als binnen honderd dagen vijftigduizend burgers bezwaar maken tegen een aangenomen wet, wordt die automatisch aan het volk voorgelegd. Ten derde is er de federale structuur van het land: de kantons hebben een grote mate van autonomie en beslissen zelf over hun scholen, infrastructuur, zorg en milieu.
Het opmerkelijke is dat dit systeem niet leidt tot chaos, maar tot stabiliteit. De betrokkenheid van burgers is hoog, het vertrouwen in de overheid uitzonderlijk sterk. Doordat besluitvorming plaatsvindt in open dialoog, wordt polarisatie beperkt en worden mensen gedwongen elkaar te begrijpen. In plaats van verdeel en heers ontstaat overleg en verantwoordelijkheid. Waar politici in veel landen regeren over het volk, regeert in Zwitserland het volk werkelijk over zichzelf.
Critici zeggen vaak dat dit model uniek is voor Zwitserland, omdat het land klein is en een specifieke cultuur kent. Maar onderzoek laat zien dat participatieve besluitvorming overal kan werken, zolang de procedure eerlijk, transparant en goed ingebed is. Politicologen als Maija Setälä benadrukken dat referenda pas echt democratisch zijn wanneer ze worden voorafgegaan door open debat en toegankelijke informatie14. Zo wordt voorkomen dat burgers alleen op slogans stemmen, en blijft het publieke gesprek in handen van het volk in plaats van van mediaconglomeraten.
De sleutel ligt in duidelijke waarborgen en institutionele steun: geen anonieme lobby’s achter de schermen, maar een open discussie over belangen; een gelijk speelveld voor alle stemmen, met gelijke toegang tot informatie en media; en een grondwettelijk recht voor burgers om wetten te initiëren of terug te draaien. Nederland, met zijn lange traditie van overleg en burgerinitiatieven, zou juist vruchtbare bodem hebben voor zo’n systeem6, 7, 14.
Hart voor Vrijheid stelt daarom voor om in Nederland een model van directe democratie in te voeren dat aansluit bij deze principes. Een wet moet kunnen worden teruggedraaid als binnen honderd dagen vijftigduizend burgers daartegen bezwaar maken; dat referendum moet bindend zijn. Burgers moeten bovendien het recht krijgen om met honderdduizend handtekeningen een wetsvoorstel of grondwetswijziging in stemming te brengen, na toetsing op juridische consistentie. Wordt het aangenomen, dan is het bindend. Voor complexe kwesties kunnen gelote burgerjury’s worden ingesteld, zoals in Ierland, die onafhankelijk van partijpolitiek aanbevelingen doen op basis van maatschappelijke dialoog6, 7. Gemeenten en regio’s krijgen de vrijheid om lokale besluiten voor te leggen aan hun inwoners, zodat politiek niet langer een exclusieve bezigheid is van Den Haag, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van burgers overal in het land.
Een onafhankelijke burgerkamer, samengesteld door loting en met een roulerend mandaat, kan daarnaast fungeren als toetskamer voor wetgeving: niet om te regeren, maar om de rechtsstatelijke en morele kwaliteit van beleid te bewaken. Zij kan wetten tijdelijk tegenhouden en laten toetsen aan grondrechten of burgerrechten6, 7.
Rudolf Steiner beschouwde zulke directe betrokkenheid van burgers niet als luxe, maar als voorwaarde voor vrijheid. Hij onderscheidde drie domeinen in de samenleving: het geestesleven, het rechtsleven en het economisch leven. Het rechtsleven, waar wetten worden gemaakt die voor iedereen gelden, moet volgens hem gedragen worden door gelijkheid. Geen klasse, geen partij, geen belangengroep mag daar overheersen. Zodra wetgeving wordt gestuurd door economische of ideologische macht, verliest vrijheid haar fundament. Alleen door wetgeving rechtstreeks te verankeren in de gemeenschap, via de wil van burgers zelf, kan een vrije rechtsorde bestaan.
De essentie van directe democratie is stemmen per onderwerp in plaats van per partij. Mensen zijn niet één ideologisch pakket, maar denken genuanceerd: liberaal over onderwijs, sociaal over zorg, behoudend over cultuur. De huidige partijstructuur dwingt die complexiteit in hokjes. Een systeem waarin burgers per voorstel of principe kunnen stemmen, bevrijdt de democratie van die kunstmatige tegenstellingen. Het maakt politiek weer tot gesprek, niet tot kamp.
Directe democratie is daarom geen droom uit de Alpen, maar een noodzakelijk antwoord op de vermoeidheid van ons representatieve stelsel. Zij herstelt de verbinding tussen burger en besluit, tussen stem en gevolg. Ze maakt van kiezers geen onderdanen die hun macht uit handen geven, maar burgers die haar leren gebruiken. Hart voor Vrijheid ziet in dit model geen bedreiging, maar juist de voltooiing van democratie: het moment waarop de stem van het volk niet langer wordt geleend, maar werkelijk wordt gehoord.
In datzelfde licht hoort ook de erfelijke monarchie tot het verleden. De koning is in onze tijd geen symbool van eenheid meer, maar van een geschiedenis waarin macht nog werd geërfd in plaats van verdiend. Hart voor Vrijheid streeft naar een republiek waarin waardigheid niet langer voortvloeit uit geboorte, maar uit dienstbaarheid aan het algemeen belang. De grondwet en de gemeenschap zelf vormen dan het staatshoofd; het recht, niet het bloed, is de verbindende kracht. Zo voltooit Nederland zijn democratie, vreedzaam, waardig en in overeenstemming met de beginselen waarop zij ooit werd gebouwd.
Een partijloze democratie – het Civiele Huis van Nederland
Wanneer politieke partijen hun ideologische lading verliezen, blijven lege omhulsels over die de werkelijkheid eerder verhullen dan vertegenwoordigen. Ze beloven verschil maar leveren beheersing, en dwingen burgers te kiezen tussen blokken die in de kern dezelfde koers varen. De partijstructuur was ooit een instrument om de volkswil te bundelen, maar is veranderd in een mechanisme dat haar temt. Hart voor Vrijheid wil een stap verder gaan dan herstel van oude vormen. Als het volk werkelijk soeverein is, moet de democratie zichzelf opnieuw uitvinden, voorbij de partij, voorbij de campagne, voorbij de marketing van meningen6, 7.
In plaats van fracties en coalities ontstaat dan een civiele orde, een politiek die niet draait om loyaliteit aan een vlag, maar om het vermogen te oordelen. De kern daarvan is het Civiele Huis van Nederland: een systeem waarin burgers, experts en bestuurders samenwerken binnen een heldere architectuur van gelijkwaardigheid, transparantie en herroepbaarheid. Het is geen utopie, maar een logische volgende stap in de evolutie van de democratie, gebouwd op de lessen van Zwitserland, Athene en de digitale samenleving van nu.
De wetgevende macht ligt in handen van een Burgerkamer van enkele honderden leden die deels door loting worden gekozen en deels door vakdeskundigheid worden benoemd. De loting zorgt voor representativiteit, het land zoals het is, met zijn veelkleurigheid, zijn ervaring en zijn tegenstrijdigheden, terwijl de gekozen vakmensen de technische kennis en bestuurlijke continuïteit waarborgen. Niemand zit er lang; mandaten duren kort, rouleren snel, en elke burger kan zich vrijwillig aanmelden om in aanmerking te komen voor selectie. Zo ontstaat een voortdurend wisselende volksafspiegeling, waar macht niet vastkoekt, maar circuleert.
De uitvoerende macht wordt rechtstreeks gekozen. De premier ontvangt zijn mandaat van de burger en stelt een kabinet samen van vakministers die niet uit de politieke kweekvijver komen, maar uit de praktijk van wetenschap, recht, zorg of techniek. Zij worden niet gekozen om te overtuigen, maar om te dienen. Regering en Kamer staan niet tegenover elkaar in een spel van meerderheid en oppositie, maar functioneren als twee takken van één levend geheel: de Kamer die wetten maakt, de regering die ze uitvoert, beide rechtstreeks aanspreekbaar door het volk.
Daaronder functioneert de Toetskamer, een onafhankelijk orgaan van juristen, ethici en burgers dat wetten controleert op grondrechten en uitvoerbaarheid. Zij kan geen beleid dicteren, maar wel pauzeren, corrigeren en verantwoording eisen. Samen vormen deze drie niveaus, Burgerkamer, Regering en Toetskamer, het hart van de republiek6.
De digitale infrastructuur is het zenuwstelsel van dit geheel. Iedere burger krijgt toegang tot een veilig, transparant platform waar hij of zij voorstellen kan indienen, argumenten kan lezen, moties kan volgen en stemminggedrag kan controleren29, 30. Het is de spiegel van de samenleving, geen substituut voor haar debat. De code is open source, controleerbaar door iedereen, en het geheugen van het systeem is onverwoestbaar: niets verdwijnt, alles blijft herleidbaar7.
Het Civiele Huis van Nederland is geen terugkeer naar het Atheense plein, maar zijn moderne voortzetting. Het combineert loting met deliberatie, kennis met verantwoordelijkheid, vrijheid met orde. Macht is niet langer bezit, maar tijdelijke dienst; beslissingen zijn niet het eindpunt van concurrentie, maar het resultaat van overleg.
De burger besluit, maar niet blind; eerst leren, dan spreken, dan kiezen. Een burgerkamer wordt door loting samengesteld zodat het land zichzelf weerspiegelt, jong en oud, praktisch en theoretisch, stad en dorp; daarnaast schuiven tijdelijke deskundigen aan die geen bevel voeren maar inzicht leveren, juristen voor het recht, rekenmeesters voor de cijfers, vakmensen uit zorg, energie en onderwijs voor de werkelijkheid achter de spreadsheets. Elk onderwerp begint met een open informatiepakket dat niet uit één koker komt maar uit meerdere scholen, met expliciete minderheidsstandpunten en bronvermelding; deelnemers krijgen vooraf korte trainingen in logica, drogredenen, bronnenkritiek en het lezen van cijfers, zodat debat geen wedstrijd wordt in retoriek maar een gezamenlijke zoektocht naar wat klopt. Hoorzittingen zijn openbaar en chronologisch te volgen, iedere brief en iedere lobbyist gaat het register in, gesprekken die niet openbaar waren worden achteraf gelogd met datum en inhoud; zo verdampt schimmige invloed in het licht7, 14.
De cyclus is eenvoudig en streng. Burgers, ministeries of de burgerkamer zelf dienen voorstellen in, de gelote commissie van twintig tot dertig leden hoort voor- en tegenstanders, vraagt om doorrekeningen en scenario’s, laat deskundigen elkaar tegenspreken en vat alles samen in één leesbare nota met alternatief A, alternatief B en de argumenten die er werkelijk toe doen. Eerst wordt consensus gezocht, lukt dat niet dan geldt een gekwalificeerde meerderheid met een verplichte minderheidsparagraaf die precies noteert welke bezwaren blijven staan; niets verdwijnt stilletjes onder tafel, elk zwaarwegend tegenargument reist mee tot aan de eindstemming. Daarna beoordeelt de Toetskamer het voorstel op grondrechten, uitvoerbaarheid en onbedoelde effecten; zij kan niets doordrukken en niets blokkeren op inhoud, maar wel pauzeren en terugsturen met harde vragen en verbeterpunten. Pas dan stemt de voltallige burgerkamer in het openbaar, naam voor naam, met een korte motivering per fractie van argumenten die iedereen kan nalezen. Wie wil, kan het hele pad teruglopen, van eindverslag naar ruwe bron6, 7, 14.
Samenstelling en integriteit zijn beveiligd tegen kuddegedrag. Leden van de burgerkamer draaien kort mee en rouleren, niet jaren maar maanden, genoeg om in te werken en niet genoeg om te verstarren; zij tekenen een belangenverklaring, melden financiële en organisatorische banden, en vallen onder afkoeltermijnen voordat zij een betaalde rol in het bestuur kunnen opnemen. Deskundigen krijgen geen beslissende stem, alleen een plicht tot transparantie over hun affiliaties; hun bijdrage wordt altijd samen met een tegensprekende analyse gepubliceerd, zodat kennis wordt gewogen en niet vereerd. Wanneer een onderwerp sterk gepolariseerd is, worden hoorzittingen bewust adversarieel ingericht, de beste pleitbezorgers van ieder kamp krijgen gelijke spreektijd en gelijke middelen, en de commissie vat de kernpunten samen in gewone taal met verwijzing naar de ruwe data. Het digitale platform is open source en controleerbaar door iedereen, stemmen worden cryptografisch controleerbaar zonder de kiezer te onthullen, documenten zijn doorzoekbaar, datasets downloadbaar, en elke wijziging laat een spoor achter, zodat het geheugen van de democratie niet selectief wordt7, 14.
Omdat geen enkel systeem onfeilbaar is, bouwen we correctie in als principe, niet als uitzondering. Mandaten zijn herroepbaar wanneer leden ernstig afwijken van de transparantieregels of aantoonbaar belangen verzwijgen; besluiten kunnen na evaluatie opnieuw worden geagendeerd als nieuwe feiten op tafel komen; bij signalen van massamanipulatie of eenzijdige berichtgeving kan de toetskamer een extra informatieronde bevelen met een nieuw, gebalanceerd dossier en onafhankelijke moderators. Lokale proefprojecten draaien eerst in gemeenten en provincies, met vooraf afgesproken meetpunten voor kwaliteit van argumentatie, representativiteit en uitvoerbaarheid; de lessen daaruit worden gepubliceerd voordat landelijke uitbreiding plaatsvindt. Waar de materie uitzonderlijk technisch is, bijvoorbeeld luchtvaartveiligheid of kernenergie, kan de burgerkamer bewust kiezen voor een tweeslag, eerst een deskundigenjury die scenario’s en randvoorwaarden vastlegt, daarna de burgerkamer die over waarden en keuzes beslist binnen die transparant gemaakte kennisgrenzen27, 28, 29; zo blijft de stem van de gemeenschap soeverein zonder te doen alsof kennis een mening is6, 7, 14.
Zo ontstaat geen regering door opiniepeilingen, maar een republiek van redelijkheid: burgers die hun oordeel vormen op basis van open bronnen en tegenspraak, deskundigen die dienen in plaats van dirigeren, managers van macht die zichtbaar en aanspreekbaar zijn. Wie vreest dat de massa wordt meegenomen door lawaai, krijgt hier het tegendeel te zien, stilte en structuur vóór de stem; wie vreest dat technocraten het overnemen, ziet hun rol teruggebracht tot wat zij behoren te zijn, leveranciers van inzicht, niet van besluiten. De belofte is eenvoudig, de praktijk precies: vrijheid vraagt vorm, zeggenschap vraagt zorg, en waarheid vraagt licht. In dat licht bestuurt de burger niet alleen mee, hij leert ook weer hoe je samen oordeelt, zonder leuze, zonder schijn, met het land voor ogen.
De overgang van een partijendemocratie naar het Civiele Huis van Nederland vraagt geen revolutie maar een geleidelijke hervorming die van onderop groeit. Zij begint lokaal, met burgerpanels, coöperatieve besturen en bindende referenda in gemeenten die laten zien dat directe democratie werkt. Succesvolle voorbeelden vormen de bouwstenen voor nationale wetgeving over burgerinitiatieven, transparantie en open bestuur. Vanuit deze praktijkervaring kan stap voor stap een nieuwe bestuurscultuur ontstaan waarin macht tijdelijk, controleerbaar en dienstbaar wordt. Wanneer het vertrouwen is hersteld en het bewijs geleverd dat burgers verantwoord kunnen besturen, kan het stelsel grondwettelijk worden verankerd. Zo groeit het Civiele Huis niet uit een machtsgreep, maar uit een leerproces van samenleving en staat, waarin vrijheid wordt geoefend, verantwoordelijkheid wordt geleerd en de democratie haar eigen volwassenheid hervindt27, 28.
Een levende democratie vraagt om meer dan goede bedoelingen; zij vraagt om een rechtsstaat die haar ademt en beschermt. In het Civiele Huis van Nederland is het recht niet het zwaard van de macht, maar het schild van de burger. De wet staat boven ieder bestuur, boven elke meerderheid, boven ieder moment van waan. Onafhankelijke rechtspraak, vrije media en een transparant constitutioneel kader vormen de pilaren waarop dit nieuwe stelsel rust. Burgers beslissen, maar binnen de grenzen van het recht; bestuurders voeren uit, maar onder het oog van de gemeenschap. Zo wordt vrijheid niet langer een belofte in verkiezingstijd, maar een dagelijkse praktijk van verantwoordelijkheid en vertrouwen. De staat wordt weer wat zij ooit moest zijn: een dienst aan het recht, niet aan zichzelf.
De rechtsstaat en scheiding der machten
Democratie kan alleen bestaan wanneer macht zichzelf begrenst. Vrijheid is niet de afwezigheid van regels, maar de zekerheid dat regels rechtvaardig zijn en voor iedereen gelijk gelden. De rechtsstaat is het onzichtbare skelet van de democratie; zij maakt het mogelijk dat gezag niet verwordt tot willekeur. Wanneer wetten worden gemaakt door de machtigen en toegepast op de machtelozen, sterft vrijheid in stilte. Daarom moet het recht niet onder, maar bóven de politiek staan.
In Nederland is die balans langzaam verschoven. De uitvoerende macht is verknoopt geraakt met de wetgevende, en beide zijn te afhankelijk geworden van de bureaucratie die hen ondersteunt. Ministers regeren per persconferentie, Kamerleden volgen via fractiediscipline, en ambtenaren schrijven wetten die zij later zelf controleren. De Raad van State is daarvan het meest sprekende voorbeeld: zij adviseert de regering bij de totstandkoming van wetten, maar fungeert tegelijk als hoogste bestuursrechter voor burgers die zich juist tegen die wetten verzetten. Wie helpt bouwen aan het huis, zou niet ook de rechter mogen zijn over de scheuren in de muur. De dubbele rol van dit orgaan tast het vertrouwen aan en moet worden ontkoppeld – eerst organisatorisch, met gescheiden afdelingen voor wetgeving en rechtspraak, en op termijn via een grondwetswijziging25.
De scheiding der machten is geen abstract leerstuk, maar een moreel kompas. Zij vraagt dat wetgever, uitvoerder en rechter elkaar in evenwicht houden, niet in concurrentie maar in controle. Het parlement moet vrij zijn om te oordelen zonder partijgebondenheid, de regering om te handelen binnen grenzen, en de rechter om te spreken zonder angst voor politieke repercussie. Wanneer die drie sferen elkaar doordringen, ontstaat niet samenwerking maar versmelting, en versmelting is altijd de voorbode van misbruik.
Een hernieuwde rechtsstaat begint bij openbaarheid. Elk besluit, elk overleg, elke nota die invloed heeft op wetgeving behoort tot het publieke domein. De Wet open overheid moet niet langer een drempelwet zijn maar een grondrecht: de burger mag weten wat de overheid weet, tenzij de veiligheid van personen op het spel staat26. Macht verdraagt geen duisternis. Alleen waar informatie vrij circuleert, kan waarheid zich handhaven.
Daarom wil Hart voor Vrijheid een onafhankelijk register waarin alle bestuurlijke besluiten, nevenfuncties, lobbycontacten en rechterlijke uitspraken openbaar zijn en in begrijpelijke taal kunnen worden geraadpleegd. Niet als schandpaal, maar als vorm van wederzijds vertrouwen. Een overheid die niets te verbergen heeft, verbergt niets30.
Toegang tot recht is evenzeer een fundament. In de praktijk is de rechtsstaat voor velen te duur, te ingewikkeld en te traag geworden. Wie ongelijk heeft maar geen geld, krijgt zelden gelijk. Hart voor Vrijheid wil daarom laagdrempelige burgerrechtbanken invoeren voor geschillen tussen burger en overheid, gratis rechtsbijstand bij bestuurszaken en een vereenvoudiging van de Algemene wet bestuursrecht, zodat burgers zonder advocaat kunnen begrijpen wat hun rechten zijn. Het recht behoort niet tot juristen, maar tot mensen.
De rechtsstaat beschermt niet alleen tegen machtsmisbruik van de staat, maar ook tegen de subtielere vorm van macht: morele of mediatieke druk. Waar de publieke opinie wordt gemonopoliseerd door enkele grote mediaconcerns, verdwijnt pluraliteit en verschraalt de waarheid. Vrijheid van meningsuiting betekent niet dat één koor alle stemmen overstemt, maar dat elke stem gehoord kan worden. Daarom moet het publieke medialandschap worden hervormd naar transparante, evenredige toegang, zonder politieke benoemingen of commerciële censuur. Waar meningen verschillen, begint vrijheid.
Ook de rechtspraak zelf vraagt herbezinning. Rechters zijn geen verlengstuk van beleid, maar hoeders van beginselen. Hun onafhankelijkheid moet worden versterkt door een eigen benoemingsprocedure, los van ministeriële invloed, en door openbaarheid van de afwegingen die tot uitspraken leiden. Waar een rechter spreekt namens de wet, moet hij ook laten zien hoe die wet wordt verstaan.
De rechtsstaat leeft niet van regels alleen, maar van moraal. Zij vereist de moed om nee te zeggen tegen willekeur, ook als die wordt verpakt als noodzaak. Zij vraagt bestuurders die bereid zijn macht te verliezen om recht te bewaren. In die zin is de rechtsstaat het geweten van de democratie: een herinnering aan het feit dat macht slechts tijdelijk is, maar recht eeuwig.
In het Nederland dat Hart voor Vrijheid voor ogen heeft, is de wet geen instrument van het beleid maar een bescherming van de mens. De scheiding der machten wordt hersteld, de bureaucratie dienstbaar gemaakt, de rechter bevrijd van politieke schaduw, de burger van angst voor onbegrijpelijke systemen. De overheid keert terug tot haar oorspronkelijke vorm: een gemeenschap die zichzelf bestuurt onder het licht van rechtvaardigheid.
Want alleen waar macht zichzelf begrenst, kan vrijheid blijven bestaan. En alleen waar het recht boven de staat staat, kan de mens werkelijk vrij zijn.
De Onzichtbare Staat – Hervorming van de Veiligheidsdiensten
Een vrije rechtsstaat moet niet alleen macht delen, maar ook macht begrenzen, juist daar waar zij onzichtbaar wordt. Achter de schermen van het bestuur opereert een parallel apparaat van inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de AIVD, de MIVD en de NCTV, waarvan de bevoegdheden zich in de afgelopen decennia gestaag hebben uitgebreid15, 18. In naam van veiligheid en stabiliteit werden wetten verruimd, toezicht verslapt en definities opgerekt. Wat begon als bescherming tegen spionage en terrorisme, veranderde langzaam in een netwerk van monitoring, dat burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties observeert op grond van vage criteria als “ondermijnend gedrag” of “desinformatie”20, 22.
Het bestaan van drie afzonderlijke diensten, civiel, militair en coördinerend, heeft geleid tot een diffuse en grotendeels oncontroleerbare structuur19, 21. De AIVD verzamelt binnenlandse informatie, de MIVD buitenlandse militaire inlichtingen, en de NCTV analyseert en coördineert dreigingen voor nationale veiligheid, maar de grenzen tussen die taken zijn in de praktijk vervaagd. Rapporten worden gedeeld zonder parlementaire controle, data uitgewisseld met buitenlandse partners zonder rechterlijk mandaat, en analyses doorsijpelen in beleid zonder dat iemand weet wie ze heeft geschreven of op welke gronden17, 18. Zo ontstaat niet veiligheid, maar een nieuwe laag van macht die zich onttrekt aan zicht, toetsing en verantwoordelijkheid.
Hart voor Vrijheid pleit voor een fundamentele herziening van dit stelsel. In een democratie mag er maar één inlichtingendienst bestaan, en die heeft één duidelijke opdracht: de bescherming van het land tegen directe, aantoonbare bedreiging van binnenlandse of buitenlandse veiligheid. Deze dienst mag geen ideologische of sociale functies uitoefenen, geen burgers volgen vanwege hun overtuigingen, en geen analyses maken over maatschappelijke tendensen, politieke bewegingen of mediagebruik. De taak is defensief, niet preventief; gericht op bescherming van grenzen, infrastructuur en strategische belangen, niet op controle van burgers.
Het toezicht op deze nationale veiligheidsdienst wordt drastisch versterkt. Elke bijzondere bevoegdheid, van aftappen tot dataverzameling, vereist voorafgaande goedkeuring van een onafhankelijke rechter en achteraf een toetsing door een publieke toezichtraad16, 17, 18. Die toezichtraad bestaat uit rechters, oud-parlementariërs en vertegenwoordigers van burgerorganisaties, en brengt jaarlijks een openbaar rapport uit over uitgevoerde operaties, gebruikte middelen en geconstateerde overtredingen. Slechts in uitzonderlijke gevallen, wanneer onmiddellijke dreiging van geweld aantoonbaar is, mag een handeling tijdelijk worden uitgevoerd vóór toestemming, maar dan met verplichte melding binnen 24 uur16.
Alle samenwerking met buitenlandse diensten, zoals de CIA, MI6 of Mossad, moet expliciet door het parlement worden goedgekeurd en jaarlijks worden geëvalueerd17, 21. De huidige praktijk waarin internationale datastromen en gezamenlijke operaties plaatsvinden buiten enig democratisch mandaat, is onverenigbaar met nationale soevereiniteit. Een rechtsstaat die niet weet wat zijn eigen veiligheidsapparaat doet, is geen rechtsstaat meer, maar een façade van vertrouwen boven een bureaucratie van angst15, 18.
De digitale infrastructuur maakt deze hervorming urgenter dan ooit. Waar vroeger afluisteren nog fysieke middelen vereiste, volstaan nu algoritmen en datacentra. Surveillance is verschoven van uitzonderlijk naar permanent. Daarom moet elke vorm van massale gegevensverzameling, profiling of gedragsanalyse bij wet worden verboden23, 24. Alleen individuele, op bewijs gebaseerde onderzoeken, onder rechterlijk toezicht, mogen nog plaatsvinden. De burger heeft recht op privacy niet als luxe, maar als bestaansvoorwaarde voor vrijheid24.
De herstructurering van de veiligheidsdiensten betekent niet zwakte, maar volwassenheid. Een staat die zijn burgers vertrouwt, hoeft ze niet voortdurend te bespioneren. Echte veiligheid ontstaat waar mensen zich vrij voelen te denken, te spreken en te organiseren zonder angst voor registratie. Wie alles controleert, vernietigt uiteindelijk het vertrouwen dat hij zegt te beschermen.
Een enkele, transparante veiligheidsdienst, beperkt in bevoegdheid, stevig gecontroleerd, en wettelijk verplicht tot open verantwoording, kan Nederland werkelijk veilig houden, zonder zijn ziel te verliezen. Want macht die onzichtbaar blijft, groeit altijd ten koste van vrijheid, en vrijheid die niet wordt beschermd, sterft langzaam in het licht van haar eigen angst.
De dienstbare staat – hervorming van het ambtenarenapparaat
De vrijheid van burgers begint waar de macht van papier eindigt. Nederland wordt bestuurd door een apparaat dat ooit bedoeld was om wetten uit te voeren, maar dat in de loop der jaren is uitgegroeid tot een eigen wereld van protocollen, rapporten en vergaderingen. De bureaucratie is niet langer een middel, maar een ecosysteem dat zichzelf voedt. Elke nieuwe regel schept een nieuwe functie, elk overleg een nieuwe coördinator, elk probleem een nieuwe afdeling. Zo is de overheid van dienaar tot doolhof geworden.
Een dienstbare staat vereist dat dit web wordt ontwart. Niet door te snijden in uitvoerders, maar door lagen van management en advies te schrappen die niets produceren behalve vertraging. In vrijwel elk ministerie en overheidsdienst zijn de ratio’s zoekgeraakt: er zijn meer coördinatoren dan vakmensen, meer beleidsadviseurs dan uitvoerders, meer overleg dan resultaat. Volgens ramingen van het Centraal Planbureau en de Algemene Rekenkamer kan de overheid 10 tot 15 miljard euro per jaar besparen door dubbele structuren, externe inhuur en managementlagen te reduceren, processen te digitaliseren en niet-functionele taken af te bouwen31, 32, 33. Dat bedrag is gelijk aan de totale begroting van Justitie of Onderwijs voor één kwartaal, genoeg om de lasten op arbeid te verlagen of de rechtsbescherming van burgers structureel te versterken.
De hervorming begint met transparantie. Elk ministerie en zelfstandig bestuursorgaan publiceert een overzicht van functies, taken en kosten, inclusief tijdelijke contracten, externe adviestrajecten en inhuur van consultants32. Functies die geen directe bijdrage leveren aan publieke dienstverlening of wetstoepassing worden samengevoegd, geautomatiseerd of uitgefaseerd. Managementlagen worden beperkt tot maximaal drie per organisatie. Wie beleid maakt, moet ook zichtbaar zijn voor wie het uitvoert.
Integriteit is de tweede pijler. Hoge ambtenaren tekenen belangenverklaringen, melden nevenfuncties en doorlopen verplichte afkoelperioden voordat zij overstappen naar commerciële sectoren waarover zij eerder toezicht hielden33. Interne klokkenluiders krijgen wettelijke bescherming en directe toegang tot een onafhankelijke integriteitsraad met bevoegdheid tot onderzoek. Wie zich schuldig maakt aan belangenverstrengeling, manipulatie van informatie of machtsmisbruik, verliest niet alleen zijn functie maar ook zijn recht op herplaatsing binnen de publieke sector34.
Tot slot wordt de cultuur hervormd. Ambtenaren zijn geen beheerders van macht, maar bewaarders van vertrouwen. De eed van trouw aan de Koning maakt plaats voor een eed van dienstbaarheid aan de burger. Iedere overheidsfunctie is tijdelijk, toetsbaar en gericht op resultaat. Waar nu de reflex heerst om risico’s af te dekken met regels, moet de moed terugkeren om verantwoordelijkheid te nemen.
Zo keert de overheid terug naar haar oorspronkelijke vorm: licht, wendbaar en betrouwbaar. De besparing in geld is groot, maar de winst in vertrouwen is groter. Want pas wanneer de staat zichzelf ontdoet van ballast, kan zij weer bewegen in het ritme van de samenleving die haar draagt. Een overheid die minder papieren schaduwen werpt, werpt eindelijk weer licht.
Epiloog
Hart voor Vrijheid ziet democratie niet als een ritueel van vierjaarlijkse verkiezingen maar als een levend proces van betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Vrijheid is geen stembusmoment maar een houding, een voortdurende oefening in luisteren, afwegen en kiezen. In het huidige representatieve stelsel wordt de stem van de burger te vaak vervormd door partijbelang, lobbystructuren en economische machten die zich buiten het publieke zicht hebben genesteld. De volkswil verdampt in procedure en waar macht zich onttrekt aan controle verdwijnt vertrouwen.
Daarom bepleiten wij een herinrichting van de staat die de macht terugbrengt naar haar oorsprong. Bestuurders worden rechtstreeks gekozen, besluiten genomen per onderwerp in plaats van per partij, referenda zijn bindend en burgers hebben het recht om zelf wetgeving te initiëren. Democratie wordt zo weer een werkwoord, een samenspel van rede en gemeenschapszin waarin burgers hun lot delen in plaats van elkaar bevechten6, 7, 14.
Maar politieke vrijheid kan niet bestaan in een economie die ongelijkheid bestendigt en macht concentreert. Soevereiniteit vraagt ook economische zeggenschap: coöperaties die arbeid en eigendom verbinden, regionale autonomie waarin gemeenschappen hun eigen koers bepalen, en een economie die maatschappelijke meerwaarde boven winst stelt. In zo’n ordening, waarin geestesleven, rechtsleven en economisch leven elk hun eigen domein behouden, krijgt vrijheid een stevige bodem. Burgers hebben niet alleen een stem in de politiek maar ook in de organisatie van hun werk, hun omgeving en hun toekomst3.
De rechtsstaat vormt daarbij de ruggengraat van vrijheid. Wet en macht moeten gescheiden blijven, bestuurders onderworpen aan het recht, en het recht transparant voor iedere burger. Waar de wet ondoorzichtig wordt of de macht oncontroleerbaar, verdwijnt gerechtigheid. Daarom pleit Hart voor Vrijheid voor openbaarheid, onafhankelijke rechtspraak en heldere grenzen aan de veiligheids- en inlichtingendiensten. Wie zegt de burger te beschermen, mag hem niet bespioneren; wie veiligheid belooft, moet haar verankeren in recht.
Hart voor Vrijheid kiest voor een postpartijpolitiek en mensgericht model waarin vrijheid niet verengd wordt tot markttoegang en solidariteit niet wordt gereduceerd tot bureaucratie. Vrijheid, gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid zijn geen tegengestelden maar pijlers die elkaar dragen. In hun samenklank ontstaat menselijke waardigheid. Zoals een van onze leden het zei: het gaat om de balans tussen individuele vrijheid, collectieve verantwoordelijkheid en menselijke waardigheid.
Dit is geen utopie maar een keuze. De instrumenten voor directe democratie bestaan, coöperatieve economieën werken, regionale autonomie is haalbaar. Wat ontbreekt is niet de mogelijkheid maar de wil. Hart voor Vrijheid wil die wil wekken, de moed om te vernieuwen wat verouderd is, te herstellen wat verstard is en te beschermen wat ons tot mensen maakt.
Zo bouwen wij aan een samenleving waarin het volk werkelijk regeert, waarin de economie het algemeen belang dient en waarin menselijke waardigheid de maatstaf blijft voor alle besluitvorming. Een democratie niet van macht maar van zingeving, niet van angst maar van vertrouwen, niet van stemmen alleen maar van mensen die hun stem weer leren gebruiken. Een vrije republiek in het licht van recht.
Beleidsvoorstellen
Democratische vernieuwing
- Rechtstreekse premierverkiezing: geef burgers de macht om de minister-president direct te kiezen, zodat het landsbestuur niet langer het resultaat is van achterkameroverleg maar van een helder mandaat van het volk.
- Vakministers zonder partijbinding: benoem ministers op grond van deskundigheid in plaats van partijlidmaatschap, zodat beleid wordt gestuurd door kennis en ervaring, niet door loyaliteit.
- Afschaffing van regeerakkoorden: laat de Tweede Kamer vrij over elk wetsvoorstel oordelen zonder vooraf gesloten coalitiecontracten, zodat debat en overtuiging weer de kern van politiek vormen.
- Stemmen per onderwerp: vervang partijstemmen door onderwerpstemmen, zodat burgers zich per thema kunnen uitspreken en de nuance in de samenleving zichtbaar wordt.
- Burgerinitiatief als grondrecht: maak het mogelijk dat burgers met 10.000 handtekeningen een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer plaatsen, met verplichte behandeling en openbare toelichting.
- Bindende referenda: geef het volk de mogelijkheid aangenomen wetten te bevestigen of verwerpen via referenda die juridisch afdwingbaar zijn.
- Transparantieregister: maak zichtbaar hoe Kamerleden stemmen, welke moties zij indienen en welke nevenfuncties zij bekleden, zodat vertrouwen kan groeien door zichtbaarheid.
- Openbaarheid van commissies: schaf gesloten adviesraden en anonieme expertpanels af; laat beleidsvoorbereiding plaatsvinden in open zitting en onder publieke verantwoordelijkheid.
- Afschaffing van de monarchie: vervang het erfelijke koningschap door een republiek waarin waardigheid voortkomt uit dienstbaarheid en het recht zelf het symbool van eenheid wordt.
Directe democratie en burgerparticipatie
- Burgerkamers door loting: richt een civiele Kamer in van gelote burgers en tijdelijke deskundigen die wetgeving voorbereiden, toetsen en evalueren, zodat macht circuleert in plaats van concentreert.
- Roulatie en herroepbaarheid van mandaten: laat leden van de Burgerkamer korte termijnen dienen, verplicht hen belangenverklaringen te tekenen en maak terugroeping mogelijk bij misbruik, zodat integriteit niet van vertrouwen afhangt maar van structuur.
- Verplichte openbaarheid van lobbycontacten: leg wettelijk vast dat alle contacten tussen bestuur, Kamerleden, ambtenaren en lobbyisten worden geregistreerd in een openbaar digitaal archief waarin besluitvorming van begin tot eind traceerbaar is.
- Het Civiele Huis van Nederland: bouw een nieuwe staatsstructuur waarin burgers, regering en rechtspraak samenwerken in een transparant evenwicht van bevoegdheden, met open besluitvorming en korte mandaten.
- Toetskamer voor wetgeving: stel een onafhankelijke raad samen van juristen, ethici en burgers die wetten controleert op grondrechten en uitvoerbaarheid, met de mogelijkheid om voorstellen terug te sturen.
- Transitie naar burgerdemocratie: voer lokale experimenten uit met burgerpanels, coöperatieve besturen en bindende referenda, bouw daarop nationale wetgeving en grondwetsherziening om stap voor stap het Civiele Huis te verankeren.
- Herstel van vertrouwen: maak van openheid en verantwoordelijkheid de nieuwe bestuurscultuur, waarin de overheid niet heerst maar dient en burgers hun vrijheid leren gebruiken in het licht van het recht.
Rechtsstaat en scheiding der machten
- Herstel van de scheiding der machten: ontkoppel de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht volledig en geef de Raad van State één taak: óf adviseren, óf rechtspreken, maar nooit beide.
- Openbaarheid als grondrecht: leg vast dat alle bestuurlijke documenten, adviezen en contacten in principe openbaar zijn, tenzij de veiligheid van personen in gevaar is.
- Toegang tot recht voor iedereen: maak rechtspraak begrijpelijk en betaalbaar, met laagdrempelige burgerrechtbanken en gratis rechtsbijstand bij conflicten met de overheid.
- Vrije en pluriforme media: garandeer gelijke toegang tot zendtijd, transparante financiering en bescherming van minderheidsstemmen, zodat publieke opinie niet wordt gemonopoliseerd.
Hervorming van veiligheids- en inlichtingendiensten
- Hervorming van veiligheidsdiensten: voeg AIVD, MIVD en NCTV samen tot één nationale veiligheidsdienst met een strikt omschreven taak: bescherming van het land tegen concrete dreiging, niet controle van burgers.
- Onafhankelijk toezicht op inlichtingen: verplicht rechterlijke toestemming voor iedere ingreep en jaarlijkse openbare rapportage door een burgerlijke toezichtraad over uitgevoerde operaties.
- Verbod op massasurveillance: verbied structurele dataverzameling en gedragsprofilering; onderzoek mag alleen plaatsvinden op basis van concreet bewijs en rechterlijke goedkeuring.
Hervorming van het ambtenarenapparaat
- Hervorming van de bureaucratie: reduceer managementlagen tot maximaal drie, schaf doublures en inefficiënte overlegstructuren af en digitaliseer routinetaken. Maak van de overheid een platte organisatie met korte lijnen en directe verantwoordelijkheid.
- Transparantie en verantwoording: publiceer jaarlijks een volledig overzicht van functies, taken, inhuur en adviescontracten per ministerie. Maak alle personele uitgaven, contracten en adviesrapporten openbaar.
- Integriteitsraad en belangenverklaring: richt een onafhankelijke integriteitsraad op met onderzoeksbevoegdheid, verplichte belangenverklaringen voor hoge ambtenaren en wettelijke bescherming voor klokkenluiders.
- Afkoelperiodes en rotatie: voer verplichte afkoeltermijnen in voor ambtenaren die overstappen naar commerciële sectoren waar zij beleidsverantwoordelijkheid hadden, en rouleer topfuncties periodiek om machtsconcentratie te voorkomen.
- Besparingsdoelstelling: realiseer structureel 10 tot 15 miljard euro aan jaarlijkse besparingen door afbouw van overbodige functies, externe inhuur en inefficiënte beleidslagen. Gebruik deze middelen voor lastenverlaging op arbeid, versterking van rechtsbijstand en herstel van publieke dienstverlening.
Bronnen:
- Habermas, Jürgen. The Structural Transformation of the Public Sphere. MIT Press, 1989.
- De Wit, Bob. Society 4.0: Resolving Eight Key Issues to Reclaim Humanity. Strategy Works, 2021.
- Steiner, Rudolf. De kernpunten van het sociale vraagstuk, GA 23. (Nederlandse uitg. 1993).
- Wagenknecht, Sahra. Die Selbstgerechten: Mein Gegenprogramm – für Gemeinsinn und Zusammenhalt. Campus Verlag, 2021.
- Van Reybrouck, David. Tegen verkiezingen. De Bezige Bij, 2013.
- Landemore, Hélène. Open Democracy: Reinventing Popular Rule for the Twenty-First Century. Princeton University Press, 2020.
- Smith, Graham. Democratic Innovations: Designing Institutions for Citizen Participation. Cambridge University Press, 2009.
- Marx, Karl. Das Kapital. Band I, Hamburg, 1867. (Ned. vert. Uitgeverij Boom)
- Semler, Ricardo. Maverick: The Success Story Behind the World’s Most Unusual Workplace. Warner Books, 1993.
- Schumacher, E.F. Small Is Beautiful: Economics as if People Mattered. Blond & Briggs, 1973.
- Ostrom, Elinor. Governing the Commons: The Evolution of Institutions for Collective Action. Cambridge University Press, 1990.
- Graeber, David. Bullshit Jobs. Penguin Books, 2018.
- Standing, Guy. The Precariat: The New Dangerous Class. Bloomsbury Academic, 2011.
- Setälä, Maija. Referendums and Democratic Deliberation. Cambridge University Press, 2006.
- AIVD (2017). Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017). Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. https://wetten.overheid.nl/BWBR0038263/
- Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). (2024). Over de TIB – toezicht op de inzet van bijzondere bevoegdheden. https://www.tib-ivd.nl/
- European Union Agency for Fundamental Rights (FRA). (2023). Surveillance by intelligence services: fundamental rights safeguards and remedies in the EU – The Netherlands. https://fra.europa.eu/en/publication/2023/surveillance-intelligence-services-netherlands
- Institute for Information Law (IViR), Universiteit van Amsterdam. (2017). Legal analysis of the Dutch Intelligence and Security Services Act (Wiv 2017). https://www.ivir.nl/publicaties/download/Wiv2017_legal_analysis.pdf
- AIVD (2024). Regulatory Commissions: TIB and CTIVD. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. https://english.aivd.nl/topics/supervision-and-oversight/regulatory-commissions
- Raad van State (2021). Advies wetsvoorstel “Wet verwerking persoonsgegevens coördinator terrorismebestrijding en nationale veiligheid” (NCTV). https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@128745/w15-21-0141/
- Eerste Kamer der Staten-Generaal (2022). Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid – wetsdossier 35850. https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35850_coordinatie_terrorismebestrijding
- Ministerie van Justitie en Veiligheid (2025). Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wet PARTA). https://wetten.overheid.nl/BWBR0051899/
- European Court of Human Rights (2021). Big Brother Watch and Others v. the United Kingdom (Grand Chamber), Application nos. 58170/13, 62322/14, and 24960/15. https://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-210077
- Autoriteit Persoonsgegevens (2024). Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) – grondslagen en toezicht in Nederland. https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/onderwerpen/avg-nieuwe-europese-privacywetgeving
- Raad van State (2023). Over de Raad van State – advisering en rechtspraak. https://www.raadvanstate.nl/over/
- Ministerie van Binnenlandse Zaken (2022). Wet open overheid (Woo). https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-open-overheid
- Parliament of the German-speaking Community of Belgium (2019). The Citizens’ Council of Ostbelgien – Permanent Citizens’ Dialogue. https://www.buergerdialog.be/en/
- Government of Ireland (2018). Citizens’ Assembly Reports – Ireland’s Model for Deliberative Democracy. https://www.citizensassembly.ie/en/
- Decidim (2024). Open-source digital participation platform. Barcelona City Council / Consorci Localret. https://decidim.org/
- Dutch Government (2023). Open Data Policy – data.overheid.nl. https://data.overheid.nl/
- Centraal Planbureau (2020). Kansrijk overheidspersoneel: efficiënter organiseren van publieke taken. https://www.cpb.nl/publicatie/kansrijk-overheidspersoneel
- Algemene Rekenkamer (2023). Jaarverslag Rijk 2022: personeel, inhuur en organisatiekosten. https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2023/05/17/jaarverslag-rijk-2022
- OECD (2021). Public Employment and Management 2021: Towards a More Agile Public Service. Organisation for Economic Co-operation and Development. https://www.oecd.org/gov/public-employment-and-management-2021.htm
- Transparency International Nederland (2022). Integriteit binnen de overheid: aanbevelingen voor preventie en toezicht. https://www.transparency.nl/integriteit-overheid-rapport-2022/